Eerste Blad.
zc Mr. G. Vissering, directeur van de Nederland- dt sche Bank, iheeft dezer dagen het gebruikelijke de jaaroverzicht van deze bank gepubliceerd, en natuurlijk bestaat voor de beschouwingen van ^ eert autoriteit als de president eener centrale n‘ bank vooral in dezen tijd veel belangstelling. We willen natuurlijk aan de autoriteit van mr. Visse- dj ling niets afdoen, maar we moeten toch zeggen, 9j dat zijn jaarverslag ons niets wijzer heeft ge- D maakt. Als de president van de Nederlandsche bi Bank zegt, dat de malaise in ons land minder d scherp is dan elders, dan zijn we het daar vol- ™ komen mee eens, maar dan moeten we er bijvoegen, dat we dat allemaal reeds langs wisten. J Als oorzaken van de gunstiger positie van ons d land geeft mr. Vissering dan aan, dat we buiten d den wereldoorlog zijn'gebleven en dat ook van ^ 'een inflatie van het ruilmiddel ten onzent geen sprake is geweest. Nederland pleegt zijn i,nko- t; men uit een zeer gevarieerde reeks van bronnen d te betrekken. Bovendien verkeerde het bedrijfs- n leven ten onzent bij' het intreden der depressie over het algemeen in gezonde conditie, mede s doordat een aantal niet levensvatbare bedrijven 8 onder den invloed van de vorige crisis, die een ” einde maakte aan de boom-periode 1919-1920, ^ ten onder iwas gegaan. Ook het feit dat Nederland tot dusver aan het beginsel van den vrij- z handel is blijven vasthouden, heeft volgens mr. Vissering, hier stellig een invloed ten goede uit- j geoefend. We zullen niet gaan disputeeren, of ^ het vrijhandelsprincipe voor ons land nog wel \ het beste is. De vaderlandsche economen ver- e schillen in dit opzicht zeer aanmerkelijk van ge- 1 voelen. Maar als een autoriteit als de president } van de Nederlandsche Bank zulke dingen neerschrijft, dan verwacht ge natuurlijk enkele be- ^ wijzen ter staving van deze bewering. Maar deze ontbreken geheel in het jaarverslag. Gaan f we nu de feiten na, dan gelooven we dat in , dezen tijd van tolmuren wel wat al te streng , aan het sChoone beginsel van den vrijhandel wordt vastgehouden. In de economische statis- j tische berichten wordt er op gewezen, dat het < buitenland zooveel krantenpapier invoert, terwijl i onze vaderlandsche industrie lijdt onder een groot gebrek aan orders. De schoenenindustrie ^ klaagt er over, dat de invoer van buitenlandsch j schoenwerk in ons land zoo toeneemt, terwijl de j Nederlandsche industrie haar bedrijven moet stop zetten. Frankrijk zint er op om de invoer van Nederlandsche steenkolen met 1 % ton te verminderen, waardoor de Nederlandsche mijnen hun productie met Vio gedeelte zullen moeten verlagen. Terwijl de uitvoer van Duitschland en Engeland in Frankrijk met 5 pet., uit België met 25 pet. wordt verminderd, wordt Nederland met een percentage van 50 getroffen. Toch kunnen de Fransche producten hier ongehinderd worden ingevoerd, want wij blijven aan het beginsel van den vrijhandel vasthouden. Nogmaals we erkennen graag den heer Vissering als een knap financier, maar als hij rnededeelingen doet zonder bewijzen aan te halen, | welke deze mededeelingen staven, dan hechten wij toch meer waarde aah de feiten, welke tot heel andere conclusies voeren. -O —
"Sprekende voorbeelden.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/06/30 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506082:mpeg21:p00001
"Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/06/30 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506082:mpeg21:p00001
Frankrijk aanvaardt In principe het voorstel-Hoover. — Van Hoover’s eisch: geen reserves trekken de Franschen zich niets aan. — Onderhandelingen met Stimson en Mellon.'— Een belangwekkend Belgisch plan om te komen tot verbetering van Europa’s economische organisatie. — Algemeene belangstelling bij de Volkenbondscommissie. — De binnenlandsche en de buitenlandsche politiek der Italiaansche regeering. — Een opvallende tegenstelling. De Fransche Kamer heeft uren lang beraadslaagd over het plan van Hoover. Zooals gewoonlljk was Louis Marin, leider der nationalistische rechterzijde, die felste bestrijder. Hij ci kleineerde zooveel mogelijk de beteeikenis van p Hoover’s daad en stelde het voor, alsof jmet v Frankrijk’s geld het herstel van het Duitsche bedrijfsleven bekostigd wordt! ® De kwestie van den Duitschen pantserkruiser v kwam ook in ’t geding en ’t zag er leelijk uit voor de regeering, toen Herriot kwam betoo- n gen, dat hij en de radicaal-socialisten tegen P zouden stemmen, omdat Frankrijk ten slotte c den Duitschert pantserkruiser zou betalen, als t' de Kamer het plan-Hoover zou aannemen! Dit r* maakte indruk op de gemoederen! Maar het zijn merkwaardigerwijze de soda- 11 listen geweest, die het kabinet Lava! voor een J nederlaag behoed hebben! Hun leider Leon Blurn motiveerde zijn hou- ^ ding aldus, dat de Fransche socialisten zich * steeds op het standpunt hebben gesteld, dat Duitschland slechts de aangerichte schade moest betalen. Had men Duitschland niet door over- ‘ dreven' lasten gedrukt, dan zouden de tegenwoordige moeilijkheden' niet bestaan. Blurn herinnerde de Kamer aan den 19en Juni, den zwarten dag van de Rijksbank, en verklaarde, dat ’ onder zulke omstandigheden het verlangen, dat de onvoorwaardelijkë annuïteit betaald' zal wor den, gelijk staat met een financieel© Roerbezet- J ting. . . j Men kan van Duitschland' geen verdere betalingen verlangen, vóórdat het vertrouwen in de •stabiliteit der Duitsche financiën en het economische leven is 'hersteld. Dit vertrouwen brengt het voorstel van president Hoover, dat een straal van hoop voor de / geheele wereld is. Frankrijk moet daarom zijn ’ medewerking verleenen en zich aan het hoofd van een actie ten gunste van Duitschland stellen. De schatkist van het Duitsche rijk bevindt zich in groote moeilijkheden. Verder zijn er 4% millioen werkloozen in Duitschland. Frankrijk moet Duitschland in zooverre helpen, dat er eert einde komt aan de werkloosheid en de afzetcrisis. Het moet er een eer in stellen, een zoodanig plan van hulpverJeening uit te werken. Doch politieke samenwerking veronderstelt den waren vrede, die m ’n bewapend Europa niet mogelijk is. Daarom moet in de eerste plaats ontwapend worden. De wereld wenscht vrede, vrijheid en veiligheid! Na een debat dat 15 uren duurde, viel de beslissing. Met 386 tegen 189 stemmen werd een motie aangenomen, waarin de Kamer de regee; ringsverklaring goedkeurde, haar vertrouwen m : het kabinet betuigde, dat de regeering van het■ geen in het Young-plan is vastgelegd en aan de onvoorwaardelijke betalingen niet zou laten [ raken en een politiek van samenwerking zou ! Deze beslissing beteekent dus, dat Frankrijk het voorstel van Hoover aanvaardt, snaar dat 1 het de onvoorwaardelijkë annuïteit van 660 mii; lioen mark van Duitschland eischt, waarna 1 Frankrijk dit bedrag zal terugbetalen 'aan. de r Bank voor Internationale Betalingen te Bazel, ï De Franschen trekken zich dus niet veel aan i van Hoover’s eisch: geen reserves! Hierover i zullen dus de onderhandelingen met Stimson en 1 Mellon loopen. Eerst tijdens deze besprekingen ■p zal kunnen blijken, of en zoo ja in hoeverre, 4 president Hoover bereid is, af te wijken van zijn grondgedachte ten opzichte der Fransche reserd V€st _ * * * Thans is het de Belg Francqui die nieuwe plannen heeft gepubliceerd om te komen (tot ’ verbetering van Europa’s economische organi’ satie, welke als voorstellen bij den Volkenbond " zijn ingediend. Hij betoogt allereerst de oprichting eener internationale credietbank, die credieten op langen termijn kan verleenen, waardoor indirect de organisatie van het crediet op korten mi middelmatig langen termijn zich beter kan ontwikkelen. ,, , . -f De meest onmiddelTijke resultaten ziet Francqui ïm een internationale organisatie van het eredietrwezen naar het voorbeeld van de r- Belgische Algemeene Maatschappij voor Industrieele Credieten, die te Brussel is gevestigd :n en zooals er o.a. ook In Nederland een maatts schappij bestaat. De internationale instelling ;n zou credieten op langen termijn verleenen dooi :h het diseonteeren van credieten, op korten o' a. langen termijn, door particuliere bankinstellingen verleend, en zou dus voor oeze bnnikinstele" lingen zijn wat een centrale emissiebank in eer s” land is voor de handelsbanken van dat land ter ii- opzichte van credieten op korten termijn voo: e- binnenlandsche behoeften. / Francqui is van meening, dat het kapitaal de nieuwe instelling, in de eerste plaats in het bei d- lang van haar prestige, en verder voor de ga e- rantie der obligaties, die zij zal uitgeven, vrl a- groot moet zijin en hij noemt in dit verband he
cijfer van 100 millioen dollars, dat geheel ge- li plaatst, doch waarvan slechts 10 % gestort zou d worden. _ ^ Den banken en industrieën, 'die het meeste d belang bij de transacties hebben, zal worden verzocht het kapitaal te plaatsen. d Verder zal de bank obligaties uitgeven voor v niet meer dan vijf maal de waarde van het ge- d plaatste kapitaal, teneinde, wanneer ihet finan- d deel vertrouwen voldoende is hersteld, in staat d te zijn de uitgegeven teerlingen te eonsplidee- s ren. Francqui meent, dat deze regeling het meest t nuttig effect zal sorteeren. Er zijn nog twee r middelen,, zegt hij, n.L verlaging van douane- c tarieven en organisatie van trusts en cartels, waardoor men! in dustrieele eenheidsfronten r ~~Ülen verlaging der tarieven zal een aanzien- ’ I lijken tijd in beslag nemen, al moet op het be- 1 lang der onderhandelingen, die aan den gang ; . zijn, de nadruk worden gelegd. 1 Ten opzichte vart cartels en trusts wijst ; Francqui op de nadeelen, die hieruit zouden 1 l voortvloeien voor exportlanden, zooals Enge- i t land1, Nederland en België, aangezien cartels ge- < . baseerd zijn óp de bescherming der nationale < markten. Daarom ook betwijfelt Francqui of cartels wel een verlaging der douanetarieven . brengen. . , iHet is ontegenzeggelijk een uiterst belang- i wekkend plan, dat Francqui hier onthuld heeft en de Volkenbondscommissie, belast met het onderzoek van het voorstel, heeft reeds drie „ subcommissies benoemd, die onmiddellijk aan ï den arbeid tijgen; een voor de handelsbetrek4, kingen, waaronder de tariefskwesties en tollinies; de tweede Voor cartel- en trustsvorming en de derde voor het voorstel-Francqui. t Het principe van Francqui’s plan heeft reeds de algemeene instemming der commissie gevon^ den• * • n Tussdhen de binnenlandsche en de buiten_ landsohe politiek der Italiaansche regeering bestaat een opvallende tegenstelling. De eerste n wordt beheerscht door een zich blind-staren van „ het fascisme op de in zijn ook gebiedende noode zakelijkheid en onvergeiijkelijke schoonheid van de staatsalmacht. De tweede toont een ^ waardige scherpte van inzicht en soepelheid n van beweging. Zij heeft Bulgarije gemaakt tot J een soort vazaltstaat, vervormd door de betoom. vering harer millioenen 1— een leening van, tien L millioen gouden francs per jaar gedurende een, n tijdperk van tien jaren — Albanië tot een Itan liaansche provincie en schijnt ook voornemens in Hongarije op te nemen in den vriendenkring door middel van een huwelijk van de jongste |!k dochter des konings Maria met aartshertog ^Hoelang zullen Roemenië en Joego-Slavië | zich tegenover den wassenden invloed van Italië le in Zuid-Oost-Europa nog afhankelijk kunnen staande houden?
"Buitenlandsch Overzicht.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/06/30 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506082:mpeg21:p00001
De bevolking onzer gevangenissen. — Dalende cijfers. — Neemt de criminaliteit onï der ons volk af? — Factoren, die bij de bet antwoording van deze vraag mee moeten tellen. — Zetel- en stemmenwinst bij de raadsverkiezingen in heel Nederland. Een „soort” statistiek. — Die niet geheel zonder r belang is. — De communisten de laatste :t vier jaren niet vooruit gegaan. n :- Het is bekend, dat de bevolking onzer gevangenissen de laatste jaren steeds verder inknmpt. :t De gevangenisstatistiek over 1929, die pas is n uitgekomen, brengt ons weer merkwaardige gele gevens, welke alleszins vermelding verdienen, i- Het jaar 1920 was het topjaar der criminalid teit; in dat jaar waren er op het einde des jaars t- 6902 mannen en vrouwen in de gezamenlijke g gestichten geteld; dan gaat ket regelmatig naar » beneden. In 1921: 5892; 1922: 5745; 923. >f 5437; 1924: 5236; 11925: 5097; 1926: 4840, 1927. i- 4613; 1928 : 4255; en dan 1929 : 3971. 1- Kunnen we deze cijfers zonder meer aanvaar:n den als een bewijs, dat de criminaliteit onder :n, ons volk afneemt, dat minder vergrijpen tegen Dr de Strafwet plaats hebben en. dat dus het zedelijk gehalte der bevolking stijgt? er Helaas, dat gaat niet al zouden we ook e- graag willen. Er zijn andere factoren, die In a- dezen mede moeten tellen, rij Zoo is het toc/h bekend, dat juist in deze jaet ren het instituut der voorwaardelijke veroordee-
ling is ingesteld, dat, afgezien van de vraag of dit al dan niet voortreffelijk werki, in elik geval mede oorzaak moet zijn, dat er minder veroordeelden in de kerkers terecht komen. Verder meenen we, dat er een algemeene tendenz baan brak, ook in ons land, die de schuld voor sommige delicten veel lichter aansloeg en deswege de opgelegde straffen verkortte. Zoodat het veel voorkomt, dat er thans straffeloos daden gesteld worden, die vroeger gevangenisstraf opliepen. Deze opmerkingen meenden we te moeten laten voorafgaan, nu we hier een stukje overnemen uit de „Standaard”, die een artikel aan de dalende cijfers wijdt. Ze zegt o.a.: „Negen en dertig honderd een en zeventig mannen en vrouwen waren alzoo in Nederland bij de jaarwisseling 1929—1930 krachtens bevel van den strafrechter beroofd van de vrijheid. Mannen en vrouwen! — maar wel overtrof hier zeer sterk het mannelijk element het vrouwelijke in criminaliteit. Terwijl over het algemeen genomen de vrouwelijke bevolking van Nederland talrijker is dan de mannelijke, staat het met betrekking tot straf en misdadigheid:, juist omgekeerd. Verbluffend is het te constateeren, dat tot deze 3971 gedetineerden slechts 72 vrou wen behooren en 3899 mannen. Niet méér dan 72 vrouwen zaten opgesloten, nauwelijks 2 pCt. vormen zij van de veroordeelden — zoo’n laag cijfer is nog geen enkel jaar bereikt. In 1920 telde de strafkolonie van de vrouwen nog een bevolking van 248; successievelijk daalde zij tot 72. Zoo neemt dan in het droeve leven der misdadigheid de vrouw een lichtende positie in. a Wel schijnen crimineele en justitieele statistiek een sprekend protest te uiten tegen het harde woord van Schopenhauer: „ongerechtigheid is het hoofdgebrek der vrouw”. . De bezetting der strafgestichten verminderde in der jaren loop zoo sterk, dat tot opheffing en buitendienststelling van enkele gestichten werd overgegaan. Zoo werd in 1927 de strafgevangenis te Zutphen opgeheven, in 1928 die te Alkmaar buiten werking gesteld en in 1929 is een groot deel van de strafgevangenis te Utrecht aan den dienst onttrokken. Het harde leven in de cel benauwt dus heel wat kleiner aantal.” * * * Het „Volk” heeft een soort statistiek gemaakt over zetel- en stemmenwinst bij de Raadsverkiezingen in heel Nederland. Een „soort” statistiek i zeggen we, omdat deze bijeentelling niet veel zegt, wijl er zooveel ongelijksoortige grootheden bijeengeteld worden. Dat heeft het blad zelf ook begrepen, want het groepeert de gemeenten in 4 categoriën: boven de 20.000 inwoners, van 20 ■ tot 50.000, van 50 tot 100.000 en boven de 100.000. J ... ,, ■ Toch is 'het overzichtje, juist omdat bijna alle i groote gemeenten daarin zijn opgenomen, niet [ zonder belang. De volgende percentages zijn daaraan ontleend: . . Raadsverkiezingen 1927 1931 S. D. A. P. 24.5 pet. 25.8 pet. R.-K. Staatspartij 20.5 „ 21.6 „ R.-K. Volkspartij 1.2 „ 0.8 „ Anti-Rev. Partij 12.7 „ 12.5 „ Christ.-Hist. Unie 10.5 „ 0.9 „ Vrijz.-Dem. 6.3 „ 5.9 >> Vrijheidsbond 11.4 „ 10.9 „ Communisten - 2.5 „ 2.5 „ Plattelandersbond 0.5 „ 0.2 „ Dit staatje is belangwekkend, wijl er o.m. uit blijkt, dat de Communisten de laatste vier jaren n niet vooruit zijn gegaan. !e n o-
"Uit eigen land.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/06/30 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506082:mpeg21:p00001
TRAGISCH EINDE VAN JEANNE D’ARC-FEESTEN. ’ De hoofdpersoon, een jong meisje, krankzinnig geworden. — Op den „brandstapel” in elkaar gezakt 5 Bij de Jeanne d’Arc-herdenkingen te Versail; les heeft zich een tragisch incident voorgedaan. r De feestcommissie aldaar had besloten, den lij• densrweg van Jeanne d’Arc op te voeren. Voor • d'e vertolking van de rol van de heilige was een jong meisje uitgekozen, dat zich reeds weken ■ te voren vurig toelegde op de studie van haar r rol. Volgens de toeschouwers is haar spel in11 derdaad aangrijpend geweest Toen men haar ten slotte naar den brandstapel voerde en het Bengaalsche vuur opvlamk de, stiet het meisje een, luiden kreet uit en zakte n ineen. Nog steeds waren de toeschouwers van meening, dat zij acteerde, zoodat men in luid ' applaus losbarste, . „ ., , Toen de actrice echter roerloos liggen bleef,
begon men eindelijk ongerust te worden. Toen men ging kijken, bleek dat het meisje in diepe bewusteloosheid verzonken was. Naar een ziekenhuis overgebracht, bleek zij krankzinnig te zijn geworden. In onsamenhangende zinnen riep zij steeds weer om hulp. Voortdurend meende zij zich door fakkel dragen de mannen omringd. De behandelende geneesheeren 'hopen echter het meisje, hoewel na een lange en moeilijke behandeling, te kunnen genezen. „STRALEN DES DOODS”. Een Duitsche vinding? Tijdens den wereldoorlog is 'herhaaldelijk sprake geweest van de ontdekking van stralen, die ontplofbare stoffen op grooten afstand tot explosie konden brengen. Deze zoogenaamde vindingen, die strijd met de thans gebruikelijke hulpmiddelen (kogels, granaten enz.) onmogelijk zouden maken, bleken echter alle gefingeerd. Thans beweert, volgens de Voss. Ztg. een Duitsöh ingenieur het raadsel werkelijk te hebben opgelost. Hij moet reeds geslaagde proeven hebben afgelegd door uit zijn laboratorium patronen, die tevoren op het vrije veld verspreid waren, tot ontploffing te brengen. BRAND IN EEN BIOSCOOP TE ÖALATZ. Paniek onder de toeschouwers. — De filmoperateur en zijn assistent ’n vreeselijken dood gevonden. In een bioscoop te Galatz is dezer dagen, doordat een film in brand vloog, een groote paniek ontstaan. Binnen enkele oogenblikken stond het projectiekamertje geheel in vlammen. De bediende slaagde er in uit de kamer te komen en onder hevig gegil stortte hij zich als een levende fakkel te midden van de toeschouwers, die in een woeste paniek de uitgangen trachtten te bereiken. Het lijk van den operateur is later geheel verkoold gevonden. Dank zij het snelle ingrijpen van de brandweer is erger voorkomen. VIJF WEGWERKERS DOODELIJK VERONGELUKT. En negen andere arbeiders gewond. — Uit den materiaalwagen geslingerd. Op het traject Savona—Turijn zijn bij een ernstig ongeluk vijf wegwerkers om het leven gekomen, terwijl negen andere arbeiders verwondingen opliepen. De arbeiders hadden in een tunnel een materiaalwagen met ijzer geladen en de wagen in beweging gebracht. Op het afloopend baanvak kreeg de wagen evenwel spoedig vrij groote snelheid, zoodat de arbeiders haar niet konden houden. De inzittenden werden uit het voertuig geslingerd, terwijl de wagen tenslotte over den kop sloeg. GRUWELIJKE SERIE. Moorden en doodslagen overal In Frankrijk. Uit Frankrijk komt bericht van een serie misda * den, die hoe kort ook verteld, toch nog een gruwelijke reeks vormen. Te Aubervilliers doodde een 41-jarige kellner zijn gewezen vrouw, een 34-jarige typiste, door haar met een hamer een vijftal slagen op het hoofd te geven. De oorzaak van dit misdrijf was jaloersheid. In Bois-Colombe leefde de 30-jarige electricien (Lambert, gehuwd en vader van één kind reeds gedurende twee jaren in onmin met zijn buurman, den 35-jarigen mecanicien Caron. Dinsdagavond kwam Caron zich bij de politie melden, met de mededeeling dat hij Lambert met een revolver had doodgeschoten. De mededeeling bleek helaas maar al te waar. Lambert werd dood in zijn woning gevonden. In de buurt van Toulouse heeft een 67-jarige boerenknecht zijn patroon en diens vrouw met geweerschoten gedood, waarna hij zich zelf • twee schoten in het hoofd trachtte te jagen, wat echter mislukte. Oneenigheid met zijn baas schijnt de aanleiding tot dit bloedig drama te zijn geweest Gedurende geruimen tijd was al onmin tusschen het echtpaar 'Poignant en hun schoonbroer, die met elkaar leefden op een boerderij op een dorpje in de nabijheid van Berst. Eemige dagen geleden stierf vrouw Roignant en de begrafenis was al vast gesteld, toen het den burge
meester ter o ore kwam, dat de vrouw vermoord zou zijn. Onmiddellijk werd een onderzoek ingesteld, dat tot resultaat had, dat de schoonbroer bekende tijdens een twistgesprek de vrouw met stokslagen te hebben vermoord. WELDADEN DER BEWONERS VAN COURCHELETTES. Ondanks de geleden Oorlogsschade. Het moeten gelukkige mensohen zijn in Courchelettes, het 651 zielen tellende dorpje in Noord-Frankrijk. Zij geven blijk van een levensblijheid', een onverwoestbare energie, een strijd tegen' het noodlot, die aller bewondering moet opwekken. En bovendien brengen zij op de meest altruïstische wijze de spreuk: het is beter te geven dan te ontvangen, in toepassing. In Frankrijk werden in December van Verleden jaar anti-tuberculose-zegels in den handel gebracht, die niet minder dan 21 millioen francs brachten in de kas van de organisatie, die den strijd tegen die volksziekte heeft aangebonden. Wat de departementen betreft, staat Doubs aan het hoofd, welks bewoners per hoofd ruim 12 zegels hebben gekocht Courchelettes houdt echter het record, wat de steden aangaat. De 651 bewoners hebben elk niet minder dan 266 zegels gekocht, om bij te dragen in de kosten van de bestrijding der tuberculose. Tevreden met het bewind, dat in hun plaatsje wordt gevoerd, zijn de bewoners van Courchelettes zeer zeker. Immers een burgemeester bleef 52 jaar aan het bewind, een tweede 12 jaar, een volgende 17 jaar en de huidige eerste magistraat is ai 18 jaar achtereen door zijn dorpsgienooten herkozen. In 1914 werd het dorp je door de Duitschers bezet, leeggeplunderd en platgeschoten. Toen in 1918 de bewoners naar het zoo zwaar geteisterde gebied terugkeerden, was er nagenoeg niets meer over van de huizen, zelfs waren de machines uit de fabrieken weggehaald, zoodat er absoluut geen levenskan sen bestonden. Maar te zamen trokken zij aan het werk, zwoegden aan den opbouw der huizen en het in cultuur brengen der gronden en nu zij de vruchten van hun werk plukken, denken zij weer aan die duizenden lijdenden, die zoo zeer den steun der gezonden noodig hebben. OPSTANDIGE BEWEGING IN DEN BELGISCHEN CONGO. „Toovenaars” als aanstichters. Reeds werdjbericht, dat er een opstandige beweging is ontstaan onder de negers in Kwango (Belgische Congo). De negerbevolking aldaar was nimmer geheel onderworpen aan de plaatselijke autoriteiten en blijkt thans in opwinding te zijn gebracht door zoogenaamde toovenaars, die de komst van den duivel predikten, om het geluk van (de negers te verwezenlijken en hun rijk bezit te brengen. De negers zagen daarop van allen arbeid af, die niet strékken kon om den duivel een goede ontvangst te bereiden. Anderzijds maakten zij zich op om de Europeanen te verjagen. De opstandige negers legden in hef oerwoudgebied eenige kleine wegen aan ten behoeve van het verwachte duivelbezoek. Daarbij deden sommige negers het voorkomen, dat zij langs deze wegen reeds talrijke geschenken van de hoogere macht gevonden hadden. En weldra steeg de opwinding in de dorpen ten top. In de vallei van de Loekoekoe kwamen een duizendtal gewapende negers bij elkaar. Het aantal negers in bedoeld gebied wordt op circa 15.000 geraamdu De vergaderde negers namen een dreigende houding 'aan tegen den districtsbeambte, die pas sinds enkele maanden in de streek verblijft. Daar deze beambte slechts over een paar soldaten beschikt, was hij genoopt per auto hulp te halen bij' den districtsbeheerder. Met een tiental soldaten keerde hij in de onrustige dorpen terug. De districtsbeheerder begaf zich 'persoonlijk met een geleide van 4 soldaten naar een der opstandige dorpen. Hij stuitte er op een 100-tal negers, aan wier hoofd een van de „toovenaars” stond, die den Europeaan met pijlen ontving. De opstandige negers verkeerden in den waan, dat zij onkwetsbaar waren. Het vuur werd geopend en de hoofdman der negers neergeschoten, waarop een algemeene vlucht volgde. < Een boot met 150 soldaten, onder aanvoering : van een Belgischen kapitein is uit Leopoldstad ; naar de roerige streek vertrokken. Alle man- 1 schappen stammen uit andere gebieden dan i Kwango.
"Buitenland.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/06/30 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506082:mpeg21:p00001