BEIROET - President Hafez Al-Asjad van Syrië heeft verklaard dat zijn land klaarstaat Libanon binnen te trekken om de onderdrukten daar te delpen. ongeacht hun godsdienstige overtuiging.
In een toespraak op' het tweede congres van de revolutionaire jongeren in Damascus die door de Syrische radio werd uitgezonden, zei Assad: Zowel de moslims als de christenen [in Syrië] staan klaar om Libanon binnen te trekken en de onderdrukten ie hulp te komen".
„Zij staan ook klaar Libanon binnen te trekken om het op te nemen tegen alle agressors en onderdrukkers, wel- Ice religieuze aanspraken zij ook maken. „Ik wil dat de bloeddorstigen begrijpen dat wij ons nergens van zullen laten afhouden." „VVij zijn voor beëindiging van de gevechten en tegen escalatie of aanmoediging ervan door wie ook".
"President Frandjieh bereid af te treden Syrië wil „onderdrukten" in Libanon te hulp schieten". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/04/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572056:mpeg21:p001
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/04/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572056:mpeg21:p001
Assad viel degenen in Libanon aan „die perse willen vechten en een zaak maken van religie, vooruitgang en reactie".
Syrië is tegen een militaire oplossing van de Libanese crisis en de opmerkingen van Assad zijn vermoedelijk gericht tegen linkse elementen die worden aangevoerd door de leider van de „progressieve" socialisten, Djoemblatt. Assad zei dat door bemiddeling van Syrië een door beide partijen in Libanon goedgekeurde formule ter oplossing van de crisis was gevonden. Krachtens deze stemde president Soeleiman Frandjieh toe in aftreden „maar later escaleerden de gevechten in Libanon buiten alle proportie en zonder bekende reden", aldus de Syrische president. ~In Libanon", verklaarde hij, ~wordt bloed vergoten zonder rechtvaardiging of duidelijk doel. Wij zullen onze uiterste best blijven doen er een einde aan te maken en Libanon te helpen bij het herstellen van het normale leven en het spelen van zijn Arabiesche en culturele rol". President Assad zei dat Syrië zich het lot aantrok van alle Libanezen, of zij nu christen of moslim zijn.
"Militaire oplossing". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/04/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572056:mpeg21:p001
Frandjieh, op wiens hardnekkige weigering af te treden de politieke en militaire crisis in Libanon zich de afgelopen weken had toegespitst, lijkt thans werkelijk bereid heen te gaan. In zijn bolwerk ten noorden van Beiroet had de christelijke president een onderhoud met de voornaamste leiders van het rechtse'kamp: minister van binnenlandse zaken Sjamoen, de falangistenchef Pierre Gemayel en de militante geestelijke leidsman van de maronitisch-christelijke kloosterorde Sherbal Kassis.
Na afloop van het gesprek deelde Kassis mee dan Frandjieh thans bereid is zijn handtekening te zetten onder het grondwetsamendement over zijn herverkiezing. Frandjieh zou dit document binnen vijf dagen tekenen, waarna het parlement direct een opvolger kan kiezen. Wie die opvolger wordt is nog met geen mogelijkheid te voorspellen.
ln Damascus bevestigde presidetn Assad dat zijn Libanese ambtgenoot thans van zin is eindelijk te wijken voor de druk die allerwegen op hem wordt uitgeoefend. Assad hield echter een slag om de arm waar het de termijn van Frandjieh's ambtsafstand betrof.
"Frandjieh". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/04/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572056:mpeg21:p001
Niets wees op onraad toen een man in Madrid om één uur 's nachts zijn huis uitstapte. Voordat hij echter meer dan een paar passen had kunnen maken stortte ac grond letterlijk onder zijn voeten vandaan en werd hij in dit enorme gat verzwolgen. Brandweerlieden zoeken nu naarde man, die nog steeds niet uit het gat tevoorschijn is gehaald.
"Niets wees op onraad toen een man in Madrid om één uur 's nachts zijn huis uitstapte. Voordat hij echter meer dan een paar passen had kunnen maken stortte ac grond letterlijk onder zijn voeten vandaan en werd hij in dit enorme gat verzwolgen. Brandweerlieden zoeken nu naarde man, die nog steeds niet uit het gat tevoorschijn is gehaald.". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/04/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572056:mpeg21:p001
M'DJAMENA - Het „Front voor de nationale bevrijding van Tsjaad", Frolinat, heeft gisteren een aanslag gepleegd op de president van Tsjaad, Felix Malloum. De president bleef ongedeerd, maar tientallen mensen werden gewond, waaronder de echtgenotes van de ministers van financiën en van binnenlandse zaken.
De aanslag werd gepleegd toen leden van het Frolinat drie handgranaten wierpen in de richting van de generaal toen deze keek naar een militaire parade die werd gehouden ter gelegenheid van de eerste verjaardag van de staatsgreep op 14 april vorig jaar. Eén van de granaten kwam temidden van de toeschouwers tot ontploffing en maakte talrijke gewonden. De president ging na de aanslag naar binnen, maar de parade ging gewoon door.
"Aanslag op president van Tsjaad". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/04/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572056:mpeg21:p001
TIJDENS de vergadering van de Wrtijraad van de ARP, j.l. zaterdag, •^ft fractieleider mr. W. Aantjes fnkele opmerkingen gemaakt over de kgroting van ontwikkelingssamen*«king. Of precieser gezegd, over de die er nog moet komen. Binnen het kabinet en tussen de "'verse departementen wordt er mommeel namelijk intensief overleg Kpleegd over de voor 1977 in te jpnen plannen. Kernpunt daarbij is «noodzaak de groei van de over"«■dsuitgaven te beperken met het °el de economie te stimuleren. Eén an de vragen die in dat verband °r« gesteld is of ook de begroting .. m'nister Pronk veren zal moeten 'aten.
J£r Aantjes van dc ARP meent met aaruk van niet. Volgens een persvera« zei hij dat de ontwikkelingshulp n recht is van de allerzwaksten in de , "ifi1 en dat het daarom niet past om voo of P°litickc of andere lfi.nvaarden aan de ontvangende te stellen. Vormde het eerste ter pVa" deze °Pmerking voor minisl*ee ronlc Mn steun in dc rug' het rjeT*e was kritiek op de neiging van lm»^W.'ndsman -om dc ontwikkedruL ulp te gebruiken als politiek Cm del"Met name dat laatste "op kunnen wijzen dat de krjtj^'wionaire politiek een wat leid v houdin« tegenover het be'anne " de betrokken minister gaat nisti!fi"en- Dat bijvoorbeeld commu*erd • Cuba als concentratieland ontwi?'l8lekozen voor de Nederlandse Afcp * cl.lnBshulp, werd door dc de du*aargaat het n" eigenlijk om in ic,Tr dc op ,custcl,cn tussen h ln fc,tc om een botsing *lgemcn?k standP"nt dat er bij de ne bezuinigingsoperatie van het kabinet geen „heilige koeien" mogen zijn en de opvatting dat ontwikkelingssamenwerking wel degelijk zon onaantastbare grootheid is. Volgens de berichten die sedert begin april over dit onderwerp in de kranten verschijnen, is minister van Financiën Duisenberg - men zou zeggen: uiteraard - pleitbezorger van het eerste standpunt, maar vindt minister Pronk voor de andere opvatting belangrijke steun binnen de Partij van de Arbeid, PPR, enkele kerkelijke groepen en nu dus ook de ARP. Minister Pronk en zijn sympathisanten kunnen zich met recht beroepen op een uitspraak in ~Keerpunt-'72" - overgenomen trouwens in de laatste begroting -, waarin met zoveel woorden wordt gezegd, dat wanneer de financieel-economische situatie zou dwingen tot vermindering van de overheidsuitgaven, „de bedragen voor ontwikkelingssamenwerking daarvan uitgesloten worden." Zoals bekend weegt het verlenen van hoge prioriteit aan economische, technische en financiële hulp aan arme landen bij de regeringspartijen zeer zwaar. Op andere, eveneens zwaar wegende programmapunten, heeft men - gedwongen door de omstandigheden - echter al het één en ander moeten afzwakken, maar juist daarom willen vooral de linkervleugel van de PvdA en de PPR met betrekking tot de ontwikkelingssamenwerking nu het been stijf houden.
DE discussie en het touwtrekken over de begroting van minister Pronk vallen in een belangrijke periode. Aan de ene kant bevindt het Westen zich in een hardnekkige economische recessie, in het kader waarvan de door minister Duisenberg voorgestelde besnoeiingen natuurlijk op hun plaats zijn. Aan de andere kant bevindt de dialoog tussen de rijke, geïndustrialiseerde wereld en de ontwikkelingslanden zich in een stadium, waarin besnoeiingen zeer slecht zouden kunnen vallen. Met alle gevolgen voor de „Noord-Zuid dialoog" vandien.
Het gesprek tussen wat wij nu maar gemakshalve rijke en arme landen noemen, zit momenteel tussen twee gewichtige internationale bijeenkomsten in. In september vorig jaar heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een „speciale zitting" gewijd aan het zoeken naar een „nieuwe economische orde", terwijl een zekere voortzetting zal plaatsvinden tijdens UNCTAD IV, in mei a.s. in Nairobi. Tijdens de speciale zitting is er in een verrassend constructieve sfeer onderhandeld en werd er een slotresolutie aanvaard, die - zoals minister Pronk nog onlangs aan de Tweede Kamer schreef - „economische uitgangspunten bevatte, die een goede basis vormen voor verder internationaal overleg." Maar dan zou het minste toch wel moeten zijn dat de besluiten van deze zitting worden gehonoreerd.
Reeds tijdens de eerste ministerraadsvergadering van de Europese Gemeenschap over ontwikkelingssamenwerking na de zevende speciale Algemene Vergadering constateerde minister Pronk dat het hard vechten zal worden om die honorering inderdaad te realiseren. Belangrijke delegaties als die van West-Duitsland en Frankrijk stelden zich volgens hem „huichelachtig" op, en, voorspelde de bewindsman, „het is te verwachten dat dit internationale repercussies zal hebben."
Nu zou men zich kunnen voorstellen,
dat Nederland, teleurgesteld in de andere lidstaten, zou proberen nog meer een solorol te gaan vervullen dan met de komst van minister Pronk reeds het geval werd. Deze suggestie is de laatste tijd extra actueel geworden, omdat er met name van Westduitse zijde wordt aangedrongen op harmonisatie en coördinatie van het beleid van de diverse lidstaten van de EEG inzake ontwikkelingshulp. Eén en ander vormt een logische consequentie van het streven naar Europese intergratie, maar wanneer dit afzwakking zou moeten betekenen van de eigen beginselen, worden ook de radicale Nederlandse socialisten daar wat huiverig voor. En omdat het Nederlandse beleid inderdaad vele malen „linksprogressiever" is dan bijv. dat van West-Duitsland, zou harmonisatie in hun ogen inderdaad ongewenste gevolgen hebben.
Minister Pronk is echter niet alleen een idealist, maar tevens realistisch genoeg om te erkennen dat hij de EEG nu eenmaal nodig heeft om uiteindelijk tot een nieuwe internationale economische ordening te komen. Tijdens het vorig jaar november in de Tweede Kamer gehouden debat wees de minister er in de eerste plaats op, dat bepaalde handelspolitieke, investeringspolitieke en landbouwpolitieke aangelegenheden nu al tot de competentie van de EEG behoren of vanwege hun structurele karakter niet los van de lidstaten behandeld kunnen worden. Wat met name het vraagstuk van de directe ontwikkelingshulp, d.i. de overdracht van inkomen, betreft, merkte minister Pronk het volgende op:
„Ik ben van mening dat waar het gaat om aangelegenheden die te maken hebben met internationale economische structuren, het inderdaad geen enkele zin heeft, dat Nederland probeert in zijn eentje beleid te voeren buiten de EEG om. Op het terrein, waar over de internationaal-economische structuren, behorende tot vraagstukken van internationale economische orde, wordt onderhandeld, wordt niet gekeken naar afzonderlijke lidstaten, afzonderlijke landen zonder machtspositie, maar wordt gekeken naar machtsblokken." „Net zoals de ontwikkelingslanden zich tot een machtsblok proberen aaneen te sluiten, net zoals de Verenigde Staten een machtsblok zijn, Japan een grootmacht is, is de EEG een grootmacht. Op dat terrein worden de beslissingen - men kan dat betreuren of niet betreuren, maar het is niet anders - genomen door een aantal' grootmachten, zich tot economische grootmachten aaneengesloten, hebbende landen."
Met deze realiteit voor ogen doet minister Pronk binnen de EEG zijn uiterste best het beleid in dc door de Nederlandse regering gewenste richting te verschuiven. Uit de eind vorige week in Luxemburg gehouden bijeenkomst van EEG-ministers voor ontwikkelingssamenwerking blijkt, dat dit een moeizame bezigheid is. Eén van de hoofddoeleinden is in dit verband de collega-staten ertoe te brengen zich aan de door de Verenigde Naties gestelde minimumhulp van 0,7 pet. van het bruto nationaal produkt te houden.
Ons land is er in 1975 als één van de weinige landen ter wereld in geslaagd die 0,7 pet. aan werkelijke hulpverlening te halen. Daarvan moet binnen de EEG een voorbeeldwerking uitgaan. Maar wanneer er nu onder druk van de algemene besnoeiingsronde ingrijpend op de begroting van ontwikkelingssamenwerking besnoeid zou moeten worden, zou ook dat effect verloren gaan.
INMIDDELS word de soep hier niet zo heet gegeten als ze in het voorgaande van dit verhaal is opgediend. Binnen het kabinet bestaat namelijk wel zoveel begrip voor de opstelling van minister Pronk, dat intensief getracht wordt een oplossing te zoeken die de besnoeiing als het ware camoufleert. Heel concreet wil minister Duisenberg als financieel coördinator proberen posten ter grootte van circa 200 miljoen gulden van andere departementen naar ontwikkelingssamenwerking over te hevelen. Zon manoeuvre heeft precies het gewenste dubbele effect. Er wordt ten aanzien van de „heilige koe" bezuinigd, maar in de eindcijfers van het betreffende departement merkt men dat niet.
Zolang deze overheveling door iedereen op te merken is en zolang het inderdaad om posten gaat die allerminst losstaan van het beleid van minister Pronk, achten wij de pogingen van minister Duisenberg beslist niet onredelijk in een periode waarin de nationale economie het zwaar te verduren heeft. Een aantal voorbeelden kan behulpzaam zijn om dit nader aan te tonen.
In de eerste plaats zou het in de bedoeling liggen een deel van de uitgaven ten behoeve van de terugkeer van Surinamers naar hun geboorteland ten laste van ontwikkelingssamenwerking te brengen. Afgezien van het feit dat het hier niet om een precedent gaat - reeds vorig jaar moest minister Pronk 40 miljoen betalen voor de opvang van de Surinamers -, is er na het onafhankelijk worden van Suriname een gewijzigde volkenrechtelijke verhouding tussen beide landen ontstaan. Financiering van retourvluchten past nu het best bij het departement van deze bewindsman.
Vervolgens is het een Nederlands beleid om in deze zin geleidelijk veranderingen aan te brengen in de structuur van onze economie, dat bepaalde bedrijfstakken in Nederland hun activiteiten zouden kunnen overplaatsen naar ontwikkelingsgebieden, onder andere om daar werkgelegenheid te scheppen. In dat kader worden in ons eigen land steunmaatregelen toegepast, die natuurlijk geld kosten. Die voortaan (gedeeltelijk) door het ministerie van ontwikkelingssamenwerking te laten betalen, klinkt opnieuw niet onredelijk.
ZOALS de lezer zich misschien zal herinneren, heeft ook deze krant steeds pleidooien gevoerd voor het verlenen van hoge voorrang aan ontwikkelingssamenwerking. Hoewel de eerste verantwoordelijkheid van een overheid binnen de eigen grenzen ligt en een economische crisis daar besnoeiineen rechtvaardigt, dient tevens te worden bedacht dat vanwege allerlei oorzaak „de wereld kleiner is geworden". Bovendien hebben wij het vergeleken met miljoenen anderen in materieel opzicht onvergelijkbaar beter. Mits op de juiste wijze besteed, zou de Nederlandse ontwikkelingsbijdrage ons dan ook een offer waard moeten zijn.
Met behoud van de waardering die wij voor de inzet van minister Pronk hebben, liggen onze bezwaren en twijfels echter juist bij dat laatste, de besteding. De minister heeft bepaalde opvattingen over de relatie tussen politieke (geestelijke) en sociale grondrechten, die wij niet delen en die er onder andere toe hebben geleid dat Cuba als concentratieland werd uitgekozen. Om in verband daarmee tenslotte terug te keren tot mr. Aantjes, indien hij zijn „politieke waarschuwing" aan minister Pronk waarmaakt, komt er enige ruimte om verantwoord te besnoeien, terwijl tegelijk voor de wat langere termijn uitgezien kan worden naar alternatieve projecten. Maar zo zal de Antirevolutionaire fractieleider het wel niet hebben bedoeld. A.K.
"Bezuinigen op ontwikkelingshulp?". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/04/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572056:mpeg21:p001
Zeker 37 mensen - meest vrouwen - verloren gisteren het leven toen in de Finse plaats Lapua een munitiefabriek in de lucht vloog. Deontploffing vond plaats indeafdeling van het staatsbedrijf waar patronen gemaakt worden.
"Zeker 37 mensen – meest vrouwen – verloren gisteren het leven toen in de Finse plaats Lapua een munitiefabriek in de lucht vloog. Deontploffing vond plaats indeafdeling van het staatsbedrijf waar patronen gemaakt worden.". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/04/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572056:mpeg21:p001
DEN HAAG - VVD-fractievoorzitter Wiegel geeft de regeringspartijen nadrukkelijk de schuld van de impasse die is ontstaan in de abortusproblematiek. In een vraaggesprek in het VVD-partijblad „Vrijheid en democratie" dat deze week verschijnt, merkt de heer Wiegel op dat de abortusproblematiek niet nodig was- geweest als de regeringspartijen dit bij de kabinetsformatie goed hadden geregeld.
„Dat dit niet is gebeurd, vormt de grondoorzaak van de impasse waarin we nu met dit vraagstuk terecht zijn gekomen en als het wel was gebeurd, had het parlement met deze bijzonder tere problematiek, waarin het persoonlijk geweten in het geding is, nu niet zo in de partijpolitieke sferen hoeven te worstelen, aldus de liberale voorman. Verontwaardigd zegt hij te zijn over de „buitengewoon onheuse manier" waarop PvdA-fractievoorzitter Van Thijn over de houding van de VVD in de abortuszaak heeft geschreven in zijn partijblad. „De aanval van Van Thijn op ons beleid was werkelijk beneden de maat. De discussie tussen de PvdA en de VVD om dit vraagstuk op te lossen is daardoor van zijn kant zeer vertroebeld".
Met nadruk wijst de heer Wiegel er op dat de VVD van het begin af bereid is geweest met socialisten zowel als met confessionelen overleg te voeren over welke oplossing de beste zou zijn. Maar behalve Van Thijn heeft ook de KVP-er Van Schaik dingen gezegd die de heer Wiegel hebben verbaasd. Van Schaik heeft de VVD-houding onwaarachtig genoemd. Het is zijn goed recht om de overeenstemming tussen PvdA en VVD af te wijzen, maar hij moet er dan wel voor durven uitkomen dat de indieners van het VVD-wetsontwerp, de kamerleden Geurtsen en mevr. Veder-Smit, tot drie keer toe hebben geprobeerd om de KVP bij een gezamenlijke oplossing te betrekken. Tenslotte wijst Wiegel er op dat de oplossing waaraan met de PvdA wordt gewerkt, niet afwijkt van het VVD-verkiezingsprogram. „Wij zullen ook nooit akkoord gaan met een onderscheid in de behandeling van vrouwen die korter dan drie maanden zwanger zijn, zoals de PvdA van ons had gevraagd". Wiegel zou het diep triest vinden als een verantwoorde abortuswetgeving, „die hoognodig is gezien de bestaand»-praktijk en het ontbreken van wetgeving", in dit stadium nog zou stranden als gevolg van partijpolitieke prestiges.
",Abortusimpasse schuld van regeringspartijen'". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/04/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572056:mpeg21:p001
PRAAG - DE Sowjet-Unie heeft haar volledige steun uitgesproken voor het beleid en het program van de Tsjechoslowaakse Communistische Partij. Ze prijst bovendien het leiderschap van de „grote vriend van de Sowjet-Unie", partijleider Gustav Husak.
Andrej Kirilenko, lid van het Russische Politburo en hoofd van de Russische delegatie naar het Tsjechoslowaakse partijcongres, zei gisteren in Praag dat de partij onder Husaks leiding „de consolidatie van de samenleving heeft voltooid en Tsjechoslowakije heeft gebracht op een nieuw niveau van economische, sociale en culturele ontwikkeling".
"SU prijst Husak". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/04/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572056:mpeg21:p001
BENGHAZI - De drie Filippijnse vliegtuigkapers zijn gisteren uit Karatsji vertrokken met een toestel van Philippine Air Lines [PAL] en in Renghazi [Libië] aangekomen. Zij mogen daar echter niet blijven.
"Filippijnse kapers in Libië". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/04/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572056:mpeg21:p001
Overwegend droog
Zonnige perioden en op de meeste plaatsen droog. Zwakke tot matige veranderlijke wind. Maximumtemperaturen van 12 tot 16 graden.
"De Bilt meldt". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/04/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572056:mpeg21:p001
• KERK EN RELIGIE 2 Dr. Masselink over noodgemeenten: „Kerk in haar bestaan aangetast" Wederkomst centraal op conferentie Chr. Geref. ouderlingen en diakenen • BUITENLAND 3 „Sowjet-Unie voldeed aan alle wapenverplichtingen" Bezoek van Vorster aan Israël • VARIA 4 Uit en thuis De natuur in Radio/tv • BINNENLAND 5 Ex-gijzelaars teleurgesteld na gesprek met minister Van Agt Structuur en organisatie van produktie leermiddelen wijzigen • BINNEN-EN BUITENLAND 6 Fretilin beschuldigt Jakarta in Veiligheidsraad van agressie • ECONOMIE 7 Min. Lubbers: „Weverkeren in een gevaarlijke situatie" Lucas Bols in trek
"vandaag:". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/04/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572056:mpeg21:p001
MAPUTO - De regering van Mozambique heeft gisteren bekendgemaakt, dat zij 20 Rhodesische burgers onder wie 6 kinderen heeft vrijgelaten en overgedragen aan de Engelse ambassade. Men neemt aan dat het hier gaat om spoorwegwerkers en consulaire functionarissen die met hun familie onder huisarrest waren geplaatst, toen Mozambique op 3 maart zijn grens met Rhodesië sloot.
Het is nog niet bekend waarom de groep plotseling is vrijgelaten. Een woordvoerder van de Britse ambassade wilde alleen meedelen, dat alle Rhodesiërs in een goede gezondheid verkeren. Het vrijlaten van de Rhodesiërs volgde op het loslaten van 17 soldaten uit Mozambique door Zuid-Afrika op 7 april. De soldaten waren gevangen genomen nadat zij de Zuidafrikaanse grens waren overgestoken bij het achternazitten van blanke vluchtelingen. De soldaten werden vrijgelaten in ruil voor vier Rhodesische consulaire functionarissen.
"Mozambique laat 20 Rhodesiërs vrij". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/04/14 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572056:mpeg21:p001