al jzorgen in je Plunjezt ■ ■ Zo luidt i advies t een bekend , Het is de rt" * een ver' vak^9 aces is. Wie op gt kan beter zijn £9*i thi laten. Het lijkt pJ . vertndiger in die verzekeringste h xenf°ndskaart op ra een goede gava a -bit tegen de kosten 1 ziel of ongeval. Een nool/* nooit> °f het , °°itot:m niet ov de hien zit. met het bedrag, plegen te ie. van een zorgenvrij uit- I de kosten van een I ciy8= bekering, die de finan- I Val dei£Vwziekte en onseler nol het niet- Toch ziin I ">-erfmsen te over> die zich . «eliitf fn m»ken over de mo-1 V ot lfchade van hun auto, I «„t1 eveneens kwets- I fy>a_iire veiligheid. T_un au- VY'W dikwijls beter in 11? Persoonlijke ver. "Papieren. lf+iSv,Van een ziekenfonds 'ijk, *_; het al zeer gemakke 8,11*) ziJn vakantie Jijci 3yj doorbrengt. Als hij heeft £ei_.on<3skaart op zak overal in Neder*'• biJ de dokter en de apotheker en het nietn__!" HIJ hoeft meestal dat v h te, betalen; moet hij 3p deer__? krijgt hÜ lateT ~ !_" (W?0,1! van de kwitantie 2lekehnri ide kosten van het Uewds terug. m°geliJk een fy- behandeling massage, bert*ei™_ _. dte onder%nf*B worden, tijdens de * la_* to zlln vakantie-oord voortzetten. verzekerde Vi*ant, gleden, die hun w? va ; en doorbrengen in ,EG, lje zes' landen van de ! alVrS!ten-een E 6-formulier 1J .hijsen dan de I iJ eveS' behandeling, die r beSh?? npdig hebben? zon- ST«..<)t.. tegen betaling, kt[* vn htn v°lgt later restik Vn 7? betaalde kosten., Ö6bb€ ° 2e van de EEG J?? ziekenfondsverze- weer andere rechten, of i UtlHQ 7i£ue? rechten. Zij v6l* in£ hi«wer het beste v>« door hun v°°r d* y°or hen, en ook S6k«fondsu3'wiUi9'-verzekerde Ü-1* ra^Af1611 en bejaarden ?nad!:aam, alvorens op ï&O bif nL.hun licht °P * egevali_h6t ziekenfonds. In nKiuUen z«- veilig»fos*n(reT^,beter «» ziekteben pj"zekering kunnen £_ Aderen ook voor 016 hun ziekte]_ ,} een particulie- N. heb£n wrze_ VcOR all l der •_ werknemers, zon- W>dienUfe0ïldering, is het 3e te weten, lo,s,hafT^en dc Ziektewet hun tot de hiietl ongeval, opge- Whfw vakantie. Wie kt v\kMtitreft' dat hij tijdens h^teiw16 °P het ziekbed Uil** hi?.6-. moet zich, waar *_?• onSii'i bmnen- of buiten- ijk (laten) z.ek_. vSS?,I hii k-1j m Nederland dan 24 zijn C lgd ?f hleryan hebben ver.l<^ij ss]),;,r- als deze wegens is tmg °°k zélf op vassv&re^.-rechtstreeks de bede^6 in epnng waarschuwen. sLEeG van de landen van oCp^Bl* is. °f in «__.* offga!' Griekenland, '4*10 het de instelling. i vakantie_iand de Wer 2!tmS uitvoert. Er **>• Waar*,. Wel achter te iTv^dleu instelling ge*_£ beter kan '.iplöiBins y oraf de bedrijfsh e*e* W,ag_:n' waar »«» ucei kan vervoegen. T^SLoTTF Vai> j. iets over ?Ltm iet t'-idens hun *3_ als n^'„Ztljn eer,len gaan «?nt °P vakantie 4™ >nisv_ï-,?le5OV€r •■ n°g al 'it_-tle zo,f neke niet op va-4> vaUn §en §aan Als h (bijvoo-K Ui_ behandelend Voie conSS^Celd de huisarts) C^eh^v6;^ bedrust v6>, .. hebben fe-. •f van ri« uJ, ~ ook zonder Saann Nederlandnjfsvere,niging Uhrf' Als ?prldr,d °P vakantie 4Sn l- naar het buiten-3e moe en kf» dat. óók, maar b_iHedriJf-veÏÏ een fiat van 1_ de eivSS?n'»ng hebben. In ï^v*»ntie^JMet echter wel se§eVen ntie-a
De Volkskrant
- 09-05-1970
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- De Volkskrant
- Datum
- 09-05-1970
- Editie
- Dag
- Uitgever
- NV De Volkskrant
- Plaats van uitgave
- 's-Hertogenbosch
- PPN
- 412869594
- Verschijningsperiode
- 1920-...
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 13854
- Jaargang
- 49
- Toegevoegd in Delpher
- 11-12-2017
SOCIALE ACTUALITEIN Ziek zij (of wonen) tijdens vakant:
NAUWERE BAND
De tegenstellingen tussen de militairen en de religieuze organisaties, die groter zijn geworden na het ingrijpen van de militairen in de samenstelling van het bestuur van de nieuwe islamitische politieke partij, Partai Moeslimin Indonesia, in november 1968, zijn er nu de oorzaak van dat de legergroep haar best doet om tot nauwere samenwerking tussen het leger en de PNI te komen.
Al enige tijd ziet ook een deel van de PNI-leiders, onder wie de op Midden-Java populaire Hadisoebeno, en de professoren Soenawar Soekawati en Oesep Ranawidjaja, in een samenwerking met het leger een goede mogelijkheid om de positie van de PNI sterker te maken.
Men zou met behulp van de militairen in ieder geval met de haar vijandig gezinde islamitische organisaties kunnen afrekenen en dit zou een grotere mogelijkheid inhouden om straks wederom als sterkste politieke partij uit de verkiezingen te komen. Maar of dan de militairen het zullen toestaan, dat het politieke overwicht naar de kant van de PNI gaat, is nog een grote vraag. Zover denken Hadisoebeno en zijn groep kennelijk nog niet. Na de dood van partijleider Osa Maliki werd mr Hardi voorlopig als algemeen voorzitter aangewezen. Velen hadden voorspeld, dat mr Hardi, die een heel kundig partijorganisator is, in het in Semarang te houden congres als permanente opvolger van Osa Maliki zou worden gekozen. Maar alhoewel de PNI al een jaar geleden de dubbele functie van de strijdkrachten ("dwifungsi ABRI: de strijdkrachten zowel militaire handhavers van de staat als burgerlijke bestuurders en opbouwers van de samenleving) had aanvaard, wensten de militairen mr Hardi toch niet als algemeen voorzitter van de partij. Tijdens de felle debatten om de verkiezingswetten in het Indonesische parlement in oktober en november van het vorige jaar was immers gebleken, dat de groep-Hardi „toch niet zo sympathiek tegenover het leger staat". Te zamen met Hardi's tegenstanders binnen de partij voerden de militairen vóór en tijdens het congres in Semarang een felle campagne tegen Hardi als algemeen voorzitter. , Begin april, ruim een week vóór de aanvang van het congres, kregen verscheidene delegaties naar het congres van een legergeneraal politieke „voorlichting" over bepaalde zaken, die op het congres zouden worden besproken. Hun werd geadviseerd om niet Hardi, maar Hadisoebeno Sosrowardojo uit Midden- Java als algemeen voorzitter te kiezen. Het idee om Hadisoebeno algemeen voorzitter van de PNI te maken werd bovendien enkele dagen later in het openbaar onderstreept door twee van generaal Soeharto's naaste medewerkers, de generaals Ali Moertopo en Soejono Hoemardani.
Net als vier jaar geleden tijdens het congres in Bandoeng — toen militairen en anti-Soekarno elementen het heengaan van mr AU Sastroamidjojo verlangden — gingen ook deze keer, in Semarang, politieke machten buiten de PNI druk uitoefenen op een door deze partij georganiseerd congres..
PANTJASILA
De militairen hebben hun keuze op Hadisoebeno laten vallen om verscheidene redenen. In de jaren 1956—58 was Hadisoebeno gouverneur van Midden-Java, in dezelfde tijd, dat Soeharto commandant was van de Diponegoro-divisie in die provincie. De samenwerking tussen Hadisoebeno en Soeharto moet heel goed zijn geweest. Later, tot het afzetten van Soekarno als staatshoofd in maart 1967, toonde Hadisoebeno zich een trouwe volgeling van de oud-president. Maar na de val van Soekarno veranderde Hadisoebeno's houding snel. Thans werkt hij nauw samen met de militairen en doet ijverig mee met het overal populair maken van de leer van de „dubbele functie" van het leger.
Hadisoebeno redeneert als volgt: de Pantjasila. de ideologie van de Indonesische staat, verkeert nog 'steeds in gevaar, want het gevaar, dat de communisten zullen terugkomen, is nog steeds niet geweken. De bemoeienissen van het leger met de civiele zaxen zijn daarom noodzakelijk om de Pantjasila veilig te stellen. De PNI moet de regeling van de minister van binnenlandse zaken 1969 nr 12, die invloed van de politieke partijen op de benoemingen van de vertegenwoordigers van de functionele groepen in de vertegenwoordigende organen zoveel mogelijk wil tegengaan (de Volkskrant van 17 april) bewust aanvaarden. Het gaat dus om het redden van de Pantjasila en in een dergelijke situatie zijn zetels in het parlement slechts van secundair belang. Om de juistheid van de leer van de „dubbele functie van het leger te kunnen .illustreren, wijst Hadisoebeno op de duidelijk positieve bijdrage, welke het leger heeft geleverd bij de opbouw van Midden-Java, in het bijzonder in de regentschappen Klatèn, Blora en Bojolali. Daar werd de opbouw zelfs geheel door de militairen geleid. Het is begrijpelijk, dat het leger verrukt is van Hadisoebeno, want het had onder de gewone burgerbevolking geen betere vertegenwoordiger van zijn belangen kunnen vinden. Er was ook een praktische reden. Binnen de PNI bestaat sinds 1968 een slechte 'verhouding tussen professor Soenawar en mr Hardi. De zeer ambitieuze Soenawar behoort tot degenen onder de PNI-leiders, die nauw samenwerken met de militairen. Zijn ministerspositie heeft Soenawar geheel aan het leger te danken. Het leger en niet de PNI heeft hem bij de formateur van het huidige kabinet als minister voorgedragen. Met promotie van Hadisoebeno tot algemeen voorzitter van de PNI en het elimineren van Hardi's invloed binnen de partij zou het probleem van de slechte verhouding tussen Soenawar en Hardi, die ooiminder gunstig op de samenwerking tussen leger en PNI zou kunnen werken, meteen opgelost zijn.
KNOKPLOEGEN OP HET CONGRES VAN DE PNI Leger in Indonesië dwingt keuze partijleider af Militairen pogen verkiezingen te manipuleren
(Van een correspondent) SEMARANG, mei Hèt leger in Indonesië is voortdurend bezig met maatregelen die er voor moeten zorgen dat de algemene verkiezingen in 1971 een voor dë strijdkrachten zo gunstig mogelijk resultaat zullen opleveren. Minimaal mogen die verkiezingen de huidige positie van de legergroep niet verzwakken. De PNI, de grote nationalistische partij die in 1955 de verkiezingen won, wordt door de legergroep kennelijk nog als een belangrijke factor gezien. Dit is onlangs, op het van 11 tot en met 18 april in Semarang gehouden grote congres van deze politieke partij, nog eens duidelijk gebleken. Alhoewel op het in april 1966 in Bandoeng gehouden congres fel anti-communistische partijleiders, zoals de in september 1969 overleden algemene voorzitter Osa Maliki, mr Hardi, de professoren Soenawar Soekawati (thans minister van staat in generaal Soeharto's i regering) en Oesep Ranawidjaja, erin geslaagd waren om de als links en pro-Soekarno aangemerkte leiders, onder wie oud-premier mr Ali Sastroamidjojo, wijlen mr Sartono, oud-ambassadrice mevrouw Soepeni, aan de kant te zetten, werd de PNI direct na de val van Soekarno toch aan een wilde „zuivering" onderworpen. In geheel Sumatra werden zelfs alle afdelingen van de partij door de militaire commandanten „bevroren". De islamitische organisaties, die de PNI als een hindernis op de weg naar de Islam-staat zien, eisten van de regering, dat zij de nationalistische partij tot verboden vereniging zou verklaren. Zeer Islam-georiënl teerde militairen onderstreepten deze eis. Maar het merendeel van de andere militairen, onder wie generaal Soeharto en zijn naaste medewerkers, wil de PNI, mits „gezuiverd van communistische en pro-Soekarno elementen" gehandhaafd zien als tegenwicht tegen de islamitische organisaties. De houding van deze tweede groep van militairen werd in december 1967 voor de PNI haar redding. Zij werd „gerehabiliteerd". Tegen deze „rehabiMtatie" kwam op Sumatra een krachtig verzet, dat echter gedurende 1969 gebroken kon worden. Op dit ogenblik heeft de PNI slechts in'Atjeh haar politieke activiteiten nog niet kunnen hervatten.
Mr All Sastroamidjojo, voormalig partijleider van de PNI, achter de schermen no? een zeer invloedrijke politicus.
INTIMIDATIE
Het congres in Semarang is buitengewoon roerig geweest. Hardi en zijn aanhangers werden er voortdurend geïntimideerd door ongure typen, die een soort knokploeg vormden voor Hadisoebeno. Als Hardi's aanhangers op het podium iets wilden zeggen, werden zij op de bekende manier uitgejouwd en uitgefloten, zodat verder spreken onmogelijk werd. Buiten de conferentiezaal werden ze bedreigd en gedwongen een verklaring te ondertekenen, waarin zij beloofden, op Hadisoebeno te zullen stemmen. Enkele deelnemers aan het congres zijn lang vóór het einde zonder iets mede te delen uit Semarang gevlucht en naar hun respectieve woonsteden teruggekeerd. Een andere deelnemer, die de politie te hulp wilde roepen, werd door de „gorilla's" van Hadisoebeno het ziekenhuis in geslagen. Mede dank zij deze wel zeer grove praktijken gelukte het Hadisoebeno, die niet de minste spijt toont, algemeen voorzitter van de PNI te worden en zijn concurrent, mr Hardi, uit te schakelen.
Hoewel de opzet van het leger om Hadisoebeno algemeen voorzitter van de PNI te maken geslaagd is, zijn de moeilijkheden nog niet opgelost. Er zijn zelfs nieuwe moeilijkheden gerezen. Op dit ogenblik, twee weken na het congres, kan men reeds in verscheidene provincies een groeiende oppositie, tegen Hadisoebeno constateren. Vooral op Sumatra, waar Hardi een grote aanhang heeft, is de teleurstelling over het beschamende resultaat van Semarang, erg groot. Het is te hopen dat ondanks de gebeurtenissen in Semarang de PNI intact zal blijven.
Kleuterleidsters tekort
TN het voorjaar van 1968 liet •*■ staatssecretaris Grosheide (onderwijs) weten, dat er een groot overschot aan kleuterleidsters zou zijn. Hij verzocht de opleidingsscholen dringend, minder nieuwe leerlingen aan te nemen. Dit bericht leidde tot interviews met afgestudeerde kleuterleidsters, die in warenhuizen achter een toonbank of op kantoren achter een schrijfmachine aan de kost moesten zien te komen. Het gevolg was, dat er in het hele land ongeveer 1700 meisjes de opleiding begonen, terwijl er volgens de staatssecretaris in totaal 2500 mochten aangenomen worden. De mededeling van mr Grosheide had een boemerangeffect. Want het staat nu vast, dat er volgend jaar een tekort aan kleuterleidsters ontstaat en in de daarop volgende jaren vermoedelijk een ernstig tekort' Van de meisjes, die nu aan de opleidingsscholen hun eindexamen doen, zal een deel — althans in het westen van ons land— nog niet onmiddellijk in hun beroep aan de slag kunnen. In de Randstad is er nog een (overigens niet groot) overschot. In de provincie is zo hier en daar al sprake van een tekort. Maar dat bewuste berichtje is inmiddels een legende geworden, een taai gerucht, dat op middeleeuwse wijze van mond tot mond verder gaat. Wat is nu echter het geval? In 1968 zijn er maar 1700 nieuwe leerlingen „aangekomen". Dat betekent, dat er in 1971 zon 1500 tot 1600 nieuwe kleuterleidsters bijkomen, dat is ongeveer duizend minder dan nodig is voor vervanging in bestaande betrekkingen en vervulling van nieuwe. Er is onder kleuterleidsters steeds een zeer groot verloop. Tallozen trouwen korter of langer (meestal korter) tijd na hun examen; ettelijken gaan naar het buitenland; anderen studeren verder of gaan als gekwalificeerde krachten in tehuizen of inrichtingen werken. Dit laatse wordt steeds belangrijker: in toenemende mate worden juist kleuterleidsters gezocht voor onder meer dagverblijven voor gehandicapte kleuters, tehuizen voor kinderbescherming, crèches en zogenaamde peuterklasjes (kinderen tot 4 jaar) en als spelleidsters in ziekenhuizen en sanatoria. De geleidelijke verlaging van de leerlingenschaal op kleuterscholen moet doorgaan: een klas van 37 kleuters is toch zeker veel te groot! Hierdoor zal over het hele land genomen een toenemend aantal vacatures ontstaan. De na-oorlogse „geboortegolf" heeft de fase van eigen nageslacht bereikt, het aanbod van kleuters is dus in deze en komende jaren belangrijk groter; vele kleuterscholen moeten met wachtlijsten werken. Bestaande kleuterscholen worden uitgebreid, in rrieuwe wijken worden uiteraard nieuwe gebouwd.
Conclusie: er gaat een tekort aan
kleuterleidsters ontstaan, dat in de komende jaren waarschijnlijk ernstige afmetingen gaat aannemen. Dit is een reële bedreiging van het kleuteronderwijs. En dat in een tijd, waarin velen eindelijk het eminente belang van dit onderwijs beginnen in te zien: De aandacht is gevallen op de kwestie van het taalgebruik. Het blijkt, dat bij ongeveer de helft van onze kleuters een achterstand bestaat in het taalgebruik. Efat heeft allerlei oorzaken, maar voornamelijk deze, dat er thuis, in de gezinnen, te weinig gesproken wordt met de kleuter, te weinig geoefend in de hantering van dat geweldige middel van de menselijke geest: de taal. Taalachterstand betekent ook denkachterstand, want zonder taal kan een mens niet denken. Als deze oefening nu in de gezinnen te weinig plaats vindt, laat dan de kleuterschool dat in vredesnaam zo intensief mogelijk opvangen. Als dat niet gebeurt, zal die kleuter voor zijn hele verdere leven een achterstand blijven houden. Wat van taal en denken geldt, geldt van de gehele ontwikkeling. Het is een uitgemaakte zaak, dat de basis voor een welslagen van de latere „onderwijsloopbaan" van het kind wordt gelegd in de kleuterjaren. Een ander zeer belangrijk punt !_s dan ook, dat er nu allerwegen wordt gezocht naar een vloeiende overgang van kleuterschool naar lagere school. De intreden van de zesjarige in de basisschool mag geen schokeffect teweeg brengen. En helaas is dit nog wel eens het geval, aangezien ook de opleidingen van kleuterleidsters en van onderwijzers en onderwijzeressen naar deze nieuwe inzichten veel dichter naar elkaar gebracht moeten worden. Het zal duidelijk zijn, dat wij toe zijn aan een belangrijke herwaardering van het beroep van kleuterleidster. De tijd van de bewaarschooljuffen (er waren begenadigde figuren onder hen!) is definitief voorbij. De moderne kleuterleidster moet met kennis en vooral met inzicht en zo mogelijk ook met creatieve gaven toegerust haar beroep ingaan. En daar wordt in de opleidingsscholen hard aan gewerkt. E. D. NINCK BLOK Adjunct-directeur van de Kweekschool voor voorber. onderwijs in Leiden. Duur van de opleiding: drie .aar dagopleiding plus (niet verplicht) een jaar e,en halve dag per week voor de hoofdakte; toelatingseisen: eindexamen MAVO-4 of overgang van 3e naar 4e Was HAVO Atheneum etc. en de driejarige vooropleiding voorl erares N.0.; met eindexamen HAVO etc. kan men meteen in de 2e klas geplaatst worden.
Geachte redactie Fatsoen
Alle respect voor de Haagse politie die meer gaat optreden tegen aanstootgevende lectuur. Mogen wij van hen vragen om na Den Haag ook andere plaatsen te ontdoen van al die rommel? Kopers van al deze laagstaande blaadjes, kunnen beter hun geld besteden aan het kleden van diegenen, welke door omstandigheden niet in staat zijn dit te doen. Hierdoor verrichten zij werk van naastenliefde, kostbaarder werk dan het kijken naar prenten of foto's die alleen maar ergernis geven. Laat iedereen proberen het fatsoen te bewaren. BELFELD H. Witte_een
Mythe
In zij„ artikel over Geweldloze Weerbaarheid schrijft Jan Joost Lindner dat tijdens de Duitse bezetting de toenmalige Deense koning Christiaan X aankondigde de Jodenster te gaan dragen als deze in Denemarken zou worden ingevoerd, met het gevolg dat de Duitsers het niet deden. Dit verhaal is echter één van de vele mythes, die door uitgeweken Deense verzetsstrijders, werden verspreid om het prestige van Denemarken te vergroten en daardoor meer steun te krijgen van de geallieerden. Dit is onlangs meegedeeld door de ex-verzetsstrijder dr Borchsenius. Waarschijnlijk zouden de 7000 Deense joden zijn gedeporteerd als ze niet bijtijds waren gewaarschuwd. Daardoor konden er 6000 vluchten, de resterende 1000 werden wél gedeporteerd. AMSTERDAM Dr Henriëtte Boas
Cursus Engels
Ii het artikeltje van Jan Blokker getiteld: „In het zwemvest", wordt op ergerlijke wijze de draak gestoken met het voorgevallene inzake de heer J. Damen. Waarom onder meer het de koningin" erbij gehaald moest worden is mij onduidelijk. Indien uw medewerker het voorgevallene benut had om aanstaande emigranten en bezoekers van geëmigreerde kinderen er opmerkzaam op te maken toch vooral voor een zeetals een cursus Engels te volgen, zou het artikel nut hebben gehad. Dan kan men de instructies tenminste lezen. Nu heeft volgens mij alleen de heer Blokker profijt gehad van het artikel. Gezien de lengte van zijn column, zal hij wel per letter betaald worden. HEEMSTEDE J. F. A. Wagenaars
Schertsvertoning
Dodenherdenking en bevrijdingsfeest. Twee manifestaties in ons land gedurende deze week die niet van elkaar zijn los te denken. Want zonder de grote offers, niet alleen door Nederlanders gebracht, zouden wij niet — of zelfs misschien nooit meer — in staat geweest zijn ons bevrijdingsfeest op eigen, vrijgevochten grondgebied te vieren. Op talloze plaatsen in de wereld heerst nog steeds de grootste mate van onvrijheid en onrecht. Wij, Nederlanders, denken hierbij dan in de allereerste plaats aan Tsjechoslowakije of aan Griekenland. Maar als het gaat om landen die niet liggen op het Europese continent, vertonen onze rechtvaardigheidsgevoelens, ons geweten en onze memorie ineens verdachte lacunes. Zo hebben in ons land, onlangs ruim 27.000 Zuidmolukkers een massale getuigenis afgelegd van hun strijd voor vrijheid en recht. Van die vrijheidsmanifestaties is e.e.a. doorgedrongen tot de massa-meda in Nederland. De vraag blijft echter in welke mate bij de Nederlanders het begaan zijn met het lot van Zuidmolukkers en Papoea's en het opkomen voor hun recht op vrijheid wel leeft. Houdt in het kader van ons bevrijdingsfeest, ons idee van vrijheid dan alleen maar halt of op de plaats rust bij de slagbomen van onze douane? Als wij op zon bekrompen egoïstische en niet langer dan onze neus kijkende manier onze bevrijding blijven vieren, kan het wel eens zo ver komen dat ons bevrijdingsfeest in de ogen van de Zuidmolukkers en de Papoea's zich voordoet als een folkloristische schertsvertoning, SCHIEDAM H. Gonggrijp
Trap na
Voor elke Nederlandse militair moet het relaas van generaal Harberts b.d. een geweldige klap in het gezicht zijn. Omdat ik als militair van het 5e Reg. Infanterie zulke voortreffelijke commandanten heb meegemaakt, welke met ons daadwerkelijk door het vuur van verraders en vijand gingen, is het voor mij een raadsel dat deze generaal zijn mensen een trap na geeft. HAARLEM F. Stappers
Nieuwe maatschappij
Dat de dodenherdenking en bevrijdingsfeesten een manipulatie van de gevestigde orde zijn om de mensen af te leiden, is weer eens duidelijk geworden op de Dam. Als eindelijk, na 25 jaar, ook de tienduizenden omgebrachte homofielen herdacht worden, grijpt de politie in. Bestaat die vrijheid niet? Kent onze maatschappij nog onderdrukte groepen? Is men bang stelling te moeten nemen voor een nieuwe maatschappij? Herdenk de bevrijding: doe wat de onderdrukkers deden. Doodzwijgen, arresteren, totdat de „geallieerden" komen. Pas op, want die zijn al dichtbij.. HEERLEN G. van der Aa
Belemmeren
Aanleiding tot rellen is meestal het ingrijpen van de politie, omdat „het verkeer belemmerd wordt" als er vele duizenden van de Dam een speelplaats proberen te maken. Laat de politie nu ook eens ingrijpen als de voetganger belemmerd wordt bij het lopen op het trottoir. Er zijn voorbeelden te over: auto's die op de stoep staan, een grote bus die door de Leidsestraat probeert te rijden, auto's die op het zebrapad of dubbel geparkeerd staan en ga zo maar door. In deze maatschappij wordt de machine (auto) steeds belangrijker dan de mens, maar laten B en W aan de autorijdende toeristen een brochure geven waarin staat wat niet en wat wel mag. De mens raakt steeds meer in de verdrukking. AMSTERDAM W. van Waardt
Bijhouden
De heer De Broeder stelt in zijn ingezonden stuk een aantal partijgenoten, zoals hij dat zelf noemt, in staat van beschuldiging. Zij zouden het niet zo nauw genomen hebben met de democratische, organisatorische en persoonlijke gedragsregels. Maar in alle geledingen in Nederland is iets aan de gang, de burger wil niet meer van boven af geregeerd worden. Dat dit proces niet geluidloos verloopt is begrijpelijk, dat er mensen zijn die dit alles niet kunnen bijhouden is jammer, maar om nu meteen te gaan schelden dat er ondemocratisch gehandeld wordt gaat mij te ver, of verstaat de Broeder hiermee soms, „ik heb gesproken en daarmee uit?" Laat de PvdA voortgaan zich te vernieuwen. AMSTERDAM H. Langenakker
Abadan
Het artikel „Burgers in Abadan" van Saartje Burgerhart kan de indruk wekken, dat geen behoorlijke Nederlandse opvoeding in Abadan zou kunnen worden genoten. Er is sedert vele jaren in Abadan een internationale school voor buitenlandse kinderen, aan welk» school twee bevoegde Nederlandse onderwijzeressen hetzelfde Nederlandse lagere school onderwijs als hier te lande doceren. Het aantal Nederlandse kinderen op de school bedraagt ca. 28. Wanneer de kinderen voor het volgen van Middelbaar Onderwijs naar Nederland gaan, geschiedt dit zonder enige moeite en het kan gezegd worden dat het onderwijs in deze Nederlandse schoolsectie uitstekend is. Het niet weten van waar Deventer ligt. zoals in het artikel staat, kan dus nauwelijks op waarheid berusten. DEN HAAG C. M. Wap Iraanse Aardolie Raffinage Maatschappij
Wester-Schelde
„Zie ik de lichtjes van de Wester-Schelde". Als straks West-Brabant zijn ongezuiverde rioolwater a 13.000 kubieke meter per uur op de Wester-Schelde zal lozen, kan men met een kleine variatie op bovenstaand lied zingen: Zie ik dat stront op de Wester-Schelde." En als er dan nog eens iemand uit Zeeuws-Vlaanderen, Zuid-Beveland of Walcheren in de Schelde durft te zwemmen zal hij kotsmisselijk worden. Maar je wordt nog misselijker als je denkt aan de enorme leugen van de regering die zegt dat zij wat doet tegen water- en luchtvervuiling. Dag sportvissers, dag badgasten, dag toeristen. IJZENDIJKE. ...Brocke
Bloemen van Mao
Het uitgebreide maar kritiekloze artikel over het boek „Honderd bloemen van Mao" van Scan O'Callaghan is voor mij aanleiding het volgend» op te merken: 1. Berichten over grootscheepse opiumexport door China duiken regelmatig op. Gevoed zijn deze meestal door speculatie; soms door Formosaanse bronnen; recentelijk ook door Russische. Alle drie sterk politiek gekleurd. 2. De verbouw van jpapaver is in China in 1949 verboden. In moeilijk toegankelijke en controleerbare
grensdistricten in Yünnan was dit verbod niet meteen effectief, maar al gauw effectief genoeg om verbouw op grote schaal te onderdrukken. 3. Dat China jaarlijks 500 miljoen dollar zou verdienen aan de handel in illegale verdovende middelen wordt gelogenstraft uit onverdachte bron, de CIA. In een rapport over de Chinese betalingsbalans 1950—1965 aan een US Senaatscommissie noemt deze de opiumhandel als inkomstenbron niet eens. 4. De waarde van de door O'Callaghan genoemde cijfer van 8000 miljoen ton verdovende middelen in 1958 wordt voldoende duidelijk wanneer men het cijfer van de totale Chinese produktie aan rijst, graan en aardappels geeft: 200 miljoen ton. LEIDEN E. Vermeer Documentatiecentrum voor het huidige China.
Erkentelijk
Hartelijk dank aan Henry C. Faas voor zijn artikel „Vrij van angst". Maar ook erkentelijkheid voor alle voorgaande bijdragen van hem te de krant, waarvan hij het „gezicht" van vandaag heeft helpen te boetseren. Ik zal hem in de toekomst missen, maar node! AMERSFOORT P. R. da Keyztr
Wandelganger
Het moet mij van het hart, dat ik — en, mij lijkt, ook vele andere lezers van de Volkskrant — maar heel moeilijk zal kunnen wennen aan de afwezigheid van de pennevruchten van Wandelganger. Niet iedereen zal het overigens zo vergaan. Ik wed, dat er wel een paar politici te vinden zullen zijn de wekelijks met de tenen krom in de schoenen hebben gezeten, zich atvragende: „Hoe ben ik nu weer doe* de molen gehaald." Ook zij zullen moeten toegeven, dat Wandelganger gevoel voor humor bezit, naast een grote kennis van zaken en van mensen. Ik benijd de redactie niet die moet proberen deze opengevallen ruimte op te vul* len. AMSTERDAM Mr J, Rottinghuis,