De provincie Groningen is rijk aan kerken. Vooral in het hoge noorden heeft ieder dorp of gehucht zijn eig^n 'Godshuis. De meeste van deze gebouwen bezitten een monumentale waarde; ze zijn oud en hebben een rijk verleden. Helaas doen in onze tijd steeds minder kerkgebouwen dienst als huis van God. Daardoor is er vaak niemand die voor het onderbond van deze doelloze kerken zorgt, hetgeen leidt tot bun verval. De in '69 opgerichte Stichting Oude Groninger Kerken heeft de zorg voor deze bedreigde kerken op zich genomen. De stichting ziet toe op herstel en onderhoud van gebouw en interieur, en ze probeert de kerken een nieuwe bestemming te geven. Mede door de inzet van deze stichting kunnen we ook in '85 genieten van deze fraaie gebouwen, waarvan sommige compleet met (oude) orgels, muurschilderingen en gebruiksvoorwerpen.
ln het Soordgroningse Leermens staat bij voorbeeld een kerk uit de 11e of mogelijk 10e eeuw met een ;"T.eaea' schip. In circa iZ4O is deze kerk uitgebreid met dwarspanden en koorpartij. Bijzondere détails zijn de muurschilderingen, en de preekstoel uit het midden van de 17e eeuw. In het dorpje Oosturn staat een schilderachtig gelegen 13e eeuws kerkje. Het dak is gedekt met holle en bolle pannen ook wel de monniken en nonnen genaamd.
De 12e eeuwse kerk in Eenurn bezit naast een epitaaf, een oorspronkelijk grafschrift met gekleurde wapens, een orgel uit 1704 van bouwer Arp Schnitger. In het Oostgroningse Ter Apel maakt de in 1501 gewijde kerk deel uit van een fraai klooster. Waardevolle overblijfselen van het interieur zijn hier het priestergestoelte, de sacristie en koorbanken.
"Oude Groninger kerken". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/01/23 00:00:00, p. 19. Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569852:mpeg21:p019
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/01/23 00:00:00, p. 19. Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569852:mpeg21:p019
Deze stad is inderdaad een ontmoetingsplaats van vele nationaliteiten geworden. Zo zijn er 1.500.000 inwoners van Britse afkomst, 92.000 van Franse, 117.000 van Duitse, 272.000 van Italiaanse, 110.000 van Joodse, 45.000 van Nederlandse, 51.000 van Poolse, 18.000 van Scandinavische, 61.000 van Oekraïense en 71.000 van Aziatische herkomst. Verder is er nog een restgroep van 300.000 inwoners van andere nationaliteiten.
Van alle immigranten die het onafzienbare en uitgestrekte Canada welkom heette, ging 30% naar Toronto. Deze stad telt thans reeds ongeveer 2,5 miljoen inwoners en zal binnen afzienbare tijd de 3 miljoen overschrijden. In bestuurlijke zin heeft Toronto de vorm van een stadsgewest aangenomen. Groot- Toronto (Metropolitan Toronto) bestaat uit de City of Toronto en vijf omliggende gemeenten, te weten Scarborough, Etobicoke, Vork, East Vork en North Vork. Samen vormen deze gemeenten een rechthoekig gebied dat van Noord naar Zuid verdeeld wordt door Yongestreet en van Oost naar West door Bloor/Danforth Streets. Onder, resp. naast deze straten, bevindt zich de ondergrondse (subway) met een vertakking naar het Noord-Westen als onderdeel van het plaatselijk openbaar vervoer.
"Conglomeraat". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/01/23 00:00:00, p. 19. Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569852:mpeg21:p019
De enorme uitbreiding van Toronto was in de jaren vijftig reeds aanleiding tot het plan om een nieuw stadhuis te bouwen. Daartoe besloot men in 1956 tot het uitschrijven van een internationale wedstrijd, die resulteerde in 532 inzendingen uit 42 landen, waaronder Nederland. In 1958 (schrijver dezes was toen verbonden aan de City of Toronto Planning Board) werd als winnaar uitgeroepen de Finse architect Viljo Reveil, wiens maquette hierbij is afgebeeld. De kosten werden begroot op $ 13,5 miljoen, doch bij de opening van het nieuwe stadhuis bleken deze te zijn opgelopen tot $ 31 miljoen. Dit leidde tot een stevige discussie in de gemeenteraad. Ook over het aangeschafte nieuwe meubilair was de raad ontevreden. Helaas heeft de ontwerper zijn schepping niet zelf meer mogen zien, daar hij in 1964 overleed. In 1965 werd het nieuwe stadhuis in gebruik genomen. Vlak bij het nieuwe stadhuis, waarnaast nog steeds het voormalige stadhuis staat, bevindt zich een grote winkelgalerij onder de naam 'Eaton Centre', een soort Hoog Catharijne (Utrecht), dat tegen een bedrag van $ 200 miljoen werd gebouwd. Daarin bevinden zich ongeveer 300 winkels onder een glazen passage (zoals in Den Haag). Dit winkelcentrum waarin Eaton (de Canadese V. en D.) de boventoon voert, is gelegen aan een station van de ondergrondse, zo, dat men er vanuit heel Groot- Toronto snel kan komen.
Nabij dit winkelcentrum vindt men de hoofdkantoren van de grote banken, die het beeld van de binnenstad overheersen en uiteraard de horizon (de 'sky line'). Opvallend zijn de grote zwarte blokken van de Toronto Dominion Bank (ontworpen door Mies van der Rohe) en de Royal Bank met de met een goudlaag bedekte ramen, waardoor een soortgelijk effect wordt verkregen als bij het hoofdkantoor van de Rabobank in Utrecht.
Via de ondergrondse winkelgangen zijn deze banken zowel onderling verbonden als met de uitgangen naar het hoofdstation, waar zich ook een station van de ondergrondse bevindt, en met het nieuwe stadhuis.
"Nieuw stadhuis". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/01/23 00:00:00, p. 19. Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569852:mpeg21:p019
Binnen dit wetenschappelijk gebeuren bevindt zich het Institute for Christian Studies, dat uitgaat van de Association for the Advaneement of Christian Scholarship'. Dit instituut is een soort hogeschool voor reformatorische wijsbegeerte, hoewel daarnaast ook theologie en politicologie wordt gedoceerd door de in totaal acht docenten. Dit instituut, dat in 1967 is begonnen, is gevestigd aan de College Straat 229, waar men een groot gebouw in eigendom heeft. Deze vestigingsplaats is strategisch gezien heel belangrijk, daar men in feite bovenop of wel midden in de Universiteit van Toronto zit. Een deel van dit gebouw wordt verhuurd, wat voor de inkomenspositie van deze zonder overheidssubsidie werkende instelling van grote betekenis is. Onder meer is in dit gebouw de Wedge Publishing Foundation gevestigd, die onder andere de wetenschappelijke resultaten van het I.C.S. uitgeeft.
Wanneer men dit gebouw bezoekt, doet men niet alleen de verheugende ontdekking dat hier op serieuze wijze aan christelijke wetenschapsbeoefening wordt gedaan en aan 35 studenten onderwijs wordt gegeven, doch ook dat de volledige bibliotheek van de filosoof prof.dr. Herman Dooyeweerd daar in een aparte kamer is ondergebracht. Eveneens bevindt zich in dit instituut de bibliotheek van prof.dr. M.C. Smit, de in 1981 overleden hoogleraar geschiedenis en wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit.
In 1983 werd het I.C.S. verblijd met de officiële erkenning door de provincie Ontario als academische instelling. Het I.C.S. is daardoor bevoegd de graad 'Master of Philosophical Foundations' toe te kennen. Via een overeenkomt met de Vrije Universiteit kan men zich aan het I.C.S. voorbereiden op het verkrijgen van een doctorsgraad in de wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit. Het I.C.S. geeft geen kandidaatsbullen uit, omdat het hier om een 'graduate school' gaat. Dit betekent dat, men in het bezit moet zijn vanl een 8.A.-graad (kandidaats) alvorens te worden toegelaten.
Dit instituut, dat hopelijk zal uitgroeien tot een universiteit, is bij gereformeerd georiënteerde wetenschappers alleszins bekend. Uit het rijtje van gastdocenten/bezoekers nemen we de volgende namen: B. Goudzwaard (V.U.), W. Albeda (R.U. Maastricht), E. Schuurman (Reform. Wijsbegeerte), H. van Riessen (emeritus V.U.), J. Veenhof (V.U.), J.T. Bakkeren K.A. Schippers (Kampen, eertijds Oudestraat) en niet te vergeten N.D.-medewerker P. Nijkamp (V.U.). Diens collega S. Griffioen was alvorens zich te verbinden aan de V.U. werkzaam aan het 1.C.5., dat steeds meer een kweekschool wordt van bekwame hoogleraren.
Het I.C.S. wordt in Nederland vertegenwoordigd door de Calvinistische Wereld Alliantie, Potgieterweg 46, 1851 CJ Heiloo (giro 1775496 met vermelding AACS).
"Reformatorische wetenschap". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/01/23 00:00:00, p. 19. Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569852:mpeg21:p019
Een andere bijzonderheid in Toronto is de Art Gallery of Ontario, waarin zich kunstwerken van oude meesters en van hedendaagse kunstenaars bevinden alsmede de grootste verzameling op het westelijk halfrond van Henry Moore's beeldhouwwerken. Verder is er in Toronto het in 1914 nagebouwd kasteel genaamd 'Casa Lorna', dat 98 kamers, 30 badkamers, 25 open haarden en een marmeren zwembad bevat. Sir Henry Mill Pellatt besteedde er destijds $ 3 miljoen aan. Tenslotte mogen het Ontario Science Center, het Mc Laughlin Planetarium en het Royal Ontario Museum niet onvermeld blijven.
Als u, al of niet tijdens familiebezoek, Toronto bezoekt, valt er een interessant programma af te werken, ook op de zondag bij het bezoeken van de Canadian Reformed Church met als predikant de Amerikaan drs. R.N. Gleason, voorheen predikant van de Geref. Kerk te Rijswijk (Z.- H.).
"Andere bezienswaardigheden". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/01/23 00:00:00, p. 19. Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569852:mpeg21:p019
Interessant zijn de oude, Oostgroningse vestingsplaatsen Oudeschans, Nieuweschans en Bourtange. De eerste twee liggen in Reiderland en de laatste in Westerwolde. In Oudeschans is men hard bezig met het herstellen van de schans uit 1593. Een schans is een in het veld opgeworpen militaire versterking. Een groot aantal historische gevels in de belangrijke grensplaats Nieuweschans hebben het predikaat 'beschermd dorpsgezich t' gekregen.
Het meest compleet van de drie vestingsplaatsen is het fraai gerestaureerde Bourtange, letterlijk: boe- Tenzandpad. Bourtange werd in 1580 op de belangrijkste zandverbinding tussen de steden Groningen en Munster gebouwd. Doordat dit plaatsje vroeger omgeven werd door een moerasgebied, lukte het niemand het in te nemen. Bij een bezoek aan Bourtange (60 km ten zuidoosten van Groningen), komt men via de Friese of de Munsterse poort aan op een schilderachtig marktpleintje met 14 oude lindebomen. Zelfs deze 300 jaar oude bomen zijn gerestaureerd; een boomchirurg heeft dikke staven in de bomen aangebracht om ze van een wisse dood te redden. Aan het marktplein staan twee officiershuizen uit de 17e eeuw. Vanuit de vijfhoekige kern lopen tien straatjes naar de wallen en de bastions (een bastion is een uitspringend gedeelte van een vestingswal, in de /orm van een onregelmatige veelhoek). De straatjes "jn onderling verbonden en vormen samen een prachtig stervormig patroon. Naast een aantal barakken en kazernes zijn gereed gekomen: het oude Pastoorslogement, de mePc+°rswoning en schooltje, het oude en het nieuwe kruitmagazijn, en een vluchtpoort met aanlegsteiger. Voor een drankje en een hapje kan men terecht in de gereconstrueerde grote 's Landshuys.
Tijdens een wandeling via de fraaie, houten ophaalbruggen, de toegangspoorten en langs de waterputten en wachthuisjes, waant men zich in de tijd van de Middeleeuwen. De her en der in het dorp verspreid liggende, antieke kanonnen herinneren eraan dat het ook in vroegere tijden niet altijd 'pais en vree' was.
Wie meer van de geschiedenis van Bourtange wil weten, kan terecht in de als voorlichtingscentrum ingerichte synagoge uit 1842. De smederij is ingericht als expositieruimte voor wisselende onderwerpen en in een voormalige manschappenbarak heeft de Streekraad Oost-Groningen' een expositie over zijn gebied gevestigd.
"Bastions in Bourtange". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/01/23 00:00:00, p. 19. Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569852:mpeg21:p019
2oa]s in vele andere Euro- Se landen heeft ook in Nein!i muziek de aandacht '985. De herdenking van geiT" e^aren van componisten hiih' Handel en Scarlatti ja«e drie 1685) en Schütz (1585) htli0t een s°ala van over het e 'and verspreide muzikale v*nementen. hoewel naar Bach de meeste uitgaat, ook al van-Ba*h et bestaan van vele li£'jVerenigingen in den Co *"• komen ook de andere t»u^nisten en geheel andere kad e strom'ngen in het •i-d rwan Musica '85 aan de tlle' muziekjaar zal niet heten borden gebruikt voor «bc* eren van over het algevan rftocil al wel bekend werk list te herdenken compo/ïreen, ïre °ok bijvoorbeeld tan- Oj^j "*rmonie en eigentijdse »an £ Varen' onder de vlag htt e.r?fede" van wat er op ""ttiVt van de klassieke G*-on- ge°eurt. zijn 'Bach in dat vanaf 19 iourt °n het eind van het Jaar • 0rgelconcerten, festivals, tentoonstellingen en symposia vinden in stad en provincie plaats. Op het orgel van de Nieuwe Kerk van Amsterdam worden op 17 verschillende dagen door 17 verschillende, internationaal bekende organisten alle orgelcomposities van Bach uitgevoerd. Verder worden tijdens een Scarlattimarathon in Amsterdapi alle 500 sonates van deze componisten ten gehore gebracht, en in april wordt in Amsterdam een festival met Handel als thema gehouden.
"Er zit muziek in 1985". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/01/23 00:00:00, p. 19. Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569852:mpeg21:p019
De hele binnenstad is goed te overzien wanneer men zich met een snelle lift honderden meters omhoog laat verheffen in de C.N.-toren. Op een
hoogte van 457 meter heeft men een prachtig uitzicht over op 5/6 van de totale hoogte van deze toren, die voorzien is van een langzaam draaiend restaurant, zodat de hele stad plus de wijde omgeving (het meer en de vlakbij gelegen eilanden) aan de beschouwer voorbij trekt. De top van deze toren wordt gevormd door een televisiezendmast, waardoor dit grootste geheel vrijstaande gebouw (dat wil zeggen niet ondersteund door kabels) ongeveer 550 meter hoog is en daarmee het Empire State Building in New Vork achter zich laat.
Toronto is niet alleen het commercieel en financieel centrum van Canada, doch weet ook op wetenschappelijk gebied een partijtje mee te blazen met onder meer twee universiteiten, te weten de Universiteit van Toronto en de in 1965 opgerichte Vork Universiteit. Aan de Universiteit van Toronto is onder meer het Banting en Bestinstituut verbonden, genoemd naar de beide ontdekkers van het levensreddende insuline.
"C.N.-toren". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/01/23 00:00:00, p. 19. Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569852:mpeg21:p019
Wie zich voor de taak gesteld ziet voor familie, club of vereniging een dagtocht te organiseren, heeft een goed hulpmiddel in de brochure voor groepsdagtochten van het Nederlands Bureau voor Toe-
risme. Er bUjken naast Ar_ tis en Giethoorn namelijk nog tientallen andere aantrekkelijke bestemmingen te zijn voor een leuk of leerzaam dagje-uit in groepsverband.
Een dagje Hoorn, Medemblik en andere Westfriese dorpen bijvoorbeeld, waarbij kasteel Radboud en het Buitenmuseum bezocht worden. Of de Terpenroute volgen in Friesland, met een kijkje in de 'Fiskershüskes' en een rondleiding in het agrarisch bedrijfsmuseum in Veenklooster. Of achter een natuurgids aan door de grienden van de Biesbosch wandelen, waareen rondvaartboot het gezelschap eerst heeft gebracht. De NBT-uitgave Groepsdagtochten in Nederland', bevat 93 trips in alle provincies, samengesteld door de WV's. De brochure geeft per dagtocht het programma, met vertrek en aankomsttijden, en verder per onderdeel wat er verwacht kan worden: begeleiding door een hostess van de VVV, een rondleiding, een ronHrit, een globaal overzicht van wat er gepresenteerd wordt tijdens een maaltijd, de prijs, enzovoorts. Voor de duidelijkheid is na de prijs per persoon, die ligt tussen de 20 en 40 gulden, onder het kopje 'Inclusief' puntsgewijs opgesomd wat bij die prijs inbegrepen zit, en wat desgewenst een diner aan het einde van de tocht nog kost per persoon. Overigens is in de prijs van de dagtocht niet het vervoer per bus, trein of auto opgenomen, omdat het nauurlijk veel uitmaakt of men uit een naburige of uit een verder weg gelegen provincie aanreist, en hoe groot de groep en dus de bus is.
Een groep moet minimaal 20 personen tellen, volgens de algemene bepalingen achterin de brochure. Daar staan ook andere voorwaarden genoemd, bijvoorbeeld over aanbetaling, wijzigingen en annuleringen. Daarnaast zijn in de brochure per provincie nog zogenaamde bouwstenen vermeld,
Wie informatie wil hebben over gewone dagtrips die alleen of met een kleiner gezelschap gemaakt kunnen worden, vindt in de brochure Dagtrips van het Nederlands Bureau voor Toerisme, die half februari uitkomt, veel ideeën.
"Groeps-dagtochten bij VVV's". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/01/23 00:00:00, p. 19. Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569852:mpeg21:p019
Sedert de Tweede Wereldoorlog, maar ook al daarvoor, zijn talloze Nederlanders naar Canada gegaan om daar een nieuwe toekomst op te bouwen. Velen van hen vestigden zich in de provincie Ontario en wel met name in de aan het Ontariomeer gelegen stad Toronto. Niet alleen voor Nederlanders was deze stad aantrekkelijk. Ook Duitsers, Italianen, Polen, Oekraïners, om maar enkele groepen te noemen, zorgden ervoor dat Toronto het klassiek Britse karakter verloor en in alle opzichten een kosmopolitische metropolis werd, waarin zich allerlei interessante ontwikkelingen voltrokken, ook vanuit gereformeerd oogpunt.
Als Noordamerikaanse stad heeft Toronto uiteraard niet zon lange geschiedenis als de meeste steden in Europa. Niettemin neemt deze plaats, strategisch gelegen aan het Ontariomeer als ze is, een belangrijke positie in de Canadese geschiedenis in.
Zo werd Toronto, destijds Fort Vork genoemd, op 26 april 1813 door de Amerikanen op de Engelsen veroverd en gedurende vier dagen bezet. Toen de Engelsen zich terugtrokken, lieten ze het fort in de lucht vliegen. De Amerikanen staken uit wraak de openbare gebouwen van Vork in brand. De Britten reageerden door een stormaanval op de Amerikaanse hoofdstad Washington, waardoor het huis van de president van Amerika lichte schade opliep. Om de schrammen weg te werken, werd het hele huis wit gemaakt. Sedert dien spreekt men van 'Het Witte Huis. Aan deze naamgeving is dus duidelijk de stad Toronto verbonden. In 1834 kreeg Toronto stadsrechten en verkreeg het zijn huidige naam, afgeleid van het Indiaans. Toronto betekent 'Ontmoetingsplaats.
Bij de foto's: • De Finse architect Viljo Reveil won met deze maquette de internationale wedstrijd voor een nieuw stadhuis in 1958. Inmiddels staat het nieuwe stadhuis er al 20 jaar. (onder) • De financiële wolkenkrabbers in Toronto genomen vanaf een superwolkenkrabber, de CN-toren. (rechts) • Onder het kaartje het kerkgebouw van de Canadian Reformed Church in Toronto.
"Financieel en wetenschappelijk centrum Toronto herbergt een Reformatorische Hogeschool door dr. J.E. Reinders". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/01/23 00:00:00, p. 19. Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569852:mpeg21:p019