Eerste Blad.
e Laval en Btiand weer thuis. — Men hoede ’ zich voor overdreven verwachtingen der c Berlijnsche reis. — Opzienbarende verkle- f zingen in Hamburg. — De radicale partijen t gaan met de winst strijken. — Het oorlogs- [ gevaar tusschen China en Japan schijnt afgewend. —* Groote moeilijkheden te Genè- t ve. — Bij de beraadslagingen over het be- c wapeningsbestand. — Amerika eischt posi- I tieve verplichtingen. * ï Het bezoek der Fransche ministers aan Ber- | iljn behoort weer tot het verleden: Laval en Bri- j and zijn reeds weer thuis. , Het Is natuurlijk, nog te vroeg om een definitlef oordeel over de resultaten van deze histori- 1 sche twee dagen uit te spreken. Trouwens we hebben den lezer reeds uiteengezet, dat men 1 zich moet hoeden voor overdreven verwachtingen. Het onmiddellijke doel van Laval’s bezoek is geweest het vernauwen der economische betrekkingen tusschen Frankrijk en Duitschland en het schijnt dat dit doel bereikt is. 'Er werd n.1. te Berlijn een officleele mededeeling verstrekt . volgens welke als essentieel resultaat van de ^ hwprekingen een permanente Duitsch-Fransch commissie wordt ingesteld die bestaan zal uit ; vertegenwoordigers der regeeringen, van han- , del en industrie zoomede van de vakvereenigingen. . , Deze Duitsch-Fransche Commissie zal een per . manent secretariaat vestigen, en naar gelang van omstandigheden te Berlijn of Parijs bijeen- ( komen. De Commissie zal alle economische kwesties behandelen en de bestaande DuitschFransche overeenstemming verstevigen en ontwikkelen. De Commissie zal een reeks economische vraagstukken behandelen onder andere die kwesties die betrekking hebben op het handelsverdrag, de tarieven, de handelsscheepvaart en de handelsluchtvaart. In de mededeeling wordt er met klem den na- . druk op gelegd, dat de samenwerking vanzelfsprekend tegen geen ander land gericht zal zijn. Voorts wordt de hoop uitgesproken, dat hier- | mede de basis is gelegd voor een Duitseh-Fran- ' sche samenwerking. Zooals de lezer ziet, is dit resultaat niet veel, | maar er is toch iets bereikt. Hoofdzaak is natuurlijk de geestesgesteldheid, waarmede verder gewerkt zal worden. Nu is het verheugend, dat van bevoegde Duitsche zijde wordt verklaard, dat de besprekingen te Berlijn geleid werden door de absolute noodzakelijkheid voor een Fransch-Duitsche samenwerking, niet alleen in het belang van beide landen, doch ook tot redding van Europa en voorts tot wederopbouw van het economische leven. Na de diplomatieke voorbereiding, welke te Genève door dr. Curtius en minister Briand werd voortgezet, heeft men van Duitsche zijde dezer dagen een gedachtenwisseling vol vertrouwen met de Fransche staatslieden gezocht en ook gevonden. Deze gedachtenwisseling beperkte zich niet uitsluitend tot de kwestie der practische samenwerking, doch men heeft daarbij den blik ook op de toekomst gevestigd gehad. Natuurlijk heeft men daarbij ook aan de algemeene valuta- en wereldcrisis gedacht. Voonloopig heeft men echter het denkbeeld, om hiervoor een oplossing te vinden, uitgesteld. Hoe gewenseht ook, het zou het onmiddellijk verwezenlijkbare van de Fransch-Duitsche onderhandelingen op een zijpad voeren. De vorming van een gezamenlijke commissie, welke een breed arbeidsveld heeft gekregen, beteekent den eersten hoeksteen voor het gebouw van den goeden wil. Meer kan niet gebeuren. Het „meer” is bestemd voor de toekomst en zal afhangen van hetgeen Duitschland wil en kan. * * * De verkiezingen, die voor de Hamburgsche Bürgerschaft zijn gehouden, hebben een verrassend resultaat opgeleverd. De radicalen hebben in elk opzicht de ovewinning behaald; vooral de nationaal-socialisten, de partij van Hitler, hebben geweldige successen geboekt: hun zetelaantal is van 3 tot 43 gestegen, terwijl ook de communisten aanmerkelijk zijn vooruitgegaan; dezen hebben den sociaal-democraten heel wat stemmen afgesnoept; laatstgenoemde partij heeft niet minder dan veertien zetel» verloren,
terwijl ook de Duitsche Volkspartij verbazend veel veeren heeft moeten laten. Het gevolg van de thans volkomen gewijzigde zetelverdeeling is, dat in Hamburg feitelijk geen regeering kan worden gevormd op parlementairen grondslag. Wanneer sociaal-democraten en communisten zouden samengaan, zouden zij beschikken over 81 van de 160 zetels. Dit is dus een zeer wankelbare meerderheid, die plotseling in een minderheid kan omslaan, wanneer één of meer afgevaardigden wegens zifekte of om andere redenen op een bepaald oogenblik niet in het parlement aanwezig kunnen zijn. Wel zijn beide partijen antikapitalistisch georiënteerd, maar er is zooveel, dat hen scheldt, dat men aan een samenwerking niet kan denken. Er is reeds aan de hand gedaan een regeering te vormen van Nazi’s en Duitsche Staatspartij, doch nauwelijks is aan te nemen, dat de laatste partij, die der vroegere democraten, welke bij deze verkiezingen een ietsje vooruit zijn gegaan, zich met de rechtsche radicalen zal willen encanailleeren, Bovendien zou deze coalitie niet over een meerderheid beschikken. De toestand is hier samengevat, zoo, dat geen combinatie van partijen kan worden gevonden, die elkaar zouden kunnen verdragen, zoodat feitelijk alleen minderheidsregeeringen mogelijk zijn die ieder oogenblik hveggevaagd kunnen worden. Dit is voor Hamburg een zeer onprettige geschiedenis, daar men met den besten wil der wereld geen normale oplossing zal kunnen vinden. Regeeren is dan ook alleen mogelijk met uitschakeling van het parlement. Overigens is Hamburg slechts een onderdeeltje van het groote Duitsche rijk. Dat wij niettemin op den uitslag der verkiezingen in genoemden stad-staat de aandacht vestigen, houdt verband met het feit, dat het resultaat een aanwijzing is, dat het Duitsche volk in het algemeen geradicaliseerd is. De Nazi’s en communisten hebben weliswaar niet in elk gebied van Duitschland zooveel aanhangers als in Hamburg, maar men zal de plank niet al te ver mis slaan, wanneer men als vaststaand aanneemt, dat verkiezingen in geheel de Duitsche republiek een ontstellenden aanwas der rechtsche en linksche heethoofden te aanschouwen zouden geven, De oorzaak 'hiervan? Deze ligt voor de hand. De economische nood heeft de geestelijke weerbaarheid van de groote massa’s aangetast. Gaarne luisteren zij naar de leuzen der demagogen, die een geheel gewijzigde toekomst voorspiegelen;, wanneer zij eenmaal de macht in handen hebben. De Nazi’s en communisten hebben gespeculeerd op de ,goedgelovigheid van een uitgebreid publiek, dat in een wanhoopssterhming verkeert. Het politieke water hebben zij bovendien door een hardnekkige propaganda, zelf zeer troebel gemaakt. Daarin hebben zij met ijver gevischt en een grooten buit verzameld:.
* * • Het oorlogsgevaar, dat een oogenblik dreigde lit te breken tusschen China en Japan, schijnt e zijn afgewend. De regeering te Tokio heeft hans het gros harer troepen uit het spoorweggebied in Mandsjoerije teruggetrokken met acherlating van enkele detachementen, die vermoeielijk ook wel zullen volgen. Wanneer Tokio en 'Janking tegenover elkaar dezelfde hoffelijkheid jetoonen als hun gedelegeerden te Genève naar lanleiding van den aanslag op minister Wang, oestaat er alle kans op dat het Chineesch-Jaoansch conflict volstrekt niet ontaardt tot „een :weede Serajewo”, zooals het protest der Chileesche intellectueelen zich uitdrukt, dus geen oorzaak wordt van een uitslaanden intematioïalen oorlogsbrand. In veel kleineren omvang — maar toch te merkwaardig om er niet de aandacht op te vestigen — zien we een brand uitslaan, waarvan ie vonken reeds sinds ’n paar jaren gloeiden ander de asch. In Oostenrijk heeft de oude yeete tusschen'dr. Schober en prins Stahremaerg, den thans algemeenen Heimwehr-aanvoerier, geleid tot een daad van openlijke vijandschap. De onlangs gearresteerde, daarna op vrije voeten gesteld en nu wederom vrij uitdagend optredende Stahremberg noemde in een dezer dagen te Linz gehouden rede, dr. Johan Schober, den vice-kanselier, Johan, den misleider en insinueerde dat Schober zelf in 1929 de staatsgreep-proclamatie zou hebben ontworpen waarvoor tegen Pfriemer onlangs een bevel tot inhechtenisneming werd uitgevaardigd. Hij herinnerde zich zelfs kantteekeningen van dr. Schober op den oorspronkelijken tekst van het stuk en eindigde aldus: „de omvangrijke kennis van de Oostenrijksche grondwet in de tweede proclamatie is ook afkomstig van Johannes Schober, over wien het gerucht gaat, dat hij nu en dan bij vergissing ook de wdarheid spreekt.” Het officieele verweer tegen dezen aanval bestaat in de verklaring dat deze beweringen belachelijk zijn" en dal de vice-kanselier het „beneden zijn waardigheid acht daarop het verdiende antwoord te geven”; maar toch officieel wil vaststellen dat deze insinuaties louter verzinsels zijn en eiken grond missen”. Men zal moeten toegeven dat dit verweer niet sterk is; wel beslist, doch niet beslissend. De uitslaande brand wordt er niet door gebluscht. * * • De tot nu toe te Genève gedane pogingen in de redactiecommissie tot overeenstemming fe komen over het Italiaansche voorstel om gedurende één jaar de bewapening stop te zetten, werden in de plenaire zitting van de Ontwapeningscommissie voortgezet. Bij de behandeling in de Ontwapeningscommissie, bleek dat de moeilijkheden nog belangrijk grooter zijn dan eerst aangenomen werd. Het blijkt bijna onmogelijk om een goede formule voor den bewapeningsstilstand te vinden. De president der commissie Munch deed een beroep op de gedelegeerden een laatste poging te doen voor het scheppen van den noodzakelijken atmosfeer voor de ontwapeningsconferentie. De Spaansche gedelegeerde Madariaga deed mededeeling van de principieele overeenstemming in de redactie-commissie. De Britsche gedelegeerde Lord Cecil meende, dat een voor den eersten November af te leggen eenvoudige verklaring der regeeringen, dat zij de bestaande bewapening niet zouden vergrooten, voldoende zou zijn. De Poolsche gedelegeerde Sokal constateerde, dat in de huidige periode van ernstige economische crisis nauwelijks een staat zou besluiten tot nieuwe bewapeningsuitgaven. Een eenvoudige verklaring, dat de bewapeningstoestand niet zal worden veranderd, is voldoende. In de verklaring moet echter het woord „bewapenings-vacantie” uitdrukkelijk vermeld worden. Intusschen kan worden afgezien van elke poging dit woord te interpreteeren, vooral om practische overwegingen. Ook de détails moeten niet worden vastgesteld1, daar dit zou leiden tot het opstellen van een ontwerp-verdrag en heden heeft de commissie geen voldoende tijd meer om een verdrag uit te werken. De Japansche gedelegeerde Sato verklaarde, dat het vaststellen van een bewapeningspauze voor alle categorieën van bewapening voor de wereld-ontwapeningsconferentie niet kan geschieden, daar het geen zin heeft de reeds aangevangen werkzaamheden voor het vaststellen der bepalingen en andere constructies voor de veldlegers te staken. De Amerikaansche gedelegeerde Wilson eisch te, dat de regeeringen de positieve verplichting op zich zullen nemen, daar de door de Scandinavische staten, Nederland en Zwitserland ingediende resolutie, welke slechts een aanbeveling bevat, onvoldoende en zelfs gevaarlijk is. De kwestie werd daarna opnieuw naar de sub-commissie verwezen. o