ADVERTENTIE. Het huis dat u zoekt staat in de Huizen-mini's.
Het Parool
- 20-02-1980
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Het Parool
- Datum
- 20-02-1980
- Editie
- Dag
- Uitgever
- [s.n.]
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 412869543
- Verschijningsperiode
- 1941-...
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 10865
- Jaargang
- 40
- Toegevoegd in Delpher
- 11-12-2017
Advertentie
KUNST Ont illustratie-mengsel
*aties. Overal kom je ze telken, in advertenties, op Reclame, film etc.), op pak' op grammofoonplatenhoe- en bij artikelen ?*n en tijdschriften. Soms ?2e vooral een commercieel . 2ijn het technisch knappe, ?"t wel eens zielloze plaatjes 'automerk of wijnsoort aan ?*». Vaak zijn het ook grap- T'Önele ontwerpen die een .&n kracht krijgen. Illustra'Hen ook wel — zoals bij ? en/of tijdschriftartikelen . waarde of infor- waaruit een politieke kan spreken. j «j Amicitae is een expositie 3 die een indruk geeft van Jjet afgelopen jaar in Europa i!*atie-gebied is gebeurd. En , wat. De basis voor de kT is het boek „European )*«on" dat jaarlijks (ditmaal tav*esde keer) wordt uitgegei r de Engelsman Edward die het illustratie- Ij:. warm hart toedraagt. Elk SJ hij een, telkens van sa- wisselende, Jury een H?*ken uit de vele duizenden ""Ken. van de geselecteerde k-Jss krijgen dan als beloning jr* ontwerp in het jaarboek Voor jonge en/of illustratoren een kans .grotere kring naam te marjjt het boek wordt veel gehoor vormgevers van bla- bedrijven en andere in- C 1» die regelmatig opdrach- „European muite* in Arti voor ƒ75,-- ver- wordt geacht het beste 'ïii et gebied van de illustra- illustraties C in kwaliteit, techniek, %.*•*• onderwerp en zeer ze* «» kwaliteit
Arti et Amicttae, Rokin 112, Amsterdam European lllustratlon, t/m 24 februari
Pentekening in rood en zwarte inkt van Ralph Steadman: „li Smith van Rhodesië" (omslag voor Weekend Magazine).
Peter Clarks ontwerp (gecombineerde techniek) voor een Pioneer-adverténtie: „De pick-up voor mensen die dichtbij snelwegen wonen". Humor in de reclame.
Brede opzet
Iti'* zoveel verschillende stijllos ontwerpen — mede als \Zfn de brede opzet: van tot vrij werk — dat Cl onmogelijk is een lijn in %|i?nBestelde (originele) ont%P ontdekken. De illustrators duidelijk invloed den — een populaire commerciële bron is geworden. En dat heeft zo nu en dan zulke grappige ontwerpen tot gevolg dat de tekening dat produkt, dat wordt aangeprezen, in feite relativeert. Dat is al een hele winst.
Steadman
Het is niet zo dat het op de expositie ontbreekt aan „eigen gezichten". Ralph Steadman bij voor-, beeld, die met drie razendknappe tekeningen is vertegenwoordigd, heeft een heel eigen, herkenbare stijl. Zijn tekening van lan Smith met een Smithrevolver aan de slaap en „The Day Prague died"; een serie hamers en sikkels die mensen vermorzelen, zijn ronduit indrukwekkend. Beide zijn gemaakt voor het Engelse blad Weekend Magazine.
Prachtig zijn bij voorbeeld ook de aquarellen die Dieter Wiesmuller maakte voor het boek „Molly, the Ship's Cat", de gouache van Robert Nix voor de boekomslag van „De Weerspannige naaktschrijver" door Rudolf Geel en de aquarellen van Colin Mc Naughton voor ~The Amazing Adventures of Anton B Stanton". Een droomwereld verbeeld. „European Illustration" is geen „rustige' tentoonstelling geworden, maar een lekker bont overzicht van traditioneel getint tot en met zeer persoonlijk, verrassend werk. Vakwerk. CATHÊRINE VAN HOUTS
Audities
Idealist, droomwereld: slaat dat nog steeds op hem?
„In zekere zin wel," zegt Toer van Schayk. „Hij heeft moeten verharden om 't werk van een artistiek leider aan te kunnen, ik herinner me dat hij op audities naar meisjes toe moest gaan — soms heel kleine dikke die nooit aan ballet hadden moeten beginnen — om ze te zeggen dat ze niet te gebruiken zijn. Dat is zo gruwelijk, echt hartverscheurend. Ik weet zeker dat 'm dat niet n de kouwe kleren gaat zitten; ik zit zelf toekijkend al bijna te huilen. Hij moet dat verschrikkelijk vinden!"
„Naast zakelijke eigenschappen heeft hij toch 'n soort droomidee behouden, 'n kindergeest. Hij kan zich geestelijk ergens overheen zetten en heel gedecideerd beslissingen nemen." Als artistiek leider bepaalt hij duidelijk het aanzien van Het Nationale Ballet, zegt Toer. „Welke balletten er door wie worden ingestudeerd, gedanst. Wie bevorderd wordt Allemaal dingen waar direct wondbare persoonlijkheden bij betrokken zijn. Hij heeft duidelijk een Nederlands stempel op de groep gedrukt. Toen Hans van Manen hier een aantal jaren geleden aan de deur klopte had-ie ook kunnen zeggen „nee, Toer en ik zijn er, dat is genoeg'. Maar hij zag 't belang in van het bundelen van die drie."
„Hij voelt zich zeer verbonden met de groep die hij als een verlengstuk van zijn creativiteit ziet. Maar hij heeft al 'n paar jaar echt de pest aan Nederland dat hij als land en volk naar de bliksem vindt gaan. Hij zegt wel 'ns dat-ie dolgraag ergens anders zou willen werken en dat hij dan geen heimwee zou hebben ook! Als hij zou worden gevraagd... ik weet niet of hij 't zou doen."
„Rudi maakt niet gemakkelijk een ballet Hij heeft een enorm zwartgallige manier van over zijn eigen werk en creativiteit spreken. Later, toen ik zelf balletten ging maken heb ik ervaren dat dat soort praten een uitlaatklep is; je belast 'n ander ermee maar je bent 't zelf kwijt. Ik ben 't zelf ook gaan doen. Rudi en ik zullen nooit zeggen „we zijn met iets interessants bezig. Zoals anderen dat kunnen zeggen. We zijn introvert en onzeker maar we zoeken het misschien ook wel eens in het overdrijven van die onzekerheid." „Rudi's balletten gaan over leven en dood, steeds sterker. ,Nachteiland', zijn debuut, ging over idealisme. Een thema heb je niet direct, dat moet je vinden. Tenzij je 'n obsessie hebt of krijgt. De dood is wel lange tijd een obsessie voor hem geweest; de eindigheid van a11e5..." Toer van Schayk was vele jaren „het materiaal" waarop Rudi zijn balletten bedacht, dat is nu niet meer zo. Al roepen ze elkaar nog wel eens bij 'n repetitie. Hij ontwerpt nog wel altijd zijn decors en kostuums. „De ontwierp vaak iets nog voor er één pas was bedacht." Rudi's mooiste balletten vindt hij „Epitaaf", „Astraal", „Disgenoten", „Monument", „Ogenblikken", „Vier letzte Lieder".
Het werken in de studio kon vroeger „zeer somber" zijn. „Mij werd het wel eens te veel. Dan hield ik t bijna niet uit. Maar we werkten toch door. Ik dacht wel eens: ik hoef er helemaal niet bij te zijn. Het was denk ik toch 'n soort zekerheid voor hem. Maar hij heeft bewezen later alleen ook te kunnen werken." Rudi kan „heel eigenwijs" zijn zegt Toer. En: „Hij is niet altijd even tactvol." Daar staat tegenover dat ze „heel erg kunnen lachen". En hij kan heel geestige brieven schrijven, vol milde ironie en zelfspot Rudi is een gesloten mens, hij interesseert zich niet voor cafés, leest wel veel, luistert graag naar muziek en houdt van beeldende kunst en films. Hij bezoekt/ontvangt weinig mensen.
Toer: „Hij is in alles dat niet met zn werk te maken heeft niet systematisch. We hebben bij Hoorn 'n boerderijtje met 'n lapje grond. Hij begint wel 'ns te spitten maar maakt het niet af. Dat moet een ander dan doen anders blijft het er half-af bijliggen."
Het Bauhaus tekort Maan op expositie
Sleten, schilders en beeld& allen moeten terugke,%* et handwerk. Wij moeten a re,6 °°uwvorm van de toe' Iè *$ ialiseren' een bouwvorm WV» 2l^n vorm wil verenigen, t\h?scnitectuur alsrde beeldiSk en de schilderkunst. i\m v*n miljoenen handen zal l als een kristal»: °°oi van het nieuwe ge- Su}1 gezwollen tekst schreef tf 1» u.*rchitect Walter Gropius • ijJW 'J de oprichting van het ■|J\ „(StaaUiches Bauhaus \ °Hrjft groot de invloed van > op het le*■ k 1 ko twintigste eeuw zou tl £>e gin niemand toen nog pei- U,6*» >fste wereldoorlog, waaron _!acht dat het de laatste C mm net achter de rug en k%w Qe wereld heerste een ' %SLVol optimisme. De vele tfSnvn en nieuwe politieke &_*« * ~~ de revolutie in Rus- Ven Ir8 nauwelijks voltooid cht op een nieuwe, ,WU eeuw waren welisi' fc ll«öSimen voor nieuwe i S iSlnïi al Belegd, maar pas na iSNievrtog Probeerde men fl i tyef 'anderingen vorm te IC*aj-_rfnschap en kunst ginturW; Vaak h°nd in hand. KHajvlals Kadinsky, Picasso W %**? schoven de negen- JR > *aarden — I'art pour fC*1 sew de kant en begonnen ÏW^beid| °ne lei. Het leven werd fM^irerft0 met een niets ont-15* £ Oqu _eid> zonder franje be-. i i Ui» 2Uh 2?' Bauhaus van Gro/ %2? w^edestanders speelde « cijferen rol in deze
Stoel van Marcel Breuer uit 1925; stalen frame met leer-bekleding
Schilderij van Laszlo Maholy-Nagy uit 1920
Zijaanzicht van het Bauhausgebouw in Dessau; ontwerp Walter Gropius uit 192 S
Ambacht
K MrS ,ende eeuw hadden bV ö! ihdw es- a 1 het gevaar KL lu Cïftriële ontwikkeling |W% "st onderkend. Morris, IK heföleit_L and crafts-bewe■Snl^r« Voor een eerherstel |KStjl^mbacht. maar in te- SSL?* hieii«°ropius' wees hij V?^chl we uitvindingen en %Wan 4 u„ ontwikkelingen rI%inWr£lj Voelde meer voor & iSS**8 van een soort S>Cfin« d«- "h, OCUmentaire ten- » het Bouwcentrum S^Vbeel_;«>ont aan hoe nauw van de Bauhaus- de maat- S?-S? »Dle?riWlkkeunBen- Niet. WK!1 l«Wn 800rt halfgodjes V vo^n alledag zweef- XtchtBliïrirminß yan creatie- was het belangrijkste uitgangspunt van het Bauhaus. Het is de grote verdienste van de pedagoog en kunstenaar Johannes Itten geweest, dat hij de eerstejaars leerlingen confronteerde met een inleidende cursus, die vooral gericht was op het bestuderen en beoefenen van allerlei technieken, materiaalonderzoek èn zelfwerkzaamheid. Ittens aanpak had veel succes, ook omdat hij veel aandacht besteedde aan kritiek en zelfkritiek. De aanpak van Itten die in 1922 door Moholy-Nagy werd voortgezet, heeft na de tweede wereldoorlog over de hele wereld op kunstacademies navolging gekregen.
Arbeiders
Het Bauhaus leidde dus niet kunstenaars op, die later hongerend op een zolderkamertje aan hun onbegrepen meesterwerken zouden werken, maar zelfbewuste kunstarbeiders, die met andere vaklieden samen zouden werken aan de nieuwe maatschappij. Daarom stond het bouwen — de architectuur — centraal in de opleiding. Alle andere cursussen (fotografie, schilderen, typografie, keramiek, beeldhouwen, decors en kostuums, textiel, meubelontwerpen) waren op het bouwen gericht. Het Bauhaus-gebouw in Dessau van Oropius is een goed voorbeeld van deze manier van kunst-maken.
Na 1925, toen het Bauhaus van Weimar naar Dessau verhuisde, werd deze eenzijdige gerichtheid op de architectuur losgelaten. Oudleerlingen als Marcel Breuer en Josef Albers traden toe tot het docentenkorps. Met hun oudere en inmiddels ook bekendere collega's Kandinsky, Maholy-Nagy, Klee, Oskar Schlemmer, Ludwig Mies van der Rohe verrichtten zij op het gebied van industriële vormgeving, fotografie en typografie baanbrekend werk. Hun niet aflatende enthousiasme, inzet en creativiteit was een voortdurende bron van inspiratie voor de leerlingen. Een stroom van originele, eigentijdse ontwerpen was daarvan het gevolg. Veel van wat in de jaren twintig is bedacht en verwezenlijkt komt ons nu, bijna zestig jaar later, nog als uiterst modern voor. Niets werd onbeproefd gelaten, als het doel van het ontwerp er mee was gediend en mits alles zonder overbodige franje gebeurde. „Minder is meer" was een uitspraak van Mies van der Rohe.
Nederland
Hoewel ook elders in Europa kunstenaars op een ongekend heftige manier de gevestigde waarden van de maatschappij te lijf gingen — in Nederland verrichtten de mensen van De Stijl, Van Doesburg, Rietveld, Mondriaap en Oud, baanbrekend werk — heeft geen enkele beweging of instelling meer invloed gehad dan het Bauhaus. Door de gewelddadige sluiting van het Bauhaus in Berlijn door de nazi's in 1933 moesten veel docenten en leerlingen de wijk nemen naar andere landen. De Duitse bourgeoisie en een groot aantal academici toonden hun openlijke afkeer van het Bauhausnieuwlichterij. Slechts een kleine groep in en buiten Duitsland heeft van begin af aan de grote betekenis van het Bauhaus onderkend. Het zou echter tot na de Tweede Wereldoorlog duren eer „men" het belang van de ideeën en de vormgeving van de Bauhausmensen en hun gelijkgerichte collega's in het buitenland besefte en respecteerde.
Jammer genoeg is er in de kleine tentoonstellingsruimte van het Bouwcentrum niet veel tastbaars te zien van wat het Bauhaus in de veertien jaar van zijn bestaan heeft opgeleverd. Met uitzondering van een enkele stoel van Mart Stam, Marcel Breuer, een lamp, en enkele interessante resultaten van het materiaal en evenwichtsonderzoek van leerlingen van Itten, Maholy- Nagy en Klee moeten we het stellen met zeer veel teksten, dia's en foto's. Dat maakt de hele opzet nogal saai en vermoeiend. Veel had goed gemaakt kunnen worden door de uitstekende catalogus, ware het niet dat alle teksten in het Engels — en dus voor velen onleesbaar — zijn gesteld. Bovendien is de prijs van ƒ24,75 in vergelijking met die in Engeland (£2,50) aan de hoge kant. Het Bauhaus had beter verdiend, zeker in Rotterdam, waar in het nieuwe centrum zoveel Bauhaustrekjes zijn terug te vinden.
Tentoonstelling: 'Bauhaus'. Plaats: Bouwcentrum, Weena, Rotterdam (t/o Centraal Station). Dagelijks van 9-17 uur. Tot 16 maart. JAN BART KLASTER
Toer over Rudi: "n Goed mens, nog steeds"
Toer van Schayk (43), als choreograaf/ontwerper verbonden aan Het Nationale Ballet leefde zeventien jaar samen met Rudi van Dantzig (46), de artistiek leider van deze groep die nu 25 jaar balletten maakt. Toer is altijd voor de decors/kostuums bij Rudi's balletten betrokken geweest: zij zijn nog altijd eikaars beste vriend. „Een band die niet meer te verbreken is," zeggen zij. Het Nationale Ballet brengt bij dit jubileum vier oudere werken van Van Dantzig terug: „Nachteiland" (zijn debuut), „Ramifications", „Monument voor een gestorven jongen" en „Vier letzte Lieder". Vanavond is de première van dit programma in de uitverkochte Amsteramse Stadsschouwburg (herhaling van de 28ste).o Toer van Schayk praat vrijwel nooit over zichzelf, over Rudi van Dantzig wilde hij bij dit jubileum wel praten: „Hij blijft het belangrijkste mens voor mij... we weten dat we altijd op elkaar kunnen terugvallen."
„Ik herinner me Rudi van de eerste dag dat ik bij Sonia Oaskell auditie kwam doen," zegt Toer van Schayk thuis, een eigenhandig opgeknapt pakhuis in de Amsterdamse Nieuwmarktbuurt. Hij had daarvoor al met Van Dantzigs werk kennisgemaakt: diens choreografiedebuut „Nachteiland" zag hij in '55 in de Haagse schouwburg.
De eerste ontmoeting van Rudi en Toer was een training in Amsterdam onder Sonia Oaskell, grondlegster van Het Nationale Ballet. „Toen ik wegging was hij de enige die me goeiedag zei, heel vriendelijk. Rudi is erg vriendelijk tegen mensen, vooral als hij ziet dat ze zenuwachtig zijn. Dat heeft hij altijd gehad, het opkomen voor de underdog." „Ik keek enorm op tegen al die door Hans Vogel
mensen die al zolang dansten. Bij Rudi viel me op dat hij zon idealist was, dat spreekt nog uit 'm. Ik vond hem tussen al die anderen een beetje in 'n droom leven. Ik zei eens tegen hem bij 't weggaan ,dag goed mens', ja, een gevoelsuiting. Toen zei hij 'n beetje ironisch ,nou dan ken je me nog niet. Maar, na al die jaren... een goed mens vind ik hem nog steeds."
Toer van Schayk in de wereldpremière van Van Dantzigs 'Monument voor een gestorven jongen' ('65) dat vanavond met Henny Jurriëns in zijn rol terugkomt FOTO HANS VAN OEN BUSKEN
Toer van Schayk ... heel erg lachen.. % FOTO KARSTEN BUNDGAARO
Rudi van Dantzig ... soms heel eigenwijs... FOTO WUBBO OE JONG
Film-stuk bevredigt niet erg
Getetschap: Haags» Comedlo: voorstalling: „Onder de vlag van Hettywootf" van Christopher Durang; regie: Willem Nijholt; detcor en kostuums: Hans Christiaan; muziek: Jurrloan Andriessen; choreografie: José Lewis; vertaling: Ab van taparmn; plaats: HOT, Dan Haag.
De Haagse Comedie, tot voor kort ons meest geraffineerde stijlgezelschap, voelt zich door de nood der veranderende tijden gedrongen nieuwe wegen in te slaan. Ze heeft men nu een „wervelende show" op het repertoire genomen: „Onder de vlag van Hollywood", een geschiedenis van de Amerikaanse film door Christopher Durang, een gewezen filmfan van 31 die — overvoerd door het medium — op een gegeven moment heeft besloten alle clichés van de gemiddelde bioscoopfilm aan de kaak te stellen.
In een niet-aflatende stoet scènes, naar verluidt ontleend aan meer dan tweehonderd beroemde films, demonstreert Durang hoe de Hollywood-droomfabriek zich heeft ontwikkeld: van de stomme zwart-wit melodrama's tot de superbrede kleurenfilm met geluid alom.
Het is kennelijk zijn bedoeling te laten zien hoe de film als vermaaksindustrie zich steeds heeft afgestemd op de smaak van het brede publiek, maar tegelijkertijd heeft gewerkt als propaganda-instrument voor alle echt-Amerikaanse idealen. Naar een waarachtig beeld van de werkelijkheid heeft de filmbusiness dan ook gedurende het grootste deel van zijn ontwikkeling niet kunnen streven en de typische HoUywood-produktie — de uitschieters niet te na gesproken — is daarmee geworden tot de suikerzoete leugen met de voorspelbare ontwikkeling naar een happy ending.
Dit betoog zou. in een voorstelling van twee uur ruimschoots kunnen worden afgerond; de feitelijke duur van 37> uur houdt de aandacht niet voldoende vast, vervalt in herhalingen en bevat te weinig echt-geinspireerde hoogtepunten.
De vele citaten zijn waarschijn» lijk alleen voor de echte filmhistoriscus interessant; de gemiddelde bioscoopbezoeker zal net als ondergetekende hier en daar wel eens iets herkennen (Anna Karenina, Psycho, The best years of our lives) maar dat quiz-element is toch wel een erg mager genoegen.
De opbouw hinkt bovendien op twee tegenstrijdige gedachten: het stuk wil een groot aantal verschillende filmgenres belichten en diversiteit nastreven, maar tegelijk mikt de schijver op een doorlopend verhaal met dezelfde steeds terugkerende personages, wat een nogal geforceerde en soms zelfs ronduit onhandige indruk maakt
Van de opvoerenden werd intussen het uiterste gevergd in een vak dat nauwelijks het hunne is: revue, met zang en dans vol cabaretteske effecten. Er was kennelijk onder regie van Willem Nijholt en in de choreografie van José Lewis keihard gewerkt en in sommige scènes (de lofzang op de salade en de pauze-finale bv.) met overtuigend, meeslepend resultaat
In de imposante vaste bouw van Hans Christiaan met zijn vele speelvlakken voelden enkelen zich als vissen in het water Francine Dreessen als de keiharde blondine heeft het wendbare talent om gechargeerde types komisch neer te zetten en ook Reinier Heidemann was in een paar scènes heel mooi bezig als de „tough guy". In sommige kleine rolletjes troffen mij ook Guusje Westermann, Nanni Vermeer en Hugo Maerten. Er was mooi-zwoele filmmuziek-inkarikatuur van Jurriaan Andriessen en een kundige vertaling van Ab van leperea Met name in het zwart-wit deel scoorden ook de kostuums van Hans Christiaan komisch effect maar het geheel liet toch door de overdosis en de dubbelzinnige compositie een weinig bevredigende indruk na. H. VAN DEN BEROH
Advertentie
ADVERTENTIE LACOSTE «»T--•V / /lV Lacoste polo's hebben een eigen hoekje in *>5 de Bijenkorf, omdat ze onveranderlijk goed t oan stijl en kwaliteit zqn. Ze zqn nu volop-uni's I v«_ in 12 kleuren aanwezig, samen met de truien i % P-h en de T-shirts van dezelfde nadm. Polo's v.a. 59,- J \ X\mS*. (wil).Overigeuni- tinten69,so. y \ JM: """"""""'''''"'•••'••"•Tte-w 'herenmode' ■I Ide Bijenkorf (T)J