De toekomst van het boerenbedrijf is een onzekere factor. Er zijn er die haar door een zeer donkere bril bekijken en geen enkele gelegenheid ongebruikt laten om de vingers waarschuwend op te heffen. Gelukkig zijn er ook nog mensen die zich niet helemaal laten leiden door de sombere voorspellingen van anderen, maar de lichtzijde van de zaak zoeken Het kan echter nooit kwaad ons bezig te houden met het probleem en dat willen wij thans doen door een blik op buurmans erf t e werpen. De toekomst van de Belgische landbouw baart even grote zorgen als bij ons. Er is 'n symptoom van afnemende rentabiliteit en indien daarin in de nabije toekomst geen verbetering komt za l het aantal diergenen die van de landbouw leven noodgedwongen verminderen.
Ook hier heeft een aantal jonge landbouwers en boerenarbeiders in de jongste jaren reeds moeten uitzien naar emigratie, maar toch meent men in België dat er middelen bestaan om deze dreigende crisis in het landbouwbedrijf te verhelpen. Er zijn in dit land ongeveer 300.000 landbouwondernemingen, de meeste van kleine omvang, namelijk met een gemiddelde van 6 hectare. Voor de oorlog was de productie in de eerste plaats gericht op verwerking. Tijdens de oorlogsjaren is de Belgische landbouw zich door de nood gedwongen gaan toeleggen op de voortbrenging van gerede producten ten koste bijvoorbeeld van de veeteelt. Sedert het einde van de oorlog keert men geleidelijk terug naar de vooroorlogse situatie. Vóór '40 werd circa 80 % vna de totale landbouwproductie in het land zelf verbruikt. Het binnenlandse verbruik keert thans successievelijk terug tot vroegere proporties. Dit resultaat is slechts mogelijk gebleken dank zij een intensieve bedrijfsvoering. De huidige tekenen van malaise van de Belgische landbouw moeten volgens deskundige kringen worden toegeschreven aan het gemis van aanpassing aan de nieuwe, vooral internationale bedrijfsomstandigheden. Op de binnenlandse markt schijnt de totstandkoming van de Benelux een onmiskenbare reactie te hebben verwekt in bepaalde sectoren, zoals die van de verse groenten, waarin Nederland een overwegende positie bekleedt. Ook in andere sectoren zoals die van de tabaks- en hopteelt zijn de vooruitzichten somberder geworden. Wat de buitenlandse markten betreft, deze hebben nog grondiger veranderingen ondergaan. De traditior nele uitvoer van witlof en van sierplanten stuit op moeilijkheden, welke tien jaar geleden niet bestonden. Ter verbetering hiervan wordt een wijziging van de productie aanbevolen met het oog op de afzetmogelijkheden in het buitenland. Als voorbeeld wordt Groot-Brittannië genoemd, welk land tegenwoordig niet meer azalea's — een Belgische specialiMt — vraagt zoals vroeger, doch groentenconserven, wijn en vruchtenalcohol, waarvan België de productie zou kunnen uitbreiden. In bevoegde kringen is men van oordeel, dat men nog een aanzienlijke verbetering zou kunnen bereiken door in sommige sectoren tot een meer intensieve verbouw over te gaan. Aldus zouden voor de graanverbouw uitmuntende resultaten kunnen worden verkregen door een betere selectie van de variëteiten en een rationaler benutting van de mest stoffen, aangepast aan het klimaat. De proefstations van Leuven en
Gembloers werken ijverig in die richting. Wta de weiden betreft is de verbetering van de flora van het allergrootste belang. Het veredelingsstation voor voedergewassen te Melle bij Gent brengt thans reeds keurzaden voort, die een hoger rendement waarborgen. Dit station verwacht, dat het eerlang al de behoeften van het land zal kunnen dekken. Waar de bodemgesteldheid zulks mogelijk maakt, wordt ook het stelsel der wisselweiden of tijdelijke weiden voorgestaan. Dit stelsel zou gunstig zijn niet alleen voor het rendement der weiden zelf, maar ook voor de tussen teelten. De rijkslandbouwkundigen hebben een grootscheepse campagne op touw gezet om de landbouwers daarvan te overtuigen. In kringen, die buiten de landbouw staan blijgt men nog steeds te weinig besef te hebben van de waarde van de grond als productiemiddel. Daarom is bij de georganiseerde landbouw de wens opgekomen om tegenover een plan voor de natuurschoongebieden een plan van de landbouw te stellen, dat aangeeft welke gronden nog voor ontginning, herontginning en ruilverkaveling in aanmerking komen. De nodige gegevens voor dit plan werden reeds verzameld. Uit eigen omgeving weten wij maar
al te goed welk een grof gemis aan kennis er op dit punt heerst. Het is echter niet alleen in het groot, maar ook in het klein, dat men de waarde van de landbouwgrond verwaarloost. Een paar sprekende voorbeelden hiervan leveren het uitbreidingsplan van Den Haag en dat van Arnhem, waarbij, indien de bestaande plannen worden uitgevoerd, kostbare tuinbouwgrond verloren zal gaan. Van Den Haag zou men zich zoiets nog kunnen voorstellen, omdat hier de stedelijke belangen de tuindersbelangen wel zullen overtreffen, maar het is toch eigenlijk onbegrijpelijk dat in een gemeente als Geldermalsen, die toch agrarisch georiënteerd is, zich een soortgelijk geval voordoet Deze gmeente van 5000 inwoners heeft een uitbreidingsplan ontworpen voor 15.000 inwoners. Dit plan is zodanig geprojecteerd, dat men zich afvraagt of een van de bijbedoelingen is geweest de boomgaarden in deze gemeente op te ruimen. Als het plan zou worden uitgevoerd, zou in de kom van het dorp 50 ha van de allerbeste en meest productieve boomgaarden verdwijnen en daarnaast nog 8 of 9 ha in de kom van Meteren. Ook hier zijn de gronden nauwkeurig onderzocht en is een rapport uitgebracht, waaruit blijkt, dat zij buitengewoon geschikt zijn voor de fruitteelt. Door de uitbreiders is reeds gezegd: „Toon ons aan, dat het om goede land- of tuinbouwgrond gaat en wij zullen er afblijven". Ook in de omgeving van Rotterdam is iets dergelijks aan de orde al gaat het daar dan niet om een uitbreidingsplan. De gemeente Rotterdam moet baggerwerken uitvoeren voor het aanleggen van havens en is voornemens de baggerspecie ergens anders op het land te storten, waardoor tientallen ha goede landbouwgrond verloren zouden gaan. Nu zal niemand in de landbouw de waarde van de Rotterdamse havens ontkennen, maar het zou niet alleen prettig zijn voor de landbouw, doch ook nuttig voor het economische leven van Nederland, indien men in stedelijke kringen evenveel begrop had voor de waarde van de landbouwgrond.
"LANDBOUWKRONIEK De boer in de verdrukking". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144767:mpeg21:p002
"Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144767:mpeg21:p002
SCHUDT UW LEVER WAKKER en u zult 'g morgens weer kiplekker uit bed springen. Elke dag moet uw lever een liter gal in uw ingewanden doen stromen, anders verteert uw voedsel niet, het bederft U raakt verstopt, wordt humeurig en loom. Neem de plantaardige CARTER'S LEVERPILLETJES om die liter gal op te wekken en uw spijsvertering en stoelgang op natuurlijke wijze te regelen. C ARTER (Adv.)
"SCHUDT UW LEVER WAKKER". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144767:mpeg21:p002
CONGOSTROOM, Dakar-Amsterdam, 14-6 te Antwerpen verwacht. MAETSUYCKER, Singapore-Fremantel, pass. 13-6 Straat Sunda. WESTERDAM, 13-6 van Rotterdam te New-York. WATERMAN, Juva-Rotterdam, pass. 13-6 10 uur Malta. WILLEM RUYS, pass. 13-6 21 uur Gibraltar, wordt 16-6 8 uur te Southampton verwacht. ZUIDERKRUIS, Rotterdam-Java, pass. 12-6 15.25 uur*Suez. COTTICA, 13-6 van Paramaribo naar Demerara. NIEUW-AMSTERDAM, New York— Rotterdam, 17-6 (2.30) te Southampton verwacht'.
"Waar zijn onze schepen?". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144767:mpeg21:p002
DOOR ADELAIDE HUMPHRIES Daarop joeg ze hen beiden weg met een zwaai van haar schort. „En nu jullie tweeën naar boven. Ik kan beter opschieten zonder publiek. De tafel is al gedekt, Janice. En ik geloof, dat ik je zusje hoor thuiskomen. Dan kun je haar meteen onze verrassing tonen. En je zult zelf verrast zijn, Ben, als je ziet hoe groot onze Albie is geworden". „Dat moet ik zien", verklaarde Ben. „Niemand kan mij wijsmaken, dat die spillebeen zich ontpoot heeft tot een schone jongedame. Eigenlijk stemt het mij wat droevig. Ik heb het gevoel, dat ik een beetje te veel veranderingen zie". Zijn ogen beschuldigden Janice, en zijn oprechte blik zei haar, dat hij er niet zeker van was, of hij veranderingen, die hij in haar had opgemerkt, wel kon bewonderen Daarop nam hij haar hand en trok haar met zich mee. „Ik vertrouw, dat ik niet zo teleur geste ld zal zijn in uw andere
dochter, mevrouw, als in deze", wierp hij mevrouw Hilary nog toe vanaf de onderste trede van de trap.... en dat ik een wat warmere begroeting zal krijgen dan de kille, die ik van onze geweldig volwassen werkende — vrouw kreeg. Kom mee 1 " Hij gaf Janice nog een rukje. „Zullen we Albie besluipen en haar de stuipen op het lijf jagen? Of kun jij een verfijnder benadering be denken'. Hé!" Hij stond halverwege de steile trap stil. Zijn gezicho droeg £en uitdrukking van grappige teleurstelling.... „Denk je dat ze ma zal herkennen'" „Hoe zou Albie of wie ook jeu ooit kunnen vergeten, jou verwaande kwast". Toch vroeg ze zich hetzeifde af, zonder de bijtende sport die ze hem had toegediend. Hoe kan iemand ooit Bengy vergeten? Hij was een schat. En ze was blij, dat hij weer thuis was. HOOFDSTUK III Juffrouw Willows had wel degelijk een voornaam, al kende Betty-Jane deze niet en al werd die door niemand gebruikt. Tenminste niet in dokter Holbrook's appartementen, en de wachtkamer van dokter Holbrook was — behalve haar eigen flat in
Brooklyn — de enige plaats waar men haar goed genoeg kende om zo familiaar te kunnen zijn. Juffrouw Willows had geen ander leven dan haar bestaan in deze twee plaatsen: de wachtkamer en haar flat. En dan natuurlijk de tijd, die zij doorbracht met op en neer reizen van en naar haar werk in de donkere, stille tunnel van de ondergrqndse. Daar werd zij platgedrukt, gemangeld en bijna verpletterd; maar wanneer zij haar bestemming, hetzij bij de flat, hetzij bij het huis van de dokter had bereikt, dan vond zij dat de moeite dubbel en dwars waard. Eens had een man — weliswaar een nogal ongunstig uitziend individu, maar toch in ieder geval een man — haar vanuit de ondergrondse gevolgd met de kennelijke bedoeling haar aan te spreken. Maar toen beiden in het volle daglicht waren gekomen, had hij slechts één blik op het magere gezicht en de zorgvuldig gebleekte haren geworpen en had toen gemaakt dat hij wegkwam. Toch miste juffrouw Willows gezicht werkelijk niet alle bekoring; haar gelaatstreken waren regelmatig, hoewel wat kattig en scherp. Zij miste eenvoudig dat „iets", dat Betty-Jane in Janice Hilary herkend had als die ondefinieerbare eigenschap die het andere geslacht aantrekt. De man van de
ondergrondde was de enige vertegenwoordiger van het mannelijk geslacht geweest, die ooit een dergelijke, al was het dan ook een heel zwakke poging tot toenadering ten opzichte van Agatha — ja dat was haar voornaam — Willows had gewaagd sinds zij een eenvoudig klein meisje was geweest Een klein meisje met een strak gezichtje, lange vlechten en vooruitstekende tanden, wie het leven van kindsbeen af door de jongens was zuur gemaakt. Een uitzondering vormde natuurlijk dokter Holbrook En hij was de enige man op deze aarde, om wie juffrouw Willows gaf. Niet dat de dokter gedurende de lange jaren van haar trouwe dienst ook maar in 't minst intiem was geworden met zijn secretaresse. Daar was dokter Holbrook het soort man niet naar, zoals Willows u had kunnen vertellen. Hij was heer. Hij was zelfs de aardigste en sympathiekste heer, die ooit op deze of welke andere planeet ook, werd geboren. Zoals Betty-Jane haar vriend Bill Har kin had verteld, mocht iedereen de dokter graag. Betty-Jane 's poging om haar enthousiasme voor hun gemeenschappelijke werkgever wat te matigen — zij was niet zo gereserveerd als juffrouw Willows — had niet veel succes en openbaarde eigenlijk
het feit, dat alle leden van het vrouwelijke geslacht dol waren op dokter Holbrook. Iedere vrouw op wie hij z'n aangeboren charme ongewild uitoefende, aanbad Eric Holbrook. Patiënten, verpleegsters, kennissen, vrienden en zelfs diegenen, die hem voor het eerst ontmoetten, vonden hem alleraardigst. Betty-Jane had zich vergist toen zij dacht, dat juffrouw Willows bleef overwerken, omdat ze het sombere vooruitzicht van haar eenzame kamer vreesde. Juffrouw Willows bleef uit een sterk plichtsgevoel. Acht of zelfs twintig uur werken per dag waren volgens haar nog niet genoeg om iemands heer en meester te dienen. Misschien dat ze niet in die nederige bewoordingen aan dokter Holbrook dacht, ze zou haar werkzaamheden ook niet „dienen" hebben genoemd. Haar werk was meer dan alleen een boterham; ze zou zich zonder dat werk even wanhopig hebben gevoeld als zonder haar rechterarm. Het was een vreugde en geen zware opgave om voor dokter Holbrook te werken. Betty-Jane had zjch ook vergist in de voorstelling, die zij zich van juffrouw Willows' flat had gemaakt. Het was méér dan slechts een kamer; het had een keukentje van de grootte van een klerenkast, een slaapkamertje,
dat niet veel groter was, een zitkamer en een vestibule. Dit plekje was juffrouw Willows slechts iets minder dierbaar, dan de omgeving waarin zij werkte. De flat was meer dan een tehuis voor Agatah'Willows, het was haar heiligdom, de enige plek op de hele wereld, die helemaal alleen van haar was. Zij hield van bewaren en was meer aan bezittingen gehecht dan de meeste mensen. Haar kamers waren gevuld met een groot aantal dingen, die zij gedurende vele jaren had verzameld; er waren herinneringen aan alle belangrijke en onbelangrijke belevenissen. De laden van haar commode waren er vol van, de muren er mee behangen. Tafels en boeken en doosjes droegen er elk hun deel van. En er was nog veel tegen haar zin weggestopt in allerlei dozen, valiezen en een enorme ouderwetse koffer in het vochtige sousterrain van het flatgebouw. Vanavond genoot juffrouw Willows wel heel bijzonder. Ze bekeek enige van haar schatten. Ze genoot zo intens als weinig verzamelaars, van zeldzame stukken dat doen. Van* avond bekeek ze enige souvernirs uit de jaren, die ze in dokter Holbrooks dienst had doorgebracht. (Wordt vervolgd)
"DOKTERS ASSISTENTE". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144767:mpeg21:p002
Niet alleen de heer De Geer heeft in het eerste oorlogsjaar getracht contact met Duitsland te zoeken teneinde na te gaan of de oorlog door een compromis beëindigd zou kunnen worden — zijn plannen waren nog al fantastisch en desnoods had hij ook zonder Engeland zijn weg willen gaan — maar ook dr. Plesman de directeur van de K.L.M., heeft pogingen in die richting aangewend. Nadat hij in 1939 reeds contact met de Duitsers had gehad, rees bij hem al spoedig na het uitbreken van de oorlog de gedachte om tussen de oorlogvoerende partijen te bemiddelen. Met enige vooraanstaande personen heeft hij daarover gesproken. Door bemiddeling van de Zweedse piloot Gustav von Rosen, die in dienst was van de K.L.M. en een neef van Göring was, heeft hij eind Juni 1940 laatstgenoemde gesproken en hem zijn ideeën uiteengezet. Göring zou het opnemen met Hitier. Het voorstel van de heer Plesman was, dat een vliegtuig van Nederland naar JSngeland zou gaan en dat men van te voren op de hoogte gesteld zou worden, dat dat vliegtuig in Engeland welkom zou zijn. Göring heeft hem verzekerd, dat hij genegen was op een gegeven moment daartoe gelegenheid te geven. Dat is evenwel op niets uitgelopen. In Augustus is de heer Plesman naar Stockholm gegaan en heeft het van daaruit opnieuw geprobeerd. Hij heeft die ideeën doorgegeven aan Londen, waarop Londen — d.i. het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken — antwoordde: „Het is te weinig wat daar op het ogenblik wordt aangeboden om daar verder op in te gaan". Dit telegram kwam van de heer Van Kleffens. Daarna heeft hii zijn laatste bespreking gehad met Göring in Berlijn, maar toen was de zaak al weer in een zoveel verder sta dium. Niettemin beloofde Göring hem, dat hij opnieuw zou proberen zich voor deze zaak in te zetten, maar er waren daar grote tegenstellingen, o.a. met Von Ribbentrop. De laatste keer zou de heer Plesman Göring ontmoeten op 6 September 1940 in Nederland. Dit is niet doorgegaan; hij heeft toen alleen kolonel Schmidt gesproken. Een bepaalde formulering is niet uit handen van een bepaalde Duitse instantie losgekomen. Ook heeft de heer Plesman bij zijn goedbedoelde pogingen in schriftelijk contact met Göring gestaan. Hij hield de Nederlandse regering in Londen op de hoogte en deze lichtte op haar beurt de Engelse in. Uit Londen
kwam echter weinig aanmoediging. Achteraf kunnen de toenmalige Nederlandse ministers zich zelfs niet eens veel meer herinneren van liet initiatief van de heer Plesman, zo blijkt uit het rapport van de Parlementaire Enquête Commissie. Toen men tenslote ook in Duitsland weinig hoopvol op de stappen van de heer Plesman reageerde, heeft deze het maar opgegeven.
"Vredespogingen in de eerste oorlogsjaren De heer Plesman wilde bemiddelen". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144767:mpeg21:p002
Volgens „Der Tag" (Britse licentie) zijn in de Sovjet-zont alleen al te Cottbus in verband met het hoge percentage ,,neen"-stemmen bij de verkiezingen van verleden maand voor het „Volkscongres" 21 personen gearresteerd, onder wie het voormalige hoofd der politie, de directeur van het stadsziekenhuis, en de voorzitter van de vereniging voor de studie der Sovjetcultuur. Volgens de „Sozial-Demokrat" (Britse licentie) zijn in verband met dezelfde kwestie te Luckenwalde en in een aantal steden in Saksen, waaronder Leipzig, eveneens arrestaties verricht.
"Tegenstemmers in Sowjet-zone gearresteerd". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144767:mpeg21:p002
door I. O VAN 6XTER
83. De zeerovers staan aan dek van de „Salmiak" en eisen dat de bemanning zich over zal geven. „Nooit", is 't antwoord van de kapitein en dan wendt hii zich woedend tot Pim. „Zo laat nu eens zien. dat 1e ook nog wat anders kan dan pannekoeken eten. Je Pent toch zo sterk!" De arme Pim staat te beven op zitn benen. Nu verwacht de kapitein van hem. dat hii de zeerovers zal verslaan. Maar hoe in hemelsnaam? „Ja, nu sta ie met je mond vol tanden," briest de kapitein. „Eten ,1a. dat kan Je. Vierdubbele
porties wou meneer hebben. En zorg nu dan maar eens. dat .ie vierdubbele klappen kunt uitdelen." „Hoera, Pim zal ons helpen," roepen de matrozen ooeelucht. nu ze er aan denken, hoe sterk Pim wel is. ..Nu Pim, we zullen het maar aan je overlaten." zeet de kok en geeft Pim een vriendschaDPelijk klopje op de schouder. Excuseer me. ik heb nog wat werk te doen. En voor Pim weet wat er gebeurt staat hii alleen in de kombuis.
"Pim Pam Pom". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144767:mpeg21:p002
"MEDINOS". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144767:mpeg21:p002
Véél moeilijkheden legde de 81-jarige Haagse chauffeur Cornelis Koorn gisteren het Asser Bijzonder Gerechtshof niet in de weg, want vrijwel alles, wat hem ten laste werd gelegd, bekende de man vlot. En dit was nogal zo het een en ander, vooral toen zijn larrdwachtperiode, die hy doormaakte in Coevorden, aan een nauwkeurige beschouwing werd onderworpen. Legio was het aantal acties, die zich dikwijls tot ver buiten de oude vestingstad uitbreidden, waaraan verdachte deelnam en de Proc. Fiscaal, Mr Schrage, zag zich dan ook, ondanks de behoorlijke houding, die Koorn ter zitting aannam en het berouw, dat hij toonde, genoodzaakt een zware straf, nl. van 18 jaren, tegen hem te eisen.
Contact met een NSB-er die een beter baantje beloofde, was het begin van alle ellende, want al ging verd. aanvankelijk nog maar heel schoorvoetend tot de nationaal-socialistische ideeën over, getuige zijn sympathiserend lidmaatschap van de NSB, al spoedig verviel hij van kwaad tot erger. Achtereenvolgens werden WA, NSKK en OT gediend, t.otdat Dolle Dinsdag aanbrak en zijn gezin naar Duitsland werd getransporteerd. Dit vertrek bracht voor Koorn zelve dienstneming bij de Coevorder landwacht mede, nadat hij eerst nog even in Ruurlo .gekeken" had. Zijn commandanten zorgden er afdoende voor, dat de Hagenaar de knepen van het „vak" goed leerde en al spoedig deed verd. weinig voor hen onder. Er werd aan de lopende band gearresteerd: in Dalen vader Karssies met zijn zes zoons; Zweeloo de landbouwer Janssen; Pol in Dalerveen, waar men een deur intrapte en de arrestant een revolver op de borst zette, enz. enz. Slachtoffers Dit alles liep nogal vrij goed af. maar anders was het bij Stukje in Westerbork; de onderduiker, die men hier ontdekte, werd later bij de Woeste Hoeve gefusilleerd, terwijl Stukje zelf in een Duits kamp omkwam. Tal van getuigen maakten verder melding van mishandelingen, die zij hadden moeten ondergaan en wel heel raak werd verd.'s mentaliteit getypeerd door de bedreiging, die hij de onderwijzer Sterringa in Dalen
toevoegde, n.1. „Bij de eerste verdachte wenk maak ik een zeef van je!" Na het requisitoir van dè Proc.Fiscaal, waarin, zoals eerder gemeld, 18 jaar gev.straf met ontzetting uit de kiesrechten en uit het recht, om bij de gewapende macht te dienen, werd geëist, bepaalde het Hof de uitspraak op 23 Juni a.s. 10 jaar voor Majoor Driemaal reeds stond de schoenmaker Johannes Majoor uit 2e Exloërmond voor de groene tafel in het Parkhotel, doch gisteren kwam het dan toch eindelijk tot een eis, n.1. 10 jaar gev.straf met aftrek. Deze Majoor onderhield nauwe relaties met de Gronins-V SD en wel speciaal met Alsema en Springelkamp. Zo drong hij er bij laatstgenoemde eens op aan, om met de politeman Van Guldener, waarop hij het niet erg begrepen had, af te rekenen. Lehnhof, de voormalige heerser van het Scholtenshuis, werd in deze zitting o.a. als getuige gehoord, doch veel leverde zijn verhoor niet op. De raadsmam Mr Haverkamp uit Groningen, diende tenslotte nog een verzoek om onmiddellijke invrijheidstelling in, welk verzoek echter werd afgewezen. Zuyderduyn In de zaak tegen de voormalige AKD-man A. J. W. Zuyderduyn uit Nieuw-Amsterdam werden nog een aantal getuigen a décharge gehoord, waarna de Proc.-Fiscaal persisteerde bij zijn eis, n.1. de doodstraf. Ook in beide laatstgenoemde zaken wordt 23 Juni a.s. uitspraak gedaan. Uitspraken Het Bijz. Gerechtshof te Assen veroordeelde de 45-j. architect Pieter Krook uit Dalen tot een gev.straf van 11 jaar met aftrek. Deze Krook, de eerst lid van het z.g.n. Verbond van Diets NationaalSocialisten, daarna van de NSDAP en tenslotte van de NSB werd, aanvaardde in 1943 de functie van groepscommandant bij de landwacht. In deze hoedanigheid was hij betrokken bij een groot aantal huiszoekingen, razzia's enz., die in de gemeenten Dalen, Oosterhesselen, Sleen en Zweeloo plaats hadden. De eis tegen hem was 13 jaar. In dezelfde zitting veroordeelde het Hof de 51-jarige landbouwer Jan Vos uit Coevorden, die tijdens de bezetting in nauwe relatie stond met de Asser SD. tot een gevangenisstraf van 15 jaar met aftrek, nadat aanvankeijk 12 jaar tegen hem was geeist. Tenslotte luidde het vonnis tegen de 36-jarige meubelmaker-stoffeerder Jan Bos uit Den Haag, die in 1944 dienst nam bij de Emmer landwacht, 7 jaar met aftrek. De eis tegen hem luidde 8y 2 jaar.
"BIJZONDER GERECHTSHOF ASSEN Eens chauffeur in Den Haag, nu een berouwvol landwachter 18 jaar geëist tegen Cornelis Koorn". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144767:mpeg21:p002
De eerste coloniers die zich aön het werk zetten om het oude kloostergebied benoorden Hoogersmild% te ontginnen sloegen hun tenten op ter plaatse waar nu Hijkersmilde ligt. De woorden „tenten opslaan" zijn hier niet in overdrachtelijke zin gebruikt want oude stukken spreken er van dat deze eerste veenarbeiders in tenten en hutten woonden. In Smilde is nog een uitdrukking in zwang die ons daaraan herinnert, want wanneer oude mensen spreken over Hijkersmilde wordt nog dikwijls gesproken van: an tenten. Ook hier maakten de kolonisten terstond kennis met verschillende moeilijkheden die nochtans weer van heel andere aard waren dan die waarvan wij bij Hoogersmilde kennis hebben genomen. In het tegenwoordige Smilde is het grootste deel der bevolking kerkelijk. K. ter Laan maakt er in zijn Aardrijkskundig Woordenboek van Nederland melding van dat 62 pet. der bevolking Nederlands Hervormd is, _ 28 pet. Gereformeerd en dat dan nbg 3 pet. van de inwoners behoort tot een andere Hervormde richting, terwijl slechts 8 pet. zonder kerkelijke gezindte is. Ook de eerste kolonisten waren kerkelijk, doch een gelegenheid om ter kerke te gaan ontbrak in de eigen omgeving ten enenmale en de reis naar Beilen of Diever was ver. Daar kwam nog bij dat de predikanten van Diever en Beilen niet erg veel op hadden met deze eerste Smildenaren, zij weigerden althans hun kinderen te dopen. Dat daaruit moeilijkheden moesten voorkomen lag voor de hand, temeer waar in Hijkersmilde ook nog geen plaats was waar de bevolking haar doden ter ruste kon leggen en geen mogelijkheid om steun te vinden wanneer de armoede aan de deur klopte. Nu bestond er sinds Maart 1771 een kas ad pios usus, tot vrome doeleinden. Deze naam stamde nog uit de tijd van de wereldlijk making der kloostergoederen. In de acten van secularisatie werd destijds veelal bepaald dat de kloostergoederen na opheffing der kloosters „tot vrome doeleinden" bestemd moesten blijven. Deze kas ad pios usus was de spaarpot der kolonie die aangesproken kon- worden bij alle onverwachte eventualiteiten. Boven het voorgeschreven af'arts geld van de turf uit deze vemoest nog per dagwerk drie stuivers worden betaald die in de kas werden gestort, voorts was het verboden ..eenge korven ymen binnende vijftien roeden aa.n de weegen te mogen setten bij een boete van een scheeling voor ieder korv, dadedelijk voor de Casse ad pios usus te excuteren." Ook uit andere hoofde vonden stortingen in de kas plaats, die uitstekend van pas kwam toen zich moeilijkheden als de bovengeciteerde openbaarden. Stond niet in de conditiën van 1 Maart 1771, die volgens Oldenhuis Gratama als het ware „de grondwet uitmaakten van de aanleg des veenkolonie de Smilde", dat de kas diende „tot beneficie (weldaad) van de colonie en diens benodigheden zoowel alsmede ondersteuning der armen geemploijeert te worden." Door fondsen tot een bedrag van f 8000 kwam in 1836 het Armhuis tot stand te Hijkersmilde. Voor wat de tot stand koming van de kerk betrof sorong het Landschapsbestuur flink bij. Dit bestuur was zeer ingenomen met de jonge kolonie want behalve dat het de gelden voteerde die tot de stichting van de kerk leidden aanvaardde het op 12 Mei 1773 bijvoorbeeld ook het peterschap van het eerstgeboren kind in de kolonie dat de wijdse naam kreeg: Paludana Halensis Everts.
"Van dit, van dat.... over 't Drenthe van toen". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144767:mpeg21:p002
Gistermiddag omstreeks kwart voor twee is door nog onbekende oorzaak een DKW-auto bij het Koningsplein te Amsterdam voor de R.K. kerk in het Singel gereden. Ben 24-jarige Haarlemse secretaresse, en een 30-jarige Amsterdamse vertegenwoordiger, die met zijn wagen langs reed, zagen de auto alleen nog met de achterwielen boven water steken en doken onmiddellijk fiet Singel in. Na verbrijzeling van een der portierruiten mocht het gelukken het hoofd van de inzittende, de 47-jarige etaleur C. J. W. uit Oegstgeest) te grijpen en het lichaam naar buiten te brengen. De levensgeesten bleken echter al geweken.
"Kloeke redding was toch nog te laat". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144767:mpeg21:p002
Begin de dag met IVOKOJL Tanden blank en rein; adem fris als morgendauw. (Adv.)
"IVOROL". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144767:mpeg21:p002