\aar h et v - ^ verneemt > heeft mr. M. 'pers, advocaat en procureur te Amsterpptip icihriftelf'lc" k'aoht inppdiwid bij . '"deken der orde van de advocaten, tegen , H. Meinesz, president van de 4de kamer ? r a rrondissements-rechtbank aldaar. Aanieiding tot die klacht is de onheusche beindeling, die mr. Poppers meent ondervonS te hebben van mr. Meinesz, toen hij 30 inril als verdediger optrad in de zaak van | Z Duitscher M. E. V. Kaiser, die wegens 'heling terechtstond. Mr. Meinesz, zou den verdediger, naar aanleiding van de doorhem gestelde vragen, de noorden toegevoegd hebben : „Gaat u maar litten. Ik heb hier de leiding, niet u." In zijn klacht komt mr. Poppers, naar hij het blad meedeelde, eveneens op tegen de onheusche behandeling, die de geheele balie Tjn mr. Meinesz ondervindt. Naar het H. blad meldt, heeft de deken Ier orde van advocaten mr. J. C. de Vries zich ,an de zaak gelegen laten liggen. Prof. Kern. I I Naar wij vernemen zal prof. dr. H. Kern, I ^eritushoogleeraar te Leiden, zich te Utrecht I metterwoon vestigen. ' Een tooneeluitvoering door doofstommen
voor doofstommen. Uit Amsterdam meldt men dd. 6 Mei.: Eerst werd het souffleurshok weggenomen, aangezien de onderaardsche influisteraar kon worden gemist; daarna viel de muziek van David Koning's fanfarecorps, maar rele onder de toeschouwers zetten gewoonweg hunne discoursen voort, in bewegelijke ïimiek en druk gebaar, want zij bleven loof voor de schetterende klanken van het orkest. Nu om het derven van dit kunstgenot waren de doofstommen onder het publiek, dat hedenavond het theater-Van Lier vulde, niet te beklagen. In het algemeen hebben lij iets blijmoedigs en onschuldigs over zich! misschien wel omdat zij ontoegankelijk zijn voor de wanklanken des levens en door hun misdeelden staat tot een zekere afzondering woriH genoopt, die hen houdt buiten den strijd, waarin het geloof aan eerlijkheid en goede trouw zoo menige veer moet laten. Het bijzondere van den avond was, dat door leden der Alg. Ned. Doofstommenvereeniging Guyot een tooneelvoorstelling werd gegeven, bestaande uit het bekende drama van W. N. Peypers: Blonde Els, voor deze gelegenheid in gebarenspel bewerkt. Blonde Els is beter tegen zulk eene transcriptie bestand Ifan het een drama van Ibsen zou zijn. In (Blonde Els komt het op den diepen zin des poords niet zoo zeer aan en moet de met Ijrove lijn geteekende handeling het grootenIMs doen. Was voor de doofstommen onder t publiek het gebarenspel der handelende I[Wonen blijkbaar tot in details begrijpelijk, Iwpr ons, die niet zijn ingewijd in de nuan" van der doofstommen mimiek, was het '1 wel wat eentonig. Wel trof in hooge Ijate de ongedwongenheid, waarmede deze «'stomme dillettanten zich op de planken wogen, van lampenkoorts was bij niemand
"eender entreactes kwam een bestuursdoel uiteenzetten der vereeniging, J eoo gt het gezellig samenzijn onder de f° ' e bevorderen en tevens een fonds te hopfK 1 ^ s ^ eun bij ziekte van be«ge doofstommen. Met diep leedwezen 1.J 16 * afsterven herdacht van den eererz ' l . ter der vereeniging, den heer I. Bic*3 R H ec * eur van doofstommeninstituut Keh ^ am ' ' n w ' en de vereeniging een lïet j 6rmer Van groote toewijding verliest. L ^Hkhaarheid werd melding gemaakt IW j_ belaB grijke gift van den heer Dirk n s ' De spreker beval ten slotte de l'in ^ e Jj ^ er vere eniging in wijden kring Pnatp toe treding van meerdere |j a t„ '! lrs ' laar in staat stelle in ruimer lw. , ai } tot heden te beantwoorden iar edel doel. aan De Erfgooiei's. Dj ^ S terdam schrijft men dd. 6 Mei: jGooj Pu.^rtenissen der laatste dagen in het °P nieuw de aandacht gevestigd '• ,j geschillen tusschen de Erfgooiers 'j. re ed & ac ' or ' n g van Stad en Lande", ft *bthn V rne ? rma len tot procedure voor onze 5 ' e 'dden. Wij hebben daarom mr. p rf ' r an Lennep, die als raadsman van r' 1 ïrftf °° lers ë ansc he geschiedenis van L den J 1 0oi ^ rsc l ia P van den beginne af tot |Ht Ul( %en dag heeft bestudeerd, verr J ie'rs , S 1 J°S I ? la als het standpunt der Erf0 mti° * ^ c ^ten. Mr. Van Lennep zeide ?eve PP 8 u^' eenige der vele geschilpunten Be E rf het . volgende. I'^airienH° 0I u ers meenen > dat zij vormen een N 'n hi'/ r gemeenschap", bePudom °? c ' e rec ht, een soort van medeNer [j ( j . restrictiën, zoodat elke Erfdeel hp' S « Van g em eenschap, daarin j^Heerd 1' 1 6n z ^ n gebruiksrechten ongek'enin^uitoefenen, voor zoover dit ?' ^°or H t ' s beperkt door rege.°êen ,j u e | %oo'ers zelf vastgesteld. Zij i,> hout ? gg en slaan, schapen weiden, ï! htide o ken zooveel zij willen, in 't i ° r het n Wei( ^ e gebruiken. !# t^teeni^^h^hof te Arnhem is in 1900 Ü? 1902 if 1 ?-. onaan nemelijk geoordeeld, ... ls t, d at r , '1 arrest in een andere zaak ns chaJ^ e ^^ e "gezamenderhandsche I m .^ e teer n °® e ^ers voorkomt in Nedertt^gvan c.Y 00r ^ge zoogenaamde verk Stad en Lande assumeert zich de gebruiksrechten der ofschoon de leden dier S "fc ' r « mee, )[f. r gadering thans geen Erf- e» yoert allerlei beÉluiten
uit in strijd met de rechten dier Erfgooiers en de op dit stuk bestaande publicatie en andere verordeningen. Uit de procedure, tegen Harmen Vos (jachtovertrediger) gevoerd is duidelijk gebleken, dat die zoogenaamde vergadering geen deugdelijken grondslag heeft voor haar daden. Zij heeft bijvoorbeeld veel gronden der Erfgooiers verkocht, terwijl de gebruiksrechten der Erfgooiers in geen geval mogen worden verminderd, de Erfgooiers niet weten, waaraan de opbrengst besteed is, de vergadering slechts een bestuurskas heeft, en volgens de schaarbrief van 1851, art. 39 in fine, «de voordeelen ten bate der gerechtigden moeten komen". Een tweede grief is bijvoorbeeld, dat men de jacht heeft verhuurd, waardoor men dit gebruiksrecht totaal elimineerde, en dit ofschoon men in 1675 arresteerde, dat «niemand in Gooiland zou mogen jagen, tenzij hij gerechtigde was". Alle besluiten worden voorts genomen in strijd met hare eigene resolutie van 27 April 1820, luidende: «Nog is geresolveerd, dat de het vervolgde Heeren,welke als gecommitteerden van de dorpen Laren, Hilversum, Huizen met Bussem en Blaricum te dezer Vergadering zullen eompareeren, zullen moeten zijn Erfgooiers aan welke de stemming, wanneer de schout geen Erfgooier is, in deze Vergadering zal zijn opgedragen, zullende zoodanige schout niet dan een adviseerende stem in die vergadering hebben."Hoe men er toe gekomen is,militairen op degemeeneweidete requireeren, die beletten, dat de gebruiksgerechtigden op de gemeene heide kwamen, is mij een raadsel. Ik betwijfel, of het verzoek daartoe van de zoogenaamde vergadering is uitgegaan. Ongeregeldheden waren niet te vreezen, wanneer alle Erfgooiers hun vee op de heide brachten, en konden alleen ontstaan, wanneer men ze daarin verhinderde. Het bezit van die heide en weide is steeds geweest bij de Erfgooiers. Ik heb onlangs in twee bijeenkomsten te Hilversum en te Laren, waartoe ik de burgemeesters en de gemeenteraden van Hilversum, Laren en Blaricum uitnoodigde, uitvoerig het stelsel der Erfgooiers uiteengezet en hoop dit in de andere gemeenten ook te doen. Ik meen, dat de Erfgooiers niet alleen van ouds gebruiksgerechtigden waren, maar dat zij van ouds ook eigenaars waren van den grond en in elk geval dit van 1836/43 af zijn geweest. In 1708 werd door de Staten van Holland bij resolutie gelast onder anderen »een exacte lijst op te maken van allen, die toen in wezen waren en het gebruik der meenten als Erfgooiers genoten". Deze lijsten zijn opgemaakt en berusten in 's Rijks archief. De gerechtigden tot de meenten zijn dus de mannelijke afstammelingen van de Erfgooiers, geplaatst op de lijsten van 1708. Ik meen, dat de schaarbrieven, welke de gebruiksrechten regelen, als van ouds door de gebruiksgerechtigden zeiven moeten worden vastgesteld en niet door een derde als de zoogenaamde «Vergadering van Stad en Lande". Dat die vergadering het bestuur zou zijn van een vereeniging is mijns inziens niet aannemelijk te maken Daarom durft die zoogenaamde vereeniging dan ook niet te procedeeren, doch zoekt haar heil in andere middelen. Voor deze opvatting pleit, althans, dat men bijvoorbeeld de huurders van het jachtrecht, die geen Erfgooiers waren, doch weigerden de huurpenningen te betalen, omdat de Erfgooiers zeiven de terreinen afjoegen, niet in rechten heeft aangesproken. Veel van 'tgeen thans gebeurt vindt waarschijnlijk zijn grond in het niet kennen of ignoreeren van de wettelijke en andere bepalingen op dit stuk; opening van zaken zou kunnen bijdragen tot paecificatie. De wending, die de zaak thans genomen heeft, kan wellicht reden zijn voor de regeering om een onderzoek in te stellen in deze aangelegenheid, ten einde de rechten van de Erfgooiers te doen eerbiedigen. Gemeenschappen als die der Erfgooiers zijn overigens in het buitenland volstrekt niet ongewoon. Keizer Wilhelm te Rome. 4 Mei heeft de groote wapenschouwing ter eere van den Duitschen keizer nabij Rome plaats gehad. Om kwart na negen reden de Koning en zijn gasten — de Keizer en diens beide zoons — benevens de Italiaansche prinsen in open rijtuigen, geëscorteerd door kurassiers, van het Quirinaal af. Aan de kazerne der karabiniers stegen zij allen te paard. Daar de zware regenbuien van de vorige week het terrein van de Piazza d'Armi doorweekt hadden, had de parade op het veld van Centocelle plaats. Het weêr was prachtig en duizenden woonden dan ook de wapenschouwing bij. Kort na den Koning en zijn gezelschap verscheen koningin Helena, in 't wit gekleed in een galarijtuig op het paradeveld, waar 18,000 man troepen stonden opgesteld. De parade, die het gewone verloop had, duurde tot twaalf uur en maakte door de rijke kleurschakeeringen in het volle zonlicht een grootschen indruk. De bersaglieri, die in den looppas langs de vorstelijke personen trokken, benevens de artillerie en militaire wielrijders kregen extra-ovaties van de menigte, die erg enthousiast was. Er valt overigens van 's Keizers bezoek geen bizonders te melden. Het is het pregramma, met hier en daar een kleine wijziging, dat gewoonlijk bij zulke gelegenheden gevolgd wordt: recepties, lunches in gezantschappen, afternoon teas, galadiners, enz. Na de parade had een lunch in het Duitsche gezantschapsgebouw plaats. De beide prinsen kwamen daar echter niet aan te pas; de Keizer vond het beter dat zijn zoons zich den korten tijd van hun verblijf te Rome zooveel mogelijk ten nutte maakten om musea te geen zien. Om 9 uur 5 Mei stonden de hofrijtuigen weer voor het Quirinaal,maar ditmaal, om den Koning met zijn gasten naar het station te brengen. In het eerste rijtuig reden koning Yictor Emmanuel en de Keizer dan volgden de hertog vaa Aosta met den Duitschen
kroonprins en den graaf van Turijn en eindelijk de hertog der Abruzzen met prins Eitel Fritz. Aan het station wachtte de hertog van Genua de reizigers op. Intusschen, al was het oogenblik van vertrek uit Rome gekomen, het . was nog niet het uur van scheiden tusschen koning en keizer. Want vóór de vorstelijke Duitsche reizigers den weg naar den Gotthard zouden inslaan, zou eerst nog een bezoek aan het beroemde klooster van Monte Cassino gebracht worden, waarheen de minister van onderwijs Nasi 's morgens om 8 uur al was vooruitgereisd. Even na negenen vertrok de koninklijke trein daarheen. Aan het station Gassino, dat zeer fraaiversierd was en waar een prachtig ontvangstsalon voor de vorstelijke bezoekers was ingericht, werd door den afgevaardigde Bisocchi een korte welkomstrede gehouden, waarop men plaats nam in de met vier paarden bespannen rijtuigen en begeleid door karabiniers den weg naar Monte Gassino insloeg. De bevolking was zeer enthoesiast en gaf naast luidruchtig gejuich overal van haar plezier over dit zeldzaam bezoek blijk door grootsche versieringen. De hertog der Abruzzen was, terloops opgemerkt, het voorwerp van bizondere toejuichingen, die haar oorsprong vonden in zijn bekenden Noordpooltocht waarop de Cassineezen blijkbaar zeer trotsch zijn. Niet heelemaal ten onrechte. Om 1 uur kwam het gezelschap op het klooster aan en om half vijf vertrok de Keizer met zijn beide zoons uit Cassino noordwaarts om vóór zijn terugkeer te Berlijn nog een bezoek te brengen aan den vorst van Fürstenberg te Donaueschingen. Keizer Wilhelm's Italiaansche reis is wèl een succès geweest. Le bon juge. President Magnaud van de rechtbank te Chateau Thierry heeft het te kwaad met verschillende bladen, die zich niet kunnen vereenigen met de zeer eigenaardige en oorspronkelijke, steeds, van humane gevoelens getuigende vonnissen die hij velt ... maar die zelden door 't Hooggerechtshof bekrachtigd worden. De Conseil gênéral van 1'Aisne zou onlangs bijna een motie-Paillet aangenomen hebben om den minister van Justitie uit te noodigen «de 45,000 tot het gebied van de rechtbank te Chateau Thierry behoorende, tegen het stelsel van willekeur te beschermen." De motie is weliswaar ingetrokken, omdat de prefect opmerkte, dat de ' Dèoordeëlnig van de opvattingen van «-le bon juge", Magnaud, niet stond aan den Conseil gênéral, doch aan Magnaud's superieuren; maar de schok aan diens prestige is toegebracht, omdat de voorsteller der motie, Paillet, juist Chateau Thierry vertegenwoordigt. De Matin had geruimen tijd geleden al een aardig artikeltje van Harduïn, waarin deze vroeg waar het zou heengaan als iedere rechter de wet naar believen ging interpreteeren, De Temps poseerde zich als «le bon juge" over Magnaud, toen de motie-Paillet bekend werd en zegt dat Magnaud zich meer vijanden schiep door zij n oorspronkelij ke«overwegingen" dan door de vonnissen waartoe die hem leidden, maar houdt er ook al niet van, dat men Magnaud afschildert als humaner dan andere rechters, die, zooals hij behoorde te doen, uit 't wetboek zelf overwegingen putten, om naar menschkundige opvattingen uitspraak te doen. De Figaro liet een enquête in loco houden en hoorde zoowel vrienden en bewonderaars als tegenstanders van Magnaud, maar uit het rapport is moeilijk iets anders te lezen dan een beschuldiging van uit zucht tot reclame de wereld te verbazen door een hoogst willekeurige wetsinterpretatie. Magnaud heeft een reputatie op te houden. Als hij vonnis zal vellen, is iedereen nieuwsgierig, «wat hij nu weêr zal doen hooren". Men mag sympathie voor hem gevoelen, wanneer hij een arme vrouw vrijspreekt, die uit nood en door honger gedre' ven brood stal, maar bedenkelijk wordt het als hij b.v. weigert een verkwister onder curateele te laten stellen wijl verkwisting zulk een geschikte manier is om velen van diens rijkdom te doen genieten. Magnaud protesteerde in de Temps door een motie vaneen anderen Conseilgénéral, dien van Vaucluse te publiceeren, waarin bewondering voor zijn tact wordt uitgesproken. Hij doet nu hetzelfde in de Figaro, welk blad hij krachtens de bepalingen voor de pers in Frankrijk geldende, sommeert zijn schrijven dezelfde plaats te geven als het enquêteverslag, maar de Figaro laat het hem voelen, dat hij — de Figaro — zwicht voor geweld, door te schrijven,boven Magnaud's brief, dat die graag opgenomen wordt, omdat «zoolang Magnaud schrijft, hij geen recht kan spreken." En zoo «-le bon juge" over zichzelf oordeelt met aanhoudende eigen-lofverkondiging, schendt hij althans geen andere wetten dan die der zedigheid. Witte af ? Een medewerker van de N. R, Ct. schrijft dd. 4 Mei: Het komt niet zelden voor, dat wanneer sensationeele geruchten circuleeren een berichtgever zich afvraagt; zal ik mijn blad er over schrijven ja dan neen ? In het eerste geval loopt, wanneer het gerucht zich niet bevestigt, de berichtgever gevaar er toe medegewerkt te hebben om sensatienieuws te verbreiden, en zoo hij uit vrees daarvoor, het bericht achterhoudt en dit ten slotte toch wel degelijk waar blijkt, spijt het hem dat hij zijn blad niét op de hoogte gesteld heeft van hetgeen hem werd medegedeeld. In zoo'n positie verkeert uw medewerker sedert men hem heden van zeer vertrouwbare zijde mededeelde dat de positie van Rusland's almachtigen minister van financiën ernstig gevaar loopt, ja dat diens ontslagaanvrage reeds sedert acht dagen
den Tsaar is ingediend. Sedert lang wist men dat Witte met zijn collega van binnenlandsche zaken Plehwe overhoop,'ligt en deze laatste op talrijke onregelmatigheden in het bestuur van den minister van financiën heeft gewezen, maar men wist ook dat deze laatste bij den Tsaar — het is nog voor korten tijd openlijk gestaafd—in zóó groote gunst stond, dat men aanvankelijk geneigd was aan bedoeld gerucht geen de minste aandacht te schenken. Maar het wordt in Petersburgsche hof- en financieele kringen zoo uitdrukkelijk beweerd dat de dagen van Witte geteld zijn, men weet van zoovele fouten in zijn bestuur te spreken, dat men ten slotte wel denken moet, aan: er is geen rook zonder vuur. Daarbij spreekt men van eene circulaire der Russische regeering aan de Russische Banken, deze uitnoodigende om in het vervolg zoo weinig mogelijk in goud te betalen, hetgeen wel eenigszins vreemd klinkt wanneer men bedenkt dat men te St. Petersburg steeds officieel aangekondigd en door de cijfers der staatsbank bevestigd heeft, dat er bij deze instelling meer goud ligt dan noodig is om hare geheele fiduciaire circulatie tegen goud in te wisselen. In het kort, er zijn omtrent een en ander geruchten in omloop, die alles behalve opwekkend luiden en uit den aard slechts onder de grootste reserve kunnen worden medegedeeld. In het belang van de Russische financiën en van de geheele internationale geldmarkt en speciaal in dat der Parij sche geldmarkt, is het dan ook te hopen dat die geruchten ten spoedigste gelogenstraft worden. Dat er aan de Newa iets bijzonders te doen is, schijnt, naar de berienten die van daar verspreid worden, aan geen twijfel onderhevig, maar dat de nu in omloop zijnde geruchten op waarheid berusten, moet, ten minste voorloopig, niet als zeker worden aangenomen.