...voor wie 'm aanneemt ... voor wie'm afgeeft Elk© girobetaalkaart - mrafr! wordt door de Postgiro .-.^f®*®3®BB|| '| prompt en precies het tot ƒ 100,-gegarandeerd. r STATIONSSTRAAT 33 LOOWOÜDF 9999 juiste bedrag. Dat is de waterdichte 8 STATIONbo i KAA i 33 LUUWUUDb 7 /Vv Zonder buikige portemonnaie zekerheid dat elk bedrag . u . ——°'bu,t'9® portefeuille. tot ƒ 100,- per kaart ». > ƒ °id c''V's*!%, ■-MWMSmDe girobetaalkaart - u krijgt op uw postrekening wordt ' ' ' JSÊW '/ •' • er steeds 20 -is altijd bijgeschreven. Snél, i nM,po««k, - - m&m* pasklaar: geen gewissel en gespecificeerd en wel! ; va„ . ■ . B D|;;n i "HelJt un,et k,einer?" Dus: kaart ontvangen? - i PtiD En al uw uitgaven staan _ - Gircpas gezien? Kassa! V ....... ,;:y te;. . ... BB I—' overzichtelijk zwart op wit • ' !• dank zij de dagafrekeningen i ;vv ;| w • ' -v:Jv' . ♦ \ \ ' V-• Ai'\ • - •*,' ♦ . ■ v wgetyk y»g
De tijd : dagblad voor Nederland
- 18-06-1970
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- De tijd : dagblad voor Nederland
- Datum
- 18-06-1970
- Editie
- Dag
- Uitgever
- N.V. Drukkerij De Tijd
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 842127143
- Verschijningsperiode
- 1965-1974
- Periode gedigitaliseerd
- 1965-1974
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek C 236
- Nummer
- 40576
- Jaargang
- 125
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Advertentie
MENING VAN DEFENSIESPECIALISTEN: Dr. de Jong terecht bezorgd over leger, Maar HIJ Draaft Door reportage FONS VAN WESTEPLOO JAN VAN HOOF Vergelijking met '40 gaat niet op WIERDA (P. v. d. A.): Ik ben ook verontrust
Van onze speciale verslaggever DEN HAAG, 18 juni — Is de toestand in het Nederlandse leger werkelijk zo onrustbarend als prof. dr. Lou de Jong verleden week.in een rede schetste, of valt het wel mee met de paraatheid en strijdkracht van onze defensie. Hopelijk zal deze vraag nooit beantwoord worden, want het ware antwoord kan alleen na een oorlog gegeven worden. Zolang er geen oorlog is moeten de NAVO-strategen gissen naar de kracht van eventuele vijanden en kunnen zij op basis daarvan soebatten met politici over een paar miljoen meer of minder en het effect van die bedragen voor de paraatheid van het leger. Het Ls de les die uit De Jongs publikatie over de deplorabele toestand van het Nederlandse leger in. de meidagen 1940 getrokken kan worden. Dr. de Jong, die haarfijn heeft uitgezocht hoe een verregaande onderschatting van de agressie van Duitsland een 'negatieve'houding ten opzichte van de strijdmacht en een reeks andere factoren leidde tot de machteloosheid van het leger in mei 1940, moet sinds de publikatie van zijn boek „De geschiedenis van de tweede wereldoorlog" wakker gelegen hebben van de gedachte dat het drama van de eerste oorlogsdagen zich zal herhalen. Vast staat dat hij niet de enige is in ons land die met angstvisioenen over een herhaling van de meidagen 1940 rondloopt. Hoeveel mensen zullen na lezing van zijn publikatie gedacht hebben „het zal nu wel niet anders zijn". Kranten die yiterst gevoelig zijn voor de onder de bevolking aanwezige gevoelens hebben niet voor niets zo uitgebreid aandacht besteed aan de rede van dr. De Jong. Het Algemeen Dagblad drukte de rede intergraal Af.
Prof. dr. L. de Jong; wakker sinds de publikatie van zijn boek.
Krant
Dezelfde krant liet prof. De Jong zijn rede toelichten. Uiterst waardevol, icant pas uil de toelichting kan men opmaken waar dr. De Jong zijn informatie heeft gehaald. „ïk heb in algemene zin waardevolle informatie gekregen en als hoge Nederlandse milij tairen mij,zeggen dat de toestand rart het leger te vergelijken is met die van £ 1940 aanvaard ik dat", zegt dr. De Jong'. . ■ " Deze opmerking verraadt dat dr. De Jong voor het uitspieken van zijn rede contact heeft gehad met de Nederlandse legerleiding die hem een triest beeld van het Nederlandse leger heeft geschetst. Er is voor dr. De Jong geen enkele reden om te twijfelen aan de integriteit van de legerleiding. Mogelijk had de historicus De Jong zijn Vraagtekens kunnen plaatsen bij de
simpele vergelijking tussen de toestand in 1940 en die in 1970. Die vraagtekens
worden wel gezet door eeh aantal militaire deskundigen van de politieke partijen. Kolonel b.d. W. Wierda, defensiespecialist van de PvdA: „Ik bestrijd dat er eenzelfde gebrek aan geoefendheid en materieelvoorzienmg bestaat als in 1940 De situatie toen en nu is niet te vergelijken. Vroeger waren er teveel mannetjes met te weinig geweren, nu werken wij niet bemande machines,v maar hebben te weinig machines. We hebben wel te weinig getrainde mannetjes vooi deje machines, want onze jongens blijven nou eenmaal amateursoldaten."
Mr. dr. M. Imkamp, voor D' 66 lid van de kamercommissie voor defen.->ie, zegt: „Hoe is het mogelijk een vergelijking te trekken tussen de jaren dertig — van het gebroken geweertje
— en deze lijd Men kan er niet aan voorbij t;aan dat oorlogvoeren sinds de tweede wereldoorlog een wetenschap is met vele facetten. Wetenschappelijk gezien is de vergelijking tussen toen en nu onverantwoord. De heer IJ. Walburg, defensiedeskundige van de Anti Revolutionaire Partij: „Als wij het leger van 1940 met dat van 1970 vergelijken zie je meteen dat het tankbestand nu goed is en de artilleriestukken voor een groot deel gemechaniseerd zijn."
Tot slot mr. P. J. Teunissen van het inst. voor polemologie in Groningen, een instituut waar men de vraagstukken ten aanzien van oorlog en vrede bestudeert; „Een vergelijking met de situatie in 1940 is er erg moeilijk, tiet is duidelijk dat prof. De Jong de situatie te zwart-wit heeft afgeschilderd. Aangezien de kans op het uitbreken van een oorlog thans veel kleiner is dan in 1940 is er ook oen duidelijk verschil in paraatheid van toen en nu. Voor de tweede wereldoorlog voerden wij eei. neutraliteitspolitiek, nu zitten wij in de NAVO. Het staat vast dat de leden van de NAVO, zowel als van het Warschaupact goed doordrongen zijn van de gevaren van een oorlog. Hitier kon in de jaren dertig de risico's van zijn avontuui nog berekenen. Het was te berekenen dat hij op grote schaal gebieden zou kunnen veroveren en eeu rijk zou kunnen opbouwen.
„DEFENSIE WORDT UITGEHOLD" Bijval van Luns voor prof. De Jong
Van onze parlementaire correspondent DEN HAAG, 18 juni — Minister Luns heeft „met instemming" de opvatting van prof. De Jong vernomen dat Nederland zijn verdediging uitholt. In de Eerste Kamer zei hij gisteren bij de behandeling van zijn begroting dat het defensie-budget de laatste jaren „nog net aanvaardbaar" was. Maar, voegde hi.i et aan toe. omdat Rusland en zijn bondgenoten hun militaire kracht „op enorme wijze" hebben versterkt dreigt de NAVO haar geloofwaardigheid op conventioneel gebied te verliezen. De opmerkingen over prof. De Jong maakte de minister op verzoek van de liberale senator Van Riel Die uitte dinsdag ziin ongerustheid en pleitte voor verhoging van de ' Nederlandse bijdrage aan de NAVO Van Riel verklaarde zich gisteren ..in hoge mate gesterkt" door de woorden van Luns 'Voleens de VVD-er is nrof De Jon? met de reputatie die hii het laatste iaar verworven heeft en als PvdA-lid de „man of destinv" voor het maken van zo'n opmerking De defensie-minister die in 1971 ontreed! zou bii Van Riel op „zeer ernstige weerstanden" stuiten, als hii niet kwam met „goed geaccentueerde voorstellen" voor verhoging van de defensie-uitgaven. Luns betoopde dat de noodrakeliike sterkte van de verdedicine een relatieve zaak is. afhankelijk van de defensie-incoanm'ng van de Russen en hun bondgenoten 7o he-»;on wordt ze nu onvoldoende, zei hij. „Maar", merkte hii on. „onze kHi"smaeht van nu zou alle legers van Nanoieon binnen één dae var» de kaart vegen" PORTTTOAL De minister verbette zich tegen een nleidooi van de ART'-er prof Albeda om Portnffpt eventueel uit de Navo te stoten ate het niet toegeeft politieke druk om ziin bevind in df Afr'k!»onc" t'oleri'f'ri fp verzseWen Wn nnpvnrV rijf .votetreVf nnmft1"''"1"" vonr crVinvei*"*** V3f» | apr» 7inn. y j Luns bestrerd Albeda dat Nederland door met Portugal in één bondgenootschap te zitten mede-verantwoordelijk is voor het optreden van de Portugezen in hun koloniën. „De consequentie van zo'n opvatting", zei hU, „is dermate griezelig dat men geen verdrag meer zou willen sluiten".
„De NAVO", voegde hij er ter vergoelijking aan toe, „is tenminste nog voor 95 pet democratisch en hot Warschaupakt voor honderd procent ondemocratisch en dictatoriaal."
; Nederland is in overleg met bevriende landen, zoals in het kader van de West-Eurppese Unie, over de bescherming van diplomaten in Zuidamerikaanse landen. De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) besteedt volgende week aandacht «vm de ontvoeringen. Nederland is als waarnemer op deze vergadering aanwezig.
Kwaliteit
Deze deskundigen op militair gebied zijn het er allen over eens dat on vergelijking niet opgaat. Dat wil niet zeggen dat zij liet oneens zijn met andere stellingen in de rede van dr. De Jong. Met name de uitspraak over de kwaliteit, paraatheid en de positie van het leger binnen de NAVO.
bevestigen zij min of meer. „Ik heb de indruk dat de paraatheid en kwaliteil van ons leger inderdaad door de snelle kostenstijging geleden heeft. Daarbij komt nog dat het begrotingscijfer relatief gezakt is. Er zijn twee problemen: A. het krachtsverschil tussen de westelijke defensie en het Warschaupact, B. het vraagstuk of Nederland niet aan de NAVO-verplichtingen voldoet en welke middelen wij nodig hebben daarin eventueel verbetering te brengen. Het zijn begrotingstechnische en defensietechnische problemen. Wij moeten oppassen dat wil de discussie niet gaan verplaatsen naar algemene zaken zoals „wat wil _'c PvdA" en „wat willen de Kabouters", zo zegt mr. Thetinissen. „Defensietec-hnisch dus: Het Warschaupact heeft meer vliegtuigen en meer tanks. Maar de kwaliteit van onze vliegtuigen en ons anti-tankgeschut is veel beter. Daarom is het zaak de handelingen van minister. Den Toom te volgen, die wil inperken op de NAVO ongaarne ziet gebeuren."Wij moeten ons dus afvragen pf het .waar is dat het Warschaupact * heeft als de NAVO geen overwicht meer in de lucht heeft en hoe het met de paraatheid van onze tanks staat. Staatssecretaris Haex heeft al eerder dan prof. De Jong gezegd dat slechts een zesde deel van het eerste legerkorps in Duitsland paraat is en dit met geringe kosten kan worden verholpen. Er wordt nooit bijgezegd in welke sector die kosten liggen: Op het gebied van materieel of op het gebied van de brandstofvoorziening."
, „Er ontbreekt, daar heeft De Jong gelijk in", zegt de heer Wierda, „tankafweer waarvoor de technisch betrouwbare apparaten nog niet op .Ie markt zijn — het geld dat wij ervoor opzijgeschoven hadden is inmiddels voor andere zaken gebruikt. Verder is
liet luchtafvveersyslem niet in orde. Het is de vraag of er geld is voor de goede apparatuur die wij daarvoor nodig hebben." De heer Wierda geloolt — en die mening wordt onderschreven door de heer Walburg — dat de situatie in het leger niet ideaal is, maar ook weer niet zo erg als dr. De Jong doet voorkomen.
Over de weg die bewandeld moet u-orden om tot een ideale situatie te komen verschillen de Kamerleden duidelijk van mening. „De zwakke schakels zijn wel te verbeteren. Ik heb er in de kamer al jarenlang op gewezen dat er veranderingen moeten worden doorgevoerd. Wij zijn de afgelopen jaren financieel en technisch veel te zuinig geweest. Al moet ik hier en daar mijn vraagtekens plaatsen bij de rede van De Jong, ik ben er toch wel blii mee. Misschien wordt het Nederlandse volk nu eens wakker geschud. Ik ben ervan overtuigd dat de bevolking niet tegen de krijgsmacht is en er heel wat voor over heeft", zegt hij.
Invoering gewestwet Van Thijn (PvdA) houdt motie aan
Van onze correspondent I>1:N HAAG. 18 juni — De socialist Van Thijn heef» zijn motie over de invoering van ren gewestwet aangehouden. Van Thijn deed dit op verzoek van de Anti-Revolutionair Schakel. In riet antwoord van minister Beernink en staatssecretaris Van Veen bij de behandeling van de nota bestuurlijke organisatie v kreeg Schakel een aantal toezeggingen. De ARP-er is het met Van Thijr eens. dat gewestvorming door de regering moet worden bevorderd De regering meent echter dat de gemeenten zelf activiteiten moeten ontplooien om tot eewestvormine te komen Na het antwoord van de regering meerde Schake' de bewindslieden van binnenlandse zaken een kans te moeten *even om te bewijzen, dat zij niet zóver van het standpunt-Schakel staan. De nota bestuurlijke organisatie is voor kennisgeving aangenomen. De andere moties 'veerden verworpen.
Bezuiniging
Wat zuinigheid voor invloed kan hebben op de paraatheid van het leger heeft de gewezen bevelhebber der luchtstrijdkrachten, luitenant-generaal A. B. Wolff, deze week bij zijn afscheid gezegd: „Wij zijn met bezuinigingen beneden niveau gekomen. We zijn door efflctcncyimajatregelen op een minimum gekomen ortf onze taken naar behoren te vervullen. Die bezuip niging is min of tijdelijk teren op de ervaring die we hebben verkregen. Het is mogelijk een aantal mensen die ervaring te doen behouden zonder er veel tijd en vlieguren aan te besteden. Maar het is duidelijk dat 'e dat slechts een beperkte tijd kunt doen. De onderhoudsvaardigheid blijft nodig en als men dat in beperkte mate doet zal die vaardigheid beneden het aanvaardbare niveau komen". De heer Walburg (van de AR) gelooft dat prof. De Jong (lid van de PvdA) naast de roos heeft geschoten met zijn aanvul aan het adres van do PvdA. „Dat een potentiële regeringspartij als de PvdA, die niet zo heel lang geleden een zuiver begrip toonde voor een verstandige defensie-inspanning nu ookxal afglijdt in de richting van een uitholling van ons defensieapparaat acht ik een érnstig nationaal verlies", zei de heer De Jong. „Het is onbillijk om de Partij van de Arbeid alleen de schuld te geven," zegt de heer Walburg. De heer Wierda van de PvdA zegt zelf: „Er is een algemeen negativisme merkbaar in een deel van de pers, radio en tv, ten aanzien van het leger. Daar wordt het leger als een kwaad gezien terwijl wij geloven dat de defensie een legitieme noodzakelijke activiteit is. Met De Jong betreur ik deze negatieve houding. Ik verwacht er geen goed van. Het is zeer emotioneel, haast hysterisch om NEE te schreeur wen als het over dienstplicht, leger of zelfs maar een kanon gaat. Ik geef toe dal er binnen de partij anderen zijn die daar op principiële wijze of wilde wijze over denken, zoals de PvdA Jongerengroepering, de FJG en dat soort jongelui."
Goede spullen
Volgens de heer Wierda is de aanpak van de PvdA pragmatisch. Wij zeggen het volgende: Op het ogenblik hebben wij een minister-president militair is geweest Een minister van defensie met twee staatssecretarissen die militair zijn geweest en bovendien een VVD-minLster van financiën. Mij dunkt dat je geen betere omstandigheden kunt hebben voor een hoog defensiebudget. Niettemin komt er elk jaar minder uit. Nou is het zover dat een deel van de luchtmacht aan de grond moet blijven. Een paar. jaar terug zijn marineschepen in de motteballen gezet.. Dat gebeurde niet uit rijkdom. Het leger mist nog steeds verschillende belangrijke dingen. Een betoog voor verhoging van de defensiegelden. „Nee", zegt de heer Wierda. „Wij willen dat met het geld dat wij hebben goede spullen gekocht worden waar e snel mee uit de weg komt als je ooit als brandweer naar de brandhaard moet snellen. „Wat heeft het voor zin om honderd miljoen uit te trekken. daarmee redt je het toch niet."
In kleine bedragen (de heer Wierda noemt 100 miljoen een klein sommetje) ziet zijn partij kennelijk geen heil, hoe zit het met de grote? Het bedrag dat nu voorhanden is moet beter ge-
bruikt worden. Hoe gaat het nu. Militairen zijn net kinderen in een speelgoedwinkel. Zij willen alles hebben. Er is nog nooit een generaal geweest die vond dat hij voldoende had. Uiteindelijk moeten de militairen de oorlog voeren en willen zo goed mogelijk uitgerust zijn."
Volgens de heer Wierda hoeft niet altijd toegegeven te worden aan de wensen van de legerleiding. „Wij zouden bijvoorbeeld door een inkrimping van het aantal brigades met hetzelfde geld veel meer effect kunnen sorteren."
Voor de PvdA zit er een Interessant politiek aspect aan de opschudding rond de rede van prof. De Jong. „De chef van de generale, staf heeft gezegd dat hij kans ziet om met het beschikbare geld zijn leger goed draaiende te houden. De ministers hebben genoegen genomen met het bedrag dat voor de krijgsmacht beschikbaar is gesteld. Als dat nu te weinig blijkt hebben zi teveel hooi op hun vork genomen. AU ze meer geld eisen en dat niet krijgen, moeten ze aftreden." Prof. De Jong richt zich met nam* tot de PvdA als hij spreekt over groeperingen die het defensie-apparaat van binnen uithollen. Deze aanval komt in een vreemd licht te staan als
de heer Wierda zegt: „Ik ben eveneens vex-ontrust over dingen die in het leger gebeuren en minder fraai zijn. Dingen die op actieve sabotage wijzen. Het i* niet te tolereren als er werkelijk gesa-> boteerd wordt. Aan de andere kant gaat mijn verontrusting ook uit naar de legerleiding die zich tamelijk moeilijk kan aanpassen aan wat er op het ogenblik verandert. Ik spreek dan vooral over de landmacht, die een stuk feodaler is dan de andere twee onderdelen."
De oud-bevelhebber van de luchtmacht, luitenant-generaal A. B. Wolfj, deelde voor zyn vertrek uit de luchtmacht mee dat ook hij zich zorgen maakt over de gezagscrisis in het leger, onder andere veroorzaakt door „verguizing van de strijdkrachten aoor pers en andere publiciteitsmedia". Volgens de generaal wordt het gezag steeds verder uitgehold en worden de >kernen van de organisatie, aangetast. „Ook b\j de luchtmacht is dat het geval, want vier van de vijf vliegtuigongelukken die verleden jaar plaatsvonden zijn te wijten aan het doelbewust overtreden van orders."
Een treffende uitspraak die niet helemaal op waarheid berust. De fiheör gevallen van ongevallen vmet en schepen worden in de vaste kamercommissie gerapporteerd. Het is inderdaad voorgekomen dat het antwoord op de vraag waarom een vliegtuig naar beneden stortte was; Ja, die jongens zijn wat nonchalant. Dat zij doelbewust orders overtreden is onzin. Zo erg is het gelukkig nog niet."