Hedennacht zjjn weder 5 rondzwervende Chineezen gearresteerd, van wie l in het bezit was ecu ecu lange reep staafijzer, vermoedelijk van diefstal afkomstig. De Chinees wist echter weer te ontsnappen, doch mat achterlating van zijn buit. Ook werden gearresteerd 2 rondzwervende Atjehers, die zonder papieren te Belawan waren aangekomen.
De Sumatra post
- 03-12-1914
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 03-12-1914
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 283
- Jaargang
- 16
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Rondzwervers.
Passagiers.
Vertrokken 4:! Dec. per s.s. „Indragiri" naar Lang'a. de heeren .T. C. Mol met echtgen., <■. v d \reon. de Mal. Alidul Manan g<:!ar Soetan Koemala met echtgen. en ;', kinderen, ben. dekpass..
Ingezonden Stukken.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
Aan allen die belang stellen in den bloei van „Groot Nederland". De oorlog ! De uitvoer van vele medicijnen, chemicaliën en grondstoffen over de grenzen is door 't buitenland gesloten. Voor den toevoer er van, op het buitenland aangewezen, hokt het — hier en in Indië. Hadden wjj eene cbemisch-pharmnceutische industrie, vele dier stoffen zonden hier worden gemaakt, onze afhankelijkheid zou veel minder groot zijn. 't Is eigenaardig, dat niettegenstaande den grooten rjjkdom van ons land, het bezit van krachtige stoomvaartmaatschappjjen, van uitstekende verbindingswegen te water en (e land, van voortreffelijk geoutilleerde universiteiten, van eene nijvere en intelligente bevolking, van wereldhavens, enz. enz . dat — niettegenstaande de samenwerking van oen aantal gunstige motoren, die elk land ons benijdt, wjj geene chemisch-pharmaceutische industrie bezitten die hiermee in overeenstemming is. Met een mijner vrienden sprak ik hierover. „'t Ligt hem", zei hjj, „aan de menschen ; ze gokken liever in Amerikanen en Russen dan dat ze iets voelen voor aandeelen in industrieën. Ook ons credietstelsel deugt niet De banken helpen niet als in Duitschland eu België". — Een andere sobat zond mjj 't nummer 40 van jaargang 1912 van 't „Chemisch Weekblad". De Heer Wigrsma, cliem. ing., noemt daarin eenige factoren op, die het doen bloeien van bovengenoemde industrie in den weg staan. De schrijver wijst vooral op Int verschijnsel, dat jonge chemici, gevormd aau Nederlandsche academifs, zoo weinig voelen voor koopmanschap, en alles, wat daarmee annex is. Ook bij pharmaceuten treft men dit verschijnsel aan. Bjj ervaring weet ik, hoe zjj het werken met milligram-balans en microscoop hooger stellen dau het manoeuvreeren m< t bascules en machines, hoe ze analyseeien en recepteeren een werk van hooger orde achten dau organiseeren, fabriceeren. En toch,... hoe eenzjjdig is die meening! Welk een zelfvoldoening schenkt niet het scheppen en leiden van een bedrijf! Het eischt zoo vaak een man, een kerel, die alleeu door èn hoofd èn handen in te spannen, door voortdurend te worstelen en te strijden, door alles tegelijk te zjjn, veldheer, strateeg, stuurman, matroos, het bedrijf kan doen leven en groeien tot het groot en krachtig is, tot het bloeit! Men moet het hebben meegemaakt, om te voelen, hoe moeilijk die strijd, maar ook hoe schitterend schoon de zege is! Ik kan mij niet voorstellen, dat oene dergelijke woisteling begaafde jonge menschen niet aan zou trekken. ö Als1 boven gezegd, komen wij thans verchillende, veel gebruikte stoffen tekort, omdat het buitenland of da grenzen geheel gesloten houdt i>f ze op een klein, heel klein kiertje zet. De regeering weet dit en wil hierin verbetering aanbrengen. Daartoe heeft ze geschapen het ambt van „ Regeerings-consulent van de chem. pharm. industrie" en het mij opgedragen. Ik stel mij voor het materiaal te verzamelen, waarvan de fondamenten zullen worden geconstrueerd voor het schoone gebouw der chem. pharm. industrie. In de eerste plaats is het noodig te weten, welke stoffen hier en in Indië met kans op succes zouden kunnen worden gemaakt of verwerkt. [Jodium uit de bronnen in Indië, ricinusolie uit de djarakpitten, melksuiker uit de wei der kaasfabrieken, noemde men mjj als voorbeelden]. Is dit alles bekend, gewikt en gewogen, dan dient te worden nagegaan op welke wjjze buitenlandsche concurrentie, als de oorlog over is, het hoofd kan worden geboden. Hiertoe is noodig de medewerking van apothekers, artsen, chemici, fabrikanten, financiers, handelaren, ingenieurs, in 't kort van alle mannen van studie en ervaring. De regeering heeft hare machtige medewerking toegezegd, vast rekenend op de sympathie met 't goede plan, van zeer velen. Ik stel nu ieder, die voor 't schoone idee iets voelt, voor om mee te helpen verzamelen en bouwen. Liefst behandel ik de zaak mondeling, behalve in Indië, althans voorloopig. H. F. Ti 11 cm a. Mijn adres is: Brieven : Chem. pharm. Consulent, Paterswolde. Telegrammen: Chem, pharm. Consulent Eelde.
De oorlog.
De Duitsche psyche in den oorlog. Een bekend en geëerd Fransch geestelijke wendde zich onlangs tot den Duitschen hofpredikant Dr. Dryander met het verzoek, een door den Franschen geestelijke opgestelde internationale verklaring, ten doel hebbende een humaner oorhgvoering te bewerken, mede te onderteekenen. Dr. Dryander nu heeft dit Verzoek afgewezen, en uit een breedvoerigen brief aan den Franschen geesteijjke, waarin hjj zjjne weigering toelicht, spreekt nog weer eens bizonder sterk de Duitsche volkspsyche in dezen oorlog. Er blijkt uit, hoe ook de hoogstbeschaafden in Duitschland, onder den invloed der algemeene (volstrekt niet alleen Duitsche) verblinding van 't oogenblik, er in hun ziel van overtuigd zjjn dat Duitschland in dezen oorlog geen enkele schuld op zich heeft geladen, noch ten opzichte der schending van België's neutraliteit, noch ten opzichte van de aan het Duitsche leger in België toegeschreven gruweldaden, noch ten opzichte der vernieling vau historische kunstwerken.
Dr. Dryander schrijft onder meer : Ik heb 't wenscheljjk geacht, Uw verzoek met twee andere, in Duitschland hoog-aangeschrevene personen te bespreken, den algemeeuen superintendant D. Lahusen en den zendingsdirecteur Axenfeld, en hun verzocht mjjn antwoord aan U mede te onderteekenen, 'tgeen zij deden. Wij stemmen van ganscher harte toe dat patriotisme en Christendom elkander niet uitdoch insluiten. Het Christendom heeft het pafriotisme te reinigen en te heiligen. Aangaande de daaruit voortvloeiende verplichtingen van barmhartigheid en humaniteit te velde stelt gjj echter hoofdzakelijk eischen, die geheel vanzelf spreken en waaraan Duitschland niet alleen heeft vastgehouden, doch waaraan het ook tot de uiterste grenzen der mogelijkheid, ook onder de meest bezwarende omstandigheden, heeft voldaan. Waar nu niet de geringste schijn mag worden gewekt als -on 't voor Duitschland noodig zjjn, vermaand te worden om den oorlog in den aangeduideu zin te voeren, daar kunnen wjj U Aan 't graf van De la Rey. Zooals men zich herinnert werd De la Rey kort na 't uitbreken van deu oorlog per ongeluk doodgeschoten terwyi hjj per auto naar zjjn farm reed. Aan De la Rey's graf spraken Botha, de Wet en Beyers. Botha zeide: Er zouden boekdeelen toe noodig zyn om alles te boekstaven wat hy voor zyn volk gedaan had. Generaal De la Rey was 'n patriot in den rechten zin van 't woqrd. Hjj werd door zijn volk evenzeer geliefd als hjj dat volk liefhad. Hjj was, zei spr. met nadruk, de oogappel van 't Zuid-Afrikaansche volk, en wanneer zulk 'n man van ons werd weggenomen, dan voelde men 't hart doorboord. Met recht kon 't volk treuren over zulk een. Botha herinnerde er aan, dat hij met De la Rey gereisd en gewerkt had en vertelde, hoe De la Rey ook in het buitenland geacht en gezien werd. Hjj was bizonder beginselvast, eerlijk en oprecht, 'n man die de gerechtigheid steeds op den voorgrond stelde in alles; hjj was een van de bekwaamste generaals in onze gelederen; iemand van weinig woorden; hij had 't volk met groote zelfopoffering gediend; hjj was onverschrokken en toch zacht en de meest meuschlevende man, dien men ooit kon tegenkomen. Daarna vertelde Botha, hoe De la Rey's eerstgeboren zoon naast hem op 't slagveld werd doodgeschoten, hoe daarna 't eene kind hem na 't andere werd ontnomen. „Zjj die hem .hebben gekend, weten, hoe diep hjj gevoelde en hoe dikwjjls men hem diep in gedachten verzonken kon zien zitten. Geen nobeler figuur heeft ooit den bodem van Zuid-Afrika betreden. Waar hij moest sterk zjjn, kon hij ferm optreden en zyn wil doorzetten". Vjjf en twintig jaar lang had Botha met De la Rey in boezem vriendschap doorgebracht en met hem meegewerkt in een of andere richting. Vóór den oorlog zaten zij naast elkander in den Volksraad. Evenals Botha was De la Rey tegen den oorlog en hij stemde met hem in de minderheid. Maar toen de oorlog eenmaal uitgebroken was, sprak hij niet van zyn vroegeren tegenstand, doch deed zjjn plicht zooals niemand dien beter deed' Dit was een van de schoonste karaktertrekken van den overledene: zijn onwankelbaar plichtsbesef en zijne plichtsbetrachting. De Wet zeide: Tijdens den zwaren strijd had De Wet dikwjjls rapporten ontvangen van generaal De la Rey, en dan was 't hem steeds alsof bij nieuwen moed kreeg, want hij wist, dat ze afkomstig waren van 'n man, die zjjn volk innig liefhad. Hij was 'n man, die meer dan honderd keeren aan den vjjand de kans had gegeven om hem in den strijd voor zijn volk te dooden". „Hjj leefde in de harten van den Vrijstaat net zoo sterk als in die van de Transvaal". Beyers verdedigde De la Rey, en zichzelf, met bijzonderen nadruk tegen de beschuldiging van rebellie en het praatje — dat zjj met hun beiden op weg waren om rebelle te plegen. De woorden van generaal Botha logenstraften de bewering, als zou generaal De la Rey ooit tot zooiets in staat zyn geweest, zei Beyers; en wat hemzelf betrof, verklaarde hjj, dat bjj 't met verachting van zich wierp. Eenige dagen later pleegden Beyers en de Wet inderdaad rebellie en stonden tegen Botha op. Italië in verzoeking. Volgens een telegram uit Berlijn aan de Kölnische Zeiting deed Rusland aan Italië het voorstel, de Oostenrijkers van Italiaansch ras, die zich in Russische krijgsgevangenschap bevinden, aan Italië uit te leveren, onder voorbehoud, dat hun niet wordt toegestaan, naar Oostenrijk-Hongarjje terug te keeren. De algemeene opvatting te Rome is, dat de regeering zich ook door dezen zet, die er slechts op berekend is, olie in het vuur der irredentistische beweging te gieten, geen haarbreed zal laten afbrengen van haar correcte houding, en het Russische aanbod zal afwijzen met de motiveering dat de Italiaansch-sprekenie gevangenen Oostenrijksche onderdanen zjjn. De premier, Salandra, heeft verklaard, dat hjj niet kan waarborgen dat de uitgeleverde gevangenen niet naar Oostenrijk-Hongarye zouden terugkeeren, daar iedere vreemdeling, die niets misdreven heeft, op Italiaansch grondgebied vrijhei! heeft, te gaan waarheen hij verkiest. Of plichten der neutraliteit door aanneming van het aanbod geschonden zouden worden, zal aan een diplomatiek scheidsgerecht ter beslissing worden voorgelegd. Het Russische aanbod luidt, volgens een door Wolf's bureau verspreide mededeeling van het Stefani-agentschap, als volgt: „Geleid door den wensch, Italië een bewijs zijner hooge genegenheid te geven, heeft het den tsaar van Rusland behaagd, last te geven tot het doen van het voorstal, dat alle Oostenrjjksche gevangenen van Italiaansche nationaliteit vrijgelaten zullen worden, wanneer de Italiaansche regeering zich verplicht, hen gedurende den geheelen duur van den oorlog te bewaken, opdat zij zich niet weder naar het Oostenrjjk-Hongaarsche leger kunnen begeven."
Uit den Archipel. PER TELEGRAAF. 3 December. Vreemdsoortig gedrag.
Gisterenmorgen, bjj den aanvang van het nieuwe schooljaar van de buigerschool te Soerabaja, weigerde directeur Prange aan twee leeraren, den eersten luitenant E. H. Pückel, leeraar in de wiskunde en D. J. H. Nijessn, leeraar in de aardrijkskunde, den toegang tot het schoolgebouw. De heer Prange wpigerdo hardnekkig de reden voor zijn optreden op te geven. De inspecteur van het onderwijs Hoekstra is thans volgens het „Soer. Nblad." naar Soerabaja vertrokken tot het instellen van een onderzoek. Een conflict tusscJien directeur en leeraren is inmiddels vermeden. Volgens officiëele berichten is de heer Pückel eervol ontheven van de betrekking van leeraar.
Opening Simpang-restaurant.
Het nieuwe Simpangrestaurant is gisteren te Soerabaja onder een enormen toeloop van het publiek geopend.
Drukkerij „Papyrus”.
De Preangerbode verneemt dat te Batavia de drukkerij „Papyrus" is verkocht aan de heeren De Bus en Van Velthuizen.
Uit de suiker.
Het Soer. Handelsblad verneemt dat de suikerfabriek Djati Roto dit jaar voor de eerste maal een winst mankt van 1" 1.400.000. Het. vorig jaar bedroeg liet verlies 7 ton.
Mevr. v. d. Molen.
Het vonnis tegen mevrouw van der Miden is in revisie door het H jf bekrachtigd.
Rechtzaken
Het vonnis van de Raad van Justitie te Soerabaja in de zaak-Landrecht, opzichter bjj gemeentewerkeu, wegens doodslag, luidt: 2'/% jaar gevangenisstraf. De Raad van Justitie té Soerabaja verleende volgens het Soer. Nwsblad rechtsingang tegen den gewezen deurwaarder bij het Residentiegerecht Andreas, die landsgelden ten eigen bate aanwendde.
Journalistiek.
De heer F. H. K. Zaalberg heeft eergisteren plotseling ontslag genomen als hoofdredacteur van het Bat. Hdld. Heden verscheen het blad retds zonder vermelding van zyn naam aan den kop van het blad.
Louis de Vries.
Onze Bataviasche berichtgever verneemt, dat er bij eenige Bataviasche kunstliefhebbers plannen bestaan, om De Vries ook na afloop van zjjn tournee langer te Batavia te houden dan oorspronkelijk de bedoeling was en hem middels een garantie in staat te stellen, grootere werken op te voeren. In ieder geval gaan de openluchtvojrstellingen van „Judas fakarioth" door.
Kiesrecht voor inlanders en vreemde Oosterlingen.
Onze Bataviasche berichtgever verneemt, dat er bjj de regeeringsautoriteiten ernstig in overweging is om inlanders en vreemde Oosterlingen op de eene of andere wijze hun eigen raadsleden te doen verkiezen. Dit onderwerp zal ook op het eerstvolgende decentralisatiecongres ter sprake komen.
Het havenbeheer te Soerabaja.
De Javabode verneemt dat binnenkort voor de haven van Soerabaja, evenals voor andere reeds bestaat, een directeur met een bijstandscommissie voor het beheer zal worden ingesteld.
De G. G. in den Oosthoek.
Omtrent de nieuwe reis van den Gouverneur-generaal naar de peststreken van Oost- Java meldt het Soer. Hbld.: Er werd eerst getuft naar de Roode Kruisambulance te Toeren en Kepandjen, waar de landvoogd alles in oogenschouw nam. Het blijkt dat de pleegzusters hier nuttig werk verrichten. Pc bevolking gewent zich aan de medici en aan het verplegend personeel en laat haar aauvank.eljjk verzet legen de opneming in de barakken varen. De inrichting is primitief maar beantwoordt aan de stemming. De plee_zusters werken met animo. Ten slotte bezocht de landvoogd de pas opgerichte Landbouwschool te Kepandjen, waarvoor de grond werd afgestaan door de s. f. Pangoongredjo. Even over negen s'apte de landvoogd met den algemeenen secretaris, de doctoren de Vogel en Vau Gorkom en zijn adjudant, kapitein Bouwmeester, in een extratrein. Hierin bevond zich de heer J. Dinger, die bljjkbaar met den landvoogd zaken had te bespreken. Het gelaat van den heer Idenburg droeg sporen van een ongesteldheid, die hem sinds eenige dagen hindert. Gisterenavond had een conferentie plaats, die tot acht uur duurde. In hoofdzaak werden daarop ondergeschikte dingen besproken ; hoofdlijnen werden niet vastgelegd. De landvoogd heeft zich ten eenemale onthouden van het uitoefenen van kritiek op de tot dusver gevolgde methode van pestbestrijding; op de conferentie werden in hoofdzaak de bijzonderheden en wijzigingen besproken, welke door de benoeming van dr. van Gorkom, tot algemeen leider der pestbostrjjding, zullen ontstaan. Dr. van Gorkom zal waarschijnlijk reeds in het begin der volgende maand te Malang arriveeren, om de leiding op zich te nemen. Voorloopig zal de ontzwaveling van met p##t besmette huizen worden voortgezet, daar eerst thans, nu een gerfgdde aflevering van pestzeilen verzekerd is over de doelmatigheid dezer methode lan;r/Mmerhand een oordeel kan worden gevormd. Tevens zal de woningverbetering met kracht ter hand worden genomen ; in het voortdurend gebrek aan hout, waarover de technische dienst aanhoudend te klagen heeft gehad, zal naar de landvoogd heeft toegezegd, op afdoende wjjze worden voorzien. Hoogstwaarschijnlijk zal aan het bosch«vezen worden opgedragen te zorgen dat de pestbestrijdingsdienst doorloopend over voldoende hout te beschikken heeft. Waar tot dusver de inspecteur van den geneeskundigen dienst werd bjjgestaan dooreen territoriaal leider, speciaal voor de afdeelingen Malang en Kpdiri, komt de/e functie na de indiensttreding van dr. van Gorkom te vervallen. De plaatselijke leiders blijven evenwel gehandhaafd terwijl voor de afdeeling Soerabaia, welke wat de pest betreft, geheel aan het toezicht van den inspecteur1 wordt onttrokken, eveneens een leider (dr. Citroen) zal worden benoemd. Het hoofdbureau der pestbestrijding zal worden gevestigil te Malang.
De Semarangsche tentoonstelling gesloten.
De Semarangsche tentoonstelling wordt door de Locomotief als volgt uitgeluid : De Gouverneur-Generaal liet het tentoonstellingsbestuur weten, dat hij met zeer bijzondere belangstelling en opi echte bewondering de resultaten van een energiek beleid in oogenschouw had genomen en men kan er zeker van zijn, dat de landvoogd met deze betuiging meer bedoelde dan het betrachten van de burgerljjke beleefdheid. Uit de omgeving van den heer Idenburg weten wij, dat Z. E. inderdaad geestdriftige bewondering had voor hetgeen er door Semarang met deze tentoonstelling was tot stand gebracht. Men mag wel zeggen, dat het oordeel van den landvoogd, het oordeel ook van allen was, die deze tentoonstelling hebben bezocht. fin geen ander oordeel was eigenlijk ook denkbaar. In den grootschen opzet, in den artistieken aanleg van beneden- en bovenstad, in de rijke bezienswaardigheid naar alle zijden, in de veelheid van vermaak en gelegenheid tot verpoozen, — waarlijk in elk opzicht was deze tentoonstelling een stuk werk, zooals Indië nog niet had geleverd. En er is aan gearbeid onder het verzetten van een ongeloof in de mogeljjkheid van het slagen, van een tegenwerking in een deel van de pers, van een aanvankelijk weifelen ook in de regeeringsbureau's, welke op anderer volharding doodelijk zouden hebben gewerkt. Het is de overwinning op deze schier stelselmatige ontmoediging, welke in onze oogen het welslagen van de Semarangsche tentoonstelling zooveel mooier maakt. Dat welslagen is er. Ach ja, er is een klap gevallen, er is een kleine perkara geweest met de operette-artisten, welke gelukkig nog zonder klappen is afgeloopen. Maar welke onderneming, waarbij meer dan twee menschen gemoeid zijn, loopt in Indië eigenlijk zonder klap van stapel ? Misschien zullen er nog andere ontevredenen zjjn, die van het teutoonstellingsbestuur niets goeds weten te zeggen, maar boven al dat jammerlijke gedoe gaat toch hoog uit het wezenljjke welslagen van de tentoonstelling als een meesterstuk van organisatie, als een versterking van den naam van Midden-Java's hoofdstad, een verbreiding ook van den goeden naam van onzen Archipel verre daarbuiten. Men heeft het van de Australische en Japansche afgevaardigden kunnen hooren, hoe zij van deze tentoonstelling een wezenlijke versterking der handelsrelaties met ons Indië verwachten, hoe ook zij in bewondering stonden voor wat hier met deze tentoonstelling was bereikt. De medewerking van de pers buiten Semarang was over het geheel niet groot en kwam zeker niet van harte. Het heeft weinig nut, naar de redenen hiertoe te peuren, maar blijvende waarde heeft toch het feit, dat toen de bladen op uitnoodiging van het tentoonstellingsbestu-ur hun vertegenwoordigers naar Semarang zonden om een indruk te kunnen krijgen van wat de tentoonstelling zou worden, alle gekomenen zonder uitzondering in geestdrift stonden over hetgeen hun boven elke verwachting voor de oogen stond. Het ten toonstellingsbestu ur heeft dit kostelijke welslagen moeten betalen met veel miskenning en veel scherpe kritiek, fin zeker, er zijn fouten begaan. Deze Indische tentoonstellingspioniers hebben zich bij hun arbeid tezeer tot het terrein der tentoonstelling beperkt en te weinig rekening gehouden mee de onmisbare krachten buiten dat terrein, welke voor een onberispelijk en dan vooral financieel welslagen voor de tentoonstelling moesten worden gewonnen en bewerkt. Zoo is ook te weinig geschied om het den Inlander op de tentoonstelling „senang" te maken. Er was voor hem niet de attractie. En zoo zal er nog wel naar meerdere zijden zijn gefaald, maar er bljjft dan toch het merkwaardige werk, waaruit dit door ieder bewonderde geheel is voortgekomen en waarvoor wij bij het scheiden der markt nog eens ons groot respect betuigen. En zoo ging het met allen. Zoo ging het ook met de burgerij van Semarang, die—de resident heeft het op gelukkige wjjze in zjjn sluitingsrede herdacht—uit erkentelijkheid voor de verrassing, welke de tentoonstelling haar bracht, het uiterste heeft gedaan om, ondanks den ellendigen tegenslag, welken de oorlog bracht, een financieele debacle te voorkomen. Het is gelukkig niet tot ecu debacle gekomen. Geen enkele groote tentoonstelling kent een financieel welslagen : haar tekorten zijn spreekwoordelijk. Zoo heeft ook de Semarangsche tentoonstellig een tekort gelaten, dat echter door de regeering zal worden gedekt in den vorm van een aandeel in de eerstvolgende groote geldloterejj, zoodat er voor niet-nakoming van aangegane verplichtingen geen sprake kan zjjn. Maar het blijft nog zeer de vraag, of indien de tentoonstelling onder goede tijden had kunnen worden geopend, zjj niet zonder tekort ware gesloten. De oorlog heeft veel belangstelling, bijzonder van buiten de kolonie, gedood. Alle hotels waren maanden tevoren besproken, bijzonder uit Australië werd een menigte bezoekers verwacht, want daar was de belangstelling bij den handel groot. Nauwelijks was de oorlog uitgebroken, of de hotels on pensions kregen alle kamers opgezegd. In commercieel opzicht heeft de oorlog dan ook veel kwaad gedaan. De lust, de mogeljjkheid tot zaken doen was er uiten dat hebbeu vele importeerende inzenders moeten gevoelen. Ondanks echter deze allerongunstigste omstandigheden, zal men nog verbaasd staan over het aantal personen, dat de tentoonstelling, óók van buiten Semarang, bezocht. Wjj krijgen spoedig de juiste opgaven, maar nu reeds kunnen wij mededeelen, dat de opbrengst der toegangsgelden slechts ruim vijfduizend gulden ii gebleven beneden het geraamde bedrag van f 150.000.
Inhoud van dit nummer.
I'IHUUM . —I , Uil lIUHIIII^I. Xe r 8 t e Blad: 1. Nederland al* toevluchtsoord. 2. Pit 't Buitenland : Wat de oorlog kost. :>. Mongelwerk: Kathedraal te Keims, 11. Tweede Blad: 1. In hot Woëvregèbieff. 2. Velerlei: Oorlogsallerlei. 3. Agenda. 4. (jomeagd Nienw». Derde B!a d: 1. Financiën en Handel: Financieele Kroniek. i. Uit den Archipel. — Ons llagoiykscli Nienwn. Do oorlog. — Laatste Nieuws. 3. .Uit het Moederland: De Fransche pers over Nederland.
Ons Dagelijksch Nieuws. Medan, 8 December. Een centraal Rubberproefstation.
De Javabode deelt, naar men ons seinti mede, dat spoedig het op het jongste Rubbercongres besproken centraal proefstation voor de rubber op Java zal wordeu opgericht.
Mutaties.
Men seint ons uit Batavia: Tjjdelijk is belast met de waarneming van de betrekking van rechtercommissaris voor de strafzaken bjj den Raad van Justitie te Medan Mr. J. F. Kunst. Bjj Gouvernements besluit is als tijdeljjke maatregel te Emmahaven een politieopziener eerste klas in dienst gesteld.*
Het rubbercongres.
Als extra-nummer van het „Tijdschrift voor njjverheid en landbouw in Nederlandsch-lndië" ontvingen wjj een beknopt verslag van de handelingen van het internationaal rubbercongres met tentoonstelling, in October te Batavia gehouden. Behalve de voordrachten, bevat het boekje ook de redevoeringen waarmede het congres werd geopend en voorts de lijst van bekroningen. Met de uitgifte van dit boekje is stellig een goed werk gedaan.
Hotelratten.
Gisterenmiddag werd uit een kam°r va', het Medan Hotel, terwijl de logé lag tt rusten, een kostbaar gouden horloge (merk Waltham Mass; No. 1114.9) met gouden ketting gestolen. De poiitie heeft zich -met de zaak bemoeid. De dief is echter nog niet gevonden.
Diefstal.
In de Langkatstraat werden heden van het erf van een inlandsche vrouw 3 kains gestolen, die over een touw te drogen hingen.
Eerste tabaksverscheping.
Wjj vernemen, dat per Prinses Juliana, de eerste bezending tabak naar Nederland is verscheept, totaal 300 U pak.
Voor het Belgische Roode Kruis.
Het Belgische consulaat alhier ontving nog van W. H. v.d. 11. te Bindjey f 10.— en van J. H. te Siantar /' 6.—
Hollandsche Mail.
Door het Postkantoor wordt de mail die door het stoomschip Kawi van Sabang naar Nederland zal worden vervoerd, morgen (Vrijdag-) middag om 6 uur gesloten voorzooveel aaugeteekende stukken betreft, en Zaterdag ochtend om 7 uur voor niet-aangeteekende stukken. Heden is d° met de Insulinde naar lava doorgezonden Hollandsche mail via Sabang te Medan aangekomen.
St. Nicolaas.
Wegens reparatie van de groote zaal der Sociëteit zal St. Nicolaas ditmaal zjjn receptie houden op het „platje". Aau de volwassenen wordt daarom vriendeljjk doch dringend verzocht, het platje dan ook geheel aan de kinderen over te laten en zichzelf te vergenoegen met het erf erom heen.
Een Chineesche vrouw vermoord.
Een Chineesche vrouw te Tandjoeng Poerba wilde zich van haar man laten scheiden. Tusschen haar en haar echtgenoot ontstond echter twist over de vraag wie hun kind bjj zich zou behouden. Zij wendden zich tot deu kapitein der Chineezen, die hen voor deze zaak verwees naar Majoor Tjong A Fie. Uit het huis van den kapitein komende, stak de Chinees zijn vrouw met ecu mes iv hart. De vrouw was onmiddellijk dood.
Scheepstijdingen.
Het s.s. Reyniersz vertrekt 5 Dec. a.s. om 10 u. voorin, naar Sabang, (direct). Laatste treiugelegenheid Bu. l;> min. Postal.: 4 Dcc, om li uur nam. uu o Dec. om 7 uur voorin..
Een valsche muntersbende.
Alweder op aanwijzing van den Chinees die de vorige week wegens diefstal van een fietslautaarn werd gearresteerd, werd thans te Bindjey een Chinees aangehouleu wegens het vervaardigen van valsche munten. In zijn bezit werd gevonden een bedrag van f 50.— aan valsche muntstukken. Er moeten volgens beweren van eerstgenoamden Chinees nog meerdere valsche munters te Bindjey schuilen. De hoofdrechercheur Roskott is in verband hiermede heden naar Bindjey vertrokken; de veelwetende Chinees is mede, om ter plaatse de noodige aariwijziugen te doen.
Oplichting.
'Een inlandsch krani, die kortgeleden wegens gebrek aau wettig bewijs werd vrijgesproken van de beschuldiging van oplichting wegens het aanbieden van een valschelijk onderteekende bon, is heden wegens eenzelfde feit opnieuw geartesteerd. Thans vroeg hjj uit naam van een hierterstede gevestigd advocaat— den vorigen keer betrof het een ander advocaat; het schjjnt dat de krani zijn slachtoffers slechts in rechtsgeleerde kringen uitzoekt — onder overlegging van een valscheljjk onderteekende bon een bedrag van f 15.— aan den manager van het India Hotel.
Diefstal van een cheque.
Van de kantoortafel van liet Medan Hotel is gisteren op onverklaarbare wijze een aan de Ned. Handel mjj. geadresseerde cheque ter waarde van f 2i5.— verdwenen. Heden werd door een Chinees deze cheque, zonderdat zij op het eerste oog als de vermiste her kend werd, uit naam van een plantage-administrateur aan hetzelfde hotel aangeboden ter afdoening van een schuld van f 25 en ter bèta Img van 1 kistjes sigaren ; bet overschietende bedrag werd den Chinees uitbetaald. Eerst later bleek het bedrag en tevens dat de cheque, was vervalscht doordat de oorspronkelijke datum van 20 November was veranderd in 29 Nov. Van den diefstal wordt verdacht een op het kantoor werkzame krani, die is aangehouden, maar ontkent. Wel weet hij mede te deelen dat de cheque werd aangeboden door ecu singkeh-Chinees, dien hjj mededeelt te kunnen herkenen. De politie doet een verder onderzoek.
Indische Cultuur-almanak.
Wij ontvingen de nieuwe Indische Cultuuraimanak voor het jaar 1915. Deze welbekende uitgave der Amsterdamsche firma J. H. de Bussy heeft geene aanbeveling noodig. Aan den overvloed van gsgevens en tabellen op allerlei gebied zijn tal vtu nieuwe toegevoegd, terwjjl enkele verouderde zijn weggelaten. De Indische Cultuur-almanak is een getrouwe jaarljjksche Comparant op do schrijftafel van allen die bjj de Indische cultures betrokken zjjn.
De in-en uitvoerrechten.
Naar ons uit Batavia wordt geseind publiceert de Javabode de opbrengsten deiinvoer-en uitvoerrechten op Java en Madoera. Daaruit blijkt dat tot October minder werd ontvangen dan over dezelfde periode van het vorig jaar f 1.253.940, terwijl voor de buit»nbezittingen f 280.032 minder werd 'ontvangen.
De bezuinigingsmaatregelen.
Men seint ons uit Batavia : Volgens de Javabode heeft de regeering een aanschrijving gericht aan de hoofden van departementen eu gewesteu ter verduidelijking van de te volgen gedragsljjn in de tegenwoordige omstandigheden betreffende de nieuwe uitgaven. Er wordt op gewezen dat de minister vele nieuwe uitgaven voor het personeel heeft geschulpt, zoodat de regeering er voorloopig niet toe kan overgaan de voorgenomen p>sitie-verbeteringen en formatie-wijzigingen tot stand te brengen.
Een onderwijzerskweekschool.
Naar men ons uit Batavia seint, bestaan er plannen voor de oprichting van een kweekschool voor onderwijzers te Pajakombo.
Decentralisatie der arbeidsinspectie.
De voorgenomen decentralisatie van den dienst der arbeidsinpectie, reeds eenige maanden geleden in de Staten-Geveraal aangenomen, zal thans reeds gedeeltelijk worden ingevoerd, deelt de Dcli Crt. mede. Zoo heeft, naar we vernemen, de heer Knappert, tot nu toe adj .-inspecteur voor Dcli, zyn benoeming ontvangen tot inspecteur van de arbeidsinpectie over de gewesten Oostkust van Sumatra, Atjeh en Onderhoorigheden, Riouw, Tapanoeli en Djambi. Het voordeel hiervan is, dat thans verschillende zaken onmiddellijk hun afdoening in het gebied zelf kunnen krijgen en niet meer via den dienst te Batavia behoeven te gaan. De inspecteur van den dienst te Batavia heeft den titel gekregen van chef van den dienst, terwijl waarschijnlijk aan hem een sous-chef' zal worden ter zjjde gesteld. Waarschijnlijk echter zullen de andere reorganistaties die financieele gevolgen' hebben, tot betere tijden worden uitgesteld
Stukken bestemd voor de Adminis-
Stukken bestemd voor de Administratie van ons blad gelieve men te adresseeren aan de Administratie vau de Sumatra Post, alles wat bestemd is voor de Redactie, aan de Redactie. Telefoon Administratie No. 211, Telefoon Redactie No. 259.