NRC Handelsblad

Door onze politieke redactie DEN HAAG, 22 nov. j C r Duisenberg van »cefl dc Tweede sile:'i-chtend duidelijk — Minisfinancicn Kamer vangemaakt dat amendementen op de verho;ing van de huurwaarde voor •igen woningen en de vermogensjelasting voor het kabinet „buiengewoon zwaar" zullen wegen, ie minister stond erop dat er jeen gaten in het dekkingsplan vallen en dat de mogelijkheden i-oor compensatie van geringere belastingverhogingen te voorzien moeten zijn. De Kamer zal actief moeten meedenken om de soliditeit van de dekking van de bcgroting-1974 te bewaren. De minister deelde verder mee dat volgens de laatste ramingen dc totale belastingdruk n 1974, rekening houdend met de ngevoerde investeringsaftrek, tal stijgen met 0,5 procent. Verler maakte dr. Duisenberg duileljjk dat de komende jaren een accentverlegging zal moeten Diaatsvinden in de richting van ie indirecte belastingen. Minister Duisenberg hield dc mogelijkheid open dat de inflas-liecorrectie in de jaren na 1974 vel i in ue jaren na I zal kunnen doorgaan.

advertentie van Hansnel Als je alleen op de wip gaat zitten bli jf je beneden;-een zwaardere partner brengt je omhoog Conclusie: Kies een reclamebureau dat zwaar genoeg is. ;> HANSNEL-RECLAMEMAKERS-RIDDERKERK Telefoon 01S04-1SS8S* Telex 23642 Bel of schrijf naar Chris Broere •yO

Zie ook mens en bedrijf Pag. 7: Hoofdartikel „Autoloos"

— Prof. mr. A. Mulder, secretaris-generaal van het ministerie van justitie, is benoemd tot grootofficier in de Kroonorde van België. De heer Mulder, hoogleraar in Amsterdam, is lid van de Belgisch-Nederlands-Luxembrugse studiecommissie tot eenmaking van het recht.

Een eenvoudige balpen een schaar en een envelop zijn voldoende om te doen wat u eigenlijk al vaker van plan was. Precies: deze bon gebruiken. Wij zullen hem met genoegen ontvangen, welk hokje u ook invult. Waarom niet eens begonnen met het bovenste? ja ik wil best □ NRC Handelsblad vier weken op proef, voor de halve prijs (f6,15) □ kwartaalabonnee worden k f 40,- per kwartaal Naam: Adres: . Plaats:. Ik maak nog geen geld over, maar wacht eerst uw bericht af. Deze bon in open envelop zonder postzegel naar NRC Handelsblad, Antwoordnummer 534, Rotterdam. U kunt ook bellen als u dat liever doet: 010-147211,tst. 3000 of 020- 239811, tst. 100. NRC HANDELSBLAD

Door een onzer redacteuren ROTTERDAM, 22 nov. — Burgemeester W. Thomassen van Rotterdam is, ondanks de oliecrisis, vol vertrouwen in de toekomst van de Rotterdaamse haven en in haar vermogen om, zoals in het verleden meer is gebeurd, te anticiperen op ingrijpende ontwikkelingen. „Ons denken dient niet te worden beheerst door een tijdelijke crisis", aldus de heer Thomassen, die er, na verontrustende berichten over de toekomst van Rotterdam, behoefte aan zei te hebben „rugdekking te geven aan de werkers in de haven".

De heer Thomassen vindt dat nationaal en internationaal overleg nog onvoldoende inzicht in de situatie heeft opgeleverd om er een oordeel over de positie van

de haven en de werkgelegenheid in dit gebied op te funderen. Dat is ook de reden waarom hij het ernstig betreurt dat Rijnmond begin deze week een nota heeft laten verschijnen met betrekking tot de verwachte gevolgen voor de arbeidsmarkt in 1980. De nota bevat naar zijn mening waardevolle elementen, maar schetst slechts de ontwikkeling gezien vanuit één bepaalde hoek. Ze zal moeten worden bezien te zamen met de resultaten van meer studie binnen de zogenaamde Esso-werkgroep, waarin Rotterdam en Rijnmond samenwerken. Hoewel met name de doorvoer van ruwe olie op de tocht kan komen te staan gaat het gemeentelijk havenbedrijf rustig verder met het berekenen van de kosten die aan verdieping van de oliegeul in de Noordzee tot 72 voet verbonden zijn. Havenwethouder Viersen is van mening dat Rotterdam er rekening mee moet houden dat het economisch denken in de olieaanvoer en -distributie weer z'n normale loop zal krijgen wanneer „de zaak politiek is gesetteld". Burgemeester Thomassen zei hierover: „De uiterst gunstige geografische positie van Rotterdam is een blijvend gegeven, ook in de toekomst". Hij acht het ondenkbaar dat in Rotterdam in het geheel geen olie meer zou worden aangevoerd, al was het alleen maar omdat er nog 36 miljoen ton per jaar wordt aangevoerd uit niet bij de boycot en de produktiebeperking betrokken landen. De mogelijke concurrentie van andere Westeuropese havens houdt het havenbedrijf wel bezig, maar ' tis er nog niet ernstig door verontrust. „Andere havens worden wakker door het succes van Rotterdam, maar dat is geen gevolg van de oliecrisis", aldus de heer Thomassen.

boor onze correspondent E. G. LACHMAN WASHINGTON, 22 nov. — De Verenigde Staten bestuderen ernstig in hoeverre z ij landen die, zoals Nederland, onder een totale Arabische olieboycot vallen kunnen helpen en hopen daarover volgende week uitsluitsel te kunnen geven. Dit heeft de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Kissinger, gisteren op een persconferentie bekendgemaakt. Kissinger waarschmvde dat de Verenigde Staten genoodzaakt zouden zijn „tegenmaatregelen' te overwegen als het Arabische olie-embargo edelijk en voor onbepaalde tijd "zou voortduren. onAan

zijn opmerking dat Washington bestudeert hoe het de landen die door de Arabische actie kwetsbaar zijn te hulp kan komen voegde de Amerikaanse minister wel dreigend toe dat die landen dienen te overwegen of zij meer tot de vrede en dus oplossing van het olieprobleem bijdragen door geïsoleerde acties danwel door zo nauw mogelijk samen te werken met de vredespogingen van de Verenigde Staten. Op een vraag van mij na afloop van de persconferentie antwoordde de minister dat de door de Nederlandse regering ondertekende verklaring der negen Europese landen op 5 november, die hier als een München voor Arabische chantage werd opgevat, als een door hem bedoelde geïsoleerde actie moest worden gezien. De verklaring der Negen werd hier zowel om de inhoud als om het tijdstip als een Europese capitulatie voor Arabische chantage beschouwd, die niets goeds voorspelt voor de Europese standvastigheid bij verdediging van de gezamenlijke veiligheid in andere omstandigheden en die bovendien Europa geen olie opleverde maar alleen blootstelde aan verder? chantage. In de verklaring werd aangedrongen op beëindiging van de territoriale bezetting door Israël, terwijl volgens de Verenigde Staten de enige mogelijkheid tot vrede in grenscorrecties ligt. Bovendien werd in de Europese verklaring zonder meer terugkeer

naar de niet bestaande bestandslijnen van 22 oktober geeist, een voor Israël niet aanvaardbare Egyptische voorwaarde, terwijl juist op dat ogenblik Kissinger in Kaïro hierover een compromis met Egypte uitwerkte Gesprek Kissingers verklaring over eventuele hulp kwam in antwoord op een vraag over zijn gesprek met de vertegenwoordigers van de grote Amerikaanse olie-ondernemingen en eventuele Amerikaanse hulp aan Japan. „Minimaal", aldus de minister, „hebben wij de plicht ernstig te bestuderen wat we kunnen doen om de moeilijkheden te verzachten die zijn veroorzaakt door een politiek waarvoor de oorlog verantwoordelijk is, zoals in het geval van Nederland, of door stationering van Amerikaanse troepen, zoals in het geval van Japan. We bekijken dit probleem nu zeer ernstig en hopen een positie te formuleren begin of midden volgende week." Later zei de minister nog: „De mate waarin wij onze energiebronnen delen met andere landen is een zeer ingewikkelde zaak, en naarmate dat delen breder wordt gezien wordt het moeilijker. „Maai aangaande precieze behoeften zoals in het geval van Nederland en Japan is nauwPag.

5: Vervolg

Hulp van VS

Vervolg van pagina 1

keurige studie nodig. De tweede vraag is de houdin? die de meer kwetsbare landen in deze crisis moeten aannemen. Met alle begrip voor hun kwetsbaarheid moeten zij overwegen of zij door geïsoleerde acties meer tot een vredesregeling bijdragen waarvan tenslotte de uiteindelijke oplossing van het probleem afhangt, of dat een betere koers zou zijn zo nauw mogelijk met ons samen te werken in de verantwoordelijke pogingen die wij trachten te ondernemen." Uit Kissingers woorden was hier duidelijk dat gedacht wordt aan een verdeling van de beschikbare olie door de grote maatschappijen onder Amerikaanse auspiciën onder de landen die het meest getroffen zijn, eventueel uit Zuidamerikaanse bronnen aangezien de Verenigde Staten zelf voorlopig deze win- v ter met een tekort zitten dat allerlei noodmaatregelen hier nodig maakt. Breuk Verder bleek ook uit Kissingérs scherpe afwijzing van iedere Arabische chantage hoe hij over de Europese houding denkt en over de ernstige breuk in de Amerikaans-Europese verhouding door d2 crisis in het t Midden-Oosten. De Verenigde Staten konden nog wel begrip opbrengen voor acties tijdens de oorlog waardoor de partijen en hun vrienden trachtten te demonstreren hoe ernstig zij de situatie zagen. Maar nu de Verenigde Staten hadden beloofd ofa ^ e ^§heidsraadresolutie nr. ~ 2 (uit 1967) uit te doen voeren dienden de landen die economische druk uitoefenen op de Verenigde _ Staten te overwegen of het juist was zulke stappen te doen terwijl vredesonderhandelingen werden voorbereid en nog meer wtanneer deze op gang komen. Onze koers zal niet worden beïnvloed door zulke druk. De •^rabische leiders kunnen ons en redelijke gelegenheid geen als er onderhandeld wordt m te zien wat onze bijdrage voor een vrede kan zijn. Of ze

Spanningen kunnen tegenover ons precieze eisen formulieren met daarachter economische druk. Aan deze tweede procedure kunnen we niet toegeven. Wanneer de druk doorgaat op onredelijke en onbeperkte wijze dan moeten de Verenigde Staten nagaan welke tegenmaatregelen ze eventueel moeten nemen. We zouden dit met grote aarzeling doen en we hopen nog steeds dat de zaken dat punt niét bereiken, aldus minister Kissinger. Over de breuk in de Atlantische eenheid meende Kissinger in het kort het volgende. De Atlantische'verhouding bleef het kernelement in de Amerikaanse politiek. Wanneer de vrije landen in de alliantie hun onderlinge verhoudingen niet konden regelen was het moeilijk te zien hoe zij de mondiale problemen konden aanpakken. De ernstige moeilijkheden van de laatste weken waren echter niet incidenteel, maar toonden spanningen die al het hele jaar duidelijk waren. Er waren wel speculaties of er gebrek aan consultatie was geweest. Maar, aldus Kissinger, het kernfeit is dat de landen die het meest geconsulteerd werden de moeilijkste bleken en dat zij het beste samenwerkten die het minst waren geconsulteerd. De treurige conclusie was dat sommige van onze Europese geallieerden hun belangen zo anders zagen dan die der Verenigde Staten dat zij bereid waren met de Verenigde Staten te breken over een zaak van zeer ernstige internationale gevolgen die, zoals we geloven, ook voor henzelf grote gevolgen had." Dat alles had alleen maar de juistheid getoond van zijn initiatief in april waarin hij om nieuwe definities van de alliantie vroeg. Hij meende dat op de ministeriële vergadering van de NAVO op 10 en 11 december gelegenheid zou zijn constructief en open over deze zaken te spreken met de opzet om nieuwe vitaliteit in de Atlantische verhoudingen te brengen.

binnenland 3 KVP en AR opnieuw in botsing met kabinet over huurwaarde eigen woning WD grote winnaar van verkiezingen in Amersfoort buitenland 4,5 Nixon kan de rechter opnieuw geen opgeëist geluidsbandje tonen. Zie P a 9' 5. Daar ook: Jobert opvallend fositief tegenover de NAVO kunst (Waar gaat modern I toe? museum naar 1 oneelmuseum toont kostbare baln letprenten 'opinie

i^^" voorzitter Kok (foto): Ik zie tact som ' 3er ' n . en dat is geen if'' d . e weekbladen: Onzinnige natussen de mensen rr,e ns en bedrijf 9, 1 0, 11, c onomische zaken acht nog grote mogelijk 9asvondsten °P Noordzee Vokb aWeg |n g drjn g( gan op Euro _ aan Pak van energieprobleem top^ m k' enaar waarschuwt tegen toepassing van cadmium beurs 0 ' iereus naar Amsterdamse sport Amateui.„ Schotland sTk-f" 11 ® 3111 heerst na rust in Langlaufen 06 " Ve '® namen V00r mist

Omdat president Juan Peron van Argentinië door ziekte is verhinderd presideert dc vice-president, zijn vrouw Isabel de ministerraad. Hoewel officiële Argentijnse woordvoerders big ven spreken over een „verkoudheid" van de president blijkt uit het overbrengen vannacht van zeker drie zuurstofcilinders naar zgn huis dat de toestand veel ernstiger is. Regeringskringen in Buenos

Aires melden een lichte hartaanval. Volgens deze bronnen zou dc president 45 dagen volledige rust moeten houden en zal dc vice-president. zijn vrouw Isabel, in die periode het presidentschap waarnemen. Perons buren hebben gezegd dat een complete hartbevvakingseenheid in het huis van de 78-jarige president is opgesteld- Maandag bezocht Peron het buurland Uruguay

en vorige week ontving hij dc Boliviaanse president Banzer. Waarnemers beschouwen dc rol van Peron vitaal voor het bewaren van de sociale rust in het land. Te meer omdat er binnen zijn Justitionele massabeweging een bittere strijd tusen linkse en rechtse fracties wordt uitgevochten die zich tot een openlijke confrontatie zou kunnen ontwikkelen als El Lider zou overlijden. (Reuter)

Door een onzer redacteuren DEN HAAG, 22 nov. — Het wetenschapsbeleid moet met kracht worden gedemocratiseerd. Binnen de universiteiten is dit al op gang, daarbuiten nog niet. Er komt in de loop van het volgend jaar een beleidsnota, en daarvóór zal intensief overleg met de wetenschapsorganen en andere bij het wetenschapsbeleid betrokkenen, zoals ook het bedrijfsleven, worden gevoerd. Binnenkort krijgen allen een vraagstellingennota toegestuurd, waarin zij zich kunnen uitspreken ever de concretisering van de organisatiestructuur voor het wetenschapsbeleid. Dit. schrijft de minister voor wetenschapsbeleid, de heer F.

H. P. Trip, in een nota aan de Kamer. De nota geeft een overzicht van de wijze waarop hij het wetenschapsbudget 1974 wiï verdelen. Maar ook loopt hij al vooruit op enkele facetten von het beleid, waarover hij de volgende filosofie heeft ontwikkeld. Er moet een wisselwerking zijn tussen wetenschap en maatschappij, aldus de minister. De maatschappij zal een klimaat kunnen scheppen waarin wetenschappelijke creativiteit reële kansen krijgt; een klimaat ook waarin mensen volledig tot hun recht komen en de middelen optimaal worden benut. De wetenschap levert een belangrijke bijdrage tot de ontwikkeling van de maatschappij, door het verrichten van beleidsonderbouwend en voorbereidend onderzoek, verspreiden van informatie, signaleren van toekomstige ontwikkelingen en door innovatie. Deze wisselwerking, aldus de minister, is niet altijd optimaal geweest. Het soms ondoordacht toepassen van de resultaten van de wetenschap, de steeds grotere

complexiteit en „grootschaligheid" hebben de wetenschappelijke kennis onttrokken aan de beoordeling van de maatschappij in haar geheel. De begeerde democratisering van het beleid kan worden bereikt door intensievere communicatie tussen enerzijds de centrale overheid, anderzijds de onderzoekers zelf. De overheid zou zich moeten beperken tot een planmatig beleid op lange termijn, van een globaal karakter (dus slechts bij uitzondering ingaande op projecten), terwijl de onderzoekers zelf hun invloed meer op de projecten zouden moeten richten. Beide wegen moeten elkaar aanvullen en voeden. De onderzoekers zullen als wetenschappers hun eigen bijdrage kunnen leveren aan de verfijning en de uitwerking van de doelstellingen, zoals die centraal zijn geformuleerd. Daarbij hebben zij een deskundige inbreng bij de totstandkoming van die doelstellingen. Het parlement heeft het laatste woord.

Sportpagina: Vervolg

Contact overheid/wetenschap

Vervolg van pag. 1

Een andere verbeteringsmogelijkheid ziet minister Trip in meer overleg tussen overheid en bedrijfsleven met betrekking tot het wetenschapsbeleid. De overheid heeft voor onderzoek een budget van ca ƒ 1770 miljoen, het bedrijfsleven ruim ƒ 2000 miljoen. Het is duidelijk dat beide vormen van onderzoek elkaar nodig hebben, aldus de minister, en op elkaar moeten aansluiten; ook het onderzoek door het bedrijfsleven zal moéten worden gezien vanuit de betekenis die het heeft voor de maatschappij. Maar onderzoek in het bedrijfsleven zal, naar doelstelling beoordeeld, primair altijd functioneren binnen het bedrijfsleven zelf en tegen bedrijfsmatige instrumenten worden afgewogen. Het onderzoek door het be- - drijfsleven is voor 'het grootste deel niet afhankelijk van besluitvorming door de overheid; daarom is een intensief overleg met het bedrijfsleven een van de weinige mogelijkheden om invloed

uit te oefenen op het onderzoek door het bedrijfsleven. De overheid kan wel stimuleren, door het financieren van projecten, maar afremmen van onderzoek door de industrie dat niet in het belang is van de maatschappelijke ontwikkeling blijft moeilijk. Aan de basis Een belangrijke rol kunnen de wetenschappers die in het bedrijfsleven werkzaam zijn zélf spelen, afhankelijk van de vraag hoe relevant voor de maatschappij zij het werk vinden dat zij verrichten. Contact tussen onderzoekers van de door de overheid gefinancierde instituten en die van het bedrijfsleven, dat aan de basis in ons land altijd zeer intensief is geweest, kan veel bijdragen aan de gewenste overlegstructuur. Nodig onderzoek Over de doelstellingen voor het wetenschapsbeleid, die in de volgende nota dus uitvoeriger aan de orde zullen komen, zegt

minister Trip alvast het volgende: • versterking van de wetenschappelijke basis voor een structureel werkgelegenheidsbeleid; • onderzoek inzake de schaarste aan grondstoffen, energie, ruimte; 9 onderzoek naar problemen als wonen, verkeer en vervoer, onderwijs, vrijetijdsproblematiek, popularisering van de wetenschap, bevorderen van het zelf onderzoeken, het leren omgaan met de wetenschap; • onderzoek naar de mogelijkheden die schaalverkleining kan opleveren; A onderzoek naar gezondheid en inilieu, naar jeugdcriminaliteit, bejaardenzorg, specifieke problemen van de middenstand. Dan vergt het industriebeleid een grondig beieidsvoorbereidend onderzoek, evenals de vraag "hoe ziet Nederland er in de verdere toekomst uit?" Daarbij hoeft de wetenschap niet kant en klare oplossingen aan te dragen, maar veeleer alternatieven

te bieden waaruit beleidskeuzen kunnen worden gedaan. Manager Al deze onderwerpen moeten bespreekbaar aan het parlement worden gepresenteerd, en daarbij is een inventarisatie van het onderzoek dat al plaatsvindt dringend nodig. Dan ook zullen prioriteiten kunnen worden gesteld. I Bij het uit de publieke middelen gefinancierde onderzoek moet de overheid meer gebruik maken van directe stuurmogelijkheden; organisatiestructuren kunnen worden . aangepast, er dient te worden gestreefd naar het leggen van dwarsverbanden en het accentueren van multidisciplinaire benaderingen en dat alles tegen een achtergrond van de grootst mogelijke openbaarheid en interne democratisering. Minister Trip ziet als een van zijn belangrijkste taken deze managementfunctie ten aanzien van het door de overheid gefinancierde onderzoek te ontwikkelen.

Door een onzer redacteuren DRIEBERGEN, 22 nov. — Bij een reeks kettingbotsingen op rijksweg 12 (Den Haag-Utrecht) zijn vanochtend tien personen gewond geraakt. Het merendeel daarvan werd licht gewond. Beide rijbanen van de rijksweg werden urenlang gestagneerd; het verkeer werd zoveel mogelijk omgeleid.

Over de oorzaak van de kettingbotsingen kon de Algemene verkeersdienst van de Rijkspolitie vanochtend nog niets mededelen. De botsingen gebeurden omstreeks negen uur. Het mistte toen behoorlijk: gesproken wordt over een zicht van 50 a 200 meter.

Nadat de verkeersstromen waren omgeleid — in de richting Den Haag via Harmeien sn Woerden, in de richting Utrecht via Linschoten en Montfoort — waren vrij snel ambulances, brandweer- en kraanwagens ter plaatse. Rond het middaguur waren beide weghelften weer vrij voer het verkeer, zij het dat ter plaatse van de ongelukken nog langzaam moest worden gereden. Bij de botsingen waren zeker 25 auto's betrokken.

ti irk-^i~ n n / ELEKTROMOBIELEN voor stadsverkeer en intern transport SPIJKENISSE tel. 01880 -12266

BEIROET, 22 nov — De sjah van Iran is van mening dat de Arabische landen hun oliebeperkende maatregelen, genomen in verband met de oorlog in het Midden-Oosten, moeten intrekken. In een interview met het Libanese blad El Hawadess zei de sjah; "Gij hebt de oliekaart tijdens de oorlog met succes gespeeld, maar oorlogspolitiek verschilt van vredespolitiek. Nu gij de wapenstilstand, met het oog op een vreedzame oplossing hebt geaccepteerd, rijst de vraag waarom gij doorgaat met het achterhouden van olie en met vermindering van de produktie." Om deze reden zei de sjah niet te begrijpen waarom de Arabische olielanden de indruk wekken de wereld te willen uithongeren, en waarom Japan wordt gedwongen tot een vermindering van de industriële produktie. Volgens de sjah kunnen de Arabische landen de wapens — ook

het oliewapen — altijd nog opnemen als het huidige diplomatieke overleg niet tot vrede leidt. Japan Vanuit Japan komen, nadat de Arabische druk op dit land is opgevoerd, tekenen van een meer pro-arabische houding. Twee Japanse ministers hebben gisteren kritiek geuit op Israël. In het Japanse parlement verklaarden zij dat Israël het recht niet heeft troepen te legeren in bezette Arabische gebieden, en de minister van handel eiste terugtrekking tot de bestandslijn van 1967. Op premier Tanaka wordt druk uitgeoefend om een rondreis langs de Arabische oliestaten te maken. In de Verenigde Staten staat nog geen zondags-rijverbod voor de deur, maar beperking van de benzineverkoop op zondag wordt overwogen. Petroleumprodukten zijn inmiddels in de VS zoveel duurder geworden, dat het tot de grootste maandelijkse stijging van de kosten van levensonderhoud

in zeven maanden heeft geleid: met 0,8 procent. Consumentenkampioen Rflph Nader heeft becijferd dat er in Amerika 40 procent van de energie in feite overbodt{ wordt verbruikt. Hij oefende ook kritiek op het plan van president Nixon om het kernenergie programma te versnellen. „Technologische zelfmoord', aldus Nader. In Frankrijk is grote bezorgheid ontstaan nu blijkt dat ook dit land ondanks zijn speciale relaties met de Arabische wereld, de invloed van de oliebeperking niet zal ontlopen. Uitlatingen van de minister voor oliezaken van Koeweit, die Europa in een interview collectief verantwoordelijk stelde voor de stichting van de staat Israël, zijn daarvan mede een oorzaak.

Door onze correspondent drs. W. S. A. COLENBRANDER LONDEN, 22 nov. — Engeland, West-Duitsland en Nederland — de zogenaamde troika — hebben Frankrijk uitgenodigd deel te nemen aan de verdere ontwikkeling van hun ultracentrifugeproject voor de verrijking van uranium.

Het motief voor deze op 18 november in Parijs gedane stap is de overtuiging dat het centrifugeproces op de lange duur economisch goedkoper en technisch beter is dan het gasdiffusieproces. Bovendien heeft het het voordeel dat de capaciteit ervan geleidelijker kan worden opgebouwd dan die van het diffusieproces. Voorts heerst er bij de „troika" kennelijk de vrees dat als de EG tot steun aan het Franse diffusieproces zou besluiten, dit niet alleen zou kunnen leiden tot hogere prijzen voor verrijkt uranium maar ook tot verzoeken om financiële bijstand der lidstaten voor de verdere ontwikkeling zou kunnen leiden. Engeland, West-Duitsland en Nederland zijn het dus blijkbaar niet eens met de zienswijze van de Europese Commissie dat er in de EG een plaats voor twee stelsels zou bestaan. Controverse De controverse wordt deels veroorzaakt door verschillende toekomstverwachtingen. De drie van de „troika" geloven dat, nu

verschillende militaire opdrachten zijn afgewerkt en de vraag naar verrijkt uranium aanzienlijk minder wordt, de bestaande produktiecapaciteit in de Verenigde Staten, Rusland, Frankrijk en Engeland voldoende is voor de civiele behoeften aan verrijkt uranium tot in het midden der jaren tachtig. De Fransen menen echter dat al in 1981 een nieuwe behoefte zal ontstaan. Zij redeneren dat daarom dit jaar de beslissing moet worden genomen over de aanbouw van een nieuwe (Franse) diffusie-installatie die, als zij economisch rendabel wil zijn, een capaciteit van 9000 ton per jaar zou moeten hebben. De „troika" heeft daarentegen juist plannen aangekondigd voor de aanbouw van een centrifugeinstallatie die in 1976 een capaciteit van vierhonderd ton en in 1980 een capaciteit van tweeduizend ton zou kunnen hebben. Een aanvullend aspect van de controverse is dat de Fransen er minder been in zouden zien om eventueel bestaande Amerikaanse leveringscontracten te breken wanneer de Gemeenschap een te grote capaciteit zou ontwikkelen.

Door een onzer redacteuren ROTTERDAM, 22 nov. — De regering overweegt een verbod op het publiceren van statistieken die verband houden met de aanvoer van olie in ons land en de energie-situatie in het algemeen. Minister-president Den Uyl heeft vertegenwoordigers van Rotterdam in een recent gesprek laten weten dat met de mogelijkheid van een verbod rekening moet worden gehouden. De bedoeling van een eventueel verbod is te voorkomen dat de bij de olieboycot betrokken Arabische landen de effecten van hun maatregelen op een presenteerblaadje krijgen aangeboden.