iSSEN. 27 nov. — Voor de derde maal in korte tijd f t de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) gas " '—in de Noordzee. lhan s is in blok L 13, ongeveer 45 kilometer ten noord. van Den Helder, aardgas aangetroffen. Voorlopige ijegeveiis wijzen volgens de maatschappij op een gasjï ve van „enkele miljarden kubieke meters". Volgens woordvoerder van de NAM is de vondst beslist kleien tien miljard m3.
In dit gebied waar de NAM nu opnieuw succes heeft geboekt is al een hele reeks andere gasvondsten ook in de aangrenzende blokken K 14, K 15 en L 14 gedaan. Het gaat in dit gebied (het zg. schervenplateau) volgens de NAM om allemaal kleine gasstructuren die niets met elkaar te maken hebben. Wel heeft een boi#ig in 1974 in het oostelijk deel van het aangrenzende blok K 15 een gasvoerende structuur aangetoond, die zich tot in L 13 voortzet. Naar aanleiding van die ontdekking werden in april van dit jaar winningsvergunningen aangevraagd voor de blonken K 15 en L 13. Bij de NAM ziet mén de huidige reeks van gasvondsten als toeval. „We zijn een tijdlang minder gelukkig geweest maar nu ineens hebben we kort acnter elkaar op enkele plaatsen succes." De huidige vondst (in 1970 werd in het blok L 13 al voor de. eerste maal gas aangetroffen en pas eind volgend jaar wordt er in dit blok opnieuw geboord) ligt zeer gunstig ten opzichte van de pijpleiding van Noordgastransport. Deze leiding die onlangs klaar is gekomen loopt van het blok K 13 naar Callantsoog en doorkruist daarbij blok L 13 waarin thans gas is gevonden. Het gas kan, indien de hoeveelheid winbaar blijkt, dus via deze leiding worden afgevoerd. De concessie voo' - blok E 13 is behalve van de NAM in handen van Netherlands CitiesService, LL & E (Netherlands), Marathon Petroleum Netherlands, Signal en Oranie-Nassau. De huidige tweede boring in blok L 13, uitgevoerd door het booreiland „Explorer", vond gas in een andere structuur dan bij de eerste vondst in '70. De NAM blijft overigens wat haarzelf betreft op een totale verwachte gasreserve in de Noordzee van 200 miljard m 3 , waarvan thans ca. de helft bewezen is. De totale niet bewezen reserves in het Nederlandse deel van de Noordzee en in Groningen zijn, zoals minister Lubbers onlangs heeft meegedeeld. geschat op 585 miljard m 3 .
In de blokken K 14. K 15, en L 14 zijn gasputten en gasvelden aanwezig. Daar is nu de laatste vond in blok L 13 bijgekomen. De pijpleiding naa r Callantsoog loopt er vlak langs.
"NAM vindt weer gas in Noordzee". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031574:mpeg21:p009
"NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031574:mpeg21:p009
•gX HAAG, 27 nov. — De toer is in september in waarredaald. Volgens de voorlojgeaevens van 't CBS beliep uitvoer in september (uitgederd de uitvoer naar België LuxembUrg) ƒ 6.39 miljard, fen ƒ6 ,65 miljard in septem; van het vorige jaar. Dit neer op een daling van procent. De uitvoerprijzen «n gelijk aan die van sepjber van het vorige jaar. 3e invoer beliep in september 7 miljard, tegen ƒ6,69 in ilember 1974. (ANP) 0
"itvoer september edaald". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031574:mpeg21:p009
|N HAAG, 27 nov. — Het 3!a! aanvragen om werktijddcorting was in de eerste acht landen van dit jaar viermaal groot als in dezelfde periode i 1974 : 20.800.000 uren tegen JO.OOO. Deze cijfers heeft miter Boersma (sociale zaken) teravond in het Kamerdebat er zijn begroting bekend gefan het totale aantal uren "1 de metaalindustrie 40 pet. >r haar rekening, de textiel pet., de chemische industrie pet. en de papierindustrie Bet aantal overwerkvergunJgen zal volgens de minister jaar 20 a 25 pet. lager zijn n in *974. Het aantal overuren droeg in 1974 8,2 miljoen, onteer 0,5 pet. van de industriële ^gelegenheid. (ANP)
"antal aanvragen erktijderkorting in '75 iermaal zo hoog in '74". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031574:mpeg21:p009
Groeten uit Spanje ^avonturen van Hollander ,' e ' en a ndere landgenoten in v ,P aa nse burgeroorlog, ^ten tegen Franco en tegen ^ooggetuigen: Jantiene ïni s ' n de Sahara: de ■ 0Ze mars voor Hassan; Jan e rs in Amerika: de in het Paradijs verdwaald; Gerard Jacobs in Libanon: bordjes "Pas op, sluipschutters!". Portret: Meester Eddy Bruma, de sterke man van Suriname. Interview: Willem Nijholt over de pers ("Een criticus dat is een eunuch"), zijn vak ("Ik word in dit land onderschat"), sex ("Jezus is mijn eerste en enige minnaar") en Sonneveld ("Dat lijk wordt al genoeg schoongepikt"). En altijd: hufltar van Kooten en Campert, satire van Bob Polak, verhalen van Eelke en commentaren van Hofland en Brugsma. HP: voor 2 gulden overal verkrijgbaar. Of bel voor een abonnement: tel. 020-248529. Ü 12 z>c 2C F
"Advertentie". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031574:mpeg21:p009
Nieuwsanalyse door A. F. van Zweoden
Ïl^AG, 27 nov. — Op Wein Cen nieuw . aanzienlijk °" 0m en'tot m deI k , omen drie ^itzUii c ' eoncIu s:e dat de heid jl voor d e werkge: jaren ' 0I ? S land de komenDe ,J veini S bemoedigend ie ei vari de produktie ' lf iden hu ende jaren '-'•eer be" ' 'fel, D;t gevolg «i hJl 0U Jven. D tuis *■ * act oren ir :,t zal - u,o , de geringe h'dhanrioï Ult gaan van de ! s; s d? Q . en in de tweede Niveau 6en ^ aag ' n vesteW en een hoog blij— ' n <5? reële arbeids>' ^ntaTi., iging gedurende 'het a.iitT 1 is no °dzakelijk °S klr>h! ar beidsplaatsen * ft r ' e ^ten worden. M t Hartog, prof. dr. T* • w . Van Tri , van * 1,cuue n O" :huis houdU„d reniging 8esehi-„,. nd e een voor preadK^schrpvovTT v P^auv' r Amri ^ op 13 de " [„ j^andeid. m zal wor " irt ec °nom( d n Vie w_ ^ el:,ben de ze > en t*" Den van l "' beiden mede• 9U ' e ®rdpr •, aa ' ™ de e niodel legt de verbindingen
tussen het jaargangenmodel, de loon- en prijsvorming en de bestedingen. In de analyse wordt nu niet alleen meer htt verband onderzocht tussen vervangingsinvesteringen tn werkgelegenheid, maar dit wordt nu bezien in de context van het „totale" gebeuren in onze economie. Daarmee wordt een goed deel van de kritiek op het jaargangenmodel ontzenuwd. Uitgangspunt van het jaargangenmodel is, dat een machine onrendabel wordt, Indien de bruto opbrengst die met deze machine kan worden verkregen niet meer toereikend is om de loonkosten goed te maken. In dat geval wordt de machine afgestoten om te worden vervangen door een apparaat dat minder mankracht vraagt. Den Hartog en Tjan hebben aangetoond dat de ontwikkeling van de reële arbeidskosten (de verhouding tussen de opbrengst van de produktie en de loonkosten) van groot belang is voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid. Veranderingen in deze grootheid zijn een gevolg van wijziging in de loonsom per man en de prijs van de produktie van bedrijven. De onderzoekers hebben de
voorspelbaarheid van hun model geverifieerd aan de hand van de werkelijke ontwikkelingen in de jaren 1960—73. Zij trekken daaruit de conclusie dat het model een aanvaardbare stylering van de werkelijkheid biedt, zodat het zich leent voor de bestudering van varianten ten opzichte van een centrale projectkvoor 1975-80. Vanaf 1971 is de werkgelegenheid in ons land met ongeveer 37.000 man per jaar afgenomen. De drie economen noemen de ontwikkeling van de werkgelegenheid — bij een stagnerend aanbod van arbeidskrachten — zonder meer alarmerend. In feite is de nu al vier jaar lang dalende werkgelegenheid de belangrijkste oorzaak van de hoge werkloosheid van vandaag. De actuele werkloosheidssituatie wordt in hoofdzaak bepaald door een tekort aan arbeidsplaatsen. In de komende vijf jaar zal deze ontwikkeling verder bergafwaarts gaan. De bescheiden vooruitzichten voor de economische groei zullen niet bijdragen tot een vermindering van de nu al grote spanningen bij de verdeling van het nationale inkomen. Voer zover afwentelingsmechanismen en indexeringsclausules in deze sfeer onverkort
blijven bestaan zal het in de komende jaren veel inspanning vergen om de stijging van de reële arbeidskosten in toom te houden en niet te doen uitgaan boven de stijging van de produktiviteit. Beleidsvarianten De drie economen hebben met hun model een antwoord trachten te vinden op de vraag welke beleidsmaatregelen het best kunnen worden getroffen om de werkgelegenheid te vergroten. Zij hebben daarbij de volgende beleidsalternatieven onder de loep genomen: ■ meer materiële overheidsbestedingen, ■ loonmatiging, ■ meer bedrijfsinvesteringen, ■ devaluatie van de gulden. ■ verlaging van de indirecte belastingen en ■ spreiding van de werkgelegenheid. Verhoging van de overheidsbestedingen met een miljard
gulden per jaar drie jaar achtereen levert weliswaar meer arbeidsplaatsen en meer werkgelegenheid op, maar het resultaat is niet spectaculair. Loonmatiging door vermindering van de loonstijging met 1,5 procent gedurende drie achtereenvolgende .ren betekent in eerste aanleg lagere loonkosten per eenheid produkt en dus ook lagere prijzen van de afzet. De opbrengstprijs van de produktie daalt dan ook, maar minder dan de lonen. Het gecombineerde effect is dat de reële arbeidskosten dalen. Dit. leidt tot verlenging van de economische levensduur, zodat minder outillage wordt afgestoten en meer bestaande arbeidsplaatsen behouden blijven. Er treedt echter nog geen capaciteitsuitbreiding op ,omdat de vervangingsinvesteringen ten gevolge van de verlenging van de economische levensduur afnemen. Na drie jaar zijn de winsten zoveel toegenomen, dat deze via
meer investeringen uitbreiding van (je arbeidsplaatsen mogelijk maken. De particuliere consumptie neemt af als gevolg van de loonmatiging, maar dat gaat niet ten koste van de produktie omdat door de prijsdaling de uitvoer kan toenemen en de invoer daalt. Stimulering van de investeringen door middel van investeringsfaciliteiten levert meer arbeidsplaatsen op, maar als dat niet gepaard gaat met loonmatiging, leidt het oplopen van de arbeidskosten er toch weer toe, dat de winsten lager uitvallen en er omvangrijke verliezen aan arbeidsplaatsen optreden als de impuls is uitgewerkt. Devaluatie van de gulden heeft per saldo geen effect op de werkgelegenheid maar wakkert wel de inflatie aan. Belastingverlaging Een uitstekend middel om nieuwe arbeidsplaatsen te creeren en tegelijk het tempo van de inflatie af te remmen is een verlaging van de indirecte belastingen waardoor de consumntiepriizen drie jaar achtereen 0,5 procent per jaar zouden kunnen dale». Dit komt overeen met een verlaging van het hoge en lage
BTW-tarief met resp. 1 procentpunt en 0,25 procentpunt'. Het onmiddellijke gevolg daarvan is een grotere consumptie. Het indexatie-mechanisme van de lonen impliceert bij lagere prijzen lagere kosten. Daar het negatieve prijseffect van de indirecte belastingverlaging niet relevant is voor de opbrengstprijs van de produktie, maar wel voor de loonontwikkeling, blijkt de verlaging van de reële arbeidskosten die de maatregel oplevert groot te zijn. Het resultaat is een verlenging van de economische levensduur van outillage en behoud van een groter aantal arbeidsplaatsen. Arbeidstijdverkorting op zich is niet toereikend, zo blijkt uit het model, om een tekort aan arbéidsplaatsen op te heffen. Om dat te bereiken zijn maatregelen nodig, gericht op een verdeling van potentiële werkgelegenheid over een groter aantal personen en met behoud van produktie en produktiepotentisel (spreiding van werkgelegenheid). De drie onderzoekers hebben nagegaan wat de gevolfen ziin van een verlenging van de kapitaalcoëffic'ënt (een langere werktijd van outillage ) met 6 procent. In de eerste twee jaar neemt h et aantal arbeidsplaatsen
snel toe. In het derde jaar treedt zelfs een tekort aan arbeidskrachten op. De lonen worden sterk opgedreven en het mechanisme van vermindering van het aantal arbeidsplaatsen en sterk toenemende vervangingsinvesteringen gaat dan weer werken. De werkgelegenheid komt echter nog niet onder grote druk te staan. De drie economen zien een mogelijkheid voor loonmatiging door gedeeltelijke opschorting van de prijsindexering, tenminste als men niet terug wil naar het systeem van algemene loonronden. Hun voorkeur gaat echter uit naar verlaging van de indirecte belastingen, mede omdat in dat geval het indexeringsmechanisme bij de loonvorming onverkort kan worden gehandhaafd. Op grond van hun analyse komen Den Hartog, Tjan en Van de Klundert tot een keus uit drie alternatieve beleidsmaatregelen: of loonmatiging, of meer bedrijfsinvesteringen of verlaging van de indirecte belastingen. Pas op de tweede plaats komt „spreiding van werkgelegenheid". De overige beleidsvarianten (meer overheidsbestedingen en devaluatie) zijn onvoldoende effectief.
"Drie topeconomen: loonmatiging in komende jaren noodzakelijk". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031574:mpeg21:p009
DEN HAAG, 27 nov. — Voor het grootste deel van de mensen is het moeilijk om de juiste onkomensverdeling te schatten. Wat de hogere inkomens betreft heeft men over het algemeen een te positief beeld over het percentage van de werkende bevolking dat de hogere inkomens verdient. Eenderde van alle ondervraagden schat de netto-bedragen redelijk juist. Wat de lagere inkomens betreft zijn er evenveel mensen te optimistisch als te pessimistisch in hun schattingen. Wat de hogere inkomens betreft heeft men over het algemeen een te optimistisch beeld van het netto-inkomen. Deze gegevens staan vermeld in „Een boekje over inkomens". Dit werkje bevat de resultaten van een steekproef die het Verbond van Nederlandse Ondernemingen in juni-juli onder 2268 personen van 15 jaar en ouder heeft laten houden. Een andere algemene conclusie
is dat de meerderheid van alle ondervraagden de ingehouden bedragen (belastingen en sociale premies) voor de lagere inkomens te hoog vindt. „Voor de hogere inkomens treden meer detailleringen op. Naar inkomensgroepen is wel sprake van enig verband, doch van een grote nivelleringsdrang is geen sprake, althans niet uit de beantwoording van deze vingen op te maken." Op de vraag, wat men in het a'gemeen vindt van de verschillen in inkomens, heeft 71 procent van de ondervraagden geantwoord dat zij die te groot vindt. 22 procent acht ze voldoende, één procent te klein en zes procent zegt het niet te weten. In antwoord op de vraag, hoeveel dat maximuminkomen dan netto zo'i moeten bedragen per jaar, zei achttien procent: ƒ 42.500 of minder. 17 procent ƒ42.500 tot ƒ62.500, 14 procent ƒ 62.500 of meer, vier procent
antwoordde: „weet niet" en „niet v^oor wettelijk maximum'' verklaarden zich 47 procent. Het VNO tekent bij de resultaten van het onderzoek onder meer aan: „Wat vooral uit het onderzoek blijkt, is dat de mensen vaak een uitgesproken mening hebben en tegelijkertijd een geringe feitenkennis". Voorts merkt het verbond op dat er een aantal overheidsmaatregelen op stapel staat en dat er veel meer in overweging zijn. Zij zullen de inkomensverhoudingen heel anders maken. „Als wij ingrijpend aan de inkomens en aan de inkomensverhoudingen gaan sleutelen, dan sleutelen wij dus aan onze samenleving. Als wij functies anders gaan waarderen, dan wij tot nu toe deden en de beloningen voor die functies in aansluiting daarop gaan wijzigen, dan beïnvloeden wij een inkomensverdeling die niet bij toeval tot stand is gekomen."
"Misverstanden rond hoge inkomens". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031574:mpeg21:p009
Door onze correspondent ISTANBOEL, 27 nov. — Na een staking van bijna drie en een halve maand zijn de arbeiders op de Philipsfabriek bij Istanboel vanmorgen weer aan het werk gegaan. Gisteren reeds was het tentenkamp voor het gebouw, waar de stakingswacht huisde, samen met alle spandoeken („Weg met het buitenlands kapitaal", „Het fascisme komt er niet door" en andere) opgeruimd, en de sfeer aanmerkelijk opgeklaard. De arbeiders krijgen 5,5 lire (bijna een gulden) loonsverhoging per uur, nadat maandenlang 6 lire was geëist en 4,5 geboden. Deze zal met terugwerkende kracht ook worden uitbetaald over de periode 1 mei tot 14 augustus, maar niet over de stakingsperiode, zoals aanvankelijk geëist. De verhoging van bepaalde uitkeringen blijft dichter bij de voorstellen van de directie, terwijl de eisen betreffende werktijdverkorting (o.a. een 40-urige werkweek in plaats van de nu geldende 45) in het geheel niet worden ingewilligd. Op grond van de verworven loonsverhoging wordt het resultaat echter tot overwinning uitgekreten door de organiserende vakbond, de marxistisch georiënteerde DISK. die wedijvert met de grotere, overkoepelende maar a-politieke Türk Isj. — Computers bij GAB's. Begin '76 zullen de gegevens van alle werkzoekenden door een computer worden verwerkt. Dan kunnen bij de GAB's vraag en aanbod automatisch worden vergeleken.
"Staking bij Philips-Turkije beëindigd". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031574:mpeg21:p009
Het Russische schip de Gorizont van 4400 ton is gisteren in het Kanaal gezonken na een ervaring met een Marokkaans vrachtschip. Op de achtergrond is een ander Russisch schip te zien dat de wacht houdt. (Foto AP)
"Het Russische schip de Gorizont van 4400 ton is gisteren in". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031574:mpeg21:p009
BRUSSEL. 27 nov. — In 1971 waren er in Nederland 66.100 mensen in de textielindustrie werkzaam, in 1974 nog maar 55.200, zo blijkt uit cijfers die de Europese Commissie heeft gepubliceerd. In Frankrijk werden in de eerste vier maanden van '75 3000 man ontslagen, in Engeland in het eerste kwartaal 5100 man. In Duitsland zijn tussen '71 en '74 91.500 mensen afgevloeid, in Engeland 65.500, in Italië 33.040, in Frankrijk 29.400, in België 14.558, in Denemarken 4000 en in Ierland 2400. (ANP)
"Textielindustrie: in '71: 66.100 man, in '74: 55.200". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031574:mpeg21:p009
RIJSWIJK, 27 nov. — Het personeel van Peelt en Cloppenburg-Lampe wil ook zaterdags blijven werken. In een brief aan de Tweede Kamer zegt de ondernemingsraad van dit kledingbedrijf na een enquête onder het personeel tot de conclusie te zijn gekomen dat een verplichte zaterdagmiddagsluiting. zoals een deel van de Kamer die wil, geen goede'zaak is. Als belangrijk punt kwam, aldus de brief, uit de enquête naar voren dat het werken op zaterdag wordt gecompenseerd door andere vrije dagen via de vijfdaagse werkweekregeling en door de acht extra vrije dagen, die ook aansluitend aan vakanties kunnen worden opgenomen. Bovendien vindt de ondernemingsraad van het bedrijf de uit een zaterdagmiddagsluiting voortvloeiende ontslagen een onaanvaardbare zaak.
"Personeel P & C wil zaterdags blijven werken". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031574:mpeg21:p009
PARIJS, 27 nov. — Het Franse kabinet heeft gisteren een wetsontwerp goedgekeurd voor pensionering op het 60ste in plaats van op het 65ste jaar van mensen die lang zwaar werk hebben verricht. In totaal zou deze maatregel in het begin 60.000 arbeiders en op den duur twee miljoen Fransen ten goede komen. Wie minstens vijf van de laatste 15 jaar zware handenarbeid heeft verricht kan straks op zijn 60ste een normaal pensioen krijgen. Voorwaarde is dat hetr gaat om continue of semicontinue zware arbeid aan de montageband, aan open ovens of in de buitenlucht. Ook moeders met minstens drie kinderen, die negen jaar in loondienst handenarbeid hebben verricht voordat én van de kinderen 16 jaar werd, komen in aanmerking voor vol pensioen od hun 60ste. Voorwaarden zijn dat de vervroegd gepensioneerden niet weer bij hetzelfde bedrijf kunnen gaan werken en dat mannen en vrouwen resp. 42 en 30 jaar premies moeten hebben betaald.
"Bij zwaar werk eerder pensioen in Frankrijk". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031574:mpeg21:p009
DEN HAAG, 27 nov. — In oktober 1975 werd volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek met de bouw van 10.721 woningen begonnen, tegen 9.021 in oktober 1974. Het aantal voltooide woningen bedroeg in oktober 1975 11.751 (waarvan 6.287 of 54 procent huurwoningen) tegen 13.177 (waarvan 6.857 of 52 procent huurwoningen) in dezelfde maand van 1974. In de periode januari tot en met oktober 1975 werd met de bouw van 92.561 woningen begonnen tegen 96.044 in de overeenkomstige periode van 1974. Voltooid werden 99.255 woningen tegen 120.951 in de periode januari tot en met oktober 1974. (ANP)
"In oktober met meer woningen begonnen". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031574:mpeg21:p009
DOOR E. DAMEN Is de economische wetenschap bezig onopvallend in een soort theologie over te glijden? Ge kunt dan zeggen dat we met de economische wetenschap al zóveel hebben doorgemaakt dat zoiets er ook nog wel bij kan. Een kennelijk niet gering aantal geleerden gelóófd (denkt, verwacht, meent) dat de conjunctuur wel verbetert wanneer de lonen goed in bedwang worden gehoudn. De vakbeweging gelóóft daar niets van, maar de ondernemers hebben er het volste vertrouwen in, hoewel ze geen garanties kunnen geven dat bij stabiliteit van de lonen de investeringen zullen toenemen en de werkgelegenheid stijgt. De overheid in Nederland (Engeland, West-Duitsland) lijkt aan de kant van de geleerden te staan en daarmee — althans in dit opzicht — volledig achter de patroons. De vakbeweging heeft gezondigd en moet nu boete doen. Het boetekleed siert den mens, zeiden de oude theologen, maar bij die groep stond de ascese hoger aangeschreven dan de esthetica. De discussies dreigen langzamerhand het karakter te krijgen van godsdiensttwisten met moderne moraal-theologie als inzet over de vraag wie de grote zondaars zijn. Zondaars vrienden, zijn we allemaal. Het is alweer een paar jaar geleden dat de Groningse hoogleraar dr. J. Pen dat eens uitgebreid heeft uitgelegd, ledereen is schuldig wat de inflatie betreft, want de hebberigheid ligt in de menselijke natuur ,niet alleen in die van de ondernemers. Pas toen de collectieve sector zich ruim vijftien jaar overbesteding had veroorloofd, werden in het begin van de jaren zestig (loonexplosie) de werknemers baldadig. De collectieve sector kwam daardoor niet tot inkeer, maar ging voort een steeds groter beslag op de nationale middelen te leggen. De recessie dwingt tot hervorming en een der voorlopers van die hervorming leek Duiscr.berg deze week, uitgerekend in Limburg waar de (echte) Hervorming nog altijd in een niet zo best blaadje staat. Hartstochtelijke hervormers om het volk weer op het pad der deugd te brengen,
zijn er niet. Want, waar is de fiscale Melanchton? Waar de deflatore Calvijn? Waar de sociale Luther? Misschien wordt juist met de lonen en de vakbeweging wel de minst zondige (de hongerige arme die een brood steelt) met de vinger nagewezen. Neen nu de tollenaars, v&arvan Duisenberg de hoogste baas is. Als de ondernemer een winst maakt van f 1000 pakt de fiscus daarvan rond f450. Verlaag het
percentage van de vennootschapsbelasting tot 35 procent. Op basis van de gangbare kostprijscalculatie ('de helft is voor Piet') stijgt de winst dan met 20 procent tot f 1200. Daarvan is de belasting bij 35 pet tarief f420 en het "offer" (voor 'Piet') is f30 ofwel 6,7 pet. Zou de keizer dan niet meer krijgen wat des keizers is? Het scheelt dan wel niet veel aan overheidsinkomsten, maar het scheelt evengoed. Vroeger vielen er hele kabinetten over de dekking van een paar honderd miljoen , maar tegenwoordig is ook bij budgettaire tekorten enige schaalvergroting opgetreden. Bovendien bleek intussen uit 9 maanden fiscale cijfers dat vennootschapsbelasting op aardgaswinsten en btw op de particuliere bestedingen wel wat opvangen. Er wordt hier geen uit de tijd geachte "Volle Aflaat" voor de vakbeweging bepleit, maar een verlichting der lasten van de patroons, in het goede gezelschap der geleerden, maar dan met wat meer aansprekende gewone boekhoudersmethoden. Vermoedelijk — de mens kenne zijn grenzen — is deze «amenleving al té hoog ontwikkeld om met eenvoudig boekhouden tot een succes te maken, wat met hogere economie gegarandeerd mislukt. We blijven zondaars.
"Allemaal zondaars". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031574:mpeg21:p009
ROTTERDAM, 27 nov. — Nederland helpt Indonesië met de opbouw van haar binnenlandse scheepvaartverkeer. Op verzoek van de Indonesische regering hebben Nederlandse scheepvaartdeskundigen een rapport opgesteld waaruit onder meer blijkt dat, wil dat land het vervoersaanbod tegen het einde van deze eeuw kunnen verwerken, er voor ƒ 5,7 miljard in nieuwe havens en schepen geïnvesteerd moet worden.
Met de uitvoering van het programma dat uit het rapport is gerold is inmiddels al een begin gemaakt. Volgens de directeur-generaal scheepvaart van het ministerie van verkeer en waterstaat, drs. J. J. Schuld, die het onderzoek leidde, gaat het hier om het grootste scheepvaartproject dat Nederland in de ontwikklingslanden heeft. Tot nu tog^'is al ƒ 5 miljoen uit de ontwikkelingshulppot aan het onderzoek en de begeleiding van de uitvoering uitgegeven. Nederland is financieel niet betrokken bij het hele project. Het geld dat voor de uitvoering van het meerjarenplan nodig is moet van de Wereldbank komen, aldus drs. Schuld. Volgens hem is een van de grootste problemen de overdracht van kennis. Indonesië heeft groot gebrek aan middenkader. In 1979 zal het land moeten beschikken over 7780 bemanningsleden, onder wie 1500 officieren. Daarom mc%t de Indonesische regering veel aanr dacht besteden aan de opleiding van deze mensen, aldus het rapport. De basis van het rapport is de te verwachten uitbreiding
van de handel tussen de Indonesische eilanden. Tegen 1980 verwacht de heer Schuld een vervoersaanbod van 976.000 passagiers en 12 miljoen ton goederen. Daarna zal het vervoer stijgen tot 1990 met 12 procent tot 2,2 miljoen passagiers en 39,3 min. ton goederen. Vloot De huidige binnenvaartvloot van Indonesië bestaat uit 187 schepen, waarvan er 60 moeten worden vernieuwd en 80 uit de vaart moeten worden genomen. Over enkele jaren moet de staatsrederij kunnen beschikken over 265 schepen. De opstellers van het rapport stellen de bouw voor van drie nieuwe scheepstypes, waarvan er 134 in 1979 klaar moeten zijn. Hiermee is ƒ 875 min. gemoeid. Daarna zullen er nog 400 schepen bij moeten komen. Dit vergt een totale investering van ƒ 2,8 miljard. Waar de nieuwe schepen gebouwd zullen worden, staat nog niet vast. Indonesië beschikt niet over de nodige werfcapaciteit. In Nederland is inmiddels een ontwerp gemaakt van een nieuw type.
"Indonesië investeert miljarden in vloot". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031574:mpeg21:p009