Wellicht zullen enkele lezers zich het „rtikel herinneren in Fries Mozaiek in *. LC d.d. 8-5-74 onder de kop „Klacht van een Friese dichter". Ik zou in kort hestek graag enkele kanttekeningen willen plaatsen. Door ondergetekende i= aan het Fonds voor de Letteren een noen brief geschreven naar aanleiding van het Toelagenbeleid van dit fonds. Een afschrift van deze brief is onder meer verstuurd naar de LC en aangeboden voor de Rubriek Ingezonden Stukken. Zonder mij daarvan in kennis fe stellen werd geweigerd dit afschrift op te nemen in bewuste rubriek en buiten mijn medeweten om werd het gebruikt voor een tendentieus en niet-objectief artikel. Mijn eerste bezwaar is dat zonder mijn toestemming het afschrift gebruikt is, laat staan misbruikt. Is een dergelijke handelwijze toelaatbaar zou ik de Raad voor de Journalistiek kunnen voorleggen. Ik doe dat niet, maar de toegepaste handelwijze lijkt me op zijn minst hoogst onfatsoenlijk.
Mijn tweede bezwaar geldt de wijze waarop het afschrift van de brief gebruikt is, zoals gezegd, was het artikel naar mijn smaak tendentieus en niet objectief. Inderdaad, de rubriek Fries Mozaiek kenmerkt zich door een wat badinerende stijl van schrijven. Dat lijkt mij ook niet zo erg. Wei erg wordt het wanneer het badinerende, de scherts verkeert in de partij kiezen, stelling nemen en wrokkerig afzettten ten koste van een grein objeotivilteit. In het bewustee Fries Mozaïek artikel stond duidelijk voorop mijn open brief en mijn persoon in een kwaad daglicht te stellen, zelfs zo duidelijk dat ik mij naar aanleiding van dit artikel nauwelijks nader heb hoeven verklaren tegenover geïnteresseerden.
Toen ik besloot om het toelagenbeleid aan de kaak te stellen stond bij mij voorop het belang van de jongere Friese schrijvers in het algemeen. Ik schreef geen oratio pro domo zonder meer, maar brak een lans voor mijzelf en mijn leeftijdsgenoten. Helaas ontbreken mij van anderen gedetailleerde gegevens en dus moest mijn eigen afwijzing door het Fonds wel model staan voor al die jongeren — en die zijn er — wier aanvraag van een toelage, werkbeurs of stipendium werd afgewezen. Uit het LC-artikel zou u kunnen opmaken gezien het met kwaadwillige zorg gekozen citaat dat ik slechts voor mij alleen in de weer ben.
Mijn open brief wil ook geen „roddel" zijn. Hij baseert zich op feiten, waarvan de belangrijkste zijn dat:
1. Zes van de acht gehonoreerde Friese schrijvers niet of nauwelijks voldoen aan criteria die door het Fonds voor de Letteren ter verkrijging van een werkbeurs of toelage zijn opgesteld.
2. Dat vijf van de acht „auteurs" gemiddeld ouder zijn dan 70 jaar.
3. Dat de gemiddelde leeftijd van alle acht auteurs 58% jaar is.
Gaat u ervan uit dat de doorsneeproductieve periode van een schrijver ligt tussen zijn twintigste en zijn zeventigste levensjaar, dan zou een gemiddelde leeftijd van 45 jaar billijk geweest zijn. De vergrijzing heeft het duidelijk gewonnen.
Ik val de heer Jo Smit ook niet persoonlijk aan, wel zijn wijze van adviseren, dus qualitate qua. leder ander, die zo geadviseerd zou hebben, als de heer Smit, had bemerkingen van mijn kant kunnen verwachten.
Volgens de heer Kompen, secretaris van het Fonds is er slechts één adviescommissie, met één specifieke vertegenwoordiger voor het Fries, en is het niet zo, zoals het LC-artikel schrijft, dat er een Friese adviescommissie is. De specifieke representant van de Friese letteren is verantwoordelijk voor de wijze waarop geadviseerd is betreffende de Friese aanvragen. Dat is dan ook de reden dat mijn bezwaren zich concentreren op de wijze van adviseren van de heer Jo Smit, die ik inderdaad in mijn schrijven een vrij scherp maar toepasselijk rijmpje heb meegegeven.
Ik zou door kunnen gaan met het aanwijzen van kwalijke hoedanigheden van het LC-artikel. Zelfs het motto van mijn brief „Suum Cuique" kon niet foutloos overgenomen worden. Misschien heeft de betreffende journalist geen kaas gegeten van dergelijke termen, maar dat verontschuldigt hem niet wanneer hij twee Latijnse woorden nog niet eens foutloos kan overtypen, blijkens zijn „Suum Quique". Geen wonder dat zon man zijn hersens breekt over de betekenis van die twee woorden.
Wat betekent het woord tendentieus? Volgens Koenen-Endepols: „de bedoeling hebbende de zaken niet geheel juist voor te stellen." En wat betekent niet-objectief. Onder meer: vooringenomen, naar eigen willekeur.
Steeds minder journalisten zijn er zich van bewust dat ook hun beroep een zeker ethos kan hebben, ik zou willen zeggen dient te hebben. Ik wens de journalist, die het onderhavige Fries Mozaiek artikel geschreven heeft veel geluk met zijn geweten, ik condoleer hem met zijn opvattingen omtrent zijn beroepsuitoefening. Leeuwarden. G. Willem Abma (De heer Abma zond ons de doorslag van zijn lange brief aan het Fonds voor de Letteren. Zon doorslag wordt geen ingezonden stuk door gemakshalve Ingezonden Stuk op de enveloppe te zetten en dan op onverkorte opneming van een paar kolommen tekst te rekenen. Aangezien de heer Abma het niet nodig vindt toe te lichten waarom hij de verkorte weergave in Fries Mozaiek a}s „wrokkerig afzetten" enzovoorts betitelt, achten wij ons ontslagen van de taak op zijn beschuldiging in te gaan. Red.).
"INGEZONDEN Tendentieus". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/05/16 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619641:mpeg21:p005
"Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/05/16 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619641:mpeg21:p005
.1. De gemeenterie fan Gaesterlan wol in fraechlist oer de plannen foar greatere gemeenten omgean litte dy't de Kiezers mei it stimbiljet ynleverje kinne. De „objektive ynformaesje" moat yn amper twa wiken dien wêze. Dat kin net fansels. De bidoeling is wol goed, "nar earlike ynformaesje fan forskate Kanten, en echte vnspraek duorje nioannen. It koe better nei de fakansjes, dan witte wy oan'e ein fan 'e hjerst nwat de bifolking tinkt. De „Vereniging van Nederlandse Gemeenten" foun fiif wiken al neat wurdich: men krijt hwat emosjonele reaksjes en men hat der niks oan, it hat gjin wearde, skreau dy loriening oan in oare Fryske gemeente. 2. In nije gemeentlike heryndieling mei net fan boppen óf, mar moat fan ünderen op, d.w.s. net de provinsje (of eins in kommisje fan de provinsje) mei it oplizze, mar der moat, nei in great forskaet fan mounllnge en skriftlike ymformaesje, oan de bifolking frege wurde. Wy freegje net oan de provinsje in nije stüdzje foar in oare gemeentlike heryndieling; de gemeenten en binammen de doarpen moatte oan de stüdzje en it petear, dy sille dan har tinken èn fielen wol trochjaen oan de provinsje.
3. As oaren mei üs dwaen wolle hwat wy net wolle, dan wolle wy krekt net dwaen hwat oaren faeks net wolle. Wy kinne yn dizze tiid net mear sizze: wy wolle GaesterlSn ütwreldzje mei A, B en C, dat soeautoritair en imperialistysk wêze. As A of B of C bij Gaesterlan wolle, sille hja it wol sizze en dan kin der oer praet wurde.
4. Boekje en piattegroum fan de provinsiale kommisje bfcunie echte skrluwtafelplannen. Se binne de Fryske ütjefte fan de Hollanske gewestfoarming, se rekken je net mei it lanskip, de histoarje, de ynwenners. It moat nou marris ut wêze mei dit healwize gedoch.
5. It sifer fan 10.000 of In oar tel ynwenners roait nearne nei. Hwa hat dat üttooht? Hwat yn de iene gemeente foldooht, is yn de oare folslein misj Kinne hja yn Ljouwert (lt wurdt In lyts Den Haech) neat oars as lykskeakelje? Greater skeal bitsjut minder ynspraek. Tinke jo dat it goedkeaper is? Vn gemeenten, provinsjes en lt ryk jildt: eltse foroaring jowt de minske minder ynspraek, der komme mear amtners en greatere gebouwen, it wurdt helte djürder. It alde ütstel fan doarpsrieden komt neat fan to flecht, d.w.s. se sille neat to fortellen hawwe.
It moaiste argumint: foar de „lytse" gemeenten binne net genöoh faklju foar bistjür, sekretary en tjinsten. Ne, dy hat men net yn D, net yn E, net yn F; as wy nou D en E en F bij elkoar dogge, dan komme de faklju hookstrooks neaken üt de koal Of moatte hja fan Hollan wei komme?
Mei mear ynwenners krijt de gemeente fan lt ryk mear jild de ynwenner. Dat is wier en it liket nearne nei. It is krekt as it Hollansk foar üs forhüddüke tael oer it krêftichste ünderdruklringsmiddel. It Is gjin reden lis lan to forpartsjen en to mrshanneljen.
6. Dêrom wol de ófdieling Gaesterlan fan de FNP neat mei dizze en oare provinsiale plannen to krijen hawwe. -
Bakhuzen. Ofd. Gaesterlan FNP,
"Herindeling". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/05/16 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619641:mpeg21:p005
Vroeger, héél vroeger, toen wij nog niet bestonden, leefden er al mensen hier op aarde. Maar ja, leven en denken dat doet niet iedereen gelijk. Ook toen niet. Doch de meningsverschillen die daardoor ontstonden lieten zich niet ernstig aanzien. Nee, dat kon alleen maar handelen over eikaars gedrag. En lang kon zon ruzie echter niet duren, men was van elkaar afhankelijk. Alleen samen kan je voortbestaan, in je eentje stierf je. Als er véél ruzie was, gingen de mensen vechten, met hun vuisten. Toen hierbij echter bleek, dat mensen niet voor niets soortgenoten waren, werd er, b.v. door een ontevredene, een middel uitgedacht om sterker te worden dan een ander mens.
De jachtwerktuigen, het werden wapens, gedegradeerd tot machtsmiddel om een ander mens te dwingen iets te doen. Maar deze wilde dat niet en zocht bescherming tot hetzelfde middel. „Natuurlijk" dr_t moest ten koste van andere mensen gaan. Zij, die deze middelen niet kenden, of niet wilden kennen, werden toch gedwongen partij te kiezen, om zodoende de strijd om de macht te kunen volhouden. Opnieuw bleek dat mensen elkaar in kracht weinig ontlopen; toen restte slechts nog de vechttechniek te verbeteren. Dat gebeurde, toch herstelde het evenwicht zich weer, en ja .. alweer even sterk!
Zo gaat dat nu nog steeds; onenigheden (hoewel niet langer menselijk gedrag het twistpunt is, nee dat werd eerder het twistmiddel om het doel te bereiken); streven om sterker te worden. Maar toch na ieder bereikt evenwicht, sloeg de balans weer door, en kon het evenwichtsstreven weer een aanvang nemen. Als nu de balans eens de totaal andere kant zou opslaan. Wat dan? Dan ook een evenwichtsstreven? Vast wel Als wij gaan ontwapenen zullen er heus niet steeds nieuwe wapens blijven komen. Gun dan die ander zn macht, wees er niet bang voor. Als je nu eens vertrouwen in hen zou hebben. Dat is zoveel menselijker, dat voelt zoveel vrijer.
Is het zo, zoals ik dinsdag las, dat onze vrijheid met elk klein wapen onder handbereik verdedigd moet worden? Dat zou mij zon beklemmend gevoel geven. Het lijkt me echt, dat je hiermee je eigen persoonlijke vrijheid ernstig belemmert. Moeten die scheurende vliegtuigmonsters nu echt, al vechtend voor onze vrijheid, elke dag de stilte hier verstoren? Is het nodig dat er elke dag kapitalen ver-oefend worden? Dat is óók gewelddadig, óók autoritair. Dat is de rust verstoren, op elk moment dat het de vliegbasis schikt. Dat is diktatoriaal. Tenminste, dat denk ik.
Weet u, wat me ook erg diktatoriaal lijkt? Dat is de manier waarop het buitenland met zijn bewapening ons dwingt (!) voor onze „vrijheid" mee te doen aan de wedloop. Zij dwingt een heleboel mensen ertoe angstig te worden. Is dat niet grof, is dat vrijheid? Als we echt vrij willen zijn, dan moeten we, geloof ik, juist doen wat men niet verwacht. En dat is gewoon leven, zoals een mens dat waard is. Zonder haat, zonder wapens; en proberen zonder angst.
Lieve mensen, als u aan de Russen of Amerikanen denkt, probeert u dan niet zo angstig te zijn. Want u huivert voor het systeem, u vergeet de mensen in dat land. Daar bent u toch niet bang voor? Geeft het iets, dat wij een verstarde staatsvorm uithollen? Zolang het maar geen mensen zijn. Dat lijkt me een feit waar u, meneer G. H. en u meneer Snethlage het over eens kunnen zijn. Is dat niet een winstpunt? Zoudt u niet eens naar overeenkomsten zoeken in plaats van steeds oorlogje te spelen? 't Lijkt me zoveel vreedzamer. En dat is toch het doel van al ons streven, dacht ik. Leeuwarden. Marijn.
"Ontwapenend". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/05/16 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619641:mpeg21:p005
DEN HAAG — Dokter, wilt u mijn hoge bloeddruk eens opnemen? Dat is de vraag, waarmee oudere patiënten nogal eens bij hun dokter komen. Zij willen daarmee eigenlijk zeggen dat ze verwachten dat die goede man een hoge bloeddruk zal vaststellen, dat ze hopen dat hij dit keer zal zeggen dat het allemaal niet zo erg is. Maar even later komt altijd wel de vraag naar een recept voor medicijnen, onverschillig wat de dokter ook gezegd heeft. Dat recept dient als een soort verzekering: hoge bloeddruk is gevaarlijk, geneesmiddelen beschermen tegen dat gevaar.
Als een dokter (of een verpleegkundige) wil vaststellen hoe hoog de bloeddruk is, wikkelt hij een holle rubber band om de arm van de patiënt. Aan die band zitten twee slangetjes. Het ene gaat naar een rubber bal, een handluchtpomp, waarmee de dokter lucht kan blazen in de holle rubber band. Het andere slangetje gaat naar een doos aan de muur of op tafel, waarvan de deksel omhoog gezet kan worden. Aan de binnenkant van de deksel zit een (luchtledige) glazen buis, met cijfers van nul tot 300. Het ondereind van de glazen buis is omgebogen als een U. Het korte been van de U is wijd. Daar zit kwik in. Boven de ruimte voor het kwik wordt de buis weer nauw. Daarop is het tweede slangetje bevestigd. Soms worden het tweede slangetje en de buis met kwikmeter vervangen door een wijzerplaat op de rubber band.
Wanneer de dokter de bloeddruk wil meten pompt hij lucht in de holle rubber band totdat de luchtdruk erin zo hoog is dat het kwik tot 300 omhoog gaat. Dan laat hij de lucht langzaam uit een ventiel aan de rubber bal ontsnappen, net zoals dat kan bij een fietsband. Hij steekt de stethoscoop in de oren en zet het andere stuk op de binnenkant van de elleboog. Degene, bij wie de bloeddruk wordt opgemeten, moet op dat ogenblik zijn arm goed recht houden.
Als de druk zakt hoort de dokter opeens een kloppen. Hij onthoudt het getal dat op de drukmeter staat. De lucht ontsnapt verder, en opeens is het kloppen weer weg. Ook het getal dat de drukmeter dan laat zien onthoudt hij. Bij een gezond, volwassen mens, rustig zittend is het eerste getal meestal ongeveer 120, het tweede 80.
Het kloppen komt omdat er onder de stethoscoop een slagader zit, die wordt dichtgedrukt door de rubber band. Bij iedere hartslag pompt het hart bloed in de slagaderen. Dat komt tegen het bloed dat er al zat, en kan niet meteen weg. Er ontstaat een soort kettingbotsing. De wand van de slagader rekt uit als elastiek, maar toch wordt de druk iets hoger. Na de hartslag zorgt de uitgerekte wand van het bloedvat dat hij weer inkrimpt. Daardoor krijgt het bloed nog een zetje na, maar het inkrimpen drukt niet zo hard tegen het bloed als tijdens de hartslag. De bloeddruk is dan wat minder. Het eerste getal dat de dokter onthoudt is dat van de druk tijdens de hartslag. Het tweede fs dat tussen twee hartslagen in. Bloeddruk komt tot stand in de bloedvaten. Daarom eerst de werking daarvan. De bloedvaten vertakken zich naar de plaatsen waar het bloed nodig is: armen, benen, hoofd, longen, lever en nieren, net als de waterleiding in een stad zich naar de verschillende wijken vertakt. Eenmaal aangekomen bij het orgaan dat van bloed moet worden voozien, vertakt het bloedvaatstelsel zrich nog meer, tot de vaten zo dun zijn als een haar. Door de wand van die vaten kan makkelijk de zuurstof en de rest van het voedsel heen; het koolzuur en andere afvalstoffen kunnen even makkelijk in het bloed komen.De buizen van de waterleiding in het huis zijn maar dun. Ze hebben kranen want niet overal is altijd water nodig.
De bloedvaten hebben ook kranen, vlak voor de haarvaten. Daar is de wand voorzien van kringspieren, die als ze samentrekken, het vat afsluiten. Als ze dat niet doen gaat het bloed door naar de haarvaten. Of ze open staan of niet hangt af van de hoeveelheid bloed die het orgaan op dat ogenblik nodig heeft. Ook van wat de mens daar in de nabije toekomst nodig denkt te hebben. lemand die in de startblokken staat, weet dadelijk veel bloed nodig te hebben, maar nu nog niet Hij trekt dan veel kringspieren van de kleine bloedvaten dicht, maar zorgt dat zijn hart alvast flink bloed gaat pompen. Er komt een verhoging van de bloeddruk, een reserve van bloed. Bij het starten zet hij ineens veel kleine bloedvaten open, de bloeddruk zakt weer.
Als het wachten door een fout van de starter lang duurt, blijft de bloeddruk te lang te hoog. Hetzelfde gebeurt als iemand gevaar ziet aankomen en zich klaarmaakt om weg te lopen of aan te vallen. Te veel bloedvaten zitten dan dicht om die toestand lang te laten voortbestaan. Onze beschaving eist vaak dat we mooi weer spelen bij wat we een gevaarlijke toestand vinden. De bloeddruk blijft te lang te hoog.
Dat kan het orgaan niet hebben, het krijgt te weinig bloed. Het hart ook niet, dat zich moet klaarmaken voor de vlucht die nooit komt. De haarvaten lijden schade doordat ze te veel afvalstoffen en te weinig voedsel krijgen. Het hart wordt groter. In het bijzonder de nieren kunnen niet tegen een tekort aan bloed. Ze dienen om de mens te verlossen van een deel van zijn afvalstoffen, de ureum. Dat kan niet meer goed gebeuren. De nieren worden blijvend beschadigd, er ontstaat een teveel aan ureum in het lichaam. De mens kan daaraan dood gaan.
Als dat gebeurt, spreekt de dokter van een kwaadaardige hoge bloeddruk. Vaak Is daar geen directe oorzaak voor te vinden, zoals ten gevolge van een roodvonk of een zieke nier of een gezwel in de bijnieren die hetzelfde kunnen nabootsen. Hij kan dan wel met geneesmiddelen de bloeddruk omlaag brengen. Als hij er vroeg genoeg bij is tenminste. Dat kan als iemand maar goed op zichzelf let. Wie zich gespannen voelt, een kloppend hart heeft kan best als uiting van die gespannenheid een hoge bloeddruk hebben. Een behandeling met geneesmiddelen is dan soms nodig. Maar het is eerder nodig dat men leert zich minder druk te maken.
Een verhoogde bloeddruk kan nog meer gevolgen hebben. De aderverkalking In het hoofd en elders kan sneller gaan dan anders en tot een beroerte leid». Het hart kan zo overbelast worden dat er een hartaanval uit voorkomt. Dat is niét altijd te voorkomen, vooral niet als men alleen maar met een medicijntje de hoge bloeddruk behandelt. De mens moet vooral proberen om zich niet door van alles en nog wat bedreigd te voelen. Dat lukt natuurlijk niet altijd, want een mens is maar een mens.
"beurtelings boris bouricius medisch medewerker Wat is dat, een hoge bloeddruk?". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/05/16 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619641:mpeg21:p005
(ADVERTENTIE 1.M.) I*7 Kt -.rjnf foar.c-e wike
"Advertentie". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/05/16 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619641:mpeg21:p005
"Advertentie". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/05/16 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619641:mpeg21:p005
It AR-Keamerlid Schakel is üge ISoarsichtich .nieamt gjin FNP, mar seit wol dat men by sterke emoasjonele biswieren yn san gefal die gelegenheit jaen moat de saek in bytsje öf to halden. It docht bliken dat de hear Schakel it grou yn hat op emoasjes by oaren; syn emoasjes foar de AR en har doelen oer, is fiansels hwat oars. Hè, efkes mei twa maten mjifcte. Gewest is nedich, seit er, it (uitwerp is noch net rè, mar de gewesten moatte der komme. De bisteande saken sille üt mekoar skuord wurde. Vn Fryslan hoecht dat net „binnen de koartste kearen", mar dan. . Krekt menear Schakel, dan giet Fryslan foar de bile. Dan kin Fryslan in twadde Volendam wurde yn de styl fan „Witstou it noch wol, alde?" Wy .sizze hjir: dy,t hinmsels weismyt, wurdt fan 'n oar net opknige.
It AR-Keamerlid De Kwaadsteniet Is düdliker, biskuldigt de FNP rjoohtatreeks fan in emoasjonele binadering. Past by syn namme. Schakel draeit der omhinne, mar fan De Kwaadsteniet witte jo op dit punt hoe"t hy der as KeamerlM, as ünderdiel fan it regear, oer tinkt. Mar , as it üntwerp gewestfoarming der ien kear is, dan, nochteren en frije Friezen, dan meije jimmie der ien jier oer prate. Hjir komt de aep üt de sek. It oardiel is al ïjfcf-panitisen. len jier lang meije jimme de mule iepen dwalen en dan set Den Haiech der de bikende punt efter. Ek de emoasjes yn „Irene" meitsje op dizze man gjin yndruk Ek menear De Kwaadsteniet is sünder emoasjes fan doel mei syn Keamerfraksje en syn minister fan Binnenlanske Saken Fryslan op to dlelen.
It plan stiet fêst, stie wierskynlik al fêst by it gücheljen (kiezersbidroch) om dit kabinet gear to stellen. De gewestfoarming soe dan wol troch de AR mei ien fan har bikendste stanpunten, „trou oan it gesach", mcd help fan har achterban regele wurde. Hünderttüzenen 'nochteren en frije Friezen hawwe sjoen hwat der bard is mei harren stimmen: D' 66 fan de kaert, DS'7O danich efterüt, PSP fan de kaert, KVPAR-CHU üt need oardel jier letter te CDA. Noch ien kear krije jimme de kans foar jimme eigen libbens- en wenromite to stimmen en bitink dan wol: hwat ienkear fuort is, komit nea werom.
Ryptsjerk.
Johan J. Dalmolen.
"Demokrasy-Democrazy". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/05/16 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619641:mpeg21:p005
Dr. Snethlage heeft in een tweetal ingezonden stukken bewezen, dat hij een fanatiek aanhanger is van de democratie, die aan de oostzijde van de Berlijnse muur wordt gehuldigd. Dat is de democratie van het volk, vertegenwoordigd in en geuit door de leiders uit dat volk. Al, wat daar tegenin gaat, is schadelijk voor het volk en dient dus bestreden. En hij meent het echt, want hij is een gelovig man. Wel niet in de leer der Roomse of Protestantse kerken, doch in de leer van Marx, Lenin, Mao en Che Guavara. We zullen Stalin maar niet noemen, die is even op non-actief wegens ontsporingen. Ontsporingen echter, die rechtstreeks uit de leer voortkwamen. Met hetzelfde recht kon die Nationaal-socialistische kern, de SS, zich voorvechter der democratie noemen, want ook deze leer heette het welzijn van het volk te beogen. Moeten wij hem daarom hard vallen? Hij is eerder te prijzen, omdat hij zo duidelijk uiteenzette, wat hij en de zijnen willen. Een baken in zee, dat is hij. Suameer. T. Hooyenga Jzn.
"Baken in zee". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/05/16 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619641:mpeg21:p005
„Zelf ben ik voor kamerverkiezingen op zo kort mogelijke termijn, maar het is best mogelijk, dat de VVD nog meer stemmen krijgt van teleurgestelde PvdA-mensen, als ze nog even moeten wachten". De enthousiast, maar soms ook wat nerveus gespannen reagerende fractieleider van de WD, ziet alles fn een hernieuwde samenwerking tussen zijn partij en de confessionelen, maar acht het niet nodig dat de VVD een tegemoetkomende houding aanneemt ten opzichte van de KVP en de ARP. „Ik geloof helemaal niet, dat de confessionelen willen doorgaan met progressieven. Ook ARP-fractieleider Aantjes, die wel neigt tot samenwerking met links, wordt de laatste tijd kritischer voor het kabinet".
Hans Wiegel zegt, dat er confessionele politici zijn die zeggen, dat ze samen met de PvdA in een kabinet zijn gaan zitten om de PvdA te matigen. „Ik kan hen er alleen op wijzen, dat de PvdA zich niet zal laten matigen en de confessionelen keer op keer voor het blok zal zetten. Bij een coalitie met de WD bieden wij de confessionelen grotere invloed aan dan zij nu bij de PvdA hebben.
"Meer stemmen". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/05/16 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619641:mpeg21:p005
Wiegel denkt dat premier Den Uyl zodanig onder de invloed staat van de radicale stroming in de PvdA, dat hij beft liever tot een kabinetscrisis iaat komen, dan tot een breuk met zijn radicale achterban.
„Wat betreft de KVP geloof ik niet dat die naar links is gezwenkt. De confessionelen hebben er zelf alle belang bij om met de WD een sterke meerderheid te vormen", zo meent de liberale leider..
Op de vraag of de rol van oppositieleider niet tegemoet komt aan zijn ambitie, antwoordt Wiegel: „Het leiden van de oppositie is niet gemakkelijk. Het eist veel vindingrijkheid, want elke keer sta je voor nieuwe situaties. Mijn ambitie 'is om weer fractieleider te worden van een WD, die regeringspartij is. Als zodanig heb je buitengewoon grote invloed op het regeringsbeleid".
De VVD maakt zich druk over de stijging van de premies voor de sociale verzekeringen. Is het juist om de bet jaarden, de weduwen, de wezen, dè gehandicapten, de zieken en de andere werkelijk zwakke groepen in de samenleving een minimumbestaan te misgunnen? Hans Wiegel zegt daar op, dat de sociale paragraaf de sterkste paragraaf Is van het VVD-verkiezingsprogramma. „We zijn voor verder optrekken van de aow. Het geld hiervoor moet worden opgebracht door alle werkende Nederlanders, ook door hen, die het niet zo breed hebben. Belangrijk Is, dat de sociale steun daar komt, waar hij echt nodig Is".
"Oppositie". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/05/16 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619641:mpeg21:p005
De liberale leider vindt dat in het algemeen de grens .wel is bereikt bij de opbouw van de sociale voorzieningen. Begonnen moet worden met het langzaam afbreken van de kinderbijslag. „Te grote premiestijging voor sociale verzekering tast de winsten aan van de werkgevers en vormt daardoor een bedreiging voor de werkgelegenheid", zo stelde Hans Wiegel.
Hij ontkent dat de WD onder zijn leiding conservatiever is geworden. „Bij de laatste verkiezingen hebben we winst gekregen uit alle partijen. In de eerste plaats van de KVP en in de tweede plaats van de PvdA". De grootste zorg van de liberale leider is nu om de winst te behouden. „Ze mogen niet teleurgesteld worden. Ze moeten ontdekken wat hun liberale beginsel inhoudt". Wiegel wil dit onder meer doen door belastingverhoging en inkomensnivellering te bestrijden en de positie van de middenstand te beschermen. Alles onder het motto van een zo ver mogelijk doorgevoerde persoonlijke vrijheid ten opzichte van bezit en handelen die het ieders belang zou zijn.
— Is het verkiezingsprogram van de WD niet voornamelijk afgestemd op de wensen van de werkgevers?
„Deze onjuiste stelling wordt door de feiten gelogenstraft. We zijn geen partij voor een bepaalde bevolkingsgroep. Van onze leden heeft 30 procent een belastbaar inkomen van beneden 15.000 gulden per jaar. Wiegel zegt, dat van zijn ledenbestand 25 procent katholiek, 7 procent gereformeerd, 30 procent hervormd en de rest buitenkerkelijk Is.
"Kinderbijslag". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/05/16 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619641:mpeg21:p005
(Van onze correspondent)
DEN HAAG — „Mijn oppositie is nog dezelfde als die van een paar maanden geleden. De kwestie is, dat men nu niet meer durft te zeggen dat de oppositie van de VVD te hard is en dat de VVD over haar top heen is. De kiezers hebben ons nu'eenmaal bij de Statenverkiezingen in het gelijk gesteld, zodat de tegenstanders met lege handen staan". Zo reageert WDfractieleider Hans Wiegel op de opmerkingen van mensen die vinden dat zijn kritiek op het kabinet-Den Uyl de laatste tijd rustiger en genuanceerder is geworden.
Wiegel ontkent dat er een omzwenklng is te bespeuren in zijn houding tegenover het zittende kabinet. „Ik kan niet voorspellen hoelang het kabinet blijft zitten. Een kabinet blijft intact, zolang de daarin deelnemende confessionele partijen, de KVP en de ARP, bang zijn voor nieuwe Kamerverkiezingen. De levenskansen van het kabinet-Den Uyl worden geheel en al bepaald door de indruk die een eventuele dreigende kabinetscrisis op de confessionele partijen maakt. Maar hoe langer de confessionelen wachten om het risico van nieuwe verkiezingen te nemen, hoe meer stemmen ze zullen kwijtraken aan de VVD".
De fractieleider van de VVD gelooft dat er hoe dan ook vroeg of laat een breuk komt tussen KVP en ARP aan de ene kant en de progressieven aan de andere kant. Hans Wiegel heeft veel goede woorden over voor het beleid van de PvdA-minister van Defensie Vredeling, die hij met Van der Stoel en Duisenberg tot de gematigde PvdAbewindslieden rekent. Hij acht het echter toch mogelijk, dat het defensiebeleid, waarop links wil bezuinigen, een breekpunt wordt voor de samenwerking met de confessionelen, die in ieder geval de defensie-inspanning niet wensen in te krimpen. Een zware dobber voor de regeringsploeg ziet Wiegel In het begrotingsdebat in het najaar, „als het al zover komt, want het kabinet moet eerst intern nog tot overeenstemming zien te komen ten aanzien van het beleid voor het volgend jaar".
HANS WIEGEL
"Binnenlands gebeuren Wiegel: mijn oppositie bleef ongewijzigd". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/05/16 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619641:mpeg21:p005
Wiegel ontkent ook, dat de WD een tegenstander is van ontwikkelingshulp aan arme landen. „Ik ben van mening, dat er hulp moet worden verleend en dat wij een taak hebben op dit gebied, maar het is niet goed daarvoor geld te reserveren als duidelijk is, dat onze hulp niet goed terecht komt". Hij heeft geen goede woorden voor de Stichting Nederlandse Vrijwilligers, die onlangs wegens een verkeerd beleid is aangevallen. Ondanks de uitleg van minister Pronk van ontwikkelingssanienwerking blijft Wiegel de stichting zien als „een controversiële zaak" en blijft het onjuist vinden, dat een kabinet een lid van het koninklijk huis, prins Claus, hoofd heeft gemaakt van een instelling die volgens hem leidt tot „politiieka tegenstellingen".
Wat de politieke toekomst betreft *cc! Hans Wiegel: „Ik geloof niet In partijcombinaties. De progressieve volkspartij kwam dus niet en samenbundeling van de confessionelen in het CDA moet ik ook nog zien. Ik geloof alleen In vernieuwing in de vorm van duidelijke opstelling en vergroting van bestaande partijen. We houden een sterke socialistische partij. Dat kan de PvdA zijn met eventueel daarin opgeslokt PPR. De VVD wordt waarschijnlijk even groot als vroeger het confessionele blok was en de confessionalen worden samen even groot als wij vroeger waren". Zijn eigen taak ziet Wiegel in „het uitdiepen van het liberaal fundament" van rijn partij.
"Arme landen". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/05/16 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619641:mpeg21:p005