Provinciale Drentsche en Asser courant

De niet grote spanning tegemoet geziene vergadering van de Tweede Kamer heeft Woensdagmiddag weinig of geen nieuws opgeleverd. Er was een grote belangstelling, niet alleen op de gereserveerde en de publieke tribunes en In de loges, maar ook in de Kamer zelf. Slechts weinig plaatsen waren onbezet. Het kabinet was in zijn geheel aanwezig. De minister-president, dr W. Drees, legde een verklaring af over het ontslag van de minister van Overzeese Gebiedsdelen, mr E. M. J. A. Sassen, waarbij hy herinnerde aan de buitengewone vergaderingen van de Ministerraad op 10 en 11 Februari, waarin het gehele Indonesische beleid aan een diepgaande beschouwing werd onderworpen; aan het uitvoerige telegram, dat Vrijdagavond naar de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon, dr L. J. M. Béel is verzonden en aan het feit, dat men niet tot overeenstemming is kunnen komen.

(Van onze parlementaire redacteur) Het ontslag van minister Sassen Minister Sassen huldigde opvattingen op internationaal terrein, die niet door de andere ministers werden gedeeld en waartegen men bepaalde bezwaren had. Dat leidde tot het aftreden van mr Sassen. Dr Drees betreurde deze gang van zaken doch anderzijds zou het niet goed geweest zijn een schijneenheid te bewaren. Er zijn reeds eerder spanningen in het kabinet geweest — zo erkende de minister-president — doch zij betroffen niet de beginselen, waardoor het kabinet zich 1}Ü zijn Indonesische politiek laat leiden. Ook partijpolitieke tegenstellingen hebben het geschil niet beheerst. Er was alleen sprake van een verschil van mening over de te volgen tactiek en over de uitvoering. Belangrijk — maar allerminst verrassend — was hierna de verklaring van de minister van Overzeese Gebiedsdelen a.i. mr J. H. van Maarseveen, dat de regering tegenover de resolutie van de Veiligheidsraad de gedachte zal blijven volgen, die door dr J. H. van Royen in Twppflo Kamor de Veiligheidsraad eeae ixamer is uiteengezet ^ als wy dezer dagen schreven, heeft dr van Royen tegen sommige onderdelen van de resolutie fundamentele bezwaren ontwikkeld. Zij betroffen vooral de bevoegdheden van de Commissie van de Verenigde Naties, welke Commissie in onze souvereiniteit zou kunnen ingrepen. Nederland kan dat met zijn verantwoordelijkheid niet overeenbrengen. Dr van Röyen heeft dat in de Veiligheidsraad duidelijk gezegd en in de Tweede Kamer herhaalde minister van Maarseveen het, nadat hij de resolutie nog eens aan ritiek had onderworpen. In feite bestaan er tussen Nederland en de Veiligheidsraad geen verschillen over de doelstelling. Dat blijkt ook uit de aanbevelingen van de Veiligheidsraad, die o.a. spreken van het onmiddellijk staken van het vuren, het staken door de Republiek van de guerillastrijd en van de gezamenlijke vestiging van recht, orde en veiligheid in Indonesië. Wat dat laatste betreft, was van de Republiek niets te verwachten. Nederland moest — aldus de minister — de voorwaarden voor het herstel van recht en veiligheid scheppen. Ons leger heeft dat gedaan. Het verdient daarvoor de dank van heel de wereld, want het be lang van geheel de wereld was ermede gediend. Over de Republikeinse leiders zei de bewindsman, dat de regering bereid is hun een behoorlijke plaats in de federale regering aan te bieden. Van een bereidheid bij de Republikeinen om een zodanige plaats te aanvaardon is echter niets gebleken. De Republiek verlangt nu de onmiddellijke, volledige 'invrijheidstelling van haar voormannen. Doch zolang deze de aanbeveling van de Veiligheidsraad om de guerillastrijd te beëindigen niet wensen na te komen, is invrijheidsstelling onmogelijk. De invrijheidstelling behoort niet tot de punten, waartegen Dr van Royen bezwaar gemaakt heeft. Dat is evenwel geen maatstaf voor de houding, die de regering thans heeft aan te nemen. De enige maatstaf is onze verantwoordelijkheid voor recht en orde in geheel Indonesië. Onaanvaardbaar acht de Nederlandse regering voorts, dat de Commissie uit de V. N. zich inlaat met de deelstaten, die reeds hun eigen regeringsvorm

gekozen hebben, die met Nederland "willen samenwerken en gezamenlijk met ons land Indonesië weer willen opbouwen. Mr van M irseveen sprak' zelfs van een niet te dulden inmenging in onze interne souvereiniteit. Ons land ziet zich gesteld voor twee problemen: de voorkoming van een chaos in Indonesië en een volstrekte breuk met de Verenigde Naties. Een breuk met de V. N. is geenszins een voorwaarde voor de voorkoming van een chaos, maar aan de andere kant kan Nederland de resolutie ook niet onvoorwaardelijk aanvaarden. De regering wil trachten tussen de klippen door te zeilen. Zij laat Indonesië in geen geval aan zijn lót over; zij zal er een souvereine staat vormen, met Nederland in een Unie verbonden. Het blijkt dus, dat de regering aan

de resolutie zover mogelijk tegemoet wil komen, doch aan haar verantwoordelijkheid en souvereiniteit onvoorwaardelijk vasthoudt. Wellicht dat, wat haar uitvoering betreft, nog een weg kan worden gevonden, die een conflict met de V. N. voorkomt. Met soepelheid aan beide kanten is dat mogelijk. In dit verband was de mededeling van minister Van Maarsseveen van belang, dat de regering het z.g. planBeel aanvaardt. Het bevat twee belangrijke punten: de naam van de Verenigde Staten van Indonesië zal zijn Republiek van de Verenigde Staten van Indonesië en de souvereiniteit zal eerder worden overgedragen dan aanvankelijk was vastgesteld. Dat betekent dus, dat zo snel. mogelijk een federale interim-regering gevormd moet worden, waaraan de souvereiniteit overgedragen kan worden, waarna een Rondetafelconferentie zal dienen te komen tot het Unie-statuut. Nederland is bereid de voorwaarden voor volle vrijheid en openhartigheid te scheppen om ook met de Republiek tot overeenstemming te komen. Als bijv. de Republikeinse leiders en de Commissie uit de V. N. naar Nederland zouden kunnen komen, dan zal de regering gaarne anderhandelen ! Vrijdagmorgen om elf uur beginnen de debatten, die zo nodig des avonds en Zaterdag worden voortgezet.

De aankomst van de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon in Indonesië, Dr. L. J. M. Beel, op Schiphol. De ministers Mr. J. II. R. van Schaik en S. L. Mansholt in gesprek met Dr. Beel *11 Dr. P. Koets, Directeur van het Kabinet van de H.V.K. (v.l.n.r,).

Even voor drie uur gistermiddag landde op Schiphol de KLM-Constellation „Curacao" met aan boord dr L. J. M. Beel, Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon te Batavia en de dlrec teur van zijn kabinet dr P. Koets. Z\j werden verwelkomd door de ministers mr J. R. H. van Schalk, S. L- Mansholt en prof dr F. J. Th. Rutten. Direct na aankomst heeft dr Beel tegenover de journalisten een verklaring afgelegd. In antwoord op vragen, betrekking hebbende op de geruchten van de laatste dagen omtrent zyn ontslagaanvrage en de alom heersende begrippen over de stemming in Batavia, zelde dr Beel letteriyk: „Begrippen als „hopeloos" komen niet voor In myn woordenboek. Zo er sprake zou zyn van myn aftreden, dan was Ik niet naar Nederland gekomen voor besprekingen. Wacht u maar rustig af."

Militaire situatie bevredigend Dr Beel zei voorts: „ik ben naar Nederland gekomen voor besprekingen met de regering en kan dus moeilijk een verklaring afleggen over de politieke situatie van dit ogenblik. Wanneer de resultaten van deze besprekingen zullen zijn wat ik er van verwacht, dan hoop ik in het begin van de volgende week, vóór ik naar Batavia terugkeer, een bevredigender verklaring af te leggen. Het besluit van de UNO-commissie voor Indonesië om de Veiligheidsraad te adviseren de datum waarop gerapporteerd moest'worden inzake de vorming van de federale-interim regering en aanbevelingen zouden moeten worden gedaan om te komen tot oplossing van de tussen bei partijen bestaande moeilijkheden te verschuiven van 15 Februari naar 1 Maart, was hem nog niet bekend. Zijn commentaar was „zeer gunstig." Dr Beel verklaarde, dat de militaire situatie bevredigend geacht kan worden. Ook de houding van de bevolking in het algemeen is volkomen in overeenstemming met de verwachtingen. Hij roemde de nauwe en prettige samenwerking met zijn civiele zowel als met zijn militaire staf en zeide voorts dagelijks overleg te plegen met de voor zitter van het BFO, met wie de samenwerking eveneens zeer prettig is. Vlak voor zijn vertrek was de heer Merle Cochran te Batavia gearriveerd. Mondeling overleg was niet meer mogelijk geweest, maar wel had dr Beel schriftelijk

contact gehad met de Amerikaanse diplomaat. Men was overeengekomen, uitvoerig van gedachten te wisselen zodra de heer Beel weer in Batavia zou zijn teruggekeerd. Op een vraag of de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon zich onmiddellijk naar Den Haag zou begeven om nog een deel van de zitting der Kamer mee te maken, antwoordde hij lachend: „Neen, ik ga eerst even naar huis. Morgenochtend om tien uur zal ik mijn besprekingen met de regering aanvangen." Het Banka-incident is naar de overtuiging van dr Beel afgedaan. Ten slotte werd nog gevraagd of dr Beel iets kon vertellen over het contact met de Republikeinse leiders. Hier over wenste h(j zich niet uit te laten. Dr Beel zei slechts dat geregeld contact bestaat tussen het BFO en de Republikeinen. De „Curagao" vervoerde 23 passagiers, 350 kg vracht en ruim 900 kg post naar ons land.

De Veiligheidsraad besloot gisteren onverwacht de kwestie-Indonesié op de agenda voor die dag te plaatsen. De Raad besloot tevens zonder stemming het door de Comm. voor Indonesië verzochte uitstel te verlenen. De Sowjet-Russische en Egyptische vertegenwoordigers proteerden hier heftig tegen. Cadogan, de Britse afgevaardigde varklaarde zich voorstander van het gevraagde uitstel. Voorlopig geen vijidaagse werkweek In verljand met een actie om te komen tot invoering van een werkweek van vijf dagen, met behoud van het r.ormale werkmaximum van 43 uren, deelt het ministerie van Sociale Zaken mede, dat de Regering dit vraagstuk reeds meermalen heeft bezien en daarover reeds in de tweede helft van 1946 een advies van de Stichting van de Arbeid heeft ontvangen. In overeenstemming met dit advies is toen het standpunt ingenomen, dat de hoog nodige arbeidsproductiviteit deze arbeidstijd ongewenst doet zijn. Zij mag daarom niet worden toegepast ' en het ligt ook niet in de bedoeling hierin voorshands verandering te brengen.

Minister Mansholt wekt verwachtingen bij de slagers De jongste rantsoenverlaging ook voor hem een teleurstelling De voorzitters van de Vakgroep Slagerij en van de vrije organisaties hebben dezer dagen een audiëntie gehad bü de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, waarbij de toestand in de slagerij in den brede werd besproken. De minister was bereid na te gaan of de slagers op enigerlei wijze kunnen worden tegemoet gekomen. Bij het onderhoud bleek, dat de minister van oordeel is, dat in de toekomst, als de vleesdistributie tot het verleden zal behoren, er ernstig naar moet worden gestreefd, dat een felle concurentiestrijd wordt voorkomen. De bewindsman gaf te kennen, dat hij er prijs op zou stellen, indien de organisaties tegen dit euvel met klem zouden waarschuwen, doch ook, dat hij bereid was m samenwerking met de leidende figuren uit de branche maatregelen te overwegen, weshalve hij verzocht t.z.t. met voorstellen hieromtrent hij hem terug te komen. Aan dit verzoek zullen de vakgroep en de vrije organisatie gevolg geven. Het was natuurlijk niet te verwachten dat de minister de jongste rantsoenverlaging welke ook, naar hü te kennen gaf, voor hemzelf een grote teleurstelling is geweest, onmiddellijk ongedaan zou kunnen maken, doch in deze audientie zijn dingen besproken, welke het slagersbedrijf zodanig perspectief bieden, dat daarvan in de toekomst veel goeds mag worden verwacht, zo deelt de vakgroep „Slagerij" mede. Kaas blijft nog op de bon Aan het feit, dat van 30 Januari jl. af — in verband met de tijdelijke verlaging van het vleesrantsoen — het kaasrantsoen aanmerkelijk is verruimd, blijkt men hier en daar in handelskringen de conclusie te verbinden, dat de kaasrantsoenering en -distributie op korte termijn zal worden opgeheven en dat dientengevolge aan het beheer van de distributiebescheiden geen zorg meer zou behoeven te worden besteed. Het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening vestigt er evenwel de aandacht op, dat het niet in het voornemen ligt de kaasrantsoenering op korte termijn op te heffen. Electrische energiebehoefte van Nederland binnenkort veilig gesteld Eerste deel van de nieuwe 220 k.v. transformator aangekomen Per S.S. „Dotterell" van de Hollandse Stoombootmij. is in Amsterdam het eerste deel gearriveerd van een 220 k.v. (kilo volt) transformator, de grootste van Nederland en een van de meest krachtige van geheel Europa. De transformator is in opdracht van het directoraat-generaal van de energievoorziening op kosten van het rijk in Engeland gebouwd en bestemd voor het in aanbouw zijnde 220 k.v. transformatoren schakelstation te Lutterade in Zuid Limburg. Door de aankoop van deze transformator kan het Nederlandse elecciteitsnet gekoppeld worden aan het sterke Europese net. De energie behoefte van het Nederlandse bedrijfsleven is daardoor veilig gesteld. Terugtrekking Russische repatriëringsmissie uit Amerikaanse zone verzocht Amerikanen achten haar niei langer nodig De Sovjet-Russische repatrierin&smissie in de Amerikaanse zone van Duitsland, bestaande uit vier officieren en vier manschappen, is verzocht per 1 Maart te vertrekken. De mededeling, dat de Sovjet-Russische repatrieringsmissie zou moeten worden opgeheven, is per brief door de Amerikaanse militaire gouverneur, generaal Lucius Clay, aan zijn SovjetRussische collega maarschalk Soko. lofsky, gedaan. De order zal uitgevoerd worden ondanks een verklaring van Sokolofsky, dat het werk van de missie onmisbaar was en dat op dit punt slechts een beslissing zou kunnen worden genomen door de betrokken regeringen. Het besluit om de werkzaamheden van de Sovjètinissie te doen eindigen was door de Amerikanen genomen, „omdat de vrywillige repatriëring van ontheemden, die Sovjet-Russisch burger zijn. practisch heeft opgehouden". Na vertrek van de Sovjetmissie zal alleen nog de Poolse missie in de Amerikaanse zone over zijn van de zes missies. die er oorspronkelijk waren. Tweehonderd slakende Amsterdamse havenarbeiders ontslagen Twee honderd van de stakende bootwerkers, in dienst van een aantal scheepvaartbedrijven in de hoofdstad, zijn gisteren ontslagen, zo deelt de Scheepvaartvereniging Noord mede. De directies der bedrijven — niet het bestuur der S.H.B. (Samenwerkende Havenbedrijven) — hadden hun stakende personeelsleden per brief aangezegd dat zij gisteren het werk moesten hervatten en zich als ontslagen moes ten beschouwen zo zü wateeren zich te melden.

Noodlottige nalatigheid In het fort De Bilt bij Utrecht is de 20-jarige soldaat P. Pieterse uit Ossenisse in Zeeuws-Vlaanderen gisteren het slachtoffer geworden van zijn eigen nalatigheid. Tegen het voorschrift in zette hij na afloop van zijn wacht het geweer geladen in een rek. Een andere soldaat, die enige tijd later op post moest, nam uit het rek juist het geladen geweer, dat op hetzelfde ogenbilk afging. De kogel trof Pieterse, die er vlak bij stond in het onderlijf. Terstond aanwezige medische hulp mocht niet meer baten. Britse ambassade-secretaris in Warschau overvallen Eerf® secretaris van rie Britse ambassade te Warschau, A. C. Maule, moest naar een ziekenhuis vervoerd worden met drie kogelwonden, die hem waren toegebracht door mannen, die gisteren kort na middernacht een aanval deden op zijn woning. De toestand van Maule is ernstig. De aanval op zün woning, een eenzaam landhuis op 25 kilometer afstand van Warschau, werd gedaan door twee gemaskerde personen, die geld eiiten.

Zwitserland bouwt zich een luchtvloot Regering vertrouwt de toestand niet De Zwitserse regering heeft het parlement verzocht om een crediet van 107.900.000 francs voor de aankoop van honderd „Vampire 6" vliegtuigen, de nieuwste Britse jager met straalaandrijving voor alle doeleinden. Deze honderd zouden dan gevoegd moeten worden by de 75 ..Vampires", waarvan de aflevering door Groot-Brittannië reeds is begonnen. „De politieke gebeurtenissen in nabuurlanden zowel als verder gelegen landen, de onderlinge vijandigheid van de grote mogendheden en de algemene herbewapening geven vele redenen voor versterking van onze eigen defensie", aldus de Zwitserse regering. Verder acht de regering het nodig voorraden te vormen van zware bommen, raketwapenen en granaten.

„De toestand is er erger dan Kravchenko geschreven heeft' „De toestand is er erger den Kravchenko geschreven heeft." Een van de getuigen in het proces tegen Victor Kravchenko de schrijver van het boek „Ik verkoos de vrijheid" heeft gisteren de toestand in de Russische deportatiekampen geschilderd. HU zeide gezien te hebben dat kannibalisme werd bedreven om de honger te stillen. Zijn getuigenis wer deen aanklacht tegen het regiem van Stalin toen hij uitriep dat het Russische volk de vrede was beloofd maar dat het de voortdurende klassenstrijd was gebracht. Het heeft ons brood geroofd en bracht ons honger. Het beloofde ons werk en gaf ons concentratiekampen. Het is nog veel slechter dan wat Kravchenko heeft geschreven. Een tyran is gevallen, Hitier, en het volk heeft gezien wat Dachau en Buchenwald was. In Rusland bestaan nog honderden Dachau's en Buchenwalds," riep hij vc ontwaardigd uit.

Basil Luzna, zoals deze getuige heet was een Oekrainse slotenmaker, die thans in Duitsland woont Hij weidde uit over zijn jeugd, die hij doorbracht bij zijn ouders, die een kleine hoeve met 7 ha. land hadden. „In 1930 werden wij naat Volagda gedeporteerd, en er opgesloten in een kamer, die niet groter was dan deze hier, maar waarin zich zesmaal meer mensen bevonden. Onze kinderen zijn dood. Wij hadden niets anders te eten dan bessensap en dennenaalden. Ik ben ontsnapt en heb de Oekraine kuunen bereiken. Daar heb ik een verschrikkelijke hongersnood beleefd en gezien hoe mensenvlees werd gegeten en boeren gefusilleerd werden, omdat zij het vlees aten van een paard, dat zij hadden opgegraven. Kort voor de oorlog werd ik aangehouden in verband met een samenzwering, die het opblazen van de electriciteitsfabriek van Krivoirog op het oog had. In werkelijkheid had ik aan geen enkele samenzwering deelgenomen en nu nog weet ik niet, waar zich die fabriek bevindt. De ingenieur Babilin komt getuigen over de Sowjetzuiveringen in de Oekraine. „Ik heb deze zuivering aan de lijve ondervonden, zo verklaart hij. In 1931 werd ik, zonder te weten waarom, door de Gepeoe aangehouden. Gedurende vier dagen werd ik verhoord en afgeranseld. Ik was beschuldigd te behoren tot de contra-revolutionnaire organisatie „Lente", die het regime ten val wilde brengen. Na zeven maanden werd ik vrijgelaten. „Zonder voor een normale rechtbank te verschijnen," merkte mr. Heiszmann op na mens Kravchenko. Michel Schebee, die thans als mijnwerker in België werkt is een Oekrainse boerenzoon en kan lezen noch schrijven. „Ik heb 8 gevangenissen en twee concentratiekampen medegemaakt", zei hij. „Mijn oom is gefusilleerd, omdat hij, toen hij van kamp moest veranderen, vroeg of zijn vrouw hem mocht vergezellen", Schebee beschrijft dan de drama tische tonelen van de hongersnood en van de vervolging van de koelakken door de NKVD. „Hoopt u naar uw land terug ie keren?" vraagt mr. Matrasse. „Ik hoop terug te keren naar mijn land maar wanneer er geen bolsjewieken meer zijn." Kravchenko zelf die aan een maagzweer lijdt, kon op deze zitting niet aanwezig zijn. Mr. Izard verklaarde, dat het manuscript van Kravchenko op het einde van de week aan de rechtbank zou worden bezorgd. Mr. Izard zowel als mr. Heiszmann protesteerden krachtig tegen de beweringen van de verdediging, waarbij alle verplaatste personen, getuigen van Kravchenko, bestem peld worden als „verraders en collaborateurs van de Duitsers". Mr. Izard zeide er van overtuigd te zijn dat alle Russische burgers, die de vrijheid hebben gekozen, voorkomen op de Sowjetlijst der oorlogsmisdadigers". Vervolgens wordt mvr. Gornienka ontboden, die gedurende 25 jaar het

ambt van bibliothecaresse in een grote fabriek te Dnjepnopetrovsk waarnam. Zij kent Kravchenko sedert 1925. „Hij was een ernstige autodidact, die dikwijls naar de bibliotheek kwam om te studeren," zegt zij. Mevr. Gornienka vertelt dat ze door de NKVD werd geroepen, die haar zeide dat het land in gevaar was en haar voorstelde geheim werk doen. „Ik was zeer bang en weigerde aanvankelijk, maar men gaf mij de verzekering, dat er geen bloed aan dat werk zou kleven en men bedreigde mij met weerwraakmaatregelen tegen mijn schoonzoon, mijn dochter en mijn kleindochter. Ik kreeg opdracht vijf personen te bewaken, onder wie een zekere Wassiljenko, die thans als getuige in Parijs is. Ik moest met hen thee drinken, en de NKVD op de hoogte houden van hun politieke gesprekken. De advocaten van Kravchenico wijzen naar aanleiding van dit getuigenis op „het politiekarakter van het Sowjet-regime". Mr. Nordmann protesteert: „Gij valt een geallieerd land aan". Mr. Izard: „Ik heb gezegd, dat gij zelf het politieregime aanvalt door getuige aan te vallen." Nadat vervolgens nog enige getuigen zijn gehoord wordt het proces verdaagd tot a.s. Dinsdag.

Het menselijk bestaan zou zij betekenis verliezen, wanneer de mensen van ae vri/e wil beroofd werden

De Sovjet-Unie, de Oekraine en WitRusland hebben zich teruggetrokken uit de wereldgezondheidsorganisatie, een van de elf speciale organisaties van de V.N. Als reden werd opgegeven, dat ,,de taak in verband met internationale maatregelen ter voorkoming; en controlering van ziekten en met de verspreiding van resultaten der medische wetenschap door de organisatie niet op bevredigende wijze wordt uitgevoerd." Ook de kosten van de uitgebreide administratie van de organisatie vormde een bezwaar voor de drie landen. Chisholm, de directeur der organisatie 7eide. dat hij geweigerd had ae uittredingen te accepteren en de drie regeringen verzocht had hun mededeling van uittreding voor te leggen aan de bestuursraad van de organisatie, die Maandag a.s. te Genève vergadert. Dr. Weiszman eerste president van Israël Dr. Chaim Weiszmann, president van de voorlopige raad van Israël, is heden tot eerste president van de nieuwe staat gekozen. Dr. Weiszmann is 74 jaar Amerika overweegt niet zijn troepen uit Japan terug te trekken De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Dean Acheson, heeft ontkend, dat de Amerikaanse regering terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Japan, nu of in enige oorlog in da toekomst, overweegt.