ue nevue oevat üe eerste vellen van de toegezegde onuitgegeven aanteekeningen van Ernest Renan, die twee deelen zullen vullen Zij moeten zijn geschreven in 1845 — 1846 eerst in bet seminarie van Samt-Sulpiee, later in de kostschool Crauzet, waar Renan onderwijzer was. Hij was toen 22 jaar oud. Deze aanteekeningen over lectuur, losse gedachten van een joDgman waren natuurlijk nooit voor publicatie bestemd. Toch geeft men ze uit. En allicht wordt er iets belangrijks in gevonden. De „Kacbtwaclit” vernieuwd. Vernieuwd is misschien ten wat te sterk woord En toch, toen wij vanmiddag voor het doek kwamen, nu weer gehangen op de plaats in de schutter- en regentenzaal, die het innam vóór het onderhanden werd genomen, deed het wel verrassend mooi. Vier weken heeft de heer H. Heydenrijk het onder handen gehad; het is gepoederd, geregenereerd (twee inaai meenen wij,) gebalsemd — een vermeuwings proces, waarbij alleen de oppervUkie wordt aangeraakt, het vernis door een bewerking met suritus doorzichtiger wordt, de barsten in het vernis minder zichtbaar In de techniek van het restauieeren van schilderijen willen wij ons niet begeven «S&ls m t in de vraag hoelang zulk een regeneratie nawerkt, wij willen slechts constateeren, dat het stuk op het oogenblik zoo helder is als .... de deg Het qua-i-mysterieuse dat er in was, is er uit- De kleuren spreken meer dan wij ons herinneren dat ze ooit deden — de laatste kunstbewerking, die het stuk onderging, heett, meenen wij, in 1889 plaats gehad — er is meer op te zien dan wij wisten. Tot dertig figuren waarvan echter sommigen slechts op te maken uit een stuk helm ol hoed, telt men er nu op En over de quaestie van de vijfde baan aan de vlag kan men opnieuw gaan discussieeren: er »s bovenaan een blauwgroene streep langs de gele — is dit de vijtde baan of een repentir ? Zeker is dat men thans op een helderen lag in Je SchuUerzaal de sNachtwacht» ïeerlijk mooi kan zien. VaD belang is bovendien dat door het ach•eruitbrengen van het doek in de lijst, de ippervlakte die gezien wordt met ruim één :entimeter, aan elke zijde vergroot is.
Thans nog het zijlicht in de nieuwe Nachtwachtz ah Hbld.
"Weienschappenen kunst.". "Bredasche courant". Breda, 1906/04/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 20-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326081:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1906/04/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 20-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326081:mpeg21:p00001
Tweede Kamer. De Tweede Kamer die voornemens is a. s. Vrijdag op reces uiteentegaan, tot de laatste week van April, of wellicht tot de eerste week van Mei, denkt na hervatting van het werk nog een viertal zittingweken noodig te hebben voor de veruere behandeling van het arbeidscontract. Ook bestaat het voornemen in die periode de wijziging van de wet op de personeele belasting aan de orde te brengen. Afschaffing van tienden. Het weekblad van den Ned. Chr. Boerenhmd zegt: Alles samen genomen kunnen onze boeren over deze wet tevreden zijn. Zij is heel wat beter dan de wet op het Arbeiderscontract, maar wij kunnen er ook btjvoegen, dat de Ned. Boerenbond in deze zaak is gehoord en dat de Regeering naar zijn raad heeft geluisterd De boeren mogen de Regeering wel dankbaar zijn, dat zij nu ook eens een wet maakte, die uitsluitend in het belang der boeren is en deze van e n ondraaglijken last bevrijdt op een allergemakkelijkste en goedkoope wijze. Watersnood in Zeeland. Men schrijtt uit Thoien: In de laatste dagen is in den waterstand van den dorpspolder te Oud Vossemeer belangrijke wijzigin. gekomen, doordat in werking is gekomen de sluis, die ligt tusschen de polders Kerke en Hikke; door de laatste moet gesneerd worden en zulke aanzienlijke hoeveelheden water gaan nu weg, dat dui f dijk in den dorpspolder de val merkbaar is en wel zoo dat sommige gedeelten reeds droog vallen. Andere gedeelten heboen evenwel nog meer dan ten meter water vooral buiten het dorp en het laat zich begrijpen, dat zoo’n massa maar n et in één dag verdwijnt. Een en ander heett het gevolg, dat er reeds velen zijn, die hunne woningen gaan betrekken om droog te stoken: worden nu de verdere voorschriften van de gezondheidscommissie enz. maar voldoende in het oog gehouden, dan is dit betrekken nog met zoo erg, maar ernstiger wordt het met het oog op het uitbreken van ziekten, wanneer men onvoldoende voorbereid weer maar gaat wonen als vóór den vloed. Een detachement van circa veertig pontonniers bewijst op het oogenblik de diensten, die tot heden visscherslui en rijksveidwachlers deden en op het eerste bevel van het hoofd der gemeente gaat men over tot het zuiveren van woningen, privaten, straten, enz. enz. Nog dage ijks komen honderden in de gemeente uit nieuwsgierigheid om de verschillende toestanden op te nemen, en het medelijden is groot, want erkend moet worden, hoewel op het oog aan de woningen zelf weinig schade is toegebracht, inwendig verbazend veel is verwoest, te meer waar overijld vertrek het voldoende bergen van goederen ónmogelijk maakte. Met het dichten van enkele doorbraken in de binnendijken is men druk in de weer en halt deze week hoopt men daarmede gereed te zijn, wanneer geen buitengewone vloed weer komt bederven wat tot heden met
oeite werd tot stand gebracht. De dijk- ' Nad euken in den zeedijk van Slabbecoom zijn dat )g geheel gelijk aan den toestand na 12 Maart aan i°eerst dan zal met deze herstelling worden stal ingevangen wanneer de bovenbedoelde binnen- Belj ijk aan de hoeve De Karnemelkspot totaal vlal i in orde gemaakt. er Dat de vrees voor nieuwe overslrooming wa( óet geheel is weggenomen, zoolang dit herstel I liet heeft plaats gehad, is begrijpelijk, terwijl wa >ok vrees voor de binnendijken, die toch met doe lestand bleken, ook alleszins gewettigd is. 10 Voor den landbouwenden stand is de toe- ^ta somst aller bedroevendst en men vraagt zich af, wat deze zomer zal baren voor hen, die ^0l enkel van het landbouwbedrijf moeten leven. Het getal hoeven dat niets geleden heeft be- mc draagt 9, dat der getroffenen evenwel meer te dan het dubbele, eenige landbouwers zijn sla totaal geruïneerd. 's aa Grensvervoer. °P Men schrijft van de Zeeuwsch-Belgische ® grenzen: w( Bij den uitgebreiden handel en het drukke verkeer tusschen de bewoners aan weerzijden w, der Belgische grens wordt steeds veel last ^ ondervonden van de vele formaliteiten, welke ra daarbij wederkeeng moeten in acht genomen m worden. Reeds dikwijls werd geklaagd over die formaliteiten bij het vervoer van vee, pc mest en graan enz. zc Een paar jaren geleden werd door het v£ Belgisch Ministerie van Landbouw eene com- m missie benoemd tot onderzoek van de gegrond- ’t heid dier klachten. Deze commissie heeft Z£ toen in de verschillende grensgemeenten vele o handelaars en veehouders ondervraagd. Van d, de enquête werd een uitvoerig rapport op- w gemaakt, dat hoop gaf op spoedige verandering, zs doch alles is tot dusver nog steeds gebleven zooals het wasl En toch is verandering wel noodig. Vele Belgische landbouwers en veehouders hebben i wei-en akkerland liggen op Nederlandschen n grond omgekeerd ook Nederlanders op Bel- d gischen bodem. Naar die landerijen moest d mest, zaadgoed enz. vervoerd worden en b daarvan moet de oogst ingehaald worden, d Op de weilanden moet herhaald vee ingedreven, z verschaard, uitgehaald worden, zoodat nu fc eens de Nederlandsche, dan weder de Belgische n grens moet overschreden worden. Dit alles v mag geschieden, maar het gaat gepaard met e veel moeilijkheden en een aantal lastige j formaliteiten. I Nu zouden de Belgische belanghebbenden t willen voorstellen met ons land eene overeen- e komst aan te gaan tot het instellen van een c onzijdige streep voor het verroer van zaadgoed, r mest, oogst, het rondloopen van vee en verdere ' landbouwbelangen. Deze streep zou bijvoorbeeld 5 kilometer breed kunnen zijn in elk ’ der beide landen, zoodat over een strook van 10 kilometer de grensbewoners van Nederland ( en België vrijelijk hun vee zouden mogen laten rondloopen, het benoodigde mest vervoeren, landbouwvoortbrengselen van het land . naar de schuur en stal brengen mits voldaan worde aan voorgeschreven gezondheidseischen. Brutale berooving. Gisterenmiddag is te Amsterdam weder iemand het slachtoffer van brutale zakkenrollers geworden. Een 68 jarig man had, voor een diamanthandelaar, aan de Twentsche Bank een som van t 4300 aan bankpapier geïnd en dat geld in de buiten borstzak van zijn jas gestoken. Op zijn weg passeerde hij de Damstraat, waar hij, in de melkinrichting aldaar, iets ging gebruiken. Even na hem waren drie als heeren gekleede personen binnengekomen, die gelijk met hem opstonden en vertrokken. In de deurpost werd hij door liet drietal opgedrongen, wat hem onmiddellijk daarna argwaan deed krijgen. Hij voelde naar het bankpapier en werkelijk, dit was verdwenen. Het krasse oude heertje liep zoo snel hij kon de »heeren» na en kon één hunner grijpen, wat natuurlijk gepaard ging met een standje, waar oe politie op afkwam. De arrestant werd naar het bureau St. Pietershal gebracht, waar bleek dat ’t alweder een Engelschman was. Het gestolen bankpapier werd ongelukkigerwijze niet in zijn bezit gevonden. Daarmede schijnen de beide anderen, die men niet heelt kunnen te pakken krijgen, er van door te zijn gegaan. Onnoodig te zeggen, dat de aangehoudene zich volkomen van den domme hield en van niets verklaarde te weten. Een curieus geval. De Grondwet schrijft: ’t Is waarlijk een curieus geval dat zich j.1. Woensdag in het dorp Essehen nabij de grens heelt afgespeeld, waarvan de weerga moeilijk in de annalen van douanen en politie zal worden teruggevonden. Zooals men weet is de smokkelhandel van koeien enz. tusschen de Hollandsche en Belgische grensplaatsen nog immer zeer levendig. De hooge premies en de dure prijzen doen èn koopman èn vervoerder nog immer dit waagstuk volbrengen, al is het dan ook dat men er van de 10 keer 5 maal min of meer z’n broek aan scheurt. Zoo ook deze week. Vier prachtige kalfvaarzen waren‘alhier aangekocht en moesten over de grenzen gebracht worden. Dit gelukte en de vervoerders wisten landbouwer Peeters, wonende op de Schrieck te Esscnen, te overreden de beestjes voorloopig te stallen, om daarna verder te worden verroerd. Daar stonden ze warm en de eigenaar lachte reeds in zijn vuistje, dat dit gevaarlijk zaakje reeds zoover goed was afgeioopen. Of nu een en ander is verraden, of dat de douaniers op andere wijze lont hadden gerooken, in alle geval onverwachts werd de geheele stal door een zwerm ambtenaren en gendarmen omringd en na geconstateerd te hebben dat de verlangde buit zich in den stal bevond, werd proces verbaal opgemaakt en de beestjes rechterlijk aangeslagen en in triomf naar het kantoor van den ontvanger gebracht. Waarachtig onze kommiezen hadden een fijne dag. 4 Kalfvaarzen a 300 francs d. i. 1200 francs, plus de rjjkspremie gesteld op iedeie Inbeslagname, ’t was om te gieren vnn pret,
at dan ook de ontvanger had geconstateerp noe het werkelijk koeien waren, zonder loodjes Pre den staart, werden de beestjes weer op Fra gebracht, maar nu ten koste van den geh gischen Staat en bij madame Mie Geerts, Fn ; bij ’t Douanekantoor ; ten overvloede werd ent aan de deur van den stal nog een schild- not ;ht gezet om den kostb’ren buit te bewaken, en in toen .... toen is het gebeurd ; hoe, je sneer en door wien is en blijft een raadsel, der h toen het uur van »melken« sloeg, ongeveer 'V uur in den morgen, en de op schildwacht a ande douanier reeds op een pint van ’s vaarsjes oni ,st product rekende, toen .... waren de vel itjes plotseling verdwenen. Tableau 1 P" Het is dan ook onverklaarbaar hoe het ^ igelijk is op klaarlichten dag dit waagstuk ^ volvoeren. Hoe men daarin heeft kunnen ^ gen is en blijft een raadsel. De omgeving j ’t drukste punt van ’t dorp, de douane grenst ' a den stal een schildwacht zat bijna boven ^ de koetjes en daarenboven moesten de estjes van uit den stal nog over een breede v tot gedreven worden om daarna den grenslij te passeeren. Men kan begrijpen hoe de verafte commiesjes op d’r neus keken, toch tren ze royaal; »die persoon die die’n bak eft uitgehaald, awel, zulle die mot n’n deco- Ei tie hebben, als was ’t maar een van onzen ee iniester De Bruyn.t dt Ündertusschen werd overal de Hollandsche h( ditie gewaarschuwd en deze togen op onderek, met het gunstig resultaat, dat dezelfde v< larsjes nu weer onder de hoede van onze ui aréchaussées voorloopig zijn opgeborgen. Zou ons echter niet verwonderen of dit akje krijgt nog een lange, lange staart. w nze politie, de Belgische staat en de eigenaars g, >r koetjes, alle gaan nu hun rechten betwisten, u ij zijn dan ook benieuwd waar het op uit d draaien. \ BroederliefdeOnder den datum van Zaterdag wordt aan let Centrum uit Haarlem het volgende geleld : Eenigen tijd geleden geraakte de v ochter van een geacht ingezetene onzer stad, ^ oor een noodlottig toeval iD brand en de v ekomen brandwonden waren van dien aard, d at haar opneming in de Mariastichting nood ^ akelijk was, nu bleek echter gedurende de ehandeling, dat om de genezing -mogehjk te naken en te bespoedigen, er een stuk menschenleesch voor noodig was. Haar jongste broeder en flink sterk jongmensch van ongeveer 20 ® aar dit vernemende, stelde zich zonder aarzeen disponibel om ’t vleesch voor zijne zu«ter 1 lenoodigd, van zijn lichaam te laten nemen, | n zoo is het geschied Hedenmiddag heeft Ie flinke jongeling de Mariastichting verlaten, ‘ ia een week welke voor die operatie noodig ' vas er te hebben doorgebracht. Foor de drooglegging der Zuiderzee. ( De Vereeniging van Nederl. Steenfabi ikan,en heeft zich met een adres tot den Minister jan waterstaat gericht, waarin adhaesie wordt aetuigd met de grootsche plannen der Zuider- \ seevereeniging en te kennen gegeven, dat de \ itereeniging den tijd gekomen acht uitvoering ; te geven aan bovenbedoelde plannen. Eene misrekening. Het is gebleken, dat het onlangs zonder discussie genomen Raadsbesluit, volgens hetwelk voor de berekening van de jaarwedden van hoofden van scholen de dienstjaren als hootd eener school buiten Amsterdam gedeeltelijk worden medegeteld, alleen van toepassing is op de na 1 Maart 1906 te benoemen hoofden. Alzoo worden, geheel buiten verwachting, uitgesloten de 8 of 9 reeds in functie zijnde hoofden, welke de laatste jaren werden benoemd en in wier belang in de eerste plaats deze regeling werd gevraagd en zal zich weldra ’t geval voordoen, dat hoofden met minder dienstjaren buiten en tevens minder dienstjaren in de gemeente meer salaris genieten dan hunne collega’s met meer dienstjaren. Geen Hollanders. De Minister van Buitenlandsche Zaken brengt ter kennis, dat de consul te Rijssel, na onderzoek, de zekerheid heeft verkregen dat bij de ramp te Courrières geen Nederlandsche mijnwerkers zijn omgekomen. Dr. A. Kuyper. Men deelt aan het U. D. mede, dat dr. Kuyper van plan is voorloopig in den Haag te blijven wonen en na eenige weken de redactie èn van de Heraut èn van de Standaard over te nemen. Verkeerde volkenkunde. sEen groot gedeelte der bevolking van Zeeland stamt van vaderszijde af van de Spaansehe krijgslieden, die tijdens den tachtigjarigen oorlog in Staats-Vlaanderen in garnizoen hebben gelegen. »De vrucht van dezen langdurigen omgang was een gemengd ras, half Spaansch, half Nederlandsch, een ras dat nog hed< n ten dage in de donkere oogen en de gebruinde tint der Zeeuwsche mannen en vrouwen te herkennen is.” Deze zinsneden komen voor in een artikel, getetkend A. Moresco, in Het Vaderland van 1 April. ’t Is geen Aprilgrap, maar schijnt ernstig bedoeld te zijn, al is het artikel humoristischsatyrisch van aard. Niettemin is ’t even onjuist alsof ’t een grap ware. Het gedeelte van de zoo buitengewoon uiteenloopende Zeeuwsche bevolking, dat zich door gebruinde tint en donkere oogen onderscheidt, woont op Zuid-Beveland (geheel iets anders dan Staats-Vlaanderen) en die bevolking heeft men, volgens de nauwkeurigste onderzoekingen, te beschouwen als een over Brabant heen daar gevestigden uitlooper van een Alpimschen volksstam. ’t Zal ruim een jaar geleden zijn dat de Amsterdamsche hoogleeraar Bolk, die een speciale studie van ons volk gemaakt heeft, met deze wetenschappelijke onderzoekingen hel oude praatje van het Spaansehe halfbloed in een hoek geduwd heeft Oude bekenden ? «Pour les victimes de Courrières* was d< titel waarop te Valkenburg (L) iemand ziet
mend Comte de Sanson, redacteur k la 1 sse et è. la Patrie, membre de la partie uur nijaise dezer dagen een conferentie heelt uit ouden over de groote mijnramp in Noord het .nkrijk. De conferentie was tegen 75 cent Na lée te bezoeken. Een der Valkenburgsche ] abelen verzocht beleefd controle op de recette |a„ de onkosten te mogen uitoefenen, doch er rd brutaal aangebast. Men begon de geselde- aa, ds toen te wantrouwen en wendde zich om chtingen tot den Nederlandschen gezant te rijs, ridder de Stuers, die na eenige dagen lerzoekens het volgende telegram naar de va zoekers te Valkenburg seinde, dat de politie- wt ifectuur te Parijs verzekerde, dat de voorgendejournalist en graaf De Sanson «un escroc* al] ,s. De «victimes» van Courrières zullen dus W( ;t bijster vet soppen van de opbrengst der |Q aferentie. Intusschen heeft het te Valkenburg ;waan gewekt, dat onder het publiek ter nferentie in het oog loopend veel dignitarissen société d’Agrément de Frauquemont, de ^ rdreven rouletteclub, aanwezig waren. (Vod.) dl ' ' ei ' de Kindermoord. ee In het privaat van een inwoner van het gt land IJzendijke werd Zaterdag het lijkje van (j( n pasgeboren kind ontdekt, dat, naar schatting m iarin reeds een dag of acht gelegen moet p, ibben. Men brengt die vondst in verband met het irdwijnen van de dochter van een arbeider e naar België of Amerika is vertrokken. Het lijkje is geschouwd. s) Volgens een later bericht is de verdacht g ordende persoon, de 22-jarige V. D., in haar ^ imeente teruggekeerd en heeft zij zich bij de ^ larechaussee aldaar aangemeld. j. Zij heeft bekend en werd gevankelijk naar g [iddelburg overgebracht. (Middelb. Ct.) j — y De Paardenbelasting in Noord-Brabant. j In zijn Memorie van Antwoord nopens het z 'etsontwerp tot heffing van een bijzondere e elasting in Noord-Brabant betoogt de minister v an Binnenlandsche Zaken, dat de wijze waarop \ e Staten, wat den vorm betreft, met betrek ing tot de voorgestelde belasting hebben ge z andeld, niet in strijd is met de gewijzigde z epalingen der Provinciale wet. j De Minister wijst er verder o. a. met nadruk i p, dat de Paardenbelasting en daarmede de t elastïngpohtiek der Staten van Noord-Brabant, i en nauwste samenhangt met de sedeit jaren loor hen gevolgde wegenpolitiek. De Siaten j lebben, daartoe in staat gesteld door deze ^ leffing, die de algemeen veroordeelde tollen j 'erving, de algemeene verkeersbelangen krachtig levorderd, terwijl zonder tegenspraak kan wor- ( len beweerd, dat de druk door de omzetting Ier tollen in een paardenbelasting is verlaagd >n dat deze ook nu niet bovenmatig is. Tegen een geleidelijke vermindering van het .otaal der heffing heeft de Minister in beginsel reen overwegend bezwaar, mits de overgangen toodanig zijn, dat de provinciale huishouding sich zonder schokken aan den veranderden , toestand kan aanpassen. Aprilgrappen. De Haagsche Courant had Zaterdagavond het volgende kostelijke verhaal: «Naar wij vernemen heeft de vermaarde ingenieur Hausen, te München, die jaarlijks eenigen tijd te Scheveningen doorbrengt, na een langdurige siudie het vraagstuk opgelost om de kracht van eb en vloed, die eeuwen achtereen nutteloos verloren ging, in den dienst der industrie te stellen. «Hij heeft nu aan ons gemeentebestuur concessie aangevraagd voor de toepassing van zijn vinding. «Zonder daaromtrent in bijzonderheden te treden, die de uitvinder natuurlijk voor zich houdt, kunnen wij op grond van inlichtingen uit de beste bron melden, dat het stelsel bestaat uit een automatisch afsluitende inrichting, waardoor het vloedwater opstuwt in een vergaarbak, waaruit het dan, door een hevelïnrichting op een aanzien'ijke hoogte wordt opgevoerd, om daarna —vallende — turbines in beweging te brengen, die dan, evenals aan j een waterval geschiedt, electrischen stroom opwekken. «Met een reeks van zulke hevelturbinen verkrijgt de heer Hausen een hoeveelheid stroom, bijna voor niets dus, groot genoeg om voor verlichting en kracht in de stad al het benoodigde te verschaffen. «Voor de medewerking der gemeente, die hij behoeft, zijn door hem voor waarden ontworpen, zóó voordeelig voor de stadskas, dat er een groote invloed op de financiën van is te verwachten, «Met het oog op den tijd des jaars, daar men spoedig met de werken hoopt te beginnen, zou, naar wij vernemen, reeds morgen een conferentie met de autoriteiten plaats hebben.» Vooral de laatste zinsnede is prachtig gevonden. Het blad heeft schier onmiddellijk succes gehad van zijn oolijkheid want reeds gisterenmorgen zijn twee collega’s gretig er ingevlogen. Maar.. . wist de Haagsche Courant wel dat wat hij hier in dartelheid heeft verzonnen als een malligheid, toch werkelijk gebeurd is? Dat wil zeggen: Deze spiksplinternieuwe Aprilvinding is reeds jaren geleden, zij het ook voor een ander doel, toegepast! Jaren geleden, toen Bergen-op-Zoom nog een vesting was, woonde daar een molenaar die het recht had om, telkens nadat de opkomende vloed het water in de stadsgracht had gevuld, die gracht te sluiten en inmiddels met het vloedwater het waterrad van zijn molen in beweging te stellen. Hij maakte trouw gebruik van zijn recht en was natuurlijk een van de weinige hevige opposanten tegen het sloopen van de vestingwerken. Hoe het bi die sloopmg met ’s mans molenrecht precies is toegegaan, weten wij niet, maar hij vroeg er een zeer hooge afkoopsom voor en men zal hem in elk geval wel een zeker bedrag hebben uitgekeerd. Zooals men ziet, er is waarlijk niets nieuwi onder de zon — zelfs niet op 1 April. Men schrijft uit Haarlem : i Zaïerdagavond bevatte een der plaatselijki i bladen de volgende advertentie i
Buitengewoon concert. Zondagmiddag, te 2 b nr, zal de stafmuziek der Zwitsersche marine, d it Genève, een openbaar concert getfen op et terrein der kazerne, aan den Schoterweg. g famens de directie : N. Irepool. ^ En niettegenstaande het er aardig dik op d ig en ook de onderteekening : N. Irepool (loop * r’ in) te denken moest geven, zijn er nog ^ ardig wat lui ingevlogen. a Tegen 2 uur zag je ze vóór de kazerne d taan, turende naar de deur, en er waren er 1 lij, die men voor wijzer zou hebben aangezien, z ian wie men zou hebben verwacht, dat zij v vel wisten dat er geen Zwitsersche marine jestaat. Die gaven zich op het laatst toch nog c lir door te doen of het hun voornemen was ge- 1 veest langs de Kleverlaan Bloemendaal om te i loopen. Maar, er in geloopen waren zij toch. i Men schrijft uit Middelburg: * Een onbekend grappenmaker heeft ear van zijn werk gehad. Verschillende personen waren 1 met een behoorlijk gedrukt kaartje uitgenoo- ( digd om Zondag a. s. (de datum 1 April stond er niet bij vermeld) des middags te 1 uur op de Loskade alhier, tegenwoordig te ’ijn, om een proefrit mede te maken met de nieuwe stoomtram naar Domburg. Velen hadden aan de beleefde uitnoodiging gevolg gegeven, allerminst vermoedende, dat de 1 April-dag hun parten zou spelen. Een vreemde historie. Uit Brest meldt men het volgende : Den 20en Maart kwam het Nederlandsche stoomschip »Zaandam,” kapitein Engel, van Bona naar Newcastle, te Brest aan, om kolen in te nemen, en twee jonge Algerijnen , Ben Mohammed Ali, 21 jaar, en Ben Zalla, 18 jaar oud, die zich daar aan boord bevonden, gingen, zoodra zij aan wal kwamen, zich bij de politie beklagen over slechte behandeling welke zij zouden ondervonden hebben. Zij werden. zoo verhaalden zij, te Bona door den kapitein als kolenladers aangenomen. Maar zij vielen in het ruim van het schip in slaap en werden eerst na verloop van 3 of 4 uren weer wakker, toen het schip al in volle zee was. De Algerijnen werden toen, naar zij verzekerden— en onze berichtgever laat die verzekeringen geheel voor hunne lekenmg — door het scheepsvolk mishandeld. Men verbrandde hunne papieren en sloeg hen met stokken en touwen. De een vertoonde, als bewijs, een wonde aan het hoofd. De Burgemeester van Brest liet de twee jonkmannen naar het stedelijk armenhuis brengen en men begon maatregelen te nemen om hen naar Algiers terug te zenden Maar de Algerijnen wachtten niet tot men die zaak voor hen in orde bracht. Zij hadden blijkbaar lust, eens wat van Frankrijk te zien en vertrokken uit Brest, over Nantes, Bordeaux en andere steden, naar Marseille. De bloembollen. Dat de natuur ten achter is bij verleden jaar, blijkt ook hieruit, dat ’t toen op den datum van gisteren, 2 April, den dag van het bezoek aan de bohenvelden was. Nu is er nog niets van te zien ; misschien eerst overveertien dagen. Hieters-Israëls. De Amsterdamsche correspondent van de N. C. meldt: In het land van de «grafteis» komen de oplichterijen natuurlijk op elk gebied voor, en dat op het terrein van de kunst allerminst veiligheid heerscht in Amerika, is overbekend. Het volgende brutale staaltje is voor Amerika’s «reputatie» op dit stuk weer een «frissche» bijdrage. De bekende firma Buffa hier ter stede treedt als verkoopster op van de werken van onzen schilder E. Pieters. Vóór geruimen ' tijd verkocht ze van hem een doek naar New' York, een interieurtje met Moeder en Kind. Daar kwam het stuk terecht in een verzame1 ling, waarvan de bezitter toevallig een trouwe ‘ klant van het huis Buffa is. Deze New-York[ sche verzamelaar na laat op een goeden dag 5 reproducties van zijn schilderijen maken en, 1 trotsch op zijn bezit, stuurt hij de gezamen1 lijke reproducties uit vriendschap ook aan de firma Buffa toe. Daar gelooft de heer Slag3 mulder, de leider der zaak, zijn eigen oogen 1 met 1 Uit de reproductie blijkt namelijk, dal ? de genoemde Pieters in Amerika een Josel 1 israëls is geworden! 1 De naam van der schepper van het schilderij is nergens meei e te vinden, maar duidelijk staat het er: José - Israëls 1 t De heer Pieters werd met het feit in kennii s gesteld en deze, voor wiens werk de truc no< min of meer vleiend mag heeten, heeft ii r overleg met den heer Slagmulder den Ameri ), kaanschen verzamelaar kennis gegeven, da n zijn Israëls geen Israëls, maar een «gewone: » Pieters is, en dat hij dus door dezen ot genei New-York-mhen kunstkoopman, die de naams k verandering heeft «uitgevoerd», is bij den neu Is genomen. :r Aan den overkant kan dit muisje dus no; wel een staart hebben. Wat in «a name it zit moet voortaan aan een Amerikaan maa ls niet meer worden gevraagd 1 ’t Zou aanstoc kunnen geven. ip - '
"Binnenland.". "Bredasche courant". Breda, 1906/04/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 20-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326081:mpeg21:p00001
SPORTROMAN DOOB W. MEIJER—FöRSTER, 41 Haar trillende handen sloten als ijzeren klemmen om zijn hals; hij poogde ze los te maken om een oogenblik adem te scheppen en na te denken, maar haar zwakke krachten schenen zich te verdrievoudigen. Geen raad wetend hief hij M^rie in zijn armen en droeg haar de steenen trappen van het tooneel af. Maar een gedachte beheerschte hem; weg, van deze eenzame, verlaten plek en terug naar den straatweg waar hij allicht hulp vinden zon of een rijtuig dat haar naar huis bracht. Met groote, snelle passen liep hij een der door hagen omzoomde lanen door, zacht en sussend tot haar sprekend als ware ze een kind: iKalm en rustig, schutje, nu moet je heel bedaard zijn, heel stil —” toen een tweede laan, een ^derde, hij was verdwaald. De eenige meters hooge hagen beletten naar alle kanten het uitzicht en toen Joseph een duizend schreden verder eindelijk de lanen achter den rug had, stond hij voor de weilanden van Limmer. Hij was een verkeerde richting ingeslagen en moest nu nogmaals heel het breede park doorloopen. Een oogenblik bleef hij staan om adem te scheppen. Het was of de zon met verdubbelden gloed scheen, het zweet parelde van onder zijn hoed en liep met stralen langs zijn gezicht Joseph nam den terugweg aan, telkenmale als hij hijgend zijn pas inhield sloot Marie die voortdurend wartaal sprak, haar armen venster om zijn
hals als vreesde ze in zulke oogenblikken van hem te worden weggerukt. Hij liep laan in, laan uit! De fijne aderen in zijn oogen zwollen, zijn knieën knikten. Daar lag het kleine komngstooneel weer voor hem. Stil en eenzaam als te voren. Met een hoonlach zagen de steenen gezichten der góden op hem neer. Hij kon niet verder. Uitgeput, wanhopig viel hij op de bank neer. Met gesloten oogen en open, naar adem snakkenden mond leunde hij achterover en Marie’s geprevelde woorden schenen als van verren afstand tot hem te komen. Maar angst, medelijden en vertwijfeling dreven hem voort. Alsof ze kleiner en teerder werd kromp Marie bevend en bibberend in elkaar, de woorden zwakker en zachter, kwamen met langer tusschenpoozen over de trillende lippen, hielden op, werden gevolgd door een hartverscheurend weenen. . Hij voelde den verzengenden gloed der zon niet meer, met strakken blik en zijn last in zijn armen schreed hij voort. Met een uiterste krachtsinspanning gelukte het hem zijn onrust te bedwingen en op den weg te letten Na eenige honderden schreden lag de laatste haag achter hem en bereikte hij een breede laan met eeuwenoude boomen — nu wist hij den weg. Die boomgroepen en gazons daarginds, aan gene zijde van het water behoorden tot den Georgetuin en links aan het einde van de laan lag het slot. Op een bank zat een kindermeisje en breide terwijl een paar jongens en meisjes, die aan haar zorg waren toevertrouwd met den bal speelden. Zij schoof verschrikt op zijde toen hij met de vrouw in zijn armen op de bank toetrad. Zijn hoed was afgevallen, zijn boord aan een zijde platgedrukt, zijn zijden das losgetrokken. Hijgend zeide hij: rit »U moet me een dienst bewijzen juffiouw, en een rijtuig voor me halen, Deze dame ia zeer ziek.”
Het meisje verstond hem niet, hij was verplicht zijn vraag te herhalen. Toen rolde ze haar breiwerk op, riep de kinderen en snelde haastig weg. Twee andere kinderen, wier moeder zeker ergens in de nabijheid zat, Kwamen voorbij, bleven nieuwsgierig stilstaan en beschouwden Joseph en de zieke met groote oogen. Een oogenblik later liepen ze weg en speelden verstoppertje in de laan zonder zich meer om het tweetal te bekreunen. Terwijl de arme zieke rillend van de koorts in zijn armen lag volgde Josephs blik bet heen en weer loopen der kinderen. Het waren een aardige, flinke jongen en een iets kleiner meisje, beiden keurig en elegant gekleed, hij in een matrozenpakje met korte zwarte konsen, gele knooplaarsjes en bloote beenen. Ze konden zeven jaar oud zijn. Toen Joseph destijds van Duitschland afscheid nam, waren beiden waarschijnlijk nog niet geboren. »Dit is het nieuwe geslacut,” dacht hij, sonze plaatsvervangers, de mannen der toekomst. En wij zijn de afgedankten, de waardeloozen.” s Marie,” riep de jongen, szoek me.” Marie. — Joseph luisterde scherp. Hoe zou de jongen heeten f Misschien wel Joseph. Maar hij kwam het niet te weten. De kinderen snelden weg, in de verte zag hij hen over de omheining springen en ondanks het strenge verbod over het grasveld loopen. Was het niet gisteren dat hijzelf zulk een wilde jongen was? Niet twee jaar dat Marie er uitzag als het kleine ding daar in haar kort japonnetje? Neen. Niet gisteren. Twintig jaar. Een menschenleven Een oogenblik had hij het gevoel ; dit alles is niet waar, het is een benauwde droom ! Als kon hij Marie wakker schudden en zeggen: »Kom, Mieze, we gaan verstoppertje spelen of —” maar | op hetzelfde moment ging een rilling hem door de leden,
Niets van een droom I Hij hield geen klein meisje in zijn arm, maar een stervende vrouw ! Na eenigen tijd kwam het rijtuig werkelijk aangereden, een zeer elegante landauer met twee armzalige, uitgemergelde paarden. Op het rood fluweelen kussen zat heel trotsch het kleine d:enstbodetje met de beide meisjes naast zich, de twee jongens za'en op den bok aan weerszijden van den koetsier. Het geheele gezelschap toonde zich zeer teleurgesteld dat de korte heerlijkheid ten einde was. Aarzelend stegen ze nit het rijtuig, met zware harten klauterden de jongens van den bok, toen trad Joseph naderbij en legde Marie op de kussens. Hij dekte haar toe met de paardendeken, dien de koetsier verbaasd en flegmatisch hem aanreikte Hij girig op de andere bank zitten en terwijl bet dienstmeisje en de kinderen met open monden hen aangaapten, trok de koetsier op bevel van Joseph met veel moeite en drukte de kap omhoog. De raampjes werden opgetrokken, de portieren gesloten en als een nauwe kast, een zwarte doodkist sloot de donkere kap om hen heen, «Hul” riep de koetsier met zijn zweep knallend. De magere paarden trokken aan en gingen stapvoets door het muile zand van de laan. Ze naderden een poort met hooge, ijzeren staven: de poort van het Koningspark. Nu reden ze er door; nu begonnen de paarden op den straatweg te draven ; nu lag Herrenhausen achter Joseph en Marie. Nooit meer zouden ze hier terugkomen. Nooit meer. HOOFDSTUK X. Jane zat in een zwart, eenvoudig costuu n tusschen vijf of zes dames, eveneens eenvoudig in
het zwart gekleed terwijl al andere aanwezigen boute, schitterende uniformen droegen. Excellenties en generaals, de borst met ridderorden versierd, stonden op den voorgrond naast Albreoht von Heidenstamm, terwijl achter hen een schaar officieren dicht aaneengesloten zich bevond. Alles prijkte in goud en rood, in zilver en biauw, In het begin luisterden allen in diepe stilte maar toen de geestelijke zijn rede breed uitspon, werd de aandacht minder en begon de eigenaardige beweging van menschen, die vermoeid van het langduiig staan van tijd tot tijd nu den eenen dan den anderen voet verzetten. De sporen rinkelden en de sabels kletterden, wel is waar elk maar eventjes en zacht, doch te zamen klonk het tamelijk luid. Twee der aanwezigen vormden in hun donkere kleedmg een scherp contrast met het bonte, stralende gezelschap, de pastoor en Joseph. De pastoor echter troonde afgezonderd van allen op een verhevenheid naast de met bloemen overdekte lijkkist, terwijl Joseph in zijn zwart pak eenzaam stond te midden der glinsterende uniformen. ten tijdlang zat Jane stil, recht voor zich uitkijkend naar de bloemen en de zes groote waskaarsen, wier dunne, spichtige vlammetjes flikkerden in het helle zounelicbt. Zij voelde hoe de blikken der officieren op haar waren gericht, nieuwsgierige spotachtige, begeerige blikken, zij was echter niet in een stemming om acht te slaan op hen. Ze was treurig. De sombere ziektedagen, het sterven en de loodzware, plechtige stemming hadden haar ontroerd. Het een was zoo snel het andere gevolgd, dat ze nauwelijks een oogenblik tijd had gevonden om over zichzelf en Joseph na te denken en over datgene wat nu volgen zou. Ja, wat zou er nu volgen P Zij richtte haar blik op Joseph, die met doodsteek, strak gelaat op verren afstand van zijn broeder stond. (Wordt vervolgd.)
"HORDENREN". "Bredasche courant". Breda, 1906/04/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 20-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326081:mpeg21:p00001
Reclames betreffende de bezorging dezer ( ourant,
gelieve men tjdig op te geven aan ons bureau, tiroote Markt 33.
Veranderingen in advertentiën gelieve
men sieeas op uen aag aer uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan Aan onze lezeressen. HEDEN VERSCHEEN een nieuw boek van CORXKÏ.IK VOOKIMVIL Juffrouw Wpsté’s Uitstapje. Prijs ingenaaid ƒ 0,75. Gebonden ƒ1. VOORHANDEN IN: BROESES Boekhandel Groote Markt 33 Breda. De ondergeteekende wenscht te ontvangen van BROEbES Boekh , Groote Markt 33 te Bre a Cornelie Noord w al Jiffsoow Vjjnstedti's Uustanja Gil fl lm 10.75 WOONPLAATS. NAAM.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1906/04/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 20-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326081:mpeg21:p00001
Onder de Fransehe sjeest el ij en. die op grond van de wet op scheiding van Kerk en Staat pensioen of onder>teuning hebben verzocht behooren tot dusver de aarts issebop pen van Avignon en Sens en de bisschoppen van Amiens, Colois, Langres, Meaux, Moulins, Marentaise en St. Flour. Daarentegen heeft den bisschop van Beauvis, zijn geestelijken verboden pensioen- of ondersteuningsaanvragen in te zenden, zoolang de Paus zich over de houding door de geestelijkheid tegenover de wet aan te nemen, niet heeft uitgesproken. De conferentie te Algeciraa is geëindigd. Zaterdagmiddag, na een zeer lange bijeenkomst; is het besluit gevallen, dat op alle punten volkomen overeenstemming tusschen de gedelegeerden der mogendheden blijk geelt. En daarmede is een quaestie, die ruim anderhalf jaar Europa in spanning heeft gebracht, geëindigd. De aanleiding er toe werd gevonden in de Fransch Engeische overeen komst van 1904, waarbij Engeland, in ruil voor de erkenning zijner rechten in Egypte door Frankrijk en voor de regeling van verschillende hangende quaesties, Frankrijk de vrije hand liet in Marokko. Op grond van die overeenkomst meende Frankrijk gerechtigd te zijn in Marokko als hervormende macht op te treden. De minister Delcassé, die de overeenkomst met Engeland had tot stand gebracht, was in de onderstelling, dat die overeenkomst geenerlei bevestiging of bekrachtiging behoefde en nam dientengevolge maatregelen voor de »pénétration pacifique” van Marokko, de langzame en geleidelijke annexatie van het Moorsche gebied door Frankrijk. De overige mogendheden zagen klaarblijkelijk het gevaar van dit optreden niet in. Slecnts Duitschland begon te vreezen voor wat men in Berlijn noemde: »de Tuniseenng van Marokko” — en toen de Fransehe gezant Taillandier de — later bestreden uitdrukking bezigde; dat Frankrijk als mandataris van Europa optrad, kwam Duitschland in het strijdperk. Het verklaarde, dat hervormingen in Marokko heel nooligwaïvn, doch dat die slechts konden worden ingevoerd met behoud van den souvereiniteit van den Sultan, van de integriteit van het Marokkaansche grond ebied en van liet beginsel der open deur, d. w. z. van de gelijke behandeling van alle mogendheden Bovendien beriep de Duitsehe reg-eriog zich op den door Engeland in 1871 gestelden regel: stiet is een grondstelling van het volkenrecht, dat geer: mogendheid, zonder toestemming der andere contracteereride mogendheden, zich kan vrijmaken van de verplichtingen van een gesloten verdrag of de bepalingen daarvan kan wijzigen”. Het wees er op dat in 1880 een conferentie was bijeengeroepen van de Europee- che mogendheden, ter bespreking van de Maiok kaansche quaestie Die conferentie ha l geleid lot de conventie van Madrid van 1880, die ook door Engeland en Fiankrijk was onder teekend. Noch Engeland, noch Frankrijk hadden het recht zich van de bepalingen dier conferentie los te maken, zonder de toestemming van de andere contracteerende mogendheden. Een arnbielijk communiqué deelt mede dat in de namiddagzittmg van gisteren het ontwerp van het algemeene verslag der conferentie, voorbereid door de commissie van revisie, is voorgelezen. De tekst ervan werd goedgekeurd en de onderteekenmg vastgesield op Zaterdag De con(erentie besloot Malmusi, den gevolmachtigde minister van Itahë in Marokko, te verzoeken de opdracht te aanvaarden om zich naar Fez te begeven ten dnde degoedkeuiing van den Sultan te verkujgen ten aanzien van de besluiten in het algemeen verslag van de conferentie vermeid. White, de afgevaardigde van de Vereenigde Staten, uit den wensch, dat de Sultan naat regelen zou nemen, om den toestand der Israëlieten in Marokko te verbeteren. Alinodovar, de voorzitter, deelt mede dat alle afgevaardigden zich bij dezen wensch aansluiten. Nicholson, de Engelsche afgevaardigde, uit den wensch, dat de slavernij in Marokko geheel en al worde afgeschaft. Het Pruisische Huis van afgevaardigden verwierp bij hoofdelijke stemming met 188 tegen 81 stemmen het voorstel der vrijzinnigen lot invoering van liet algemeene, geiyke en directe kiesrecht.
Vóór stemden de vrijzinnigen, het Centrum en de Polen, Het huis nam de regeeringsontwerpen betreffende de vermeerdering vah het aantal leden van het Huis, de wijz'gingen van de kiesdistricten en die betreffende de wijziging van de voorschriften over de wijze der verkiezing aan. Uit verschillende deelen van Bualand komen weer verontrustei de b richten, die be wijzen zijn van gistingen van groote onveiligheid. Te Berditschefs (gouvernement Kief) drong een bende van twintig roovers de woning binnen van een rijk industrieel en stal 3000 roebel, diamanten en gouden sieraden. Te Lomsha verraste de politie des nachts in de woning van een schoenmaker, een vergadering van leden van den «Bond» ; 51 menschen werden gearresteerd. Overste Gladyschef werd Vrijdagmiddag in een straat, in het centrum van Smolensk, doodgeschoten. Anarchisten drongen te Odessa den winkel binnen van een handelaar in haver en eischten geld. Toen dit geweigerd werd, vuurden zij eemge schoten, doodden een bediende en verwondden een familielid van den winkelier. Eén lid van de bende, een vrouw, werd gevangen genomen. Verschillende Joodsche families verlaten Kief. Het gerucht gaat dat er tegen Paschen weer Joden-vervolgingen op touw zijn gezet. De autoriteiten hebben maatregelen getroffen, om, voor het geval het werkelijk tot onlusten ornt, deze luachtig te onderdrukken. Met steeds groote zekerheid wordt in Peters"Ui'g geiekend op een spoedig aftreden van Sfra»f Witte als minister president. Volgens het liberale blad «.-luw: i boezemt de gezondheidstoestand van Witte ernstige bezorgdheid in. Verschillende artsen, onder wie een bekende zenuw specialiteit, hebben hem dringend een langdurige rust voorgeschreven. In de laatste dagen uitte de zenuwoverspanning van den mmister-presidentzich m gevaar ijkesymptouen. Hij zelf zei tot een zijner vrienden dat hij zich zeer aangegrepen voelde door de ontzet teode drukte en de ondervonden teleurstellingen. Wanneer hij van den zomer verlof nam, zou hij misschien weer in staat zijn in den herfst het werk te her latten. Volgens een andere lezing zou graaf Witte gezegd hebben: «Mensebelijke krachten zijn niet in staat aan den tegenwoordigen stand van zaken leiding te geven. Nergens vind ik steun. Iedereen crniseeri, maar niemand wil werken. Alle klassen van de maatschappij zijn tegei mij en ik kan op niemand meer tekenen». Het Petersburgsche Telegraafagenisciiap spreekt de gerucht-n omtrent Witte s minder goeden gezondheidstoestand besust tegen. t.eizer Wilhelm nam gisteren deel aan den intocht van het tweede Westfaalsche huzarenregiment in il© nieuwe gparolzoensplatits CCrefeld. De keizer het zich vervolgens de mijnwerkers, behoorende tot de reddingsploeg die te Gourrières heett gear beid , voorsteden. Hij betuigde hun zijn hartehjken dank, bewondering en waardeering en zeide ; gij hebt getoond, dat over de grenspalen heen, er iets is, dat de volken verbindt, van welk ras zij
ook zijn, dat is de naastenliefde Gij hebt de geboden van onzen Heiland gevolgd. Het heeft ons allen hartelijk verheugd ; wij danken u voor uwe opofiermg, in de eerste plaats voor uwe doodsverachting, waarmee gij voor vreemde broeders in de mijn zijt afgedaald. De keizer overhandigde daarop den mijnwerkers onderscheidingen. In het Casino ontving de keizer de Nederlandsche deputatie, bestaande uit generaal Bergansius, generaal Smeding en den overste Westenberg. Generaal Berganisus sprak den keizer in de Fransehe taal toe, hij werd dooiden keizer beantwoord De keizer verleende generaal Bergansius het grootkruis van de orde van den Rooden Adelaar, generaal Smeding de orde van den Rooden Adelaar met de kroon , overste Westenberg de kroonorde 2e klasse. Aan tafel zat generaal Bergansius naast den keizer. Z. M. bracht een hoera uit op koningin Wilhelmina.
"Algemeen Overzicht.". "Bredasche courant". Breda, 1906/04/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 20-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000326081:mpeg21:p00001