FEN van de redenen dat goedbedoelde Westeuropese biezen ten aanzien van het rondmaken van de Amerinse economie in het huik Washington tot !_mansoren gesproken zijn, Ln verschil in filosofie. De !Lenvvoordige Amerikaanse bering wordt door conseryasU geleid, die - om het ' Cht te zeggen - weinig verduwen hebben in de sociale Welvaartsstaat, zoals wij die wennen. President Reagan en ■ n economische adviseurs "enen niet alleen dat de Westropese welvaartsmaatschappij6ll veel te duur zijn geworden, maar bovendien at zij een Jantje van Leiden Mentaliteit bewerkstelligen. In plaats van dat de mensen de handen uit de mouwen willen gaan steken, wordt de oplossing van alie problemen van vadertje staat verwacht. In dit Amerikaanse denken vormen de ondernemers de spil van de economie. Zij moeten de ruimte krijgen pm de vleugels uit te slaan. Ze moeten investeren, nieuwe banen scheppen en als gevolg daarvan zal dan ook de armoede geleidelijk verdwijnen. In West-Europa, aldus luidt het verwijt vanaf de andere zijde van de Atlantische Oceaan, is men aan de verkeerde kant begonnen. Daar concentreerde men zich op overheidssteun aan de zwakken in de samenleving en werd aan werklozen zon hoge uitkering gegeven, dat de prikkel verdween om aan de slag te gaan.
Toen president Reagan begin 1981 daadwerkelijk het Witte Huis betrad, was de invloed van dit denken duidelijk bespeurbaar. De Amerikaanse economie verkeerde in een recessie, waarvan het voornaamste kenmerk een teruggang in de produktie van goederen en diensten is. De Republikeinse regering besloot deze teruggang te bestrijden door middel van een belastingverlaging. Deze maatregel had tweeëerlei doel. In de eerste plaats zou het bedrijfsleven er meer armslag door krijgen om te investeren en te produceren, terwijl vervolgens de consument meer geld zou kunnen uitgeven om die goederen te kopen. Een nadelig effect van belastingverlaging zou natuurlijk zijn, dat de overheid minder geld in het laatje zou krijgen. Dat behoefde echter niet als een ramp te worden beschouwd, omdat a) in de overheidsuitgaven toch flink bezuinigd moest worden, en b) een florerende economie —
met grotere bedrijfswinsten en minder werklozen — als vanzelf weer nieuwe belastinginkomsten zou opleveren. Welnu, aan het einde van Reagans eerste ambtstermijn bleek een deel van de voorspelling wel, en een ander deel niet te zijn uitgekomen.
Aan de ene kant blijkt de Amerikaanse economie inderdaad groeicijfers te hebben opgeleverd, waarop men in West-Europa jaloers kan zijn. Maar aan de andere kant heeft dit niet geleid tot de verwachte groei in de overheidsinkomsten. De oorzaak daarvan zal gezocht moeten worden in het relatief lage belastingpeil in de Verenigde Staten en in het feit dat minder bezuinigd kon worden dan met het oog op een evenwichtige begroting noodzakelijk was. Vandaar dan ook dat de Amerikanen het huidige begrotingsjaar opgescheept kwamen te zitten met een begrotingstekort van zon 220 miljard dollar.
De Amerikaanse president Ronald Reagan diende gisteren zijn begroting in bij de Amerikaanse volksvertegenwoordiging.
"Reagan dient omstreden begroting in door A. Kamsteeg". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/02/05 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569863:mpeg21:p007
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/02/05 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569863:mpeg21:p007
NU had president Reagan bij zijn aantreden als president in 1980/'Bl beloofd de begroting wel degelijk in evenwicht te brengen. Die belofte kwam niet als een verrassing, want de techniek van 'deficit spending' (een op stimulering van de economie gericht beleid, waarin bewust meer wordt uitgegeven dan aan inkomsten wordt verwacht) is de Amerikaanse conservatieven een doorn in het oog. Een van de grootste teleurstellingen na vier jaar Reagan was dan ook dat juist deze president het grootste begrotingstekort aller tijden op zijn naam had gezet.
Zoals een gezin onherroepelijk in moeilijkheden komt wanneer het voortdurend meer uitgeeft dan het verdient, zo vergaat dat uiteraard ook een staat. Aanvankelijk blijkt dat niet zo, want ook voor een regering zijn er best mogelijkheden een tijdje op de oude voet voort te leven. Sommige politieke leiders gaan ertoe over wat meer geld te laten drukken, met als schadelijk effect natuurlijk dat sterke impulsen aan de inflatie worden gegeven. De regering-Reagan echter voerde wel een gezonde geldpolitiek, maar besloot te gaan lenen.
Wat is daarvan het gevolg geweest? Nog slechts twee jaar geleden had Amerika in het buitenland 150 miljard dollar meer uitstaan dan het zelf had geleend. Maar nu is de balans tot een bedrag van meer dan 100 miljard naar de andere kant doorgeslagen. Een van de verwijten die de regering-Reagan dan ook worden gemaakt, is dat zij het economisch herstel in feite heeft geleend. Bij het opmaken van nieuwe begrotingen zal er, met andere woorden, rekening mee moeten worden gehouden dat steeds grotere bedragen voor rente en aflossing moeten worden uitgetrokken.
Bij alle verdeeldheid onder leidende economen is men het hierover wel eens, dat dit op den duur niet zo kan doorgaan. Een welvaart die in toenemende mate op buitenlands kapitaal is gebaseerd, zal het vertrouwen in de Verenigde Staten ondermijnen. Buitenlandse kapitaalverschaffers zullen daarom door middel van steeds hogere renteuitkeringen moeten worden aangemoedigd over de brug te blijven komen. Maar hogere rentepercentages hebben een schadelijke uitwerking op de groei van de economie, terwijl juist daóruit het overheidstekort zou moeten worden bestreden.
Zoals een gezin maar beter de tering naar de nering kan zetten, zo zal dus ook een regering dat dienen te doen. Natuurlijk is de regering-Reagan niet ongevoelig voor zon advies. Zij heeft bij de gisteren officieel bij het Congres ingediende begrotingscijfers voor 1986 dan ook beloofd het financiële tekort langzaam maar zeker te zullen terugdringen. Tekenend is echter dat niemand het meer heeft over het ideaal van volledig evenwicht tussen inkomsten en uitgaven, over een sluitende begroting dus. Voor 1986 blijkt de administratie toch nog op een tekort van 180 miljard dollar uit te komen. Aan het einde van Reagans tweede ambtstermijn wordt zelfs nog met een gat van 144 miljard gerekend, terwijl pas in de jaren negentig een verdere terugdringing tot onder de 100. miljard wordt voorspeld. Maar goed, zegt het Witte Huis, wij maken in ieder geval weer een begin.
"Lenen". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/02/05 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569863:mpeg21:p007
REAGANS adviseurs hebben lange tijd de overtuiging gehad dat in feite met het bevriezen van een belangrijk deel van de binnenlandse uitgaven kon worden volstaan om het gat in de begroting te dichten. Ook zonder belastingverhoging — want daartegen heeft dp president zich in zijn campagne tegen Walter Mondale nog eens nadrukkelijk uitgesproken — moest het mogelijk zijn meer evenwicht tussen inkomsten en uitgaven aan te brengen. Voorwaarde was dan wel een blijvende groei van de economie, vanwaaruit de overheid jaarlijks — zeg maar — voor 100 miljard dollar extra zou profiteren. Bij gelijkblijvende uitgaven zou het tekort dan in twee jaar zijn weggewerkt.
Uit de gisteren bij het Congres ingediende cijfers blijkt dat ten aanzien van de binnenlandse uitgaven de regering inderdaad wil bevriezen en bezuinigen. Het netto-resultaat daarvan zou een lastenverlichting van 40 miljard betekenen. Gelet op de ernst van de situatie (begrotingstekort) bestaat in het Congres weinig bezwaar tegen het voornemen te bezuinigen. In alle toonaarden wordt, ook van Republikeinse zijde, echter verkondigd dat de
regering-Reagan voor een deel wel de verkeerde begrotingsposten de dupe laat worden. In de kern komen de verwijten hierop neer, dat deze administratie de sociaal zwakkeren in de kou laat staan.
In de voorstellen voor 1986 is bij voorbeeld gerekend met een korting op de regeringsbijdrage in de ziektekostenverzekering, met een opschorting van de subsidie voor huisvesting van armen gedurende een periode van twee jaar, en met minder uitgaven ten behoeve van het medisch programma voor bejaarden (medicare) en het sociale programma 'Aid to families with dependent children' (vnl. éénoudergezinnen). Naar alle waarschijnlijkheid zullen vooral dit soort plannen in het Congres worden getorpedeerd of in ieder geval worden bijgesteld. De „politieke moed", waartoe de president a.s. woensdag in zijn 'State of the Union' (een soort troonrede) zal oproepen, zal in deze vorm dus niet door Huis en Senaat worden opgebracht.
De 'moed' van het Congres zal zich daarentegen op de voor defensie uitgetrokken post richten. Vppr defensie is namelijk wel een hoger bedrag uitgetrokken dan in 1985, namelijk 31 miljard dollar meer, dat is een reële stijging van 5,9 procent. Wat natuurlijk opvalt, is dat — bij alle bezuinigingen — opnieuw meer wordt uitgegeven voor militaire zaken. Men dient in dit verband echter tevens te bedenken, dat a) het Pentagon aanvankelijk om een stijging van 10,7 procent had gevraagd en b) een deel van de meer-uitgaven naar lopende programma's (als de B-l bommenwerper) gaat.
In dit verband is het wat misleidend te stellen, dat de Verenigde Staten bijna 30 procent (exact: 28,5 procent) van hun totale begroting aan defensie uitgeven. Militaristischer kan het haast niet, is men geneigd te zeggen. Het percentage valt echter zo hoog uit, omdat veel niet-militaire posten die in bij voorbeeld ons land wel op de nationale begroting voorkomen, in de Verenigde Staten door de deelstaten voor hun rekening worden genomen Zij spelen bij het vergelijken van de defensieuitgaven dus niet mee.
Wil men een objectiever maatstaf kiezen, dan kan men beter met het bruto nationaal produkt (het totaal van geproduceerde goederen en diensten) vergelijken. In West-Europa geeft men daarvan gemiddeld 4 a 5 procent — Nederland ruim 3 procent — aan defensie uit; in de Verenigde Staten 6 procent, maar dat land heeft dan ook wereldwijde verantwoordelijkheden. De Sovjetunie komt hier trouwens op niet minder dan 13 procent uit.
Omdat echter zowel het MX-systeem als het voorgenomen onderzoek naar ruimtewapens (resp. 4 en 3,7 miljard in de begroting voor 1986) omstreden zijn, zullen de critici zonder twijfel proberen Reagan en minister van defensie Wemberger ook hier tot concessies te dwingen. Het Witte Huis staat nog een zware strijd met het Capitol (de plaats van Huis en Senaat) te wachten.
"Kritiek". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/02/05 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569863:mpeg21:p007
Nog niet zoveel jaren geleden werd er geen of weinig ophef over gemaakt wanneer een kind naar het ziekenhuis moest. Het werd ernaar toe gebracht door vader en/of moeder en daar achtergelaten onder de hoede van 'de zuster. Vanaf dat moment werd het kind opgenomen in het ziekenhuisleven, inclusief doktersvisites, temperaturen, spelen met de andere kinderen op zaal en, indien nodig, inclusief de operatie; vader en moeder kwamen één of twee keer per dag op bezoek, soms met een broertje of nisje als dat al groot genoeg was. Wanneer vader en moeder weggingen, was dat naar: het kind huilde dan of was 'al een grote jongen' en beet in plaats daarvan op zn onderlip. Maar ook dat behoorde bij net ziekenhuisleven, net als het slapen gaan direct na het avondbezoekuur, wat soms maar niet wilde 'ukken, omdat het kind steeds weer moeders wuivende hand voor zich zag *n dan stiekem onder de dekens een deuntje huilde.
Na de behandeling kwam "et kind weer thuis en dan was alles weer normaal. Hoe. niet altijd heleméétl normaal: het kind was wat prikkelbaar, in zichzelf gekeerd of Juist ongewoon aanhalig en Zelfs gebeurde het wel dat het kind, "oewel het vóór de ziekenhuisopname allang zindelijk was, opeens weer in zn bed Plaste. Meestal werd er wel "band verondersteld tussen . nhuisopname en het hui, 'ge gedrag. Onder het motto at. maar even betijen' werd niet te veel aandacht aan r*teed en inderdaad bleek kirJaak goed te werken: het w'"a ging zich na enige tijd =er normaal' gedragen. Het g gewoon naar school en na een Pi. maar>den was iederhalles weer vergeten. PsvoK erschiJ"sel was voor echte °een en Pedagogen cc- f lnteressant genoeg het de rp .onderzoeken. Eén van men . aten hiervan was, dat dat • de. ontdekking kwam get' Wle die periode ook vergevLi . ht ziJn- het in ieder Uite! Ct het kind zelf was! dure»"?™ Uep het niet voortkenh'• enh denken aan zijn ziegelede °pname van vier jaar en. maar ergens op de achtergrond droegen veel kindere het hele gebeuren met zich mee, tot in hun volwassenheid toe.
Dit laat zich ook wel verklaren. Een kind van anderhalf jaar kun je niet duidelijk maken waarom het naar zon vreemd groot huis moet, waar allerlei, soms pijnlijke dingen gebeuren; bovendien kun je zon hummel niet duidelijk maken, waarom mamma weg moet, juist nu hij haar zo hard nodig heeft. De peuter voelt zich alleen maar in de steek gelaten door diegene die altijd een veilig rustpunt in zn bestaantje was. Hij weet dan ook niet meer zeker of hij haar nog wel kan vertrouwen, en zijn gevoel van veiligheid heeft een gevoelige knauw gekregen.
Bij kinderen jonger dan ongeveer drie jaar blijft dit een moeilijk punt; we moeten echter maar heel nuchter bedenken, dat een liefdevolle ouderkind-relatie in staat is een heleboel rimpeltjes glad te strijken. Ook voor de iets oudere kleuter is het probleem niet zomaar op te lossen, maar er worden van verschillende kanten pogingen toe gedaan. Een aantal ziekenhuizen is 'kind-vriendelijk' geworden, met langere bezoektijden voor de ouders, het inschakelen van met name de moeder bij de dagelijkse verzorging van het kind en uitbreiding van de speelmogelijkheden voor de kinderen, eventueel met behulp van een spelleider.
Een andere mogelijkheid om het probleem aan te pakken is een dergelijke voorbereiding van het kind op dokters en ziekenhuisbezoek. Dat kan bij voorbeeld door het kind eerlij/c te vertellen wat er allemaal gaat gebeuren. Dus niet zeggen dat het kind fijn uit logeren gaat wanneer het voor een vervelende behandeling naar het ziekenhuis moet, want dan zal het garandeerd zn vertrouwen in de ouders verliezen.
... de meeste kinderen vinden het leuk om 'doktertje en zustertje' te spelen, (foto uit: Ziek zijn en spelen, Susanne Stöcklin-Meier, uitg. Intro, Nijkerk).
"Ziekenhuisverblijf is zeer ingrijpend voor een kind door Chaja de Jong". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/02/05 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569863:mpeg21:p007
Behalve door de met woorden te vertellen hoe het in zon ziekenhuis toegaat, kunnen we zon situatie met het kind spelen. Een gelegenheid omdat te doen hoeft meestal niet gezocht te worden, want de meeste kinderen vinden het leuk om 'doktertje en zustertje' te spelen. Het belangrijkste wat de juffrouw op school of de ouders thuis dan moeten doen, is het spontane spel van de kinderen zodanig te structureren, dat het een tamelijk reële uitbeelding van de werkelijkheid wordt. Susanne Stöcklin-Meier probeert in haar boekje 'Ziek zijn en spelen' hiervoor wat ideeën aan de hand te doen. Van allerlei komt er in dit boekje aan bod: spelletjes om op een kleuterschool te doen met als doel de kinderen wat vertrouwd te maken met ziekte, dokter en ziekenhuis, ook als daar helemaal geen directe aanleiding toe is; adviezen voor ouders van wie het kindje in een ziekenhuis moet worden opgenomen; spelletjes die de ouders met het kind kunnen spelen terwijl het nog in zn bedje moet blijven, en adviezen voor als het kind weer thuiskomt en er behoefte aan heeft een heleboel opgedane ervaringen 'weg te spelen.
Een groot aantal duidelijke fotq's maakte het boek tot een aantrekkelijke uitgave. Helaas kloppen weer niet alle bijschriften bij de foto's; dit soort onzorgvuldigheden lijkt bijna een kwaaltje te zijn van uitgeverij Intro.
Een literatuurlijst van boeken die een vergelijkbaar onderwerp behandelen, maakt het boek compleet.
We kunnen gerust stellen dat een ziekenhuisopname nooit een pretje wordt, noch voor een kind, noch voor een volwassene. Maar goed voorbereid op een manier a la Stöcklin-Meier heeft het kind in ieder geval aanmerkelijk meer kansen die ziekenhuisperiode als een spannend avontuur te beleven dan zonder zon voorbereiding. Susanne Stöcklinr. Ziek zijn en spelen Uitgeverij Intro. Nijkerk. Prijs f 18.50.
"Spelen". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/02/05 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569863:mpeg21:p007
De heer C.P. van Houdt te Rotterdam zou ik willen wijzen op 1 Kor.6:18: „Wie hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam." K.J. Nieuwenhuis. Delft
"Ingezonden AIDS (2)". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/02/05 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569863:mpeg21:p007
Het is nog geen jaar geleden dat door de eerste verhoren het aan het grote publiek duidelijk werd dat een commissie van negen leden van de Tweede Kamer bezig was de ondergang te beschrijven van het Rijn-Schelde- Verolmeconcern. Toch zou het de moeite waard zijn nog eens na te vragen of datzelfde grote publiek nu nog weet waar toen vooral over werd gesproken.
Toen ging het om de wonderbaarlijke wijze waarop het RSV-concern in elkaar werd gezet. Het ging over een gekunsteld bedrijf dat niet goed werd bestuurd. Belangrijke investeringen en plannen gingen de mist in. Meestal mede door toedoen van politieke aarzelingen en vertragingen. De huidige minister-president drs. R.F.M. Lubbers zal zich bijvoorbeeld nog goed het niet doorgaan van levering van reactorvaten voor kernenergiecentrales aan Zuid-Afrika herinneren.
De parlementaire enquêtecommissie hield zich op een dermate intensieve wijze met de gebeurtenissen in het bedrijf bezig dat het voor sommigen de vraag werd, of het hier ging om controle op uitgaven van de overheid of om het in het volle licht zetten van falend ondernemerschap en het schaamteloos vullen van de eigen portomonnee door presidentdirecteur en presidentcommissaris. „Schade voor het Nederlandse bedrijfsleven", was de niet al te slimme, maar wel zeer duidelijke publieke reactie van de heer S. van Eijkelenburg, voorzitter van hot Nederlands Christelijk Werkgeversverbond, halverwege de openbare verhoren van de enquêtecommissie.
Langzamerhand verschoof het beeld wel. In toenemende mate werd duidelijk welke rol werd gespeeld door regeringswaarnemer drs. J. Molkenboer. Ook de verbijsterende omvang van weggegooid overheidsgeld drong langzamerhand tot het grote publiek door. En tenslotte kwam men toch uit op de wezenlijke politieke vragen. Hoe had de besteding van overheidsgeld beter kunnen worden gecontroleerd0 En waardoor kwam het eigenlijk dat de overheid bereid bleek tot dergelijke omvangrijke stortingen in een zwart gat? De schaduwzijden van de werking van de parlementaire democratie kwamen pijnlijk aan het licht. De zwakke plekken onderkennen en daar wat aan trachten te doen is nu de opdracht aan de Tweede Kamer. Om zodoende het parlementaire stelsel te redden van de ondergang.
DRS. J. MOLKENBOER ... rol gespeeld...
DE RSV-ENQUETECOMMISSIE ... over scheidsmuren heen eensgezind gerapporteerd ...
DRS. R.F.M. LUBBERS ... befaamd briefje...
"door J.W. van Houdt en W.F. Houtman Kamernotities Ondergang". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/02/05 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569863:mpeg21:p007
Hoe is het bij de overheid gesteld met de archivering? Toegegeven, het is een detail, dat in het grote geheel niet het belangrijkste aandachtspunt is. Niettemin geeft deel 3 (werkwijze en procedures) van het RSVenquêterapport daarover een boeiende indruk.
Daar het RSV-concern zelf en de Nationale Investeringsbank wel procedurele moeilijkheden opwierpen, bleek toch dat inzage en/of verstrekking van documenten snel, efficiënt en volledig kon plaatsvinden.
Aan de politieke kant is het beeld juist andersom. Uiteraard een snelle bereidheid tot verstrekking, maar vervolgens een moeizame praktijk.
Bij economische zaken moesten zes ambtenaren hele dagen werken om „het dossierkaf van het -koren te scheiden". Toch bleek (pagina 37) dat de commissiestaf
„nog tot ver in 1984 steeds weer nieuwe, specifieke do-
cumenten en categorieën van documenten bij het departement moest opvragen, wanneer het bestaan daarvan was gebleken of aannemelijk geworden uit andere gegevens, die de Enquêtecommissie wel ter beschikking stonden". Het befaamde 'briefje van Lubbers' is daarvan een bekend geworden voorbeeld.
Verder maakt de commissie er melding van dat „de departementen van defensie en buitenlandse zaken aanvankelijk te kennen gaven niet over relevant materiaal te beschikken, maar later door de commissie wel op het spoor konden w-orden gezet van enige interessante dossiers uit eigen archief". Over sociale zaken en werkgeler genheid was de commissie teleurgesteld: „Het kwam laat, het was schaars, het inzicht van de commissie werd er niets noemenswaard door vergroot en het maakte niet de indruk afkomstig te zijn uit een goed georganiseerd archief." Financiën leverde in dit verband „geen bijzondere problemen" op, maar wel moest ook daar enige malen navraag worden gedaan „om kennelijke lacunes in het materiaal alsnog opgevuld te krijgen".
Een „aantal onaangename verrassingen" leverde het archief van de Tweede Kamer op. Geen goede overdracht van lopende zaken naar een uiteindelijk archief en het kennelijk groeiende aantal 'informele' vergaderingen van met name de kamercommissie voor economische zaken leverden duidelijke hiaten in de archivering op. „Het gevolg was dat de
medewerkers van de commissie herhaaldelijk tevergeefs naar materiaal moes ten (laten) zoeken in ons ei gen kamerarchief."
"Archieven". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/02/05 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569863:mpeg21:p007
Wat zal het eerste, grote debat deze week over het eindrapport van de RSV-enquêtecommissie opleveren? Zullen er over politieke scheidsmuren heen net zo eensgezind als de commissie heeft gerapporteerd, nu wijze conclusies worden getrokken Of zal ook dit debat verzanden in politiek gehakketak over futiliteiten?
Minder bij de hete politieke strijd van de dag betrokken, maar zeer deskundig op het terrein van het functioneren van de politieke besluitvorming is regeringscommissaris prof. mr. H. Tjeenk Willink. Vorige week doceerde hij zijn boodschap aan het parlement tijdens een openbare les aan de Katholieke Hogeschool in Tilburg. Ontdaan van alle franje is zijn boodschap: parlement, ga niet langer meeregeren, maar maak opnieuw werk van de eigenlijke functie, het effectief controleren van het kabinet. Andere deskundigen zijn in de afgelopen maanden tot dezelfde conclusies gekomen. Zullen de fracties in het parlement deze wijze raadgevingen volgen? De verwachtingen zijn gemengd.
Blijkens voorpublikaties zouden de verschillende fractiewoordvoerders inderdaad willen pleiten voor versterking van de controlerende functie van het parlement. De PvdA-fractie zou daarbij echter meer denken aan het aantrekken van externe deskundigen om de regering te kunnen narekenen, terwijl de VVD-fractie eerder denkt aan de doorbreking van de politieke cultuur van het meeregeren. De PvdA-fractie zou met de onvermijdelijke commissie willen komen, die voorstellen ter zake zou moeten gaan maken. Bestaande commissies, (bijvoorbeeld die voor de rijksuitgaven) zijn kennelijk niet goed genoeg.
Merkwaardig is, dat niet deze week, nu de kamer onder ons' met de enquêtecommissie het rapport behandeld, men streeft naar conclusies over verbetering van de werkwijze. Dat zou pas dienen te gebeuren in een tweede debat over het rapport dat in maart is voorzien en waarbij (leden van) het kabinet aanwezig zijn. Zou de laatste wijsheid op dit punt werkelijk in het Catshuis liggen?
"Controle". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/02/05 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569863:mpeg21:p007
De agenda van de Tweede Kamer van deze week zal inmiddels duidelijk zijn geworden: de Kamer spreekt drie dagen lang met de RSVenquêtecommissie over haar eindrapport. De Eerste Kamer vergadert deze week niet.
"Agenda". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/02/05 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569863:mpeg21:p007