V het in 1973 verschenen „Myyoung years" waarin de Arthur Rubinstein de eerste dertig jaren van zijn &n woelige als lange leven beschreef, is onlangs het rjge „My many years" gevolgd, dat de rest van zijn fmvolle loopbaan behandelt. Ondanks zijn hoge leeftijd hij is thans 93 — heeft de praktisch Wind geworden fbinstein kans gezien het ruim 600 pagina's tellende en h tot nu toe onbekende illustraties voorziene boekwerk N buitengewoon prikkelende en vaak ook leerzame Noires te vullen. Het is uitgegeven door Jonathan Cape Londen, geïmporteerd door Keesing Boeken BV Amster- N en kost ƒ 50,95.
door LEK VAN DELDEN
,Jk heb het geluk een fantastisch geheugen te bezitten dat mij ertoe in staat stelt mijn leven bijna van dag tot dag voor de geest terug te halen." Aldus Arthur Rubinstein in „My young years", het in 1973 gepubliceerde eerste deel van zijn memoires. Daar heeft hij geen woord teveel mee gezegd, want als uit het nu verschenene vervolg „My many years" één ding blijkt, dan is het wel dat hij een formidabel geheugenkunstenaar is. Wie doet het hem immers na een periode van ruim zestig jaar (voor beide boeken in totaal zelfs negentig!) zó minutieus te beschrijven zonder ooit een dagboek te hebben bijgehouden of aantekeningen te hebben gemaakt? Wederom treedt hij te voorschijn als een onverzadigbaar levensgenieter die alle menselijke deugden en ondeugden in praktijk bracht. Sex, eten én drinken, uitgaan en reizen, feesten en dolle partijtjes, pokeren en ander gokspelletjes, — aan alles is hij zich te buiten gegaan. Dank zij Annabella Whitestone, die tevens zijn gedicteerde memoires op schrift stelde en het typewerk verrichtte, kon hij blijven reizen en wederom Rome en Venetië bezoeken, Israël ook, „ditmaal niet voor concerten maar om de lucht in te ademen van de heilige plaats van mijn voorouders. Gaf ik de lezers van „My young years" te kennen dat ik de gelukkigste man was die ik ooit had ontmoet, met trots kan ik bevestigen dit op mijn 92-ste nog steeds te zijn." Israël en Polen, zijn land, nemen een heel bijzondere plaats in dit fascinerende boek in: het eerstgenoemde land doet het steeds weer van zijn sterke medeleven met zijn geloofsgenoten getuigen, waartegenover Polen zijn chauvinistische aanhankelijkheid tegenover zijn landgenoten wakker roept. Zijn concerten in die twee landen gingen dan ook steeds gepaard met extra diepe emoties, zoals hij die elders nooit zo' krachtig ondervond.
"ARTHUR RUBINSTEIN BOEIEND EN HUMORISTISCH VERTELLER Gelukkigste man van de wereld". "Het Parool". Amsterdam, 1980/04/25 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010847437:mpeg21:p019
"Het Parool". Amsterdam, 1980/04/25 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010847437:mpeg21:p019
M Biarritz, waar Rubin£'n in het casino fiks poker_in elke middag Stravinsky TOocht, stond hij op een mor-, *& met een volledig gevoello,l vierde en vijfde vinger van '~ linker hand op. „Zo iets l.** al vaker gebeurd met een «Ie hand, die bij het slapen in ?•* slechte positie had gelei'». Bij sulke gelegenheden ffMe ik dan de andere hand (Me tijd op mijn hart en zo Roomde het bloed in de slaiS*de hand terug. Die ochtend j*hruikte ik weer deze metho!*• maar zonder succes. De 7f«e vingers bleven dood. Ze Mden als twee stukken bout verband met de rest |*ft mijn hand. (fcubinstein besloot toen een lieert in San Sebastian te l Ven, in de hoop dat zijn vinw*s onder de dwang der om- hun leven zou- J*«> herkrijgen. Het concert t*«k uitverkocht en de w'tanse koningin was aanwe?*• „Het was het afschuwe.«ste concert dat ik ooit heb £**ven", vervolgt hij. „Ik k°«st bet héle programma jM acht vingers en twee stuk- hout spelen, . «en paar dagen later ont>ttte hij bij de lunch een dame aan wie y het gebeurde bekende. vond zij en zij nam J** mee naar haar Japanse rjsseur. Zijn merkwaardige ?«andeling (druk op een be- JjMde plek in de arm en tikje» £ «e bewuste vingers) duurde »* kwartier. Waarna Rubin £*in bet bloed terug voelde ofeen: „Mijn vingers deden L**s pijn door de genadeloze (, *Ppen die ik ze in mijn wan*°P had gegeven".
"Dode vingers". "Het Parool". Amsterdam, 1980/04/25 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010847437:mpeg21:p019
1933 zou Rubinstein in bet eerste piano- van Tsjajkovski spe-olftet net Concertgebouwor- Dirigent Willem Mengel**hs de héle och. \** een lang stuk van Reger. 'lik *® pauze was er nauwe- meer tijd over om Tsjajj, vski door te nemen. „Maak bt|*e*n zorgen", zei Mengel- met een zwaar Neder- I £?4s accent. „Het orkest kent .concert en ik ken het", ttfk ken het ook", zei Rubin vJ4 ongeduldig, „maar de HJ*C is of we tijd hebben om te kennen". Mengel! C* vond het niet nodig het werk te repeteren en wil- tot de belangrijkste ïï****** beperken. Het begin m *oed- »Bi ide cadens stop- en begon hij op W boekje te knabbelen, dat Q' brutaalweg op de piano "C klaargelegd. 4Jr*elt U de eerste of de twee- van het concert?' HjL*f h'J- 'De laatste natuur- . > antwoorde ik. Waarna ik tg? tot het orkest richtte en W 'Een andere Rubinstein >Hji ** de eerste versie vóór toals iedereen weet. Het ij,' orkest lachte over deze ko?Crklng en Mengelberg zei \Qt*t: 'Speelt U het alstu- Hurt nogmaals. Dit keer stak Lj» neus in de partituur en Tj«b wij doorspelen". *w!|* concert werd een groot **• Mengelberg bleef op d»j. Podium, luisterde naar »v»_ to«gift en kuste me ten . VÏ?1**0 va» het Publiek". De eerste versie had \i?**ovski opgedragen aan *W oUs Rubinstein, die het
"Mengelberg". "Het Parool". Amsterdam, 1980/04/25 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010847437:mpeg21:p019
Als verzamelaar van bijzondere boeken en schilderijen, die in de Tweede Wereldoorlog uit zijn Parijse huis weggeroofd bleken te zijn, moest hij na 1945 opnieuw beginnen. Ook gedurende zijn jarenlange verblijf in Hollywood, waar hij Charles Boyer, Chaplin, Jean Renoir, Luitsch, Litvak, Thomas Mann en Greer Garson tot zijn vrienden mocht rekenen, bleef hij aan zijn tweede collectie boeken en beeldende kunst bouwen. Daar kwam ook zijn gezin met vier kinderen tot stand, over wie hij met vertedering en trots vertelt. En alsof het eveneens kinderen van hem zijn, schrijft hij met dezelfde geroerdheid over Chopins enige paspoort, dat hij op een veiling in de wacht sleepte, naast brieven van Saint-Saëns, Jacques Thibaud en... van hemzelf!
Componisten als Szymanowski, De Falla, Ravel en Stravinsky schreven werken voor hem, maar schilders bedachten hem niet minder vaak met portretten. Zo tekende Picasso op één middag liefst 24 portretten van hem, waarvan hij er vier cadeau kreeg.
"Verzamelaar". "Het Parool". Amsterdam, 1980/04/25 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010847437:mpeg21:p019
Van zijn opmerkelijke causeurschap heeft Francois Reichenbach in 1971 geprofiteerd, toen hij een film aan Rubinstein wijdde waarvoor naar Iran en Israël werd gereisd en van New Vork naar Parijs. Rubinstein ontdekte er een nieuwe bedrijvigheid in waarvan hij zó intens genoot dat hij er niet genoeg van kon krijgen. En vóór het afsluiten van dit boek werd alwéér een TV-film met hem in de (sprekende) hoofdrol gemaakt, waaraan muziek naar zijn keuze werd gevoegd: mét het filmteam trok hij ervoor uit zijn woonplaats Parijs naar Venetië, Padua, Vicenza, Verona, Deauville, Luzern en Israël. En nóg is hij niet verzadigd. Want plannen voor een nieuwe film, die in New Vork, Spanje en Polen wordt opgenomen, kondigt hij in een slotwoord aan. In die epiloog treft de volgende bekentenis: „Mijn gedeeltelijke blindheid heeft mijn liefde voor het leven verdiept. Mijn gevoel voor muziek, mijn gedachten en ideeën zijn helderder geworden en mijn geliefde deus ex machina heeft mij de schoonste laatste jaren van mijn leven bezorgd."
Uit de 1250 pagina, die zijn memoires in beslag nemen, blijkt overduidelijk dat Rubinstein zich als een geluksvogel beschouwt die zelfs in tijden van de rampzaligste bedreigingen aldoor weer door de fortuin werd bijgestaan. Dat neemt niet weg dat hij allengs tot pessimistische inzichten inzake recente ontwikkeling kwam.
"Films". "Het Parool". Amsterdam, 1980/04/25 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010847437:mpeg21:p019
Als een rode draad loopt een niet aflatende stroom van concertreizen naar alle hoeken van de wereld door deze memoires. Zouden zulke Verslagen bij vrijwel iedereen tot dorre opsommingen van feiten aanleiding geven, bij Rubinstein kwam het steevast tot zó ongewone gebeurtenissen dat zijn verhalen verrassend èn onvoorspelbaar zijn. Overal overkwam hem wel iets dat op _n of andere manier van het gebruikelijke patroon afweek, van onverwachte amoureuze perikelen tot en met natuurrampen als aardschokken. Vandaar de vaart en kleur die dit boek kenmerken. Rubinstein is trouwens ook een boeiend verteller vol humor en bovendien een scherp waarnemer van wat zich politiek, maatschappelijk en cultureel in de wereld voltrok. Met open ogen en een kennelijk ijzersterke constitutie — hoe zou hij zich anders bijna driekwart eeuw lang dag in dag uit en nacht in nacht uit aan zoveel drinkgelagen en smulpartijen hebben kunnen bezondigen? — heeft hij aan het leven deelgenomen. Alle figuren van enige betekenis leerde hij kennen en met Stravinsky, Prokovjev en Picasso werd hij even bevriend als met Marcel Pagnol, Sacha Guitry en Marcel Achard. In het Parijs van de Jaren twintig, waar hij met hen verkeerde, moét het wel één groot feest zijn geweest, zoals uit Rubinsteins levendige beschrijvingen tevens blijkt dat het ook in het Londen van NoelCoward, H.G. Wells en Somerset Maugham een zeldzaam gistende periode was.
"Toemees". "Het Parool". Amsterdam, 1980/04/25 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010847437:mpeg21:p019
„De wereld waarin we leven, is op een dieptepunt beland — moreel en artistiek (...) Sinds mijn vroegste jaren tot op dit moment is mijn eigen bestaan een zaak van onvoorwaardelijke liefde voor het leven geweest. Maar wat ik heb gezien, gehoord en opgemerkt, is het volstrekte tegendeel ervan." In dat verband denkt hij terug aan de Dreyfus-affaire, een reeks oorlogen, met name de twee wereldoorlogen die voor hem het einde van het „beschaafde tijdperk" betekenden.
Religieuze botsingen tussen protestanten en katholieken, tussen miljoenen Arabieren en het nietige Israël dat hem zo na aan het hart ligt, hebben hem verbitterd. Tenslotte vond bijna zijn hele familie in het Polen tussen de jaren 1940 en 1945 de dood. „De toestand van de wereld kan evenwel mijn diepe liefde voor het leven niet aantasten (...) Ik geloof vurig in een toekomstige nieuwe renaissance, zoals ik er evenzeer van overtuigd ben dat deze pessimistische kijk op het heden slechts een paar pagina's geschiedenis zal vullen, als een noodzakelijk contrast met de volledige waardering van betere tijden." Aldus de optimistische woorden waarmee het gelukskind Arthur Rubinstein zijn fascinerende memoires besluit. Geen muziekliefhebber mag ze missen.
"Dieptepunt". "Het Parool". Amsterdam, 1980/04/25 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010847437:mpeg21:p019
Uiteraard heeft hij het uitvoerig over muziek van vroeger en nu, over bevriende collega's als Heifetz, Piatigorsky, Ysaye, Milhaud en Poulenc, over zijn amicale betrekkingen met Coco Chanel, Claudel, Cocteau, Jouvet en Yvonne Printemps. Dwars daar doorheen komt hij er meer dan eens rond vooruit dat zijn pianotechniek flinke correcties behoefde en voor die van bijvoorbeeld een Horowitz terdege onderdeed: tekortkomingen die het gevolg waren van zijn ingeboren luiheid. Nog tot op late leeftijd is hij eraan blijven schaven. Aan diep doorvoelde emoties en inspiratie heeft het hem échter nooit ontbroken, laat hij steeds weer wéten.
Het is duidelijk dat hij voor jongeren met dit alles en voorbeeld wil zijn — zij ontvangen trouwens ook adviezen —, tevens in menselijk opzicht. Wat dit betreft is het gemak en de gulheid waarmee hij zijn soms moeilijke verdiende geld zomaar weggaf aan wie het méér nodig hadden dan hij, extra frappant. Men komt trouwens óók te weten hoe. hij pianisten als Emil Gilels, Jahina Fialkbwska en Francois Duchable in het begin van hun loopbaan steun verleende.
Niet slechts maakte Rubinstein deel uit van de kunstenaarswereld maar bovendien van het societyleven, waar hij met de Rothschilds en andere baronnen, gravinnen en prinsessen relaties onderhield. Mede daardoor blijkt hij een onvoorstelbare faam in uiteenlopende sectoren van de maatschappij te hebben verworven: een roem die hem reeksen eredoctoraten bezorgde naast zulke hoge onderscheidingen als het Commandeurschap in de orde van Oranje-Nassau dat hem in 1971 ten deel viel, waarna tevens een Hollandse tulp zijn naam ontving.
Arthur Rubinstein .. .diepe lief de voor het leven onaantastbaar... FOTo wubbo de jong
Tekening van Rubinstein door Picasso.
Rubinstein met zijn vrouw in 1932.
Ontmoeting met Einstein.
"Luiheid". "Het Parool". Amsterdam, 1980/04/25 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010847437:mpeg21:p019
In Los Angeles speelde de 88-jarige Rubinstein in 1975 Chopins concert in f en Eeethovens vijfde pianoconcert, met Zubin Mehta als dirigent. De volgende ochtend riep zijn vrouw Nela bij het ontbijt: „Moet je eens die recensie in de Los Angeles Times zien, het is de beste die ik ooit heb gelezen." Rubinstein pakte de krant en „vond gemakkelijk de goede pagina, maar toen ik naar de gedrukte regels keek, was ik niet in staat de woorden te onderscheiden. Het was de fatale morgen waarop het centrum van mijn beide ogen weigerden te zien wat ik probeerde te lezen." In Jules Stein's oogheelkundige kliniek bleek dat het om een celdegeneratie ging waar geen behandeling voor mogelijk was, zeker niet op een zó hoge leeftijd. Rubinstein vervolgt: „Ik kan mijn lezers geruststellen door hun te vertellen dat ik mij tot mijn tachtigste in de best denkbare ogen mocht verheugen. En zo leefde mijn motto „Ik zal nooit opgeven" sterker dan ooit in mij. Met een helder licht op het toetsenbord, kon ik nog steeds piano spelen en ik besloot dan ook mijn tournee voort te zetten." Waarna hij naar San Francisco, Seattle, Portland en New Vork reisde.
In Parijs kreeg hij te horen dat de diagnose inderdaad juist was maar dat hij nooit helemaal blind zou worden. Nog heel wat concerten en grammofoonopnamen volgden.
"Blind". "Het Parool". Amsterdam, 1980/04/25 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010847437:mpeg21:p019
Elsa Maxwell, in de jaren twintig een bekende Amerikaanse sociëty-figuur, die later om haar gossip-rubrieken ook een berucht journaliste werd, organiseerde tussen de twee wereldoorlogen grootse feesten voor rijke Amerikanen en Europese aristocraten. In Parijs en Londen, in New Vork, Rome en Venetië zette zij de boel vaak flink op stelten, vertelt Rubinstein die haar in Parijs tegenkwam als directrice van het restaurant „Abbaye de Thélème". Zij had daarbij steevast verrassingen in petto, aldus Rubinstein. „Vóór een van haar fantastische diners zou zij met twee gehuurde autobussen haar gasten ophalen, die zich gewoonlijk niet aan de afgesproken tijd hielden. Zij moesten meekomen in welke staat hun kleding op dat ogenblik ook verkeerde. Je zag lieftallige dames in hun onderjurk arriveren, met nog niet gesloten japonnen of met hun pantoffels aan hun voeten. Er waren half geschoren mannen met de zeep nog op hun natte gezicht, een hertog zonder zijn witte das of een markies in zijn onderbroek. Verlost van de gebruikelijke gedwongen omgangsvormen, dineerden de in zulke lachwekkende kledij gehulde gasten praktisch in het donker".
"Feestje". "Het Parool". Amsterdam, 1980/04/25 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010847437:mpeg21:p019
'ADVERTENTIE Westland/Wetering Galerie exposeert van 10 aprü t/m 20 mei 1980 Tekeningen van Gé Verhulst Open maandag t/m vrijdag van 12 tot 17 uur. Westland/Wetering Galerie Rokin 74, Amsterdam
"Advertentie". "Het Parool". Amsterdam, 1980/04/25 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010847437:mpeg21:p019