loopende tot 3 October,
— De subsidie voor Suriname is ruim f I*oo,ooo lager geraamd, daarentegen is voor de kolonie Curacio opeen bijdrage van / 97 980 gerekend.
De Minister van Kolonién is zoowel met den Minister van Oorlog als met den Gouverneur van beide Koloniën in overleg getreden omtrent de middelen om te geraken tot afdoende verbetering van de militaire toestanden in West Indië, die, blykens het rapport van den naar Weel-Ind è uitjezon** den luitenant— Het Bbl. gseft de volgende schets vaa de verwoesting door een Hoos teweeggebracht op het landgoed in het Gooi, vroeger aao do familie Bred u. behoorende.
Honderden zware boomen ?I** riet geknakt en bij tweeën en dri.ê. te gelyk ontworteld .... oppervlakten van een halve beo» tare groot, waar geen boom <• ser slaaf;, maar de een naast den ander te._e-i den girond is geslagen, geven een b**seld vin de veeselijke kracht van den hier onlangs gewoed hebbenden tomado.Boom.a ter dikte van iirlms voet in middenlijn met s'ukkeo .rondals ean groote boekenkast zijn nearg.rukt; en w_ar een enkele beuk te vast geworteld stond, is hy op de helft ais een riet gebroken en _s tot den grond toe du helft er afgeno neb. Anderen zjjn als ean riet geknakt en bet is bijna onbegrijpelijk hoé een windvlaag, zij het dan een draaiende, zoon verbazend* kracht kan ontwikkelen.
— Te Baan. is de villa «Salatiga" in korten tyd geheel afgebrand, zonder dat men iets heeft kunnen redden. De bewoners wao ren den vorigen avond weder naar Amsterdam vertrokken, zoodat de oorzaak van den brand in bet duister ligt. Gelukkig was de wind gaan liggen, daar andeis het vuur zeer wa-*_schijn!ijk op de beide belendende boer* derij-C zou zija overgeslagen. — Tegen een herbergierster te Rotterdam is door het O. M. bij het kantongerecht eea boete van f 100 geëiseht, omdat zy aan een kind van 13 jaar voor 3j_ cent jenever had verkocht, ten gevolge waarvan Let jmgen'ja stomdronken op straat werd aangetroffen.
— Naar aanleiding van een advertentie io de Ztoolsehe Ct., waarin een heer de o*_B_huldige aardigheid bad een quasWafspraakje te maken met een g-f ageerde dame, was op de plaats, voor het rendez-.ous aanjewezen, een groote toevloed van nieuwsgierigen. Natuurlijk liet het verliefde paartje, dat men zich voorgesteld had te verrassen, op zich wachten. Een tweede advertentie volgde en boven verwachting liet het publiek tich voor de tweede maal foppen I
Een groote menigte was op het aangegeven uur op de thans bepaalde plaats, bet Koningsplein, aanwezig. Nu wilde het toevaj dat een heer met zyn aanstaande door de Diezerstraat gaande, een zysteeg insloeg dié op het Koningsplein uitkomt, »Haarzyn se,** riepen een par kwajongens. De heer liep, vergezeld van syn dame, verder, met bat gevolg dat ze omsingeld werden en achtervolgd lot in de Walstraat, waar ze in he. hu s van den commissaris van politie een schuilplaats vonder».
"Nieuwtjes uit Nederland.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1896/11/03 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010294448:mpeg21:p005
"De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1896/11/03 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010294448:mpeg21:p005
Trouw-, Geboorte < ca Doodberichten «it Nederland. GEHUWD: Baarslag, P. en N. Kooijman, M.B aam ster. Boer, H. Den en .. M. Van Ey -den, R itterdam. Graaff, J. W. De en J. M. Naeliss.n, O.arveen. Kluyver, A. en H. A. Fockemi Andrea», Leiden. Kuile Lemker, W. J. Ter en M. E. Schutte, Haarlem. Lissa, V. Van en J. Nes.el-Schü.mann, Johannesburg (Z. A. R) Mouton, L. J. en O. M. Ds Wij), Dea Haa?. Koukens. H. M. (bij volmacht) ei A. J. W, Van Walraven, Rotterdam. Schumacher, H. en M. Welkerling, Rotterdam. Visser, C. en S. E. De Vries, Rotterdam. BEVALLEN: Bruine, D. D_— Keppler, D,, Amsterdam Delprat, H- _.. W.S.-Jas, Z, C.rdova. Duiven, W. E.—Van Gore am, D., Pretoria. Heymeyar, M.—Schermar, D., .n-iariim. KettUtz, W. D.—De Baan, D-, Utrecht. Schrijnen, A. J.— Stallins.a, Z., Amsterdam. Son, H. Van—Citroen, 2 Z., Deventer. Stoffels, M. B.—Weiier de Lezama, L.t Dea Haag.
"Familiebericht". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1896/11/03 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010294448:mpeg21:p005
Correspondentie van De Locomotief.
Nadat bericht wa*. ingekomen dat de dj i'iats van plan waren «ie dekking welke dagelijks uit Lambaroe in het Lamkrak - sche den opnemer beschermt die dat terreingedeelte in kaart brengt, werd besloten,- ook in verband met het verzoek der nu goedgezinde kamponghoof len uit die streek, aan het meer «n meer brutaal optreden dier lieden een einde te maken.
Toekoe Ali, de oudste zoon van Toekoe Baid, en Toekoe Tjoet Lam*» ter-gah zijn op dit oogenblik nog de aanvoerders der zicb in het gebergte ophoudende kwaadwilligen. In den nacht van den 16en op den 17en October rukten diensvolgens drie colonnes uit. De eerste bestond uit de maréchausée en een compagnie Europeanen van het veertiende bataljon. Zij bad tot 'aak zicb in de heuvels, ter hoogte van Empeh-bUng op te stellen en de oprukkende tweede colonne in den rug te dekken. De tweede colonne werd gev.rrad door het derde bataljon met e.n peloton Cavalerie. Deze zou over L.mpe eroet en Biloel opmarcheeren, den vyand opdrijven in het gebergte en dit zoo noodig tot halver hoogte beklimmen.
Een patrouille van veertig bajonetten, onder den commandant van Tjol-Goê, nam ter hoogte van den kampongrand bij Biloel stelling, tenein--* de een opdringen van die zijde, zoo noodig, te beletten. De derde colonne w?rd gevormd door drie compagnieën van het negende bataljon dat te Pasar Sa ma; ar i in bivak ligt. Deze maakte een omtrekking langs den voet der heuvels en nam ter hoogte van Mampreh-West een opname-stelling in. Ondanks een vrij bevig vuur rukte bet derde zonder belangrijke verliezen te lijder*, niettegenstaande het moeilijke terrein, steeds voorwaarts, verbrandde enkel» als vyar.dig bekend staande kampongs en alle schuilplaatsen in het gebergte en bereikte s'middags Mampi eh.
Het negende bataljon kon nuinruk*ken, terwyl de derde colonne en de dekking uit Tjot-Goê reeds eerder waren af»;emarci-eerd. Bij bet verlaten van bet I euvelterrein drongen da vijanden, zooals gewoonlijk, weder op, terwijl zij elkander door hoornsignalen waarschuwden en hoewel de repeteerknod^ sen bijna al bun munitie verschoten, kostte ons dit toch nog enkele offers, waaronder de eerste luitenant Meerburg, die een, gelukkig niet gevaarlijk, scbot in de rechterdy kieeg.
De oorspronkelijk opgegeven marschroule voor het derde bataljon, na* meiijk om over Lamkrak en Kling langs den grooten weg van Anak^Galoeng naar Lambaroe terug te marcheeren, kon niet opgevolgd worden en dus keer*» de het huiswaarts over Pasar Samahani waar den vermoeiden troep een flinke rust werd gegeven. Behalve luitenant Meerburg die door een der laatste schoten getroffen werd, kregen wij één doode en zes gewonden waaronder een kettingjongen; bijna alle waren bet licvte kwetsuren.
Uit later ingekomen spionnenbei ichten vernamen wij dat de vijand vier dooden en negen gewonden had bekomen. Dat de excursie geholpen had, bleek de volgende week aan de bijna dagelijks uitgezonden patrouilles uit Pasar Samahani, die tot langs den voet dor heuvels kwamen zonder verder beschoten te worden. Toch werd door een der opiame-dekkingen een bende van ongeveer 16 i man ondereen in het wit gekleed hoofd, waarschijnlijk Tengkoe Lamkrak, waargenomen. Daar de patrouille verre in de minder-a heid was, werd zij ongemoeid gelaten. De bevolking van Empitring, een der kampongs bezuiden Biloel werd, verdacht van heulen met de djabats en hun hoofden, ook door het veertiende bataljon opgepikt en naarden Kraton gebracht. Middels groote lichten, slaan op tongtongs ca hoornsignalen, werden de djahats bijv. steeds met het naderen van troepen in kennis gesteld.
Den 19en kwam een telegram waarbij dan eindelijk ean beslissing genomen werd in zake het gouverneurschap. De tot Kolonel bevorderde overste Van Vliet, die zijn sporen in Atjeh zeker verdiend heeft, zal binnen enkele dagen de gewichtige functie aanvaarden. Moge hij volgens veler mee_ing niet geheel de in de laatste maanden gevolgde richting, hoofdzakelijk geïnspireerd door overste Van . Heutsz, en waarop deze de stoute verwachting bouwde om eindelijk Aljeh te onderwerpen, zijn toegedaan, wij vertrouwen dat na ons succesvol optreden en met de hem uit Batavia zeker mede gegeven instructie, zij het dan al eenigszins gewijzigd, in de goede rie _ ting zal worden door» gewerkt en een blijvend succes worden verkregen. Zijn bekendheid met de toestanden in Atjeh en het vertrouwen dat men algemeen in dezen alleszins bekwamen chef stelt, zijn ons daar borg voor.
Spionnenberichten brachten aan het licht dat de vijand het boofd nog niet geheel in den schoot heeft gelegd. Een bende van negentig man toch zou den 23en het transport naar TjotsManljang komen besebieten. Het afpatrouilleeren der geheele streek om de tijdelijke kampementen blijkt dus wel degelijk noodig. De gedetacheerde bataljons kunnen hierin echter nie. geheel voorzien, daar men ze net in hun geheel naar buiten zendt doch een soort van depot in den kraton achterhoudt. Vooral voor den paperassenwinkel is dit een enorm inconveniënt en de sterkte lijdt er natuurlijk ook onder. Evenals den 17en zou daarom een colonne, voorzien van de noodige vivres naar Indrapoeri en terug over Tjot- Mantjang zijn uitgerukt voor twee dagen, ware dit plan niet nog in den avend van den 21en gewijzigd geworden. Den 22en vertrok dus alleen een munitietransport van Lambaroe naar Pasar- Samahani. Patrouilles uit Lampeneroet en Ijot-Goë werden dien morgen op hun tocht beschoten. Binnen enkele dagen verwacht men de aflossing van het twaalfde te Lok-Nga door het zesde ca van het negende te Pasar-Samahani door het veertiende.
"Atjeh.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1896/11/03 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010294448:mpeg21:p005
43). Stassingk was zonderling te moede, toen bij eu werkelyk den besüssenden stap gedaan had, maar hy had er geen .pijt van. Maria Da Caza was toch de schoonste vrouw die le Ide. Toch kon hij niet besluiten d d lijk de gevolgen van zyn handelwijze te dragen, want als z\j haar man verliet, mocht Stassingk haar niet zien vóór zy vry was en ook dan nog niet vóórdat zy met hem kon ti ouwen. En dat offer was hem te zwair. het wufte en oppervlakkige in zyn naiuur •verzet.'e zich altijd tegen een beslissing. Hij vi eesde dat Maria zou verlangen dadelijk de noodige stappen te doen. Toen zy hem nu zelf vertelde wat zy met de Se botu'ns besproken had, en dat dezen haar aangeraden hadden een gunstige gelegenheid af te wacoten, stemde Stassingk daar dadelyk mede in en vond bet uitstekend. En nu begon hetzelfde leven opnieuw als in de laatste weken, alleen" met meer voorzichtigheid. Stassingk reed met Maria Da Gaza, maar ten einde opspraak te vermijden namen zij nu altyd ritmeester Hendrich, luitenant Vod Remer of Graaf Selbotten mede. Stassingk kwam ook in de villa dineeren, maar Maria zorgde dat er altijd dames aanwezig waren, zoodat hij nooit met haar alleen beef. Maria Di Caza had geduld. Dit bestaan was haar niet onaangenaam, want zij zag hem eiken dag. Haar echtgenoot moedigde het zelf aan, wyl hij bijna nooit tehuis kon zyo in die dagen. Het tijdperk der wedrennen stond voor de deur en bezorgde hem veel werk. Hy had zyn stal door verscheidece aankoopen nog uitgebreid en ging daarom eiken dag naar Karlshorst. Dan kwam hij pas des avonds thuis en ging dadelyk naar zijn kamer. Stassingk zou het liefst gewild hebben dat de beslissing geheel uitgesteld werd. Hy zag tegen den langen scheidingstijd op en bovendien kreeg by een onbestemde vrees voor den band die hem aangelegd zou worden. Op zekeren dag wilde bij naar de vill* gaan, toen hy door een vierspan ingenaaid werd. Hy keek vluchtig naar de paarde,-, zonder op den bestuurder te letten, toen een stem riep :
»Graaf Stassingk I Rydt gij mede ?" Het was de Hertog Van Ortenburg. Het rijtuig hield stil en hij ging er naar toe: »Vergeef het mij, Uwe Doorluchtigheid, ik was verlrooid."
De Hertogin die naast Prinses Löwengard zat, zei lachend .*
-Zeker I Gij hadt ons niet eens bemerkt. Houd ons een poosje gezelschap. Gy hebt toch zeker niets te verzuimen!"
Hij aarzelde even, maar toen de Hertog een schertsende opmerking maakte over zyn vele bezigheden die hem weken lang van hun huis verwijderd gehouden hadden, stapte bij in. De dames hadden zoo smeekend gekeken dat hij vreesde haar boos te maken, wanneer hij niet aan haar verzoek voldeed. Hij vergat geheel dat Maria Da Caza op hem wachtte.
De ontluikende lente was zoo heerlijk en de lucht zoo opwekkend en geurig dat bij verheugd was buiten te zyn. Het weder was als gemaakt om in den dierentuin te ryden die juist met de eerste knoppen begon te prijken. Bovendien vond hij het aardig om met de Prinses te praten. Het arme kind was toch dl te verliefd. Het vermaakte hem altyd wanneer zy bloosde en haar oogen ne» dersloeg om hem toch weder tersluiks an te kijken a's zij er kans toe zag. Toen het ry'uig al voortreed en de villa van Da Caza taderde, viel het hem in dat Maria hem verwachtte en zyn geweten bc* {.on te spreken. De gedachte dat hij niet. kwaads deed, stelde hem evenwel weder gerust. Hij had de Prinses immers niet lief en gevoelde niets voor haar. Maria kon niet jaloerscb zyn op dit zwaarlijvige meisje dat hem werkelijk onverschillig was en ham alleen vermaakte door haar openlijke, dwepende, haast kinderlijke genegenheid, Toen zij dicht by da villa waren, bekioop hem toch evenwel een onaangenaam gevoel en hij praatte zoo druk mogelyk met de da« mes. Hij keek even naar het hu s en zag Maria Da Caza op het balcon. Zij keek uit naar hem. Nog eens keek hy eu hij vreesde dat zij hem zou zien, maar het scheen gelukkig voorby te gaan, want zij verdween in de deur.
Maar Maria Da Caza bad hem gezien. Toen zy op het baicon kwam teneinde te kijken of hij nog niet kwam, bemerkte zij hem dadelyk in het rijtuig Van den Hertog. Zij begreep eerst niet recht wat dit beteekende. Zy dacht er over of de Ortenburgs misschien naar haar toe kwamen ten-inde haar een bezoek te brengen, of om de Prinses te vergezellen, die ondanks haar belofte om met haar moeder te komen, nog niet bjj Maria verschenen was. Zij verwierp die gedachte evenwel spoedig wyl voor den Hertog en de Hertogin geen aanleiding tot een bezoek bestond. Toen z.g zy aan de houding, aan het gelaat en aan de verlegen heid van Stassingk dat hy wilde doen alsof hy baar niet gezien had en zy snelde naar haar kamer terug. '
Verloochende hij haar? Zij begreep nog altyd niet, hoe dat mogelijk kon wezen en wat hei beteekende. Maar een bitter en hard gevoel vervulde haar en zy kon maar niet vergeten dat hy juist met de Ortenburgs gereden had. Zy keek het voorbijsnellende rytuig na en het scheen baar toe dat Stassingk hoofdzakelijk met de Prinses sprak. Haar hart kromp ineen en a| haar vertrouwen was weg. Wanneer zou hij nu komen. Hy bad het toch beloofd en nu had hij geen tyd voor haar die met vurige liefde op hem wachtte, sedert dagen voor het eerst zonder aai. wazigheid van een derde, en die hem misschien in lang niet meer zien zou, daar zy voor langen, langen tyd van elkander moesten scheiden. Maria wachtte, wachtte, urenlang, maar hij kwam niet- Aan het eten verscheen by ook niet, »Waar is Stassingk ?" vroeg Mynheer Da Caza verwonderd. Het kostte haar moeite om kalm te antwoorden: »Hy kan waarschijnlijk niet," Eindelijk verscheen hy den volgenden morgen te paard om met haar te gaan ryden. Mynheer Da Caza, die by uitzondering niet naar Karlshorst was, sloot zich by hen aan met zekeren Heer Easby. Laatstgenoemde twee spraken over de wedrenne»-en bleven een eind achter het paar.
Maria Da Caza vroeg: »Waarom zijt gij gisteren niet gekomen V »Ik had het n>et vast gezegd!" anwoordde Stassingk. Zij her haal ie evenwel: _ Waarom zijt gij niet gekomen ?" »lk kon onmogeiyk." •Wafirom niet ?" Haar toon ergerde hem en hy antwoordée knorrig, zooals men niet van hem gewo-Mj was: sOmdat ik niet kon!" Dit antwoord bedroefde haar en zg keek hem treurig aan: -.Hebt gy geen vertrouwen meer in my f* Dit kon hij niet verdragen. Zyn koppigheid verdween, hij zag niets dan haaf schoonheid, die dubbel bekoorlyk was dooide treurige uitdrukking, en zyn blauwe oogen (achten en s hittereten weder en hy ui hartelijk : «Maria, ik heb u immers lief, is u dat niet genoeg ?" Toen was zy weder alles vergeten ca bewonderde weder zyn lenige gestalte te paard, zijn oogen, zijn stem. Hy vertelde haar van zyn reizen en ervaringen in vreem -m landen, in vreemde steden en aan vreemde hoven. (Wordt vervolgd)
"FEUILLETON. Maria Da Caza. Naar het Duitsch, bewerkt voor De Locomotief.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1896/11/03 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010294448:mpeg21:p005
— De Par ij sch e couranten vullen nog altijd kolommen met berichten over de toebereidsclen die voor de komst van den Czar worden gemaakt, en over de bijzonderheden van het programma. Men wil weten dat de Czar zich ook een keer in den zwarten rok zou vertoonen, enkel getooid met het Legioen van Eer, als een kiesche beleefdheid tegenover President Faure en de Republiek.
— Een politie-agent te Parys, op post staande op den Pont Neuf, begon op een namiddag plotseling allerver woedste kreten te slaken en met ziin sabel te zwaaien tot grooten schrik der voorbijgangers. Toen klom hij op de leuning van de brug, nam een Van» Schaffehars*houdi_ig aan en sprong inde Seine met den kreet: »Voor God, voor het Vader-and, voor dea Cz.r." Men haalde hem uit het water en bracht hem naar een politiebureau, waar l_y volslagen krankzinnig bleek/ «lk ben," zeide hij, voorzichtig om zich heen ziende, sop het spoor van een complot, door Russische nihilisten gesmeed, om den Czar te vermoorden, als bij te Parijs komt. Ze Zyn overal, overal; hier zelfs, kyk, daar is er een." En meteen vloog hij den couamissaris naar de keel. Toen werd de ongelukkige weggebracht.
— De thans te Petersburg ontdekte nihi' iislische samenzwering is de eerste sedert de troonsbestijging van Czar Nicolaas If. Eenige ze.r aanzienlijke Russen moeten in het complot betrokken zijn. De samenzweerders werden door bet nihilistische comité te Ge* nêve van geld voorzien.
Het aantal leden der nihilistische comités is met meer dan veertienhonderd toegeco» men, sedert de hoop is teleurgesteld, welke, wat betreft het invoeren van hervormingen, op Keizer Nico'aas gevestigd was. — Dezer dagen ontving de Spaansche Minister« President Canovas den volgenden dreig* brief uit New-York :
-Exce'lentie 1 Er zyn besluiten die, wanneer zy ten uitvoer worden ge.legd, zelfs hen die z_ genomen hebben, doen verbleeken en sidderen! Door mijn hndgénooter ,de Cubanen, is mij opgedragen, naar Span|e reinculturen van cholera", miltvuur- en diphtheritis«baci|len te brengen, benevens de ingewanden van menschen die aan de gele koorts zyn gestorven. Myn huiveringwekkende opdracht bestaat hierin, zooveel mogelyk water en lucht te verpesten. Ik alleen zal meer Span« jaarden naar de andera wereld zenden, dan al uw koloniale oorlogen met elkander. Eer ik aan het werk ga, maak ik myn plan bekend, met het oog op de vrouwen en kinderen. Uwe Excellentie en Romero Robledo (de vorige Minister van Justitie) zullen de eerste slachtoffers zijn. Wanneer van 1 October af de onmanschetijke politiek de Spanje op Cuba volgt, niet ophoudt, zal ik twee millioen Spanjaarden ad patres helpen. (Gelee» kend) Een geneesheer."
als curiosum doet deze brief in de Spaansche bladen de ronde.
— De laatstgehouden volkstelling in Spanje heeft treurige toestanden in het licht gesteld. Ongeveer de helft der 18 millioen inwoners van Spanje oefent geen bedrijf uit; daarvan zijn 6 764,400 vrouwen. De landbouwende bevolking, vee* talrijker dan de industrieels, ba* staat uit 4 861,9*2! personen van beide seksen. Sr zijn niet minder dan 97,357 ambtenaren en 6400Ogepensionneerd.n. Aantal bedejaars 91,227, waarvan 51,948 vrouwen. Pastoors en monniken 41,328; geestelijke zusters 28,549. Hoewel er 39 564 ouderwyzers, waarvan 44940 vrouwen en 1,728,920 leerlingen zyn, bestaat de bevolking voor een derde 3,427,555 mannen en 2,686 615 vrouwen, uit analfabeten. — Het Engelsche Parlementslid Wisson heeft in een bijeenkomst van de internationale dokwerkersvereeniging te Swansea verzekerd, dat een internationale werkstaking der dokwerkers onvermijdelijk was, maar dat zy hoogstens 14 dagen zou duren— Te Aberdeen is een variété-schouwburg verbrand, waarby een aantal menschen het leven verloren. De voorstelling was juist begonnen en er was een talryk publiek in de zaal, toen de vlammen werden ontdekt naast het tooneel. De acteurs op het tooneel en de personen in de kleedkamers namen haastig de vlucht zonder iets te kunnen redden, en in de zaal ontstond een hevige paniek, ken verdrong zich naar de uitgangen, want het vuur zat de menschen detterhjk op de hielen, en nog voordat de zaal ontruimd was, sloegen de vlammen uit hat dak en de vensters. Vele bezoekers waren zoo ernstig gebrand, dat zy naar het gasthuis moesten vervoerd worden, en vier hunner verkeerden in hopetoozen toestand, ln drie kwartier tijds bleven vsn het gebouw nog slechts de muren over. Drie lijken werden nog denzelfden avond onder de puinhoopen gevonder, maar men vreest dat het aantal slachtoffers nog grooter is.
— Het bronzen beeld van Van Riebeek, den eersten H.Htnd.cben gouverneur, dat de Heer Rhodes besloten heeft in Adderley Straat, Kaapstad, op te richten, wordt nu gegoten. Het standbee'd. waarvoor gewerkt iB naar portretten uit 's-.Jravenhage, is het werk van John Tweed.
— De Sultan heeft aan de schatkist, die geheel ledig moet zyo, een geschenk van 15000 Turksche ponden gegeven. Dit bedrag zal dienen ter betaling van de schadevergoeding am de vreemdelingen, die bij de jongste; onlusten schade hebben geleden. verderzul« len daarvan de allernoodzakelijkste betalingen worden gedaan.
—In Constantinopel maakt men zich ernstig on, erust over de talryke inhechtenisnemingen van .long-Turken. De cfficiëele berichten melden dit talryke omkooperyen hebben p|.ats gehad, die den Sultan zijn ter oore gekomen. Zelfs wórdt in een telegram aan een Duitsch blad gemeld, dat by een zijner vrouwen en verschillende hooge ambtenaren naar Azë verbannen heeft, omdat zij betrekkingen aangeknoopt hadden met den vroa» geren Sultan Moerad- De Fm. Ztg. meent dat dit o.erdreven is; Sultane's en hofbeambten worden niet verbannen; in de wateren van den Bosphorus is voor dezulken nog we( plaats.
—In het Hertogdom Gotha—het (md van den Vorsten*almanak -—« begint het »roode spook" te dreigen. By de jongste verkiezingen vin volksvertegenwoordigers wonnen de sociaal-democraten negen vao de negentien zete's, en het zou wel kunnen zijn dat zij bij de herstemmingen een volstrekte meerderheid in de volksvertegenwoordiging ver-I kregen.
— Het instituut voor volkenrecht, le Venetië vergaderd, heeft gesproken over oorlogscont.abande en een ontwerp-reglement aangenomen. Ver ier werd beraadslaagd over de quaestie van het bombardeeren van open steden. Over het algemeen werd een dergelijk bombardement afgekeurd, slechts bij uitzondering, wanneer de omstandigheden de operatie wettigen, mag daartoe worden overgegaan. Het instituut benoot tenslotte de volgende bijeenkomst te Kopenhagen te houden. — Loië Futier. de bekende serpentine» danseres, heeft aan haar advocaten Howe en Hommel, in New-York last gegeven processen tot schadevergoeding te beginnen tegen andere danseressen die — zegt zy — haar de door haar uitgedachte dansen hebben ontstolen door ze na te bootsen.
— De Engelsche reiziger, Dr. Donaldson Smith, heeft op zijn reis door het Samaliland een dwergstam ontdekt. Geen der dwergen is grooter dan vijf voet en twee duim. Hun haar is zwart en wollig, hun neus plat; zij loopen geheel naakt. Vergiftige pijlen zijn hun wapens, hun eeoige versiering bestaat uit ringen van zink, die zij door neus en ooren hebben gestoken. De _>Durne" zoo heet de volksstam, bewonen kleine dorpen in bet ge» berg.'e. De hutten dezer dwergen zyn kegelvormig en met gras bedtkt. Ztj telen geiten en schapen en verbouwen een weinig gierst. De dwergen toonden een kinderlijke belangstelling in dr. .smith en zyn reisgenooten
"Uit het Buitenland". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1896/11/03 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010294448:mpeg21:p005