w eranucnngc n in advertentiën gelieve .1 _ _ H TS ■ • _
inen steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan. DE UITGEVERS.
w eranucnngc n in advertentiën gelieve .1 _ _ H TS ■ • _
inen steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan. DE UITGEVERS.
BEKEND» 4KIN6 BEDRIJFSBELASTING. Het hoofd van het plaatselijk bestuur te Breda brengt ter kennis der belastingschuldigen, dat het kohier n“. 2 van de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten, over het dienstjaar 1904/1905, invorderbaar verklaard den 8 Augustus 1904, heden afgekondigd en aan den ontvanger der directe belastingen albier ter invordering is uitgereikt. Breda, 10 Augustus 1904. Het hoofd van bet plaatselijk bestuur voornoemd, Ed. GUL JÉ, burgemeester. BEKENDMAKING. INSCHRIJVING VOOR DE NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda, herinneren bij deze aan ouders en voogden, die mochten verzuimd hebben hun zoons of pupillen, geboren in den jare 1885, voor de nationale militie te doen inschrijven, dat daartoe — behoudens de bepalingen der Militie-wet — alsnog deze maand gelegenheid bestaat om aan de inschrijving te voldoen. Het register van inschrijving wordt den 31sten Augustus aanstaande gesloten. Breda, 3 Aug. 1904. Burgemeester en wethouders voornoemd: A. P. SCHELTUS, loco-burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris. BEKENDMAKING NATIONALE MILITIE. OPROEPING VERLOFGANGERS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda, brengen ter kennis van de hieronder genoemde verlofgangers der Nationale Militie, dat zij op de daarbij vermelde dagen, des middags v<5<5r vier uren, bij hun korps moeten aanwezig zijn, voorzien van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting, door hen bij bun vertrek met groot verlof medegenomen, als: Lichting 1899. 6e Regt. infanterie te Breda. 22 Augustus 1904 van den Berg A. N., van Pruijssen., W. M., Deijkers M., )e Blank P. E. Th., van Olphen J. A., dé Vries P. A., Goos J. J., Akkermans J., van Liempd A., Verheijen C., van Aart M., van Dongen J., Nelissen J. B. C. P. M., van Beek D., Rupp J. P. G., Markies J., Pelkmans A. C., Monden H., Drassel L. J., Vermeer H., Nuijten J., Loonen A. A. J. M. , Klep J. J., de Bruijn P. C., Potters E. G., van der Sande G. H., Alvers L H. C., van Aert J., Snijders W. P., de Ruijter C., Marée J. A. E , Casteleijn P. J C., Jasper J. J.; Kooien W. P., Marijnnissen C. G., Reichardt H. P,, van Poppel A. W., van der Riet A. J. W. 5de Regt. infanterie te Amersfoort. Sckniermanni J., Aartsen J. 3de Regt. veld-arti 11 erie te Breda. 29 Augustus 1904. Schuurmans J., van Zevenbergen. Schroder A., rnn ’s Bosch. Visser J. A. , van Breda, de Rooij J h, van Gennep. Koen Chr., van Wouw. Te ’s H ertogenbosch. Borremans J. B. M. 7de Regt. infanterie te Na ar den. 5 September 1904. Thümmler C. Aug., van Sneek. Ie Regt. vesting-artillerie te Utrecht. 12 September 1904. Verroen J. ■)., van Schoonhoven. 3de Regt. v el d-art i 11 e r ie te Breda. Bliek P. van, Nieuw en St. Joostland, lichting 1898. 6e Regt. infanterie te Breda. 23 Augustus 1904. de Werd H. J., van Heusen A.., Meeuwesen P., \ ilerx Th. J. G., Hendriks H. L., Op de Beek G. : L- B-, Janssen J. A., Posthumus H. H., Drost E., 1 'ouw P. J., Schotanus J. G., Husson J. E., Kloet I t. A., van Loon M., van Eijk J. B., Jongbloed .. de Graaff A.. Fohr J. .T Tifiiih .f W VoU_ r
e kamp C. H. J., Verstrepen J, G , Claassen F. C., j Seegelaar W. J., Timp H. J., Kerremans J. S., de e Man M., van Moergestel, van den Elzen A., van j Oss. Rovers J. A., van Terheijden, van Lit Petrus., van ’s Prinsenhage. Noijens C. J., van Chaam. Van der Aa J. M. C., van Veghel. Evers J., van Rotterdam. 2de Regt. infanterie te ’s-Bosch. Denisse G. Tb., van Vught. Lammers J., van ’ Bokstel. > i 3de Regt. infanterie te Vlissingen. Van den Muijsenberg A. A,, van Hulst. Te Bergen-op-Zoom. Van Nispen L., van Rucphen. Van den Brink P. H., van Breda Tot het afteekenen der verlofpassen, het ontvangen van daggeld en bewijs van vrij vervoer, zullen zij zich twee dagen te voren ter secretarie moeten aanmelden. Breda, 1 Aug. 1904. A. P. SCHELTUS, loco-burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris. Aan den voorgevel van het Raadhuis aangeplakt den lsten Augustus 1904. Mij bekend, de Secretaris, A. R. VERMEULEN.
De krijgsraad aan het hof te bt. Petersburg schijnt zich weer met den gang van zaken in het Verre Oosten te hebben bemoeid en generaal Koeropatkin te hebben gedwongen tegen zijn overtuiging in aanvallend op te treden. De ervaringen, te Walangou opgedaan, schijnen dus alweer te zijn vergeten. Het bericht, dat de Russen Haitscheng hadden ontruimd, moet te Petersburg zeer ongunstig zijn ontvangen. De Tsaar moet — volgens de Echo de Paris — aan generaal Koeropatkin hebben geseind, wat toch eigenlijk wel de oorzaak was, dat hij steeds zoo verdienstelijk retireerde, ofschoon hem toch troepen genoeg gezonden waren. En de generaal antwoordde: De soldaten waren van overspanning en door le hitte geheel uitgeput; het was onmogelijk
in de bergachtige streken te manoeuvreeren, de Siberische soldaten waren te laks om hier gebruikt te worden en het gewicht van de bagage op den rug was te groot. De .lapansehe troepen daarentegen hadden koe'ies, die alles, wat de soldaten in hunne bewegingen kon hinderen in wagentjes meevoerden. Verder waren de Japanners klein en zeer handig in het berg beklimmen. Ten slotte ontbrak het den Russen aan bergartillerie en hun vestingartillerie was te zwaar. Zij waren dikwijls gedwongen hun geschut in den steek te laten omdat het onmogelijk was gebleken het snel te vervoeren. De opperbevelhebber protesteerde er tegen, dat hem reservisten van tusschen de vijfendertig en veertig jaar werden gezonden. Die waren te oud en konden niet meer goed marcheeren. Intusschen spreken de Japanners hun groote bewondering uit over het succes van generaal Koeropatkin, die de Russische armee op het schiereiland Liao-Tong heeft laten retireeren zonder dat er een catastrophe plaats had, een zeer twijfelachtige ,eer overigens. De Daily Telegraph verneemt uit Tsjifoe, dat twee boden, daar uit Port Arthur aangekomen , het bericht brengen van een Japanschen aanval op de binnenste rij forten. De aanval begon in den nacht van den 4en, en strekte zich over de geheele Russische linkerflank uit. Beide vloten namen aan het gevecht deel, dat met groote hevigheid werd voortgezet tot in den vroegen ochtend. De Japanners bestormden de forten; zij werden echter met zwaar verlies teruggeslagen. Men zegt dat hun verliezen zwaarder waren dan bij den Wolfsberg. De Russen zouden over de 1000 doodan en gewonden gehad hebben; het moet het hevigste gevecht geweest zijn, tot dusver geleverd. De Russen waren door de nog overgebleven burgers versterkt. De schade aan de vloot toegebracht, is onbekend. De Russen te Tsjifoe verheugen zich over deze berichten, De correspondent van de Times te Tokio spreekt nadrukkelijk tegen, dat de Japanners nederlagen met zware verliezen geleden zouden hebben bij Port Arthur.
SPORTROMAN. DOOK W. MEIJER—FöRSTER. 35. Zoo was de werkelijkheid. Een koude rilling lie Konrad door de leden. Langzaam slenterde hij doe de nauwe straten, waarin de bewoners van het wei telijk deel van Berlijn nooit een voet zetten, mas die hij destijds toen hij bij de Griottes woonde ha leeren kennen. Het was nog helder dag ; de kindere speelden op de straat, en voor de kelders der kolen handelaars lagen hijgend van moeheid de groote hon den, die dag op dag zulke zware lasten voor hu meesters moeten trekken. «Sergant, banketbakker.” Een kleine winkel met één raam en een glazei voordeur, waarvoor een gordijn hing. Daar had dus Annie Griotte haar werkkring. Annie Griotte wier ouders haar het liefst een klein gravin hadden zien worden, die geen voet op di planken mocht zetten en alleen door armoede ge. dwongen de betrekking van winkeljuffrouw had aanvaard. Na een kleine aarzeling trad Konrad binnen. Annii zat rechts achter de toonbank ; het was zoo donkei in den winkel dat ze hem eerst niet kende. Toen hi; echter zeide: «Goeden avond, juffrouw Annie, ik hoorde van u ouders dat u hier waart en nu wilde ik n even goedendag zeggen,” — sprong ze op, geheel in de war en niet bij machte haar zelfbeheersching te bewaren. Ternauwernood hadden ze eenige woorden gewisseld of er kwamen twee oude dames, die roomtaartjes bestelden en deze lekkernij zwijgend maar zeer langzaam genoten. Toen deze weggingen, kwamen andere gasten en dezen werden gevolgd door een zeer jeugdig verliefd paar, een alleraardigst meisje en een opgeschoten jongen met roode wangen. Konrad roerde zwijgend in de kop koffie die Annie hem gebracht had. In de kleine ruimte heersohte een onverdragelijke hitte, een zoete, bedwelmende geur steeg uit de bakkerij en maakte de atmosfeer nog benauwder. Dikwijls was het doodstil, het verliefde
paartje keek elkaar lachend in de oogen, Annie schreef een rekening — deed althans alsof ze schreef want haar hart klopte alsof het bersten zou — alleen het gegons der vliegen verbrak de stilte. Deze diertjes waren in zulk een ontzettende menigte vertegenwoordigd, dat Konrad niet twijfelde of de gebakjes werden er minder smakelijk door. Meer dan twee uur bleef hij daar zitten. De hanglamp was aangestoken en eindelijk vertrok het jonge paartje. Het meisje met haar half lange rokken waaruit de kousen nog te voorschijn kwamen, stond er beschroomd bij toen de een hoofd langere jongen betaalde, daarna groetten ze en gingen zoodra ze op straat waren ieder huns weegs of ze elkaar niet kenden, Yan deze beide kinderen en hun jonge liefde ging zulk een bekoring uit, dat Konrad hen lang nakeek. Nu betaalden ook de laatste gasten en Konrad zag weer naar Annie. Haast onafgewend hadden zijn oogen al dien tijd op haar gerust, terwijl ze beschroomd en verlegen haar blik niet tot hem durfde opheffen. Snel en zeker liep ze heen en weer, en wanneer ze met de gasten sprak, was ze kalm en vriendelijk als een dame. Haar krachtige, frissche jeugd gaf den duffen, kleinen banketbakkerswinkel een schijn van leven en opgewektheid. Misschien had Konrad nog nooit het meisje zoo lang eu scherp gadegeslagen, maar het scheen hem toe dat Annie heel anders was geworden. Het zwarte, eenvoudige kieedje zooals de Berlijnsche winkeljuffrouwen dragen, omsloot haar rijzige gestalte met de dunne taille, breede heupen on mooi gevormden boezem, en het gezichtje, opgewonden en bedeesd, was zoo lieflijk als Konrad het nooit had gezien. Het sloeg tien uur toen Konrad wegging. , »Ik wacht je buiten, Annie en breng je thuis.” Er verliepen nog vele minuten voor ze kwam. Zonder aarzeling nam ze zijn aangeboden arm en toen ze vernam, dat hij een uur later met den Hamburg- : schen sneltrein vertrekken moest, zeide ze eenvoudig. »Dan breng ik u naar het station. Ik heb den tijd i en kan met de omnibus teruggaan.” : Een poosje zwegen ze. Hij voelde den arm van het i meisje in den zijne, en een warme stroom van leven en liefde vloot van den een naar den ander, deed 1 beider hart sneller kloppen. , Vluchtig welde de herinnering in hem op aan s Kathchen on de hartstochtelijke toewijding, die hij haar t had toegedragen, maar heden voor het eerst scheen t het beeld van het beminnelijke meisje heel ver van t
hem verwijderd en was het zelfs niet meer het beek van Kathchen Brandes maar van de prinses voi Reichenberg. Annie liep naast hem als in een droom. Hoe kwarr Konrad hier F Waarom had hij haar opgezocht F Zi zag haar grove garen handschoen naast de fijne grijze glacé aan zijn hand en een gevoel van trots dreel voor een oogenblik elke andere gedachte op den achtergrond. «Wat zouden de menschen wel denken, die ons hier samen zien F Ik naast dezen man, die zoo flink en mooi en elegant is als niet één!” Toen ze eindelijk begonnen te spreken, spraken ze over meneer Griotte’s ongeluk, over Konrads bezoek aan de mama, van de betrekking in den banketbakkerswinkel en hoeveel daar te doen viel. Ze spraken druk over alle mogelijke dingen, alleen over dat ééne niet wat op dezen warmen zomeravond, in deze helverlichte en nog drukke straten hun ziel bewoog. Aan het station namen ze afscheid van elkaar. «Als ik van Hamburg en de daaropvolgende reis naar Engeland terugkom, mag ik je dan opzoeken, Annie F” ïJa, graag.” Zij ging. Hij zag haar na tot de slanke, veerkrachtige gestalte tuschen de menigte verdween. Plotseling balde hij met verbeten woede de handen : «Waarom heb ik haar zoo laten gaan F” In de volle coupé schoof hij in een hoekje en sloot de oogen. Het gesprek liep enkel over de Derbywedrennen die morgen zouden plaats hebben, over de weddingschappen, over «Lucifer” en «Coriolan.” «Coriolan wordt vast en zeker geslagen,” beweerde een oudachtige heer en de meesten stemden het hem toe. Een oogenblik prikkelde het Konrad maar spoedig verdiepte hij zich weer in zijn droomerijen zonder meer iets van de praatjes der anderen te hooren. Tevergeefs beproefde hij Annie’s gelaat zich voor oogen te stellen, hij zag enkel de groote, mooie gestalte met de weelderige vormen, de slanke hand, den zijden pols. ’s Morgens vroeg om drie uur stoomde de trein Eriedrichsruh voorbij, weilanden breidden zich uit en eenige minuten later kwam Hamburg. De huizen, de schepen, de kanalen, de haven, alles lag nog in doodsche rust maar de zon ging prachtig op en de dag begon, die over Georg Brandes’ geluk zou beslissen.
HOOFDSTUK XIX. Wie nooit Hamburg op een Derby-dag gezien heeft kent de groote handelsstad maar half. Heel de reusachtige rijkdom wordt elk jaar op dezen Juni-dag tentoongesteld. De groothertogen van Mecklenburg en Oldenburg, regeerende vorsten, mannen van de hoogste rangen en namen uit Duitschland en Oostenrijk, Hongarije en Denemarken zijn bij de groote kooplieden te gast, de huizen prijken met wapperende plaggen, en de dames ontbieden uit Parijs en Berlijn Derby-toiletten De champagne stroomt, de koetsiers vragen driemaal zooveel voor een rit, heel Hamburg ;n zijn tienduizend Derby-bezoekers leven dien dag ds in een roes. ’s Morgens vroeg begint in de groote hotels het voorspel van den Derby. De bookmakers sluiten hier ïun laatste weddenschappen en de aardige Vierlandiche meisjes met korte rokken en zwarte kousen bieden dooltjes en rozen te koop. Konrad liep met Brandes ’s morgens tegen negen mr langs de Alsterpromenade. Brandes zoo juist an Berlijn gekomen, scheen zoo rustig en opgeruimd Is in zijn beste dagen. Een bookmaker trad hem in den weg en boog leleefd. 8 «Wilt u nog weddingschappen, meneer Brandes ** )p «Coriolan” f 5:1?” «Hoeveel F 5:1?” Konrad voelde hoe Brandes’ arm die zoo kalm in en zijne had gelegen, begon te beven. «Ja. 5 : 1. Een mooie koers” Brandes weigerde kortaf en zonder meer woorden ingen ze verder. Nog eenige keeren bleef Brandes ij de bekende bookmakers staan en schijnbaar onerschillig luidde zijn vraag: «Hoe hoog, «Coriolan” F” «5:1, meneer Brandes.” «Maar hoe is dat mogelijk F Gisterenavond werd r te Berlijn nog 2 : 1 geboden.” De bookmakers haalden de schouders op. «In Hamburg i3 er geen stemming voor «Coriolan” 'e menschen wedden allen op «Lucifer”.” «Zoo. Dank u.” In het hotel Streit had men een verrukkelijk gecht langs de Alster, geruimen tijd stond Brandes »n het venster en staarde met strakken blik voor ch uit. (Wordl vervolgd.)