Door onze roeimedewerker J. J. AMESZ KOPENHAGEN, 23 augustus — Na twee voor de Nederlandse roeifinalisten glorieus verlopen halve finales op de Bagsvaerd-So zijn de uiteindelijke resultaten van de Europese roeikampioenschappen toch wat tegengevallen. Toegegeven, het beeld van de Nederlandse roeitop was voor deze wedstrijden zeker somber, maar dé fabuleuze 5.37,40 die de acht van Nereus zaterdag op het scorebord toverde, na een in alle opzichten uitgekookt gevaren Wedstrijd tegen de Oost- en Westduitsers, rechtvaardigde meer dan een vijfde plaats in de eindstrijd. En dat geldt ook voor Luttikhuizen en Kieft van Proteus-Eretes, die na de hoogtetraining ineens veranderd blekep te zijn van een matige twee met stuurman in een combinatie, die moeiteloos 7.07 voer, een tijd die voor kort in Nederland echt niet voor mogelijk werd gehouden.
Gisteren was evenwel van het vloeiende varen van de twee Delftenaren niets meer te merken. Op het Kopenhagense meer, dat door een straffe meewind slierten van schuim vertoonde, kon de twee absoluut niet met de lange golven overweg. Nu wreekte zich helaas dat deze roeiers in Sankt Moritz niet ep het „bovenmeer" hadden geroeid, wat qua omstandigheden aanmerkelijk moeilijker is dan den normaal gebruikte roeipiste. Luttikhuizen en Kieft zaten na hun ploeterparty, die cp de derde 500 meter van de baan leidde tot een zesde en laatste positie, dan ook gedesillusioneerd in de boot. Zij waren door de Oostduitsers, de Tsjechen en de Russen op een beschamende 20 seconden achterstand gezet, hetgeen overigens wel betekende dat Lucke en Gunkel van Oost-Duitsland een tijd realiseerden van 6.56,94. Voor het eerst iri de geschiedenis dus een twee met stuurman, die de twee kilometer beneden de zeven minuten voer. (Ook Tsjechoslovakije en Rusland bleven onder deze magische grens). Perfect Dat de Oostduitsers een zo snelle tijd konden varen was te danken aan een perfecte bootbeheersing. De riemen scheerden over het woeste water, alsof de heren bezig waren in een rimpelloze tuinvüver te oefenen. Daardoor ken op het laatst een tempo van om en nabij de 40 halen per minuut worden geslagen, waardoor de Tsjechische gebroeders Svojanovosky, die de gehele race een fractie vóór hadden gelegen, nog net konden worden geklopt. Dat de Nereus-acht zo'n 13 seconden moest prijsgeven op een Nieuwzeelandse wondermachine en de met een gemiddelde leeftijd van 20 jaar gezegende bemanning van de Oostduitse boot heeft uiteraard meer dan één oorzaak. De roeiers zelf draaiden er wat omheen, wisten ook niet helemaal goed waarom het niet „zo lekker" was gegaan als zaterdag, maar kwamen tenslotte terecht op het vuile water, waarin ze moesten roeien. Zo'n excuus heeft echter niet veel overtuigingskracht. De Nederlanders verloren gewoon de aansluiting bij de kop van het veld, die er op 500 meter nog wel was, door in een te laag tempo van circa 36 a 37 te falen. Historie In hun halve finale gingen de Nereïden namelijk in 39 a 40 vlinderend over de baan, waarna er ook alle reden was om als helden naar de toeschouwers te wuiven. Maar wel moet worden vastgelegd dat deze acht, die immers bestaat uit drie lichte roeiers, aangevuld met skiffeur Venemans en de vroegere stuurmanloze vier (het gemiddelde gewicht is ongeveer 77 kilo) historie heeft gemaakt door in de finale te komen en daarin ook nog de Westduitsers gedecideerd achter zich te laten. Want als men een vluchtige blik werpt od de Nieuwzeelanders, die blij als kinderen nauwelijks konden geloven dat ze de voor het goud getipte Oostduitsers achter zich hadden gelaten, dan begrijpt men iets meer van de „moeilijkheden" bij de Nereus-acht. De Nieuwzeelandse roeiers namelijk, die via een zakengift en een persoonlijke bijdrage van 250 dollar circa twee maanden in Europa konden blijven om zich te prepareren op dit Europese toernooi, vormden een homogeen team met in de buurt van de twee meter reikende figuren, die daarbij dan ook nog in staat zijn heel gemakkelijk te roeien. Alsof ze in lekkere stoelen zitten, schoven de heren naar voren, waarbij opviel dat ze niet doorvielen bij de inzet van het blad. Maar belangrijker is misschien nog wel hun
geweldige mentaliteit. Want per slot van rekening roeiden zij in tegenstelling tot de mensen van het Oostblok voor niet meer dan de „eer". Accent De Russen, die tegenwoordig in vrij hege tempi met een accent op de inpik roeien, werden derde, terwijl de Hongaarse acht, die qua uiterlijk het meest op Nereus lijkt, als vierde eindigde. De twee andere Nederlandse ploegen hebben er niet veel van gebakken. Vooral de vier van Laga, die onze sterkste troef leek, is tegengevallen. Een derde plaats in de kleine finale was alles wat de Laganezen, die ook door het water werden geteisterd, konden bereiken. De wat nonchalante sfeer, die in dit kampioenschap om de ploeg dwarrelde, heeft kennelijk een ongunstige uitwerking gehad. Voor Aegirs stuurmanloze vier was het allemaal te veel. Na het incident in de herkansingen heeft dit technisch zwak begaafde ploegje wel alle smurrie op het brood gesmeerd gekregen, dat in een groot kampioenschap kon worden uitgedeeld. De Groningers kwamen als een takkenbos voorbij (van een enigszins redelijke haal kon nauwelijks worden gesproken, het was alleen maar inzetten van het blad) en eindigde dan ook in 6.29,90, niet minder dan 19 seconden achter Denemarken, de winnaar van de kleine finale. Wat de Nederlanders niet gelukte, ging een groot aantal anderen op het Bagsvaerd-So ogenschijnlijk uiterst gemakkelijk af. Het lijkt er een beetje op dat het roeien er met Kopenhagen een dimensie bij heeft gekregen. Baanrecords werden op alle dagen — de wind werd steeds harder — aan flarden gescheurd. De Oostduitse vierzonder van Einheit-Dresden, die al sinds 1966 op elk kampioenschap, waar ze aanwezig waren, goud behaalden, presteerde het zelfs om bijna zes minuten plat te roeien. Ook de Westduitse „Büllen", die vorig jaar in Canada wereldkampioen werden, realiseerden een ongelooflijke tijd: 6.12,32. Vooruitgang Dit kwartet, dat door de week in skifjes placht te oefenen, om gedurende het weekeinde onder de Bantle's op de Bodensee te roeien, is wat roeistijl betreft geweldig vooruit gegaan. Van het idiote naar voren doorreiken is geen sprake meer, waardoor ze ook in staat zijn een wedstrijd te winnen als ze in de start eens niet vóór komen. De Argentijn Demiddi werd op een meesterlijke manier Europees kampioen. Hij roeide volledig zijn eigen race, onderwijl een uitgekiend rustig tempo houdend en steeds meer afstand nemend tot zijn directe tegenstander Drager (Oost-Duitsland) en Watkinson Deze Nieuwzeelander, die evenals Demiddi sinds Tokio niet heeft ontbroken, produceerde een indrukwekkende eindsprint, waar de Westduitser Hild geen spat tegen had in te brengen. Het fenomeen Dietz van Amerika werd laatste. Hij roeit in het algemeen toch al niet zo mooi en zat op het ruwe water dan ook helemaal vast. Blonde reuzen Klatt en Gorny van Oost-Duitsland vertoonden in de twee zonder stuurman dezelfde superioriteit als de overige Oostduitse ploegen. De Polen Broniec en Slusarski, in Luzern nog winnaar, konden absoluut niet uit de voeten komen en moesten zelfs een onbekende Tsjechische ploeg vóór laten gaan.
In de dubbeltwee gingen tot ieders verrassing Schmied en Böhmer van Oost-Duitsland als eerste over de streep. Het scheelde vrijwel niets met de Noren, die driekwart bootlengte in de sprint goedmaakte, maar deze twee blonde reuzen hadden de Oostduitsers al twee keer als figuranten laten fungeren. De Russen kwamen uit deze strijd, die een wat exotisch karakter droeg door de deelneming van twee Belgen en twee Brazilianen (die later geëmigreerde Belgen bleken te zijn) als derde te voorschijn, lang na de fantastische 6.15,27 van de winnaars,
maar net voor de Deense wereldkampioenen die onder het oog van hun koning twee balen voor de finish in elkaar klapten en naast het brons grepen. Hoewel het roeien in Kopenhagen, bijvoorbeeld door de fabelachtige tijden bij het optreden van de Nederlandse finalisten in de halve finales en de Nieuwzeelandse bijdrage een sport is gebleken, waarvan men moet toegeven dat alles mogelijk is, bleef één ding onaangetast: de opperheerschappij van Oost-Duitsland. Dit land won vier keer goud en drie keer
zilver: een onvoorstelbaar resultaat, dat zich grotendeels moet laten verklaren door hun roeiopzet: centraal geleid, waarbij de uitverkorenen zich in een soort van trainingskampen alleen maar met hun sport behoeven bezig te houden. Verder behaalde het gehele Oostblok 14 van in totaal 21 beschikbare medailles. Van de Westeuropese landen hadden alleen West-Duitsland en Noorwegen iets in te brengen met ieder twee blikken. De Noren zijn sinds de komst van de Nederla nder Vanier, die hun bondstrainer is en daartoe één keer in de drie a vier weken overvliegt, onwaarschijnlijk sterk vooruit gegaan. Dat kan in ieder geval voor Nederland een voorbeeld zijn, dat de roeitop nog wel is te penetreren. Of de roeibond op de goede weg is met het aantrekken van een bondstrainer, die zich echter alleen met conditietraining, instructie en begeleiding van de verder autonoom blijvende coaches mag bezighouden, is gegeven de buitenlandse voorbeelden vaag. Uitslagen: Zie sportweekeinde in cijfers.
Thomas Keiler, de president van FISA, op weg naar de triomfantelijke acht van Nieuw-Zeeland, die verrassend Europees kampioen werd.
De twee met stuurman van Proteus-Eretes (midden) op weg naar de tweede plaats in de halve finales, achter Oost-Duitsland (voorgrond) en vóór Roemenië. In de finale werd deze Nederlandse ploeg zesde.
"In roeien is alles mogelijk". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/08/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031737:mpeg21:p014
"NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/08/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031737:mpeg21:p014
Door onze roeimedewerker KOPENHAGEN, 23 aug. — In de halve finale van de skiff sloeg de winnaar van de Holland Beker, de Zwitserse dreumes Freddie Bahmann om doordat hij met zijn riem tegen een klosje van de balissage kwam. Hij klom daarna weer vrolijk in zijn boot en roeide de race uit, waarna hij olijk lachend een tegenstander op de hoogte bracht van het hoe en waarom. „Meedoen is belangrijker dan te winnen", zei geloof ik de stichter van de Olympische Spelen.
"Omgeslagen". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/08/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031737:mpeg21:p014
Door onze roeimedewerker KOPENHAGEN, 23 aug. — De Westduitse roeiers hebben in Kopenhagen gedreigd in hongersta'king te gaan. De hetze, die binnen ■de organisatie tegen de coach van de Acht werd gevoerd en het feit dat de medische begeleiding faalde, waren daarvan de diepste oorzaken. De aanleiding vormde de huisvesting van de Westduitsers: 30 km van de baan in een hotel waar slechts één douche beschikbaar was. Bovendien konden de roeiers vóór de halve finales, vanwege harde muziek, pas om half drie 's nachts gaan slapen.
"Dreiging met hongerstaking". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/08/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031737:mpeg21:p014
ADVERTENTIE delta lloyd een begrip in sport verzekeringsgroep n.v. 0p| jpj verzekeringen
"Advertentie". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/08/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031737:mpeg21:p014
door FRITS SUèR MEDEMBLIK, 23 aug. — In Medemblik liggen de buitenlandse Draken gescheiden van de Nederlandse boten. Het is stom toeval, maar toch is het maar goed, dat de Nederlandse en buitenlandse Draken niet bij elkaar liggen. Des te meer zou het grote verschil in boten opvallen. De Nederlandse Drakenzeilers hebben met verbijstering gezien met welk materiaal hun tegenstanders de strijd om de Dragon Gold Cup zijn begonnen. En in het verschil van materiaal zit naar vaste overtuiging van de Nederlanders het verschil in kwaliteit tussen hen en de buitenlanders. De strijd om de Dragon Gold Cup wordt beheerst door de Amerikanen, de Westduitser Schuldt, de Engelsen en de Skandinaviërs. Van hen baarden de Amerikanen het meeste opzien. Goed, in 1968 had Buddy Friederichs weliswaar in Mexico de gouden medaille gewonnen, maar dit werd beschouwd als een Amerikaanse uitschieter. Maar Bill Henry, leider in het algemeen klassement van de Gold Cup vertelt: „Friederichs heeft het Drakenzeilen in Amerika een grote stimulans gegeven. Er worden veel nieuwe Draken gebouwd. Vlak voordat ik naar Nederland kwam heb ik een nieuw schip gekocht (7000 dollar) en tijdens de Zuiderzee-regatta heb ik hem uitgetrimd. Nu loopt-ie goed. Het is een boot met allemaal superlicht materiaal". Henny is de laatste twee jaar sterk op de voorgrond getreden. Hij won tweemaal de North Americans, won de open kampioenschappen van Jamaica in 1970 en won internationale wedstrijden in Canada en Engeland. Zijn successen verklaart hij: „Het is de combinatie; de boot, de zeilen en de bemanning. Deze drie maken het". De Amerikanen varen met speciaal gesneden North-zeilen die zijn ingesteld op de sterk achterover hellende masten van de Amerikanen. Sterk zeilt ook John Marshall met zijn Caprice, de boot waarmee Friederichs in Mexico het goud won. Marshall, zondag derde is niet de vaste stuurman. Dat is Cohan, die ook Soling vaart. Maar Cohan kon om zakelijke reden zich voor Medemblik niet vrijmaken. En omdat hij wel aan de voor-olympische spelen in Kiel wil meedoen zond hij zijn boot met een geïmproviseerde bemanning vast vooruit. Marshall: „Ik wil er best voor uitkomen, dat wij zo goed gaan omdat we zulk fantastisch materiaal hebben. Desondanks had ik met een niet op elkaar ingespeelde bemanning geen opvallende dingen verwacht. Ons varen gaat boven verwachting". Zowel Mashall als Henry ontkennen dat zij vaak trainen. Marshall: „De leden van
onze bemanning wonen zover uit elkaar dat wij alleen in weekeinden samen kunnen varen". Henry: Bij ons ligt het net zo, al zijn we wel altijd samen op de grote internationale wedstrijden. In het algemeen krijg ik wel faciliteiten van mijn baas, maar voor dit soort wedstrijden moet ik gewoon mijn vakantie opnemen. Zolang we succes hebben is er veel medewerking". Hellend De achterover hellende masten trokken de aandacht van de Nederlanders. Henk Poppe (49), een van de drie beste Drakenzeilers in ons land: ..Dat hadden wij nog nooit gezien. Ik heb het nu ook eens geprobeerd, en zowaar, het schip loopt. We gaan sneller, nog niet zo hard als de Amerikanen, omdat je ook weer je zeilen op de nieuwe stand van de mast moet instellen". Henk Poppe, de adjudant op de marinevliegbasis Valkenburg doet de laatste jaren hardnekkige pogingen de vaderlandse top bij de draken te bereiken. Samen met Jan Bol en Jan Bier is hij eigenlijk de enige serieuze
wedstrijdzeiler bij de Nederlandse Draken. Via de marine watersportvereniging kwam hij in het kostbare bezit van de White Juwel, de boot waarmee Cor Groot drie jaar geleden in Mexico voer. De White Juwel gold als de beste uitgeruste draak in ons land. Poppe: „Maar er is sinds Mexico niets meer aan veranderd, terwijl in het buitenland wel allerlei ontwikkelingen aan de gang waren. Je kan dus zeggen: we hebben sinds Mexico stil gestaan. Nu heb ik sinds twee weken een aluminium mast erop, maar dat kwam ook alleen omdat de vorige, een houten, in tweeën brak". Nederland heeft in het Drakenzeilen duidelijk de slag verloren. Of we die ooit nog inhalen? Poppe: „We hebben te weinig beseft wat tegenwoordig wetenschappelijk zeilen is. Je moet een meteorologen zijn, een bekwaam navigator en een geweldig trimmer. De tijd van het gouden handje is voorbij. En Cor Groot had dat, maar die zou hier ook niets maken. Of neem Bouw van Wijk. ook iemand met een gouden handje; die maakt toch ook niets". Bouw van Wijk: „Ik ben pas met een Draak begonnen, maar dit valt me bar tegen. Je kan gewoon stellen: Nederland ligt er uit. Wij zitten op het
verkeerde spoor. De buitenlanders hebben een geheel andere techniek, die wij niet kennen. Zij hebben een andere vorm van trimmen. Materiaaltechnisch liggen we verder achter dan ik dacht". Henry: De Hollanders hebben inderdaad sterk verouderd materiaal". Streepjes Henk Poppe ziet nog wel een oplossing om de achterstand in te halen. „Kijk, de Finnzeilers trekken zich aan elkaar op. Daar zijn tien, vijftien goede zeilers die alles uitproberen. Dat missen wij. Maar laten wij beginnen om met drie man, Bol, Bier en ik eens extreem te gaan trimvaren. En dan alles uitproberen tot het uiterste". De Amerikanen hebben zoiets al eerder gedaan. Kleine streepjes en kruisjes geven aan hoe de stand van de zeilen moet zijn bij diverse weersomstandigheden. Bovendien beschikken zij nog over diverse masten en zeilen voor elk weertype". Poppe: „Bij ons is het probleem dat we tijdens de wedstrijd zelf moeten trimmen. Ik word in selectiewedstrijden viermaal eerste. Dan denk je dat je goed zit.
Maar je vergeet dat de tegensta eigen land zwak is. Kom ie in wedstrijd als deze dan merk je mej hoe fout je zat. Nu experimenten ook met de mast en het gaat! Maar dat had ik al moeten voordat deze wedstrijd begon". Nauwkeurig ..Ik heb me verbaasd over richs. Die komt anderhalf uur wedstrijd aanrijden. Weet precies] in de millimeters nauwkeurig alles in elkaar moet en gaat 1 Sneller dan de anderen. Het is looflijk, maar dat komt omdat precies weet hoe alles moet staal ander voorbeeld: Jan Bol schijnlijk naar de pre -olympi® krijgt ervoor Elvström-zeilen Maar dat is te laat. Die had bil Jl weken geleden moeten hebber moet hij nota bene tijdens de wef den in Kiel de zaak nog trimmen Overigens blijkt, dat de zeilen al bijna verleden tijd zl l a door de Amerikaanse successi North een veel gevraagd merk. rj „Alleen met nieuw materiaal» we nog iets van de achterstand len. Aan de andere kant m ° bedenken, dat er altijd wel een achterstand zal blijven. Ve f sc , Jt zeilers, zoals de Duitser s ®r°', befaamde zeilmakers of bot®» Zeilen is hun beroep. En wil " er maar bij". Poppe's bemai® Kees Kersten: „Een andere 1 '' zeiler Wanners zegt altijd: „Ais hebben om veel aan zeilen t hebben we geen geld. Als « hebben, hebben we geen M .i Daarmee is het probleem wel samengevat".
Draken tijdens de strijd om de Golden Cup bij Medemblik. Op de voorgrond Henk Poppe (H 190), rechts Kelly van de Bahama's en achter Poppe de Ier MacMenamin.
"Nederlandse draken te". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/08/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031737:mpeg21:p014
Door onze paardesportmedewerker H. A. VERBEEK DEURNE, 23 aug. — De Westduitse landelijke ruiters hebben het kampioenschap military in Deurne gewonnen en niet Nederland. En eigenlijk had nog een ander team moeten winnen: dat van Zweden. Heel verrassend kwam dit team uit de stilte van het staatshengstendepot van Flyinge, waar de ploeg zich had voorbereid onder leiding van de oud-cavalerist en vakman Nilsson. De Zweden reden verreweg het best in de uithoudingsproef. Bat ze geen winnaar werden lag aan het feit dat men reglementair geen extra winstpunten kon behalen wanneer de cross in minder dan tien minuten werd gereden. Dit kon gemakkelijk, gezien de prestaties van liefst elf combinaties die onder die tijd bleven. Al deze energie was nodeloos verbruikt, want het hielp niet. Door deze foutief gestelde limiet viel de beslissing uiteindelijk in de dressuur en bij het springen. En niet daar waar ze vallen moet: in de cross. De Duitsers hebben hiervan geprofiteerd. Overigens was die cross door de voortreffelijke organisatie heel verstandig gebouwd: 22 faire hindernissen die niet overmatig op het moreel werkten en een parcours voornamelijk over bospaden, wat een paard de kans geeft rustig in zijn tempo te gaan liggen. Voor de acht of tien besten had de opgave best zwaarder mogen zijn, maar voor het veld als geheel niet. Bouwer Reijnders had dit begrepen. Veterinair dokter Breuking verklaarde na afloop niettemin: „Ik heb nog nooit zoveel conditiegebrek bij de paarden geconstateerd. Ik liet dit keer na 20 minuten nog heel wat paarden terugkomen voor een nadere inspectie, die dan nog een hogere polsslag hadden dan vaak direct na de finish. Wel was het herstel moeilijker door het broeierige weer, maar dit gemiddelde was toch te negatief. Veel ruiters zijn veel te snel van start gegaan. Bovendien rijdt menigeen nog te onrustig, zodat zijn paard veel energie verliest na een evenwichtsverstoring en bit-gevechten. Als geheel kwamen de Zweden verreweg het beste thuis: allemaal frisse paarden." Al in dressuur Maar omdat in feite de eerste dag allemaal in de dressuur werd beslist, ging Duitsland met de standaard van prins Bernhard strijken. Dat team reed inderdaad prachtige individuele dressuurproeven, met grondig doorgereden, verzamelde en zelfs echt opgerichte paarden. In de viertalproef hadden ze het voordeel dat de Zweden daarin een
programfout maakten, die strafpunten kostte. Ö0 S»i In het afsluitende S pri n wist de Zweedse monteur N ? Co " ! ; kleine rappe volbloed Cha r rond te brengen wat hem ri? ele zege opleverde, omdat rl" Wiek met de beste, de bruin na de laatste hindernis in tegen een draad was gelopen ^ een volte moest maken en ?'• ^ r toen verloren was, pl us nea»! 11 ^ Het foutloze springconcours • combinatie kon dus alleen , het reservekampioenschap b/ 108 andere Duitsers sprongen ook ^ laatste Zweed kreeg echter 1°^ punten. Zijn team had* boven* pech het zesde paard niet t i inzetten om deze slechte Li kunnen opvangen, omdat hi. genaamd Widoc met Olofsson' lijke val had gemaakt in de'' aan de rechter knie gehecht"" worden. m Teleurgesteld Nederland heeft teleurgesteld een zeker zelfvertrouwen Ji. enige zelfverzekerdheid, ge Wett | een uiterst serieuze training Leusden, was men naar Deun,! gaan. Zo met het idee: dit rw even en dan gaan we over v dagen naar het serieuze tv kampioenschap voor burgerruit Burghley in Engeland. WelJ" team raakte behoorlijk uit h Eerst strandde de zware Axel T dit paard was niet tegen' het t° opgewassen en bij hindernis 21 gewoon geen lucht meer. "^1 weinig bloed voor een dergelijke ! ve. Een half uur later maakte de i zo ervaren Daan Nanning een fa het wegparcours door een halve™' I nuut te laat binnen te komen, strafpunten kostte. Hij en zijn nu noten menen dat er een bereken: fout moet zijn gemaakt, maar te b zen valt dat niet. Tot overmaat] ramp kwam Piet van der Schans'j eigen schuld zwaar ten val op Emj die hij op het laatste moment t hindernis 13 nog wilde regelen Ne] land werd na dit alles slechts del vóór België dat goed terug was ■ men na de magere dressuur. Vandaag hebben de Nederland aangevuld met Stibbe en Bergn. alweer serieus getraind in DJ Nanning zal niet naar Burghley t trekken. Wel Rademakers en Van] ild. Schans, wier paarden volkomen li! |> gebleven. Van het Nederlands 01J pisch Comité waren voorzitter Kt) en chef de mission Leeuwenhoek«. wezig: het NOC heeft beslist dal Burghley moet blijken of het mili/ team voor Miinchensubsidie in ; merking komt. Dit had met overleg zeker een andere beslis] moeten zijn: in oktober zou ons t in de voor-Olympiade in Mui moeten starten: daar wordt duidelijk wat er volgend jaar ven kan worden.
"Landelijke ruiters raken uit balans". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/08/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031737:mpeg21:p014
Door onze zeilmedewerk 0 MEDEMBLIK, 23 aug. — onverstoorbare Amerikaanse . crack, heerst nu al drie ra^j c 1 f ! f drie te zijn. Later herstela^jpj strijdleiding zich van dez e stopte de race. j e f5 i; ;. Van de vijftien Nederla" wordt eentonig, weer nie ,.ihc>rf ^jS* melden. Zaterdag werd au ^' a ats, Lamsveldt met een ^ vaderlander en gisteren - de onderscheiding in hand Bier, die als 26ste werd
"Amerikaanse Draak is superieur". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/08/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031737:mpeg21:p014