4t¥jÉ AREN waar geen water is — dat is het geheim van het kanaal. Veelal met de hand gegraven vormden de oude Europese kanalen de slagaders van de economie, landstreken ontsluitend die voorheen geen goederenverbinding met de buitenwereld hadden. Sommige kanalen vormen thans een toeristische route, andere werden verbreed in het belang van de duwvaart. Een terugblik, in de geschiedenis van kanalen. Rob Biersma 'ANNEER is een waterloop een kanaal? Het is een vraag waarover buitenstaanders zich zelden het hoofd breken. Een kanaal is immers gewoon een gegraven watergang geschikt voor de scheepvaart. De rest is iets anders: een beek, een rivier, een'sloot of een
delsvoorwaarden van de nieuwe scheeproute. De afsluiting van het Suezkanaal, een zeekanaal dus, bracht tijdelijk een oliecrisis teweeg. En tot voor kort leerde een kind op de lagere school wat de kortste route is voor een schipper uit Sas van Gent die naar Nieuwe Pekela wil. De bloei van de veenkoloniën, van Twente, maar ook van Amsterdam gedurende de laatste eeuwen zou ondenkbaar zijn zonder gegraven kanalen. Nederland bezit 7400 kilometer bevaarbare waterwegen, grotendeels kanalen, daarbij in Europa alleen overtroffen door Frankrijk met 7560 kilometer. Landen als Engeland met 5430 kilometer en WestDuitsland met 4700 kilometer blijven ver achter. Echte kanalen met sluizen die doorgang boden aan grote schepen zijn pas vrij laat ontstaan. Daarvoor kende men wel kanalen zonder sluis, die simpelweg waren afgedamd. Een overtoom was dan de plaats waar de lading werd overgedragen. Soms werd het schip ook over de dam gezet. Veel steden zijn ontstaan rond zo'n dam of overtoom. Canal du Midi Het principe van de schutsluis is al betrekkelijk lang bekend, maar grootschalige toepassing ervan komt pas op na de Middeleeuwen. Een wonderwerk van wereldklasse vormde het Canal du Midi, aanvankelijk Canal Royal genoemd, geopend in 1681 na een halve eeuw bouwen. Het Canal du Midi verbindt de Golf van Biscaje met de Middellandse Zee over een lenge van 606 kilometer. Dit wonderwerk bevatte het eerste aquaduct dat bevaarbaar was voor schepen, de eerste scheepstunnel en een systeem van sluizen en voedingskanalen, nog nooit op deze schaal vertoond op de wereld. Dit alles was bereikt door Pierre-Paul Riquet (1609-1680), een energieke belastinginner die zich inzette voor de economische ontsluiting van de Languedoc. Voor zijn verdiensten verhief Lodewijk XIV hem in de adelstand, zodat hij thans officieel wordt aangeduid met baron de Bonrepos. Hij heeft niet mogen meemaken dat het eerste schip van kust tot kust voer. Dat gebeurde pas in 1681, zeven maanden na zijn dood. Net als ieder kanaal dat zich in het hoogland bevindt, kampt het' Canal du Midi met het probleem hoe voldoende water te behouden. Als alle sluizen werden opengezet zou het kanaal in een oogwenk leeglopen. Maar ook wanneer die (nauwelijks uitvoerbare) fout niet wordt begaan, treedt waterverlies op door lekkage, schutwater en verdamping. Een fijnmazig stelsel van voedingskanalen komend van de Montagnes Noires en uitkomend in het hoogste punt van het kanaal, even ten oosten van Toulouse, zorgde ervoor dat het kanaal op peil bleef. Het systeem heeft zonder veel problemen drie eeuwen naar tevredenheid gewerkt. Pas de laatste jaren is het Canal du Midi niet meer rendabel. Hoewel het volledig is aangepast aan de maten van het gangbare binnenschip in Frankrijk (de spitsklasse of Freycinet van 35 maal 5.05 meter), vormen de vele sluizen een hinderpaal voor rendabele exploitatie. De opkomst van de vrachtwagen deed de rest. Het kanaal is tegenwoordig vooral in Engeland bekend. Het vormt de ideale toegangspoort voor watersporters op weg naar de Middellandse Zee. Veel oude kanalen in Frankrijk zijn tegenwoordig alleen voor de pleziervaart van belang. Dezelfde ontwikkeling heeft zich ook in Zweden en Engeland voorgedaan. Onrendabele kanalen worden in Nederland gesloten (Dedemsvaart) of juist verbreed. De verbetering van het AmsterdamRijnkanaal heeft al plaatsgevonden zolang het bestaat. De route, in de zestiende eeuw nog met een overtoom in Utrecht, kwam steeds meer in gebruik. Verbeteringen in de vaarweg aangebracht schoten na verloop van tijd steeds weer tekort als gevolg van de toenemende scheepsgrootte. Interessant is het subtiele evenwicht tussen de scheepsklassen en sluizen in een land. Zo is voor de rijnvaart het DordtmundEms-kanaal een belangrijk gegeven. De schepen die dit kanaal passeren, vormen nog steeds de dominerende scheepsgrootte op de Rijn met circa 1350 ton laadvermogen. In Nederland kwam een nieuwe scheepsgrootte tot leven bij het graven van het Wilhelminakanaal door de Kempen. De schepen, Kempenaars, hadden een precieze grootte van 50 maal 6.60 meter, enkele centimeters kleiner dan de sluizen. Hetzelfde geldt voor de Hagenaars,
die iets groter waren en die vooral op de Schie naar Den Haag voeren. Maar veruit het meest gebouwde schip is de Spits, een plomp scheepje met ronde luiken over het ruim, dat vooral thuis is op de Franse kanalen. De breedte is overal 5.05, terwijl de lengte varieert tussen 35 meter en 49 meter. Het is een scheepje dat altijd gevaren wordt door een gezin: schipper, schippersvrouw en eventueel kinderen. De eerste spitsen waren sleepschepen, veelal getrokken door een paard, de moderne spitsen zijn onmiddellijk als motorschip gebouwd. Het bestaan van grote aantallen gestandaardiseerde schepen werkt in de hand dat alle kanalen zich voegen naar dit standaardschip. In Frankrijk is dit in sterke mate gebeurd, in Nederland juist niet. Geen land ter wereld kent zulk een intense binnenvaart als het
onze. Het kanalenstelsel vormt daarvan een afspiegeling. De verbredingen van het AmsterdamRijnkanaal vinden al plaats zolang dit kanaal bestaat. Opmerkelijk is dat met het AmsterdamRijnkanaal niet de verbinding met de Rijn, maar met de Waal wordt bedoeld. De eerste verbetering bestond uit het graven van het Zederikkanaal in 1824, dat Amsterdam in verbinding met de Waal bracht voor schepen van 53 meter lang en 7.50 breed, afmetingen die het gemiddelde rijnschip van tegenwoordig gemakkelijk overtreft. Een volgende fase was het Merwedekanaal, dat westelijk van de Vecht werd gegraven. In 1893 konden schepen van 2000 ton dit kanaal passeren. In 1831 werd bij de wet de aanleg van het huidige AmsterdamRijnkanaal vastgesteld. Pas in 1952 verrichtte koningin Juliana de opening.
Inmiddels zijn al weer vele verbeteringen achter de rug om het kanaal ook geschikt te maken voor duweenheden. De breedte is thans ruim 100 meter, op enkele plaatsen meer, terwijl de diepte zes meter bedraagt. Bij de verbreding moesten tien bruggen worden vervangen. Het Amsterdamse kanalenpaar is tamelijk bekend, Noordzeekanaal als voordeur en AmsterdamRijnkanaal als achterdeur van 's lands tweede haven. Maar het kanalenpaar van Rotterdam, dat economisch van veel groter belang is, kent vrijwel niemand. Het Calandkanaal voor de zeevaart en het Hartelkanaal voor de binnenvaart werden in de jaren
vijftig gegraven in het toenmalige eiland Rozenburg. Ze vormen te zamen een kanalenstelsel (zij het strikt genomen eigenlijk kunstmatige zeearmen) dat uniek is in de wereld. De overslag vindt plaats op het tussenliggend terrein. Het gaat hierbij vooral om bulk- en containeroverslag. Aanvankelijk had men het Hartelkanaal uitgevoerd als een echt kanaal met sluizen naar de Oude Maas. Men wist toen nog niet dat na tien jaar de capaciteit van de sluis al tekort zou schieten, vrees voor verzilting van Rozenburg pleitte voor een sluis. Nu het gebied min of meer voor industrie is prijsgegeven, bestaat
die reden eigenlijk niet meer. De keuze tussen een tweede sluis en volledige openstelling was toen eenvoudig. Het kanaal moest wel geschikt worden gemaakt voor tij bewegingen en zesbakkige duwvaart. De beschoeiing werd verbeterd (waarbij 'bezwijkgericht' onderzoek plaatshad), de bruggen verhoogd en de diepte vergroot. Hierbij bleven enkele bestaande pijpleidingen als drempel achter. Met asfalt verstevigd hoopt rijkswaterstaat dat de pijplijn niet beschadigd raakt. "Maar ze zijn er wel", zegt ir. Stuip "dat voelt iedere schipper die het Hartelkanaal bevaart."üi
' de binnenvaart pas sinds een jaar.
"GEGRAVEN WATER". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/11/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027826:mpeg21:p025
"NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/11/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027826:mpeg21:p025
vaart en hoe het allemaal ook heten mag. Anders ligt het voor deskundigen die een tentoonstelling over kanalen inrichten. Ir. J. Stuip van de TH Delft kijkt mij enigszins getroffen aan wanneer ik hem vraag wat nu precies een kanaal is. "Een kanaal", beslist hij in samenspraak met prof. ir. A. Glerum, "is een waterloop waarvan het peil in principe beheersbaar is, met uitzondering van spuikanalen". Het is wat bedacht, geeft hij toe, maar in elk geval is de — gegraven — Nieuwe Waterweg nu geen kanaal meer en het randgebied van vaarten, weteringen en tochtsloten is daarmee wat het wezen moet: schemerig. Aan zijn omschrijving kleeft echter één nadeel. Zijn tentoonstelling (inmiddels al afgelopen) ("De loop van het kanaal") ging. voor de helft over het Hartelkanaal in Europoort. Dat kanaal is al een jaar geen kanaal meer sinds de Hartelsluis buiten gebruik werd gesteld. Het Hartelkanaal staat nu via de Oude Maas in open verbinding met de zee en niemand zal beweren dat het peil van eb en vloed beheersbaar is. Laten wij het op een terugblik houden, stelt Stuip voor, *een eerbewijs aan een kanaal dat geen kanaal meer is. Scheepvaartkanalen, gegraven ter ontsluiting van een landstreek of ter vervanging van een onbetrouwbare waterweg over een rivier, zijn altijd van groot economisch belang geweest en zijn dat nog. Het Rijn-Donauicanaal vormt al jaren een twistpunt tussen Oost en West over de han~
De zeven sluizen bij Fonserannes vormen een waterladder, die vele uren schutten met zich meebrengt.
"VAN OVERTOOM TOT DUWEENHEID". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/11/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027826:mpeg21:p025
(Ingezonden Mededeling) succesvolle ondernemingen in nederlan id kj TEAM XEROX VOO R DE JAREN TACHTIG. RANK XEROX" De Xerox 820-11microcomputer met 8- of 16 bits optie. Rank Xerox is in1956 ontstaan uit een succesvolle fusie tussen de Amerikaanse Xerox Corporation en de Engelse Rank Organization. Xerox richt haar marktactiviteiten op Canada, Noord-, Midden- en Zuid-Amerika, terwijl Rank Xerox de rest van de wereldmarkt als haar werkterrein heeft. Door een joint venture met Fuji, weet Rank Xerox zich tevens vertegenwoordigd in Japan en acht Aziatische landen. Rank Xerox is een verticaal geïntegreerde organisatie. Dat wil zeggen dat in elk land een eigen verkoopen service-organisatie is. De productie-eenheaen staan in Nederland, Engeland, Frankrijk en Spanje. In totaal werken momenteel 40.000 werknemers in dienst van Rank Xerox. De inkomsten - berekend in sterling - stegen in 1982 met 1.349 miljoen. De winst voor belasting in het zelfde jaar bedroeg £ 179 miljoen. Het geassocieerde bedrijf Fuji Xerox Co. zag haar winst met 20% stijgen naar £ 20 miljoen. Rank Xerox is van oudsher een bedrijf waar innovatie de basis is voor een voortdurende productontwikkeling. Als pionier van het xerografisch procédé voor het maken van afdrukken op gewoon papier is zij de grondlegger van een nog immer explosief groeiende industrie. Rank Xerox, één van de 150 grootste bedrijven in Europa is marktleider in deze industrie. In het afgelopen jaar heeft Xerox en Rank Xerox voor een totaal bedrag van 565 miljoen dollar besteed aan ontwikkeling en onderzoek. Dit bedrag werd uitgetrokken voor de ontwikkeling van een nieuwe generatie kopieerapparatuur; de Xerox 10-serie Marathon copiers en geautomatiseerde kantoorsystemen. De Marathon copier serie, werd begin 1983 wereldwijd geïntroduceerd en is inmiddels op grote schaal en succesvol bij overheid-en bedrijfsorganisaties geïmplementeerd. Het nieuwe programma, de Xerox 10-serie Marathon copiers is voornamelijk gericht op de sterk groeiende markt voor het maken van kleine- en middelgrote afdrukvolumes. De serie is ontworpen voor een duurzame afdrukkwaliteit, een sterk verhoogde betrouwbaarheid en voor een duidelijke verbetering van de prijs/prestatie verhouding. De serie bestaat uit de volgende modellen: de Xerox 1020; een goedkoop en supercompact kopieerapparaat, de Xerox 1030; die uitgerust kan worden met kleurentonermodules voor het maken van kleurafdrukken, de Xerox 1035; een tafelmodel kopieerapparaat met verkleinings-en vergrotingsmogelijkheden, de Xerox 1045; een vloermodel, dat al naar gelang de eisen en wensen van de gebruiker met modules kan worden uitgebreid tot verschillende configuraties en de Xerox 1075; een geavanceerd, multifunctioneel systeem dat eveneens door toevoevan de modules is uit te reiden. Het teamverband van mensen machine Tien jaar geleden begon Rank Xerox met het ontwikkelen van informatiesystemen, gebaseerd op een TEAM XEROX concept. Deze team-gedachte van Xerox is tweeledig. Enerzijds is er het team dat wordt gevormd door de mens als gebruiker en het mens-vriendelijke Xerox apparaat. Anderzijds is er het team aat wordt gevormd door Xerox producten, die elkaar uitstekend verstaan. Dat betekent dat ze aan elkaar gekoppeld kunnen worden en derhalve sneller en effectiever ingezet kunnen worden. Er is zelfs nog een verdere stap mogelijk. Namelijk de mogelijkheid om bedrijven onderling te koppelen. Rank Xerox is de enige die een dergelijk concept in werking kan laten zien, want er werken momenteel al bijna 600 bedrijven met dit Xerox-concept, een lokaal netwerksysteem: Ethernet. In dit concept zijn de dagelijkse kantoorroutines zoals het communiceren, archiveren, distribueren en afdrukken van informatie ondergebracht onder de toetsen van een gebruikersvriendelijk, intelligent werkstation, dat ook als stand-alone machine kan worden ingezet. De traditionele werkzaamheden worden hierbij niet aangetast, maar wel vergemakkelijkt. Door de soepele aanpassingsstructuur van het concept en het vrijgeven van de softwareprotocols van het netwerk is Ethernet als techniek al door tientallen grote computerbedrijven geadopteerd en is het door het Institute of Electric and Electronic Engineers QEED opgenomen als industriestandaard. De gebruiker is derhalve niet meer gebonden aan een enkele leverancier. Dat neemt niet weg, dat Rank Xerox zelf het meest uitgebreide aanbod heeft van apparaten die zowel individueel als in teamverband kunnen functioneren. Dit aanbod bestaat uit electronische schrijfmachines, de Xerox 600 serie, microcomputers, de Xerox 820-11 serie, electronische afdruksystemen en professionele werkstations voor electronische opslag, distributie en tekstopmaak, de Xerox 8000 serie. Met deze geavanceerde systemen geeft Rank Xerox antwoord op de sterke groei in de markt van het zogenaamde afdrukken - op - aanvraag. In 1982 werden in Europa 124 miljard afdrukken gemaakt op kopieer-apparatuur. De helft van dit aantal werd gemaakt op Rank Xerox apparatuur. De verwachtingen luiden dat dit aantal door de komst van electronische afdruksystemen zal uitgroeien naar 300 miljard afdrukken voor 1990. Electronische afdruksystemen Rank Xerox biedt vandaag de dag de meest uitgebreide range van electronische afdruksystemen, op basis van lasertechniek en het Xerografisch afdrukprocédé. Nieuw zijn de Xerox 2700, een kleine afdrukeenheid voor gedistribueerd gebruik en de Xerox 8700, als kleiner model van de Xerox 9700, een systeem dat zowel online met mainframes en tekstverwerkers als offline kan werken, in toepassingen voor grote oplage en eigen formulierenaanmaak Aanvullend op deze systemen introduceerde Rank Xerox ook de Xerox 150, een electronisch Het nieuwe Xerox 2700 electronisch afdruksysteem Een compacte afdrukeenheid vooreen supersnelle kwaliteitsproductie. invoerstation voor het aftasten van beeldmateriaal en het omzetten naar digitale informatie. De voordelen van dit systeem liggen voor de hand. De razendsnelle verwerking van informatie op papier maakt dat de verwerkingstijden van een opdracht steeds korter worden. Dat betekent dat laatste veranderingen nauwelijks de voortgang en de planning in de war zullen sturen. Door dat terugdringen van het productieproces komt er meer tijd vrij voor de creatieve inbreng. Daarnaast maakt de digitale opslagtechniek het mogelijk om grafische beelden, zoals tekeningen, handtekeningen, foto's, illustraties, formulieren, eenmaal opgeborgen in het computergeheugen, op te vragen op elk gewenst moment. Ook op andere deelmarkten is Rank Xerox actief. Met haar aanbod van de Xerox 2080, 7080 en 980: reprografische systemen voor tekenkamers en aanverwante organisaties, brengt zij centraal in de werkplek van ontwerpers en tekenaars een apparaat waarmee routinematige handelingen en tijdrovende kopieerprocessen worden overgenomen. Het voornemen van Rank Xerox om niet alleen deel-, maar ook totaaloplossingen aan te geven, blijkt ook uit haar aanbod van gebruiksartikelen,'zoals papier, printwielen, linten, discettes, film, overheadprojectoren, etiketten en transparanten. Produktie die door een stringente kwaliteitscontrole de gebruikers de zekerheid geven van een hoge efficiency-graad. Om met een uitgebreid productenaanbod een groter wordende markt optimaal te bedienen, werd het noodzakelijk om naast het eigen verkoopapparaat, andere distributiekanalen te gebruiken. Daartoe werd een landelijk netwerk opgezet van erkende Rank Xerox dealers. Zodoende is men in staat om snel en lokaal de vraag naar met name de kleinere kantoorproducten te beantwoorden. Optimale service Het succesvol opereren van Rank Xerox is zeker ook te danken aan haar Service organisatie, die tot de grootste en best geoutilleerde organisatie gerekend mag worden in de Nederlandse industrie. Gestuurd door een computerondersteund controlecentrum, dat beschikt over een informatie databank, kan het service-apparaat telefonisch de klant helpen, desgewenst direct de technicus op weg sturen en voor dezelfde technicus de onderdelendistributie decentraal regelen. In Nederland wordt Rank Xerox vertegenwoordigd door de marketing- en verkoopmaatschappij Rank Xerox (Nederland) B.V. met 900 werknemers verspreid over vier vestigingen: het hoofdkantoor te Amsterdam, het landelijk verkoopcentrum te Zeist, het technisch distributie- en servicecentrum te Weesp en het klantentrainingscentrum te Rotterdam.
"Advertentie". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/11/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027826:mpeg21:p025