Bij Kon. besluit isaan H. J. E. Wenclce* bach, directeur-generaal van de Staatsmanen in Limburg, thans met verlof buiten bezwaar van 's Eijks schatkist, op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit bovengemelde betrekking, onder dankbetuiging voor de diensten daarin aan de Koningin en aan den laude bewezen. Met 1 Jan. zijn benuemd tot leder van de directie van de Staatsmijnen in Limburg, met den titel van directeur: Mr. Dr. W. F. J. Fro, wem, thans hoofdcommies bij het Dep. van "Landbouw, .Nijverheid en Handel, met aanwijzing tevens tot voorzitter der directie; J. C. F. Bunge, thans ingenieur bij de Staatsmijnen in Limburg; fi. de Kat, thans ingenieur bij de Staatsmijnen in Limburg. Tot kantonrechter te Ommen is benoemd Mr. J. P. A. baron Midert, thans griffier bij het kantongerecht te Kampen. Tot direoteur van en leeraar aan de SRijks hoogere burgerschool te Alkmaar is benoemd Dr. A. C. Antusch, thans directeur van en leeraar aan de hoogere burgerschool te Sneek. De majoor F. D. Buyze, van het 8e reg. inf., sedert in zijn rang overgeplaatst bij den generalen staf, is ontheven van de functie hem bij het Kon. besluit van 23 Oct. j.l. opgedragen. Tot plaatsvervanger van het militair lid in het le district der prov. Gelderland is benoemd de majoor J. D. Grevinck, van het 8e reg. inf. Bij het personeel van den geneeskundigen dieast der landmacht is voor 5 jaren benoemd tot reserveofficier van gezondheid 2e kl. J. K. W. Weygers, arts. Met 1 Januari is aan den kapitein A. C. Couvée, van het 3e reg. infanterie, op zijne aanvrage, krachtens de artt. 39, punt 2°., en 40 der wet van 9 Juni 1902, eervol ontslag uit den militairen dienst verleend, onder toekenning van een pensioen van ƒ 192 J 's jaars, met benoeming bij het reserve-personeel der landmacht tot reserve-kapitein bij de infanterie der landweer. Benoemd zijn: bij het wapen der infanterie, 10e reg., tot kapitein, de le luit. A. A. Raasveldt, van het 9e reg ; bij het wapen der genie (genietroepen) met 15 Dcc, tot len luit., de 2e luit. E. T. Rissink, van het korps. De met verlof in Europa aanwezige kapitein dei genie van het leger in Ned.-Indië i. . G. Loei is wegens lichaamsgebreken, niet in en door den dienst ontstaan, met 1 Januari eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. üe arts J. G. Meurt ia benoemd en aangesteld tot officier van gezondheid 2e kl. bij het personeel van den geneeskundigen dienst van het leger in Ned.-Indië. Met 1 Jan. is voor één jaar benoemd tot agent der ilijksverzekeringbank 3. H. Schaay, te Rotterdam. De Bt..Ct. No. 292 bevat de Wet van 29 Nov. j.1., tot verhoogingen wijziging van het tiende hoofdstuk der Staatsbegrooting Landbouw, Nijverheid en Handel, voor het dienstjaar 1907, en tot wijziging van het tweede hoofdstuk (Hooge Colleges van Staat) voor het dienstjaar 190ö, het zevende Hoofdstuk B (Financiën) en het negende Hoofdstuk
Waterstaat der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1907. Voorts bevat die St.-Ct. een Kon. besluit van 29 Nov., betrefllende nadere bepalingen omtrent het vervoer en de nederlage van zout in het terrein van toezicht langs de grenzen.