V00RHA1DEU de nieuwste portretten van Broese’s Boekhandel' BJ' 1,8 KWIS(I11 ® UI i PlllIS DEI! MKIILIM, IUcDDo DUüKIld öl. malle grootten en poses, met passende mora-standaards met kroon.
Bredasche courant
- 06-03-1904
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Bredasche courant
- Datum
- 06-03-1904
- Editie
- Dag
- Uitgever
- W. van Bergen
- Plaats van uitgave
- Breda
- PPN
- 421095903
- Verschijningsperiode
- 1814-1941
- Periode gedigitaliseerd
- 11 april 1814 - 1814, no. 13 (16 april) - jrg. 150, no. 110 (11 mei 1940) ; jrg. 150, no. 111 (22 mei 1940) - jrg. 151, no. 417 (15 okt. 1941)
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Breda
- Nummer
- 28
- Jaargang
- 113
- Toegevoegd in Delpher
- 21-01-2019
Advertentie
Advertentie
EERSTE BLAD.
» Veranderingen in advertentiën gelieve
men siccus up urn uag uit ua gave vóór 9 uur in te zenden. daar anders niet voor de uitvoering der verandering ban worden ingestaan. DE UITGEVERS.
Behangerij. Bedden fabriek IMS. VfilDIVI, Veemarkt 32. Intere. Telepb. 212 BREDA. Magazijn „De Vlinder '. InpriGht voor jEeheele KD81LEESI1 GROOTE KEUZE VAN Tapijten, Gordijn- en Meubelstoffen, Behangselpapier, Meubelen. Eenigst adres voor gegarneerde Wiegen, Luiermanden, enz, Stoffeer der ij. Meubelfabriek. BEKENDMAKING. HERIJK DER MATEN EN GEWICHTEN. De BURGEMEESTER van Breda; Gelet op het besluit van de gedeputeerde staten in de provincie Noord-Brabant van 16 December 1903 (Prcv. Blad n°. 40), onder mededeeling van een schrijven van den minister van waterstaat, handel en nijverheid van 16 October bevorens, omtrent den her-ijk in 1904 voor deze gemeente bepalingen zijn gemaakt; Mede gelet op de missive van den ijker, chef van dienst, te ’s-Hertogenbosch, van 13 Februari 1904, n“. 20; Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente : 1°. dat het goedkeuringsmerk, gedurende bet jaar 1904 te bezigen, zal zijn, bij den ijk en her-ijk der maten en gewichten, de letter P in den gewonen schrijfvorm ; 11°. dat bovenbedoelde her-ijk dit jaar zal geschieden in de militiezaal ten gemeentehuize (ingang langs het Stadserf in de St. Annastraat) : a. van de ongebruikte maten en gewichten v die bestemd zijn om te worden verkocht, op Maandag 21 Maart, van 9'/, tot 12 en van 1—3*/2 uur, en op Dinsdag 22 Maart, van 8*/s—12 en van 1—3*/2 uur ; b. van de in gebruik zijnde maten en gewichten van de apothekers en de gond- en zilversmeden, op Woensdag 23 Maart, van 8V,—12 en van 1 —3'/s unr, doch dat het milligramgewicht, in gebruik bij geneeskundigen, apothekers en goud- en zilversmeden, uitsluitend aan de ijkkantoren wordt onderzocht en dat het daarom wenschelijk is, dat deze gewichtjes, tijdens den her ijk in de gemeente, naar het ijkkantoor te ’s-Hertogenboseh worden opgezonden en dat genoemd ijkkantoor voor het publiek steeds zal geopend zijn des Woensdags en Donderdags van 9—1 uur, c. van de maten en gewichten in het bezit der suikerfabriek, op Donderdag 24 Maart van 8'/s—12 ïn van 1—31/, uur; d. van de in gebruik zijnde maten en gewichten
der ingezetenen, wier geslachtsnaam begint met d letters A. en B , op Zaterdag 26, Maandag 28 e Dinsdag 29 Maart, van 8l/2—12 en van 1—3’/s uur e. van die van hen, wier geslachtsnaam begin met de letters C. en D. op Woensdag 30 Maart van 8’/s—12 en van 1—3l/2 uur. /. van die van hen, wier geslachtsnaam begint me de letters E en F, op Donderdag 31 Maart, vai 8VS—12 en van 1—3'/2 uur; g. van die van hen, wier geslachtsnaam begin met de letters G. en H, op Vrijdag L en Zaterda; 2 April, van 8'/2—12 en van 1 — 3'/, uur; h. van die van hen, wier geslachtsnaam begin met de letters I, J en K, op Dinsdag 5 en Woensdag 6 April, van 8'/,,—12 en van 1—3'/, uur; i. van die van hen, wier geslachtsnaam begin met de letter L, op Donderdag 7 April, van 81 /2—IS en Van 1 — 31 /2 unr; j. van die van hen, wier geslachtsnaam begin met de letter M, op Vrijdag 8 April, van 8‘/2—ls en van 1 — 31 /2 uur ; k. van die van hen, wier geslachtsnaam beginl met de letters N, O. F, op Zaterdag 9 April, van 81 /2 —12 en van 1 — 3‘/a uur; . . 1' * van die van hen, wier geslachtsnaam begint met de letters Q. R. S, op Maandag 11 en Dinsdag 12 April, van 8'/s —12 en van 1—3'/2 uur; m. van die van hen, wier geslachtsnaam begint met de letters T, U en V, op Woei sdag 13 en Donderdag 14 April, van 8,f2—12 en van 1 — 3'/, uur, n. van die van hen, wier geslachtsnaam begint met de letters W, X. Y Z, op Vrijdag 15 Ap.il; van 8’1,-12 en van 1 — 31 2 uur, en op Zaterdag 16 April van 8* 2 —12 en van 1 — 2 uur. Wordende de belanghebbenden er voorts aan herinnerd : dat de her ijk der maten en gewichten alleen dan kan geschieden, als deze schoon en droog worden aangeboden en zich in bekoorlijken toestand bevinden, zoodat ferificatie en stempeling mogelijk is ; dat lengtematen met merkteekenen of aanwijzingen van onwettige of afgeschafte maten moeten worden afgekeurd en ten alle tijde kunnen worden in beslag genomen ; dat bet in hun belang gewenseht is, zich bij de terug-ontvangst der voorwerpen te overtuigen, dat deze duidelijk mer het goedkeuringsmerk of het afkeuringsmerk zijn gestempeld, daar later een beroep op verzuimen, die bij den her-ijk mochten zijn begaan, niet. zal ontslaan van rechtsvervolging; dat het gebruiken of voorhanden hebben van rfiet. met het vereischte goedkeuringsmerk voorziene maten of gewichten verboden en strafbaar is; dat het laatst geplaatste goedkeuringsmerk voortaan gedurende 2jaren ongeschonden moet worden bewaard, Breda, 16 Februari 1904. De Burgemeester voornoemd, ED. GULJÉ I
Advertentie
BEKENDMAKING. Aangifte voor het bevolkingsregister BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Bred achten het noodig de ingezetenen te herinneren aa hunne verplichtingen, tot het doen van aangifte voor het bevolkings-register, voorgesehreven b Koninklijk besluit van 27 Juli 1887 (Staatsbla n°. 141). De verplichtingen, wier verzuim wordt gestral met hechtenis van ten hoogste 14 dagen of geldbcet van ten hoogste ƒ 100, zijn hoofdzakelijk d volgende: ®|j vestiging in «ie gemeente. Hij die zich in de gemeente vestigt, doet daarvai aangifte aan het gemeentebestuur binnen ééne maam na zijne aankomst. Bij het verlaten der gemeente. Hij die de gemeente metterwoon gaat verlaten doet hiervan eene verklaring aan het gemeentebestuur Bij verhuizing binnen de gemeente Elk hoofd van een gezin of afzonderlijk levend, loet, binnen ééne maand na zijne verhuizing binnei de gemeente, daarvan aangifte aan het gemeentebestuur Ten aanzien van inwonende personen. Elk hoofd van een gezin of afzonderlijk levendi geeft, uiterlijk binnen ééne maand, aan het gemeente
bestuur kennis van ieder lid , dat in zijn gezin wordt opgenomen of daaruit gaat, inwonende diensten werkboden daaronder begrepen. Breda, 1 Februari 1904. Burgemeester en wethouders voornoemd, Ed, GULJE , burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.
Het ontwerp tariefwet.
Met de behandeling van dit gewichtig ontwerp van wet hebben we gewachi ’ tot we over voldoende plaatsruimte beschikten om het eemgszins uitvoerig te kunnen beschouwen. Het wetsontwerp dan codificeert de algefrrtïene bepalingen nopens heffing er vrijstelling van invoerrecht en stelt verder een regeling voor, waarbij in geval van verschil van opvatting, tusschen administratie en invoerder omtrent het belasten van het ingevoerde volgens eenigen tariefpost, de beslissing kan worden gevraagd van een commissie. Aan die commissie is ook opgedragen de rangschikking van niet in het tarief genoemde goederen. Dat het des ministers bedoeling is te breken met ons vrijhandelstelsel kan, hoewel van sommige zijden bestreden, bezwaarlijk ontkend worden. Want hoezeer granen, meel vee en koffie vrijgesteld blijven, de opdrijving van de rechten is zóó dat die, wordt het ontwerp aangenomen, niet te rijmen is met een vrijhandelstelsel. Een gevaarlijke fout lijkt ons het duurder maken van een groot aantal levensbenoodigdheden; want zoo komen de nieuwe lasten weer zwaar te drukken op de schouders van hen die ’t minste draagkracht hebben. Grondstoffen die nijverheid en landbouw uit het buitenland moeten betrekken blijven vrij van rechten, b. v. metalen, hout; katoen, wol, steenkool, enz. Halffabrikaten worden met een matig recht belast, verband houdende met den graad van bewerking. Zoo ver bewerkt dat zij kunnen dienen voor de samenstelling van andere voorwerpen, betalen zij een recht van 2—6 procent van hun waarde, b. v. geschaafd of geploegd timmerhout, platen of blokken van steen, enkel geslepen of gepolijst leder enz. Halffabrikaten, reeds bewerkt doch nog niet voor direct gebruik geschikt en die nog afwerking hier te lande behoeven, worden belast met 6—8 pCt. van hun waarde, zooals: ruw bewerkte ijzeren en stalen voorwerpen, onopgemaakt koperwerk, deuren, ramen en lijstwerk voor huizenbouw, staven voor schilderijlijsten, leestklaar schoenwerk enz.
Met halffabrikaten worden gelijkgesteld de artikelen die, zooals machinerieën, gereedschappen, spijkers, schroeven en dergelijke, hoewel afgewerkt, in hoofdzaak voor industrieele doeleinden, dus als hulpmiddelen voor de nijverheid, worden ingevoerd. Geheel afgewerkte fabrikaten worden belast met 6 —12 pCt. der waarde, het lage recht voor artikelen van dagelijksche behoeften, het hooger recht op voorwerpen van genot of weelde. Naar dezelfde beginselen zijn mede belast de voedings- en genotmiddelen, met vrijstelling van de grondstoffen. Alle machinerieën, werktuigen, gereedschappen, met uitzondering van enkele, worden met een uniformrecht van 3 pCt. der waarde belast en met een gelijk of nagenoeg gelijk recht alle deelen of accessoires van werktuigen en gereedschappen afzonderlijk ingevoerd zooals; buizen, kranen, fittings, drijfriemen en drukmateriaal. Bij het ontwerp is het stelsel van specifieke rechten gehandhaafd, maar worden de goederen meer gespecificeerd en rechten vastgesteld correspondeerende met de gemiddelde waarde van de meest courante soorten van eenzelfde artikel. In artikel 4 van het ontwerp wordt een tot dusver in onze tariefwetgeving onbekend beginsel ingevoerd, namelijk het aan de regeering ter beschikking stellen van een middel om tegen achterstelling onzer producten in het buitenland op te komen. Het bestaat daarin, dat aan de regeering in ieder bijzonder geval de beslissing wordt opgedragen of artikelen tijdelijk ten opzichte van eenig land met rechten zullen worden verhoogd, ter voorkoming van schade aan de eigen belangen, derhalve de heffing van verdedigings'echten, die echter niet worden gelegd )p eerste levensbehoeften en op grondstoffen en hulpmiddelen voor landbouw ;n nijverheid. De bepaling geldt niet egenover landen, die een tarieven tractaat net Nederland hebben gesloten. De vermoedelijke opbrengst der invoerechten volgens het ontwerp-tarief wordt geraamd op /,2ü.00ü.000 of een vermeerlering van pl m. /‘9.000.000 daar de nvoerrechten over 1903 /'10.626.000 ipbrachten. Invoerrecht op het vee in het algemeen s afgezien, behalve van paarden, die .an eenzelfde specifiek recht worden mderworpen, met uitzondering van fitten, die evenals muilpaarden en muilzels lager worden belast. Opgeheven wordt de bestaande vrijsteling voor zang- en siervogels. Wordt het invoerrecht op honig ver-
hoogd — de vrijstelling van bijen in korven blijft gehandhaafd, evenals de vrijstelling voor versche visch (zeevisch), zoetwatervisch blijft onbelast, eveneens gezouten visch, maar kreeften en oesters wordpn aan een invoerrecht onderworpen. Het bestaande tarief voor vleesch en worst is in hoofdzaak gevolgd, voor schapen vleesch, meerendeels gebruiktdoor meer gegoeden, wordt een recht van/'6 voorgesteld Het versche varkensvleesch, tot dusverre vrij, wordt belast. Met het oog op de moeilijkheid bij den invoer van Amerikaansch spek ondervonden, wordt gezouten varkensvleesch en spek, en het gerookte of gedroogde, aan eenzelfde recht onderworpen. Met handhaving van het invoerrecht voor worst worden de fijnere worstsoorten met ƒ25 per 100 K.G. getroffen. Als regel worden alle bereide eetwaren, welke als luxe genotmiddelen zijn aan te merken, in welke verpakking ook ingevoerd, met een uniformrecht van f25 per 100 K.G. belast. Een recht van / 3 (pl m. 10 pCt. van de waarde) wordt voorgesteld voor het on versmolten vet, om een einde te maken aan de ongemotiveerde bevoorrechting van het buitenlandsch rundervet. Op eieren wordteen belasting voorgesteld van pl. m. ‘/iS cent per stuk, met het oog op den belangrijken invoer van dat artikel, voor de schatkist een niet te versmaden bate;
honig wordt als zoetmakende stot tot ƒ6 verhoogd. Parelen en edelgesteenten blijven buiten de belasting, wegens de moeilijkheid van een juiste waardebepaling en het constateeren der echtheid. De vrij stelling van granen, peulvruchten en zaden wordt bestendigd. Mout, tot dusver onbelast, komt voor 2 pCt. der waarde in aanmerking. Groenten en keukengewassen , als voedingsmiddelen van algemeen gebruik, blijven buiten aanmerking. Behalve sinaasappelen en citroenen worden alle vruchten naar het gewicht belast naar een tarief van 6—lü pCt. der waarde. Voor ingemaakte vruchten wordt eenzelfde invoerrecht van f 25 per 100 K.G. voorgesteld. De bestaande vrijstelling van land-, tuin- en boschbouwproducten is behouden. Van een recht op afgereden bloemen, bouquetten enz. is afgezien. Niet alleen voorwerpen van steen zullen voortaan belast worden maar alle steen, die een verdere bewerking heeft ondergaan dan gezaagd of in het ruwe gehakt. De belastbaarheid en het invoerrecht op ijzerwerk is meer in verband gebracht met den aard, den graad van bewerking < en de bestemming van het artikel, ter i voorkoming goed deels van tot dusver gerezen geschillen. Alle plaatijzer, dat 1 met een bepaald doel gesneden en niet ’
verder bewerkt is, zal met 3 pCt. worden belast. Tin wordt evenals ander metaal met 6—12 pCt. belast. De bestaande vrijstellingen voor goud en zilver zijn in het ontwerp overgenomen. Hoewel een recht van 3 pCt., naar de minister verzekert, voor den broodverbruiker niet tot noemenswaardige verhooging zou leiden, is van belasting van meel, van granen afgezien, met betoog op het bijzonder karakter van dat halffabrikaat, ook in verband met de belangen van de veeteelt en van de nijverheid, in het bijzonder die der textiel-industrie, welke bij het bereiden van garens groote quantiteiten meel gebruikt. Meel van vruchten wordt evenwel belast. Meel, aardappelmeel en alle op eenigerlei wijze geprepareerd graan zullqn, evenals de eigenlijke meelfabrikaten, met f 3 per 100 K.G. belast zijn, wanneer zij verpakt zijn voor den verkoop in het klein. De chemische producten worden in het algemeen vrijgesteld en enkele slechts belast, die naar samenstelling of be-
i stemming daarvoor in aanmerking komen. ! Melksuiker, thans vrijgesteld, wordt , als kindervoedsel voor pl. m. 6 pCt. bei lasting in aanmerking gebracht. i Voor z.g. geheim-geneesmiddelen wordt het invoerrecht aanmerkelijk hooger gesteld dan voor gewone geneesmiddelen, die bereid (samengesteld) ingevoerd niet meer van de vrijstelling zullen genieten. Nog worden hooger belast lucifers. Voor parfumerie, pommade enz. is het bestaande ad valorem recht vervangen door een specifiek recht van /100 per 100 K.G. dat de minister voor deze artikelen van weelde niet te hoog acht. Kousjes voor gloeilicht worden met een specifiek recht belast van pl m. 6 pCt. Inkt wordt niet langer vrij van recht toegelaten. De thans voorgestelde rechten komen overeen met ongeveer 3 pCt. voor drukinkt en 8 pCt. voor anderen inkt, zooals schrijf-, copieer-, stempelinkt enz. Voor olie is getracht een meer systematische regeling te treffen, waarbij onzekerheid omtrent de wijze van belasten of het verleenen van vrijstelling, zooveel mogelijk is buitengesloten. De oliën en daarmede verwante vetten worden onderscheiden naargelang van plantaardiger), dierlijken of mineralen oorsprong. Bij de regeling van artikelen die overeenkomst hebben met hout en fabrikaten daarvan is er naar gestreefd de grondstof vrij te laten, het halffabrikaat met 2 tot 3 pCt. te belasten en de afgewerkte , fabrikaten met 6 tot 12 pCt., al naarmate , zij als artikelen van behoefte, nut of , weelde gebruikt worden. ( Met het oog op den belangrijken uit- j voer is het dus minder wenschelijk en | voor onzen bloeienden houthandel nadeelig, het gezaagde hout te belasten; j in het ontwerp is dan ook voorgesteld \ het gezaagde, doch niet verder bewerkte j hout, zoomede het bekapte en het vierk. bezaagde, evenals het ongezaagde, niet x aan invoerrechten te onderwerpen. 2 De vrijstelling strekt zich echter niet \ uit tot hout, hetwelk gecreosoteerd of e op andere wijze chemisch tegen bederf r
1 J — — W^UVyXl bereid is. Ruwe duigen blijven vrij , geschaafde worden met 3 pCt. der waarde belast, evenals vaat-en kuipwerk. Nietafgewerkte lijsten van schilderijen, van spiegels enz. zullen met 6 pCt., zijn ze evenwel tot lijsten gevormd, dan evenals meubelen met 12 pCt. belast worden. Eenvoudige meubelen worden evenwel als houtwerk met 8 pCt. getroffen. Leder is onder de belaste artikelen opgenomen als half fabrikaat en voor alle leder een gelijk specifiek recht voorgesteld, dat overeenkomt met 3 pCt. van de gemiddelde waarde van zoolleder. Op pelswerk, waarvan het gebruik een hoogeren graad van weelde aanduidt, wordt een invoerrecht van 12 pCt. gelegd. Als gevolg van het belastbaar stellen van leder wordt ook het invoerrecht op schoenmakerswerk verhoogd en het recht voor schoenen voorgesteld op 10 pCt. Handschoenen komen als artikel van ! weelde voor het recht van 12 pCt. in aanmerking. Zoowel in het belang van onze zeer ontwikkelde weef-industrie, als in dat van de weverij en de spinnerijen is tot handhaving van het stelsel tot vrijen invoer van garens besloten. Een uitzondering wordt gemaakt voor garens opgemaakt voor den verkoop in het klein. Voor manufacturen en stoffen kan geen uniformrecht worden voorgesteld. Voor een aantal artikelen dezer branche wordt zelfs het bestaande invoerrecht van 5 pCt. te hoog geoordeeld. Van de manufacturen en stoffen verwacht de minister in ruime mate bijdragen voor versterking der inkomsten uit het tarief. De thans bestaande heffing van de waarde wordt gehandhaafd, ofschoon het recht van 10 pCt. eenige verhooging van den prijs der manufacturen zal tengevolge hebben, vreest de minister belangrijke vermindering van den invoer niet. De vraag naar
deze goederen grootendeels uit buitenlandsche fabrieken betrokken, wordt voor een goed deel door de steeds wisselende mode beheerscht en de koopers zullen zich, naar de minister verwacht, eerder een matige prijsverhooging laten welgevallen , dan zich stoffen aanschaffen, welke niet aan den heerschenden smaak beantwoorden. Alle kledingstukken en kleeren worden in één post samengebracht Voor papier is voor zooveel mogelijk een recht naar het gewicht gekozen, gebaseerd op een indeeling, waarin de voornaamste papiersoorten afzonderlijk zijn vermeld, die voor zoover zij door samenstelling en bijzondere bestemming daarvoor in aanmerking kwamen, aan verschillende rechten zijn onderworpen. Het bestaande invoerrecht van 5 pCt. der waarde voor een volledig fabrikaat als papier, is verhoogd tot 8 pCt. Voor pak- en bordpapier en druk en schrijfpapier is een lager recht voorgesteld Behangselpapier wordt met een specifiek recht van 10 pCt. getroffen. De vrijstelling van prenten of platen wordt opgeheven; prenten en platen van alle soorten reclamekaarten zullen met eenzelfde recht getroffen worden, dat zelfs voor prenten en platen van weinig kunstwaarde geen bezwaar oplevert. Ook de vrijstelling voor photographieën vervalt. Speelkaarten, thans belast met 5 pCt. Ier waarde, komen onder een specifiek loogrecht. Voorgesteld wordt ongezoete ïacao of chocolade aan invoerrecht te mderwerpen. Koek- en banketbakkersverk en andere consumptieartikelen van lien aard worden in ’t algemeen met een nvoerrecht van f 25 per 100 K.G geroffen. Waar de tariefsherziening in de eerste ilaats versterking van ’s Rijks middelen i >eoogt, lag het voor de hand ook de :offie daarin te doen bijdragen. De minister meende echter den handel liet te mogen blootstellen aan het geensins denkbeeldige gevaar, dat door de effing van een invoerrecht onzerzijds n elke belemmering in verband daarmede, den handel opgelegd, de kothemarkl zooal niet geheel, dan toch voor een belangrijk deel naar België zou worden verplaatst. Daarom heeft hij de vrijstelling van koffie bestendigd. Dit geldt niet de gebrande koffie, die z.i. zeer goed een recht van f 5 per 100 K.G. kan dragen. Het bestaande recht op thee van f 25 per 100 K.G. wordt niet verlaagd. Als grondstof voor de zoutziederijen blijft zout vrijgesteld. Om tal van redenen heeft de minister geen vrijheid gevonden om, hoe wenschelijk voor de schatkist ook, een belangrijke verhooging op het bestaande recht van tabak voor te stellen. Hij acht het echter mogelijk het recht op tabak te verhoogen zonder bezwaar voor handel, industrie en neringdoenden , te meer daar tabak een genotmiddel en geen artikel van behoefte is. Bij verhooging tot ƒ 2,50 per 100 K.G zal het den handel kunnen blijven toegestaan om tabak, bestemd om hier te blijven, uit de fictieve entrepots uit te slaan, zonder daarvoor vooraf een document te lichten en het invoerrecht te betalen, terwijl op een niet onbelangrijk punt zelfs een nieuwe faciliteit kan worden toegestaan. De Minister berekent dat voor 1000 sigaren uitsluitend uit buitenlandsche tabak gemaakt, de verhooging slechts 12 cent zal bedragen. Met de voorgestelde verhooging van het invoerrecht op onbewerkte tabak wordt tegelijkertijd een verhooging voorgedragen van bewerkte tabak, sigaren en cigaretten. Voor de gefabriceerde tabak wordt een recht van f 25 geen bezwaar geacht: het invoerrecht van 100 sigaren zal volgens ontwerp ƒ0.60 bedragen. Het invoerrecht op gedistilleerd wordt verhoogd van ƒ3.50 per HL. van 50 pCt., tot ƒ 5. Ook voor bier wordt een verhooging van invoerrecht tot ƒ5 per H.L. voorgesteld. Gist, thans vrijgesteld, wordt matig belast.
Wordt de vrijstelling van invoerrecht voor wijn, ongebotteld, in dit ontwerp bestendigd, in verband met het treffen van genot- en weelde-artikelen wordt de duurdere wijn op flesschen hooger belast. Afgescheiden van de belangen der schatkist viel in het systeem dezer wetsvoordracht niet te denken aan vrijstelling van de fabrieks-, landbouw- en stoomwerktuigen , gereedschappen en de onderdeelen daarvan, welke het karakter van afgewerkte fabrikaten hebben. Met het oog op de belangen der industrie is het recht niet hooger gesteld dan 3 pCt. der waarde. Wegens de belangen van de kleine huisnijverheid is het recht op naaimachines niet hooger gesteld. Muziekinstrumenten worden hooger belast dan de overige instrumenten, waarvoor met het oog op de bestemming voor technisch en wetenschappelijk gebruik 6 pCt. voldoende wordt geacht. De muziekinstrumenten moeten 12 pCt. opbreugen. De vrijstelling van schilderijen en van teekeningen met inbegrip der lijsten blijft gehandhaafd, mits door het invoeren van geëncradreerde nietswaardige teekeningen of schilderstukken niet getracht worde het voor de lijst verschuldigde recht te ontduiken. Fijn borstelwerk wordt met 12 pCt., borstels als gereedschappen met 3 pCt. belast. Haar- en pruikenmakerswerk, veelal een artikel van weelde, kan aan een recht van 12 pCt. onderworpen worden. In het ontwerp is voor kramerij voorgesteld een recht van 12 pCt. met uitzondering van knoopen en ander naaigereedschap, waarvoor 5 pCt. zal worden geheven.