op Woensdag li Jan. 1925. Hij had een goed hart. Den 10 Dec. 1924 reed de wagen van de Gasfabriek, beladen met cokes, door de stad. Deze cokes was bestemd voor verwarming van school, gelegen in de Venestr. De maiïnen op den wagen voerden een gesprek over de tijdsomstandigheden en over de armoede die in vele gezinnen wordt geleden. Nog onder den indruk daarvan» kwam de wagen in de Venegang aan en begon de lossing. Nu woont in de Venegang een vrouw met een medelijdend hart, die den mannen, die in het koude jaargetijde hun brood bij den weg moeten verdienen, wel eens een kommetje koffie geeft. Zij zocht dan de cokeshrokjes die van den waggen vallen, op. waartegen natuurlijk geen bezwaar bestaat. Willem van LIrk begon dan de zakken van den wagen in den kelder van school 9 te brengen, terwijl Jan L. alhier op den wagen achterbleef. Toen werd Jan. met inner 1 - lijke ontferming over de koffioschenkende Juffrouw bewogen en bracht haar een H U cokes in huis. , Van Uik meende, dat er nog 8 zakken op den wagen moesten zijn, doch hij vond er maar 7, waarom hij den opzichter J. Ribberink waarschuwde, die een onderzoek ten huize van vrouw Ter Marst, instelde, en daar de pas gestorte cokes vond. Bekl. bekent, doch heeft veel spijt. Het O. M. eischt f 30 boete subs. t maand hechtenis. De Politierechter veroordeelt bekl. fot 1 maand gevangenisstraf, voorw., met een proeftijd van 3 jaar. Vieze Melk. Den 24 December 1924 was hij veroordeeld tot f 25 subs. 25 d. h., ter zake van mishandeling en heden kwam liij daartegen in ver. zet. | Den 24 Nov. toog de boer met zijn melk naar de fabriek, die hij liet keuren door den directeur, omdat zijn vee aan mend- en klauwzeer leed. Daar de directeur der fabriek, Arend Broekman, te Oosterhesselen, neer veel ongerechtigheden in de melk vond, keurde h'j dit consumpiiemiddel af. Heden verklaart get., dat hij dierlijke uitwerpselen in de melk had gevonden, 't Had bovendien ook een vieze bruine kleur. De bo :r. Jan K. te Oosterhesselen, met de beslissing van den directeur niet tevreden, gaf zijn misnoegen daarover te kennen, het eene woord haalde het andere uiï, en er kwam ruzie. Jan gaf den directeur een klap, zoodat deze bloedend verwond -.verd en lieden diende de zaak.
Het O. M. vraagt-bevestigtng van het verstekvonnis, terwijl de Politierechter er net zoo oner denkt en Jaiï dus zijn straf van f25 boete su'bs. 25 d. h. houdt. Een Intermezzo. In het café van Hendrik Boelen te Beilen verd den 13 Dec. '24 dansles gegeven. Op de tonen van de muziek stepten en foxtrotten de leerlingen in het vereischte rjthme doereen. Ze deden hun best om 2 icïi toch in korten tijd deze kunst eigen te maken. Er was echter een ongenoode gast in het lokaal, die bovendien onder den invloed was van sterken drank en als gevolg daarvan was hij lastig en hinderlijk. Dit begon Boelens te verdrieten daarom zette hij den „lasteling'' buiten den deur. Hierover in woede ontstoken, trapte Harm W. te Assen eeuige ruiten stuk. Hij heeft later echter f 1 schadevergoeding betaald, doch vervolging bleef niet uit. Harm lief. verstek gaan, doch hei feit is «'oor bek!, geo'-egd l'i.k'Vi;!-! tilt «!« g t ilgenverklav'iigvR. Het O. M. eisebt 6 weken gevangenisstr. De Politierechter veroordeelt bekl. tot maand gevangenisstraf. Houd je tong in toom. Den 20 Sept. 1924 peddelden een tweetal personen op den weg nabij de Punt onder ge zelligen kout. Het was Zaterdagavond, het werk was voor deze week weer volbracht en het loon zat in de beurs. Het was echter reeds een uur na zonsondergang en de een had wel, de ander geen brandende lantaarn aan zijn fiets. Het gekeuvel van de twee werd wreed verstoord dcor de bekende uitroep: „Halt! Politie!" HenderikusHaaijeiman stapte af, want. hij was in overtreding. Zijn metgezel, de machinist Jacob B. Ie Yde, gem Vries, vond de aanhouding minder prettig en gaf hiervan uiting door tegen den onbez. ï ijksveldw. Gerrit Talens te De Punt allerlei leeliike woorden te zeggen. Bekl. beleent. De Off. vani Justitie eischt f25 bode subs. 20 d. h. De Politierechter veroordeelt Jacob tot f 15 fcoete subs. 15 d. b. Hij lag in een veen put. In de maand Juli '24 vond hij, toen hij achter zijn woning aan het veengraven was, in een veengat, een kruiwagen. Hii haalde dit voertuig uit het water en gebruikte dit, zoo nu en dan, terw ijl ook zijn buurlui daarvan van tijt tot tijd gebruik maakten. 7 en slotte vond de politie de kruiwagen op het »ï'f van Geert B. te N.-Weerdinge. Hij stond daar achter zijn woning open en bloot en voor ieder zichtbaar. Het O. M. eischt tegen bekl., die reeds 7 maal eerder is veroordeeld, 6 weken gevangenisstraf. De Politierechter veroordeelt Geert tot f 15 boete subs. 15 d. h. Bemoei je met je eigen Zaken. Den 2 December '24 liepen Knol en Koop R. te Hoogeveen samen op, plan hebbende lamen een schip graan lossen. Ze ontmoetten toen Jacob Groote te Hoogeveen, die nog schuld had bij Knol. Knol rroeg hem wanneer hij nu eens dacht te betalen, en daar Groote niet geheel „brandschoon" was, kwam er ruzie. Het duurde niet lang of er vielen klappen en Groote kreeg schoppen en trappen van Kocp, die eifeitelijk niets mee te maken had. Bekl. bekent. Groote, die thans ook weer Kedronken had, kreeg hierover van den Politiechter een reprimande. Het O. M. eischt f25 boete subs. 25 d. h. De Politierechter veroordeelt Koop tot f'0 boete subs. 10 d. li. Turf. Wanneer je midden in het veen zit,, valt het gemakkelijk 0111 je zonder geld van turf te voorzien. En er zijn menschen, die daav zoo'n soort beroep van maken. Zoo ook AnTiegien van der W, die dan ook als zoodanig bekend staat. Uit den aard der zaak is dan ook ieders oog op haar gevestigd. Den 4 Dcc. zag Gerr'it Jan Schol ten haar Weer in he veld, waar ze bezig was een kruiwagen turf te laten. Scholten neeft toen den Jachtmeester der marech. gewaarschuwd. Annegien in niet verschenen: De Off. van Justitie vraagt 1- maand gevangenisstraf. De Politierechter veroordeelt Annegien tot f20 boete subs. 20 d. h. Het moest dienen als Medicijn. Reeds geniimen tijd wisten de marechaussees dat er bij de familie Jager te BargerErfscheidcnveen sterken drank werd verkocht, zonder dat ze daartoe de verelsehts vergunning had. Er werd dus op geloerd 0111 te eeniger tijd een overtreding in dien zin te kunnen c.netateeren.
Den 8 December zagen de marechaussee ten vrouw uit de woning van de .T. komen, die iets onder haar rok verborg en daarom hielden ze deze vrouw aan en namen een flesch, die later jenever bleek te bevatten, hi beslag. Ze begaven zich nadien met deze vrouw Eitje v. d. H., in huis 0111 haar nader te verhoeren en zetten de flesch, als corpus delecti op tafel. Het verhoor begon, en Eitje zei dat de jenever voor haar zieken zwager was en moest dienen als medicijn. Verder zeide zij, dat ze de drank van De Jager had gekregen. Het verhoor ging voort, tot opeens Eitje opsprong, zich van de flesch meester maakte en onder den uitroep: Als mijn zieke zwager er niets van krijgt, zullen jullie er ook niets van hebben", de flesch tegen den wand kapot sloeg. Na eerst gezegd te hebben, dat ze haar zenuwen geen baas was, bekende bekl. toch. Het O. M. vraagt 2 maanden gevangenisstraf. De Politierechter veroordeelt Eitje tot. 11 maand gevangenisstraf. Had hij nu Toestemming ? Tegen den veldwachter Looijer had hij verklaard toestemming van Geert Santing te hebben gekregen turf van het veld te halen. Niettegenstaande dat maakte deze amb-| tenaar toch maar proces-verbaal. Den 23 November w erd de zaak behandeld, doch werd toen uitgesteld tot het hcoren van Sant' n £- I Deze thans gehoord, verklaart, dat hij in den winter van 1923 aan Jan S. te Schotters-1 huizen (Zuidwolde) toestemming heeft gege-l 'en een of twee kruiwagens turf te halen, I mits hij er zelf bij was. Bovendien heeft Jan I zich vergist, en de turf, toebehcorende aan I Berend Bloemberg, meegenomen. Voordien I heeft hjj van de toestemming van Santing geen gebruik gemaal:! Het O. M. eischt f -'SToete subs. 15 d. h. | De Politierechter zal a.s. Vrijdag schilft erk vonnis wijzen. Vrijspraak Rensk B. te Veenoord (Sle.'n? werd vrij-1 j'-sprokeii. Zij wsr I verdacht van bedelarij I c i 19 November 1921 te Gees, waar zij met I een lijst liep 0111 geit! in Ie zamelen, voor herhuw van haar huisje, dat wa.i afgebrand.)
"RECHTSZAKEN. Zitting van den Politierechter te Assen". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111837:mpeg21:p005
"Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111837:mpeg21:p005
Alan klopte aan de deur van het eerste huis, waar we langs kwamen, wat niet erg veilig was in zulk een deel van de Hooglanden "als de Heuvels van Balguhidder. Geen groote elan regeerde daar, het was gevuld en verdeeld door kleine partijen, en verstrooide overblijfselen, en wat genoemd wordt : „ongeregelde menschen" die het wilde land, bij de bronnen van Forth en Feith zijn opgejaagd door het voortdringen der Campbeils. Hier waren Stewarts en Maclarens, wat op hetzelfde neerkwam, want de Maclarens volgden Allans hoofdman in den oorlog, en vormden met Appin één clan. Hier waren oqk velen van die oude, buiten de wel geplaatste, naamlooze en roodliandige clan der Macgregors. Ze hadden altijd in slechten reuk- gestaan en nog slechter dan ooit, daar geen enkele partij in heel Schotland hen vertrouwde. Hun hoofd Macgregor van Macgregor was verbannen ,de meer onmiddelijke leider van hen in Balguhidder, James More, de oudste zoon van Rob Roy, wachtte op zijn vonnis in het kasteel van Edinburgh ; zij waren op slechten voet met Hooglander en Laaglander, met de Grahames, de Maclarens en de Stewarts, en Alan, die partij koos voor een vriend, hoever on e tw 0 iik ei r S WaS ' WaS 6rg Verlangend hen te
Het geluk diende ons, want we vonden een huishouding van Maclarens, waar Alan niet alleen welkom was, terwille van zijn naam, maar bekend door zijn daden. Hier werd ik zonder uitstel naar bed gebracht, en een dokter gehaald, die me in bedenkelijken toestand aantrof. Maar of doordat hij een heel goed dokter was, of doordat ik een heel sterke jonge man was, ik bleef niet meer dan een week in bed, en binnen een maand was ik weer in staat op weg te gaan met een goede gezondheid. Al dezen tijd wilde Alan mij niet verlaten, ofschoon ik er dikwijls op aandrong, en zijn stijfkoppigheid in het blijven werd spreekwoordelijk bij de twee of drie vrienden, die het geheim kenden. Overdag verborg hij zich in een hol van de heuvels, onder een boschje en 's nachts, als de kust vrij was, kwam hij naar het huis om mij te bezoeken. Ik behoef niet te zeggen, dat ik het prettig vond hem te zien ; mrs. Maclaren, onze gastvrouw, achtte niets te "oed voor zoo pen gast, en wat Duncan Dhu zoo heette onze gastheer, betreft, hij had een paar Huiten m huis en was een groot muziekminnaar, zoodat de tijd van mijn herstel een groot feest was en wij gewoonlijk van den nacht een dag maakten, (Wordt vervolgd).
"HOOFDSTUK XXV. In Balguhidder.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111837:mpeg21:p005
Door een aantel cijfers in het Hdbl. in een artikel van Anna Polak wordt onze aandacht nog eens •gevestigd op de positie der verpleegsters. Is de tank der verpleegster, wanneer die goed wordt opgevat, niet zeer vermoeiend en zwaar ? Hier mag de gewoonte veel van de moeilijkheden" weg nemen', maar van de lichaamskrachten wordt toch voortdurend zeer veel geöischt -en de zenuwen \erkeeien in een spanning, die op den duur tot uitputting kan leiden. Toch wordt steeds van de verpleegster ikalmte, frischheid en kracht, opgewektheid en tact gevraagd. Nu is het waar. dat niet allen zich de dingen, die zij meemaken, bijzonder aantrekken, maar een groot deel der zusters doet dat wel. Men ?,ou het daarom als van-zelf-sprekend beschouwen, dat de verpleegster steeds de noodige rust, goed salaris en vacantiegenoegen werd gegund; zij heeft afwisseling en ontspanning noodig om capabel te blijven voor haar werk en evenwichtig en beheerscht in haar gevoelens. Maar als men nu tot de praktijk komt, dan blijkt het, dat er èn aan de salarieering, èn aan de rust en de huisvesting, èn aan vrijheid en genoegens zeer veel ontbreekt. En voor velen wordt het bestaan een gaan in een trekmolen, waarbij op den duur de gewenschte veerkracht en frischheid gaan ontbreken — ook met den besten wil. Niet lang geleden werd een steunactie op touw gezet om een Tehuis te verkrijgen voor oude en invalide verpleegsters. Op zich zelf was die poging tot hulp goed, maar zij gal toch het treurig bewijs, dat de omstandigheden der verpleegsters niet zoo ruim zijn. dat zij zelf behoorlijk voor haar ouden dag kunnen zorgen. Reeds een onderzaek in 1916 toonde aan, daf het salaris der verpleegsters ver beneden peil is. Daarna zijn verbeteringen ingevoerd; het salaris is verbeterd — maar voldoende werd het niet. Verpleegsters, die in de gioote ziekenhuizen werken en daar blijven, kunnen er thans wel komen doch er zijn zooveel andere in slechtere omstandigheden. En het is vooral jammer, dat de gediplomeerden, de ouderen en meerervarenen er finantieel zoo karig afkomen. Naast de zusters in de ziekenhuizen neemt het aanttal der particuliere verpleegsters en wijkverpleegsters de laatsle jaren zeer toe. Ben gelukkig verschijnsel, want vooral te plattenlande is er behoefte aan rondgaande zusters. Het is prachtig maatschappelijk werk, dat de wijkverpleegster verricht. Behalve voor de ziekenzorg kan zij, als zij er het talent en den aandrang toe heeft, nog zooveel meer doen voor de huisgezinnen, waar zij zich vertoont. Zij kan gezonden raad geven zonder indringerig te worden en zij kan de aandacht vestigen op tal van zaken, voor de hygiëne van het gezin van belang. Zoo bijv. ten aanzien van de kinderen en allerlei voorzorgen, die men, ook als men van een klein loon moet leven, wel kan nemen, en ze'fs voor een goede voedselbereiding kan zij vaak een wenk geven. Maar hoe staat het nu met de belooning van dezen arbeid? Zij is helaas slecht, evenals die van andere verpleegsters. En toch is ook hier de taak vermoeiend en zwaar. Uit het door dr. P. de Vries Jz. te Leeuwarden samengestelde Jaarverslag, van de Provinciale Friesche Vereeniging ,,Het Groene Kruis" over 1921, blijkt dat in October 1920 van 39 wijkverpleegsters: 1 f 1010 verdiende ; 1 f 1100 pl. f200 gratificatie; 2 f1200 1 f1250; 1 f1275 ; 3 f1300 (fiets voor eigen rekening); 2 f 1300 (met vrije fiets); 2 f 1350; lf 1375 (deze zuster had 17 dienstjaren); 10 f1400; 1 f1300—1500; 1 fl-400 pi. f 100 duurtetoeslag ; 1 f 1450 ; 7 f 1500 ; 1 f 1500 pl. f 100; 2 f 1550 (waarvan ééne zelve fietsonderhoud en pensioen storting moest betalen) ; 1 f 1575; 1 f 1G00 ; 1 f 1700 pl. f 50 voor de fiets. Daarvoor werden door iedere zuster tusschen 1272 en 5500 bezoeken afgelegd, in GVs
tot 10 verplichte, plus een niet te ramen aantal ónverplichte werkuren. •De rapporteur noemde de salaris-lijst beschamend voor de — autonome — Groene Kruis -bestu-ren ; te meer, daar slechts twintig verpleegsters verzekerd waren voor een pensioen van f400 of f500 (ééne van f780) op 55-jaiigen leeftijd, terwijl de overigen uitsluitend op de Invaliditeits- of Ouderdomsrente waren aangewezen. 'Dr. de Vries was van meening, dat — behalve de huisvesting, die dikwijls te wensclien liet (en iaat), en waarvoor overal n eigen wijkgtbouw met zusterhuis zou moeten verrijzen ; en hot verroer, dat nog steeds in weer en wind per fiets geschiedt, maar waarvoor z.i. zoo mogelijk een motorfiets of kleine auto beschikbaar ware te stellen — ook de bezatding een belangrijke wijziging behoorde te ondergaan. Hij achtte een salaris van f 1750 + f 100 voor diploma huis bezoekster, f250 voor pensioen verzekering, f 25 voor ziekteverzekering, f 75 voor fiets, te zamen f 2200, noodzakelijk. Men zou zich vergissen, wanneer men dacht., dat ,sinds 1921 de sa'arieering werkelijk op dien voet geregeld is, en de wijkverpleegster, ander ■maar niet minder mooi of veran-twoordelijk werk verrichtend' dan de hoofdverpleegster in een ziekenhuis, in bezoldiging eerager mate met deze wordt gelijkgesteld. „Nosokómos" weigert, zooals Annie Polak in haar artikel in het, Hdbl. schrijft, tegenwoordig advertenties, waarin een wedde J>eheden de f1800 wordt aangeboden. Ook het „Tijdschrift voor Ziekenverpleging" neemt, naar verluidt, geen annonces meer op, waarin wijkverpleegsters worden gevraagd op een ontoereikend geoordeelde belooning. Maar hoog kan de grens daar bezwaarlijk zijn gesteld; gezien 't feit, dat in genoemde periodiek in 1924 nog 7 maal een salaris werd geboden van f 1000, 1 maal van f1525, 7 maal van f1500; 1 maal van f1400 1 maal van f 1300, 1 maal van f 1200 's j-aars Soms zijn dat 'minimum-salarissen en wordt met 2 of 3 periodieke verhoogingen van f50 of f 100 een eindsalaris van een paar honderd gulden méér bereikt : de wedde loopt dan bijv. van f1400 tot f1500, of van f 1500 tot f 1700. Soms ook wordt van verliooging niet gerept; of alleen gezegd, dat er kans op bestaat Hier en daar wordt voor diploma kiaamverpleging en tubereulose-buisbezoek een toelage van f50 of f100 verstrekt; andermaal evenwel worden voor bovengenoemde bedragen 2 of 3 diploma's gewenscht of geeischt. Verscheiden gemeenten vergoeden een bedrag van f35 of f50 voor rijwiel-onderhoud, eer» enkelen keer wt Jdt een vrij rijwiel toegekend; elders--daarentegen moet de zuster zelve voor aanschaffing of vernieuwing, zoowel als voor onderhoud zorgen. Wat de verzekering voor ziekte, invaliditeit en ouderdom betreft, — soms wordt daarin voorzien buiten het salaris cm, maar niet zelden moot de zuster die bekostigen van haar toch reeds veel te kleine jaarwedde Afgescheiden nog van de omstandigheid, dat ook de rechtspositie van de wijkverpleeg ster hier en daar te wensehen laat, behoeft het wel geen betoog, dat een bezoldiging op deze schaal dageüjksehe zorg beteekent; een leven in uiterste bekrompenheid, welke in de ergs>te gevallen tot bepaalde armoede wordt. In Januari 1922 kwam in het , Tijdschrift voor Ziekenverpleging", wc'.ks gematigdheid alom in den lande bekend mag wor den verondersteld, een artikeltje voor, sèhet send hoe er soms geleefd wordt „in de wijk" aan het einde der maand dagen achtereen op boekweit met stroop (goedkoop en gauw gaar. dus weinig gas kostend!) en droog brood.... Is er welsprekender pleidooi denkbaar voor spoedige en grondige verbetering V
"De Positie der Verpleegsters.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111837:mpeg21:p005
van ROBERT LOUIS STEVENSON. Geautoriseerde vertaling van J. C. L. B. PET. 47 En hierop stroomde al mijn woede uit mij weg, en was ik alleen maar ziek, en bedroefd en wezenloos, en verbaasd over mezelf. Ik zou alles hebben gegeven, als ik de woorden terug kon nemen, die ik had gesproken, maar wie grijpt een gesproken woord weer ? Ik dacht aan al zijn vriendelijkheid en moed in het verleden, hoe hij mij had geholpen en opgevroolijkt, en alles met mij had gedragen in onze moeilijke dagen ; en herhaalde toen voor. mezelf weer de beleedigingen, die ik had gezegd en begreep, dat ik voor altijd dien trouwen vriend had verloren. Tegelijkertijd scheen mijn ellende te verdubbelen en de steek in mijn zijde was als een Zwaard zoo scherp. Dit bracht mij op een denkbeeld. Geen verontschuldiging kon uitwissehen wat ik had gezegt, het was onnoodig erover te denken, geen niets kon de beleediging goed maken, maar waar een verontschuldiging vergeefsch was, kon een enkele hulpkreet Alan weer nader toet mij brengen. Ik zette mijn trots van me af. „Alan" zei ik, „Als je me niet kunt helpen,.
moet ik hier sterven." Hij sprong overeind en keek me aan. „Het is waar", zei ik,ik ben op. O, Iaat me naar een huis gaan, daar kan ik lichter sterven". Het was niet noodig te huichelen, ik sprak met een stem, die een steenen hart zou hebben vermurwd. „Kun je loopen !" vroeg Alan. „Neen", zei ik, „niet zonder hulp. Het laatste uur knikken mijn beenen onder me, en ik heb een steek in mijn zijde als een roodgloeiend ijzer, en ik kan niet goed ademen. Als ik sterf, kun je me dan vergeven Alan ? In mijn hart hield ik van je, zelfs toen ik het kwaadst was." „Stil, stil," riep Alan, „zeg dat niet, David jongen, je weet toch — Hij hield op met een snik. „Laat ik mijn arm om je heen doen," vervolgde hij, „ dat is de manier. Leun nu maar flink op mij. Ik wilde dat ik wist, waar een huis was. We zijn in Balguhidder, en daar is geen gebrek aan huizen, neen en ook niet aan huizen van vrienden. Gaat het beter zoo, David ?" „Ja", zei ik, „zoo kom ik er wel", en ik drukte zijn arm met mijn hand. Weer was hij op het punt om te snikken, „David", zei hij, „ik ben een slecht mensch, ik heb geen hart en geen verstand, ik dacht er niet aan, dat je nog een kind bent, ik zag niet dat je liep te sterven, David, je moet probeeren of je me kunt vergeven." „O, man, laten we er niet meer over spreken", zei ik, „we hebben elkaar niets te verwijten,
dat is de waarheid. We moeten geven en nemen, Alan. O, maar mijn steek doet pijn. Is er geen huis ?" „Ik zal een huis voor je vinden, David", zei hij moedig, „we zullen de beek volgen, waar zeker huizen moeten staan. Mjjn arme jongen, zou je niet beter op mijn rug kunnen zitten ?" „O, Alan", zei ik, en ik, die zeker twaalf duim langer ben." „Geen kwestie van", riep Alan, opschrikkend, „het mag een kleinigheid schelen, een duim of twee ; ik zeg niet dat ik lang ben, en in elk geval", voegde hij toe, terwijl hij begon te lachen, „nu ik er goed over denk, geloof ik, dat je wel ongeveer gelijk hebt. Ja, het is misschien een voet, of een hand, of zelfs meer." Het was prettig en weldadig, Alan zijn woorden te hooren terugnemen, uit vrees voor een nieuwen twist. Ik kon hebben gelachen, als mijn steek mij niet zoo gepijnigd had, maar als ik had gelachen, zou ik denk ik, ook gehuild hebben. „Alan", riep ik, „waarom ben je zoo goed voor me ? Waarom geef je nog om zoo'n ondankbare kerel ?" „Waarachtig, ik weet het niet", zei Alan, „want ik meende juist, dat ik van je hield, omdat je nooit ruzie maakte, — en nu houd ik nog meer van je." -
"ONTVOERD.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111837:mpeg21:p005
Reeds meermalen werd melding gemaakt van brandstichting in militaire gebouwen in de omgeving van Santpoort. Maandagmorgen werden nu onder leiding van den reehter-commissaris en den officier van justitie te Haarlem aan den Slaperdijk te Santpoort huiszoekingen gedaan en werden vele personen gearresteerd. Ook te Haarlem zelf hadden arrestaties plaats. De gearresteerden werden naar de marechausseekazerne te IBloemendaal overgebracht en daar verhoord. Nader is gebleken, dat ook de ontploffing in de kruitfabriek te Muiden geen ongeluk, maar opzet is geweest. Reeds in het begin van September hebben de politie-autoriteiten en de militaire aut-orit iten te Haarlem geconfereerd om voorzorgemaatregelen te beramen, om verdere onregelmatigheden te voorkomen. Onder leiding van den heer De Ridder, commissaris van politie te IJmuiden, werd tevens een stelselmatig onderzoek ingesteld naar de daders. Verschillende verdachte anti-militaristen werden geregeld nagegaan en temlotte hadden Maandag de huiszoekingen plaats onder het motief, dat een onderzoek naar overtredingen van de Vuurwapenwet weid ingesteld. In het huis van een der gearresteerden werd een uitgebreide correspondentie in beelag genomen. Een hunner werd vervolgens spoedig weer vrijgelaten en deze vertelde, dat het in de kazerne te Bloemendaal heftig toeging en een der arrestanten van een marechaussee zelf: een schop had gekregen, omdat hij niet gehoorzamen wilde. Allerlei fantastische verhalen deden de ronde; er zou bijv. met revolvers geschoten zijn enz. Tal van verdachten werden aan een langdurig verhoor onderworpen in verband met internationale verstandhoudingen. Een nader bericht meldt echter, dat de gebeurtenissen, die plaats hebben gehad, geweldig opgeblazen zijn. Het beoogde resultaat — de arrestatie van een bende anti-militaristische brandstichten? — is niet bereikt. De gearresteerden moesten spoedig weer worden vrijgelaten. De huiszoekingen hebben geen resultaat opgeleverd, waardoor eenige aanwijzing van beteekenis is verkregen. De politie is nu voorbereid op tegen-maat regelen. Zilverbons De Minister van Financiën maakt bekend, dat in de maand December 1924 bij de Algemeen© Rekenkamer zijn overgebracht. 6C0.030 fciuks onbruikbaar geworden zilverbons aft ^an den bij Kon. besluit van 19 Febr. 1920 (St.bl. no. 82) bepaalden vorm ; 900.000 stuks onbruikbaar geworden zilverbons a f 2.50 van den hij Kon. besluit van 14 Juni 1918 (St.bl. no. 357) bepaalden vorm. —o— Uit de S. D. A. P. In „Het Volk" wordt medegedeeld, dat de heer W. H. Vliegen zich bereid heeft verklaard een candidatuur voor het overige der,! van het Partijbestuur te aanvaarden reglementair kan hij geen candidatuur als partijvoorzitter aanvaarden). Van den heer P. J. Troelstra is bij het Partijbestuur bericht ingekomen, dat hij geen candidatuur voor het Partijbestuur meer aanneemt. £ Broekhuys' Sneeuwbalsysteem. Handelsbelangen bevat de erediteurenliji^t in het faillissement Maria J. Visser, eenig beheerend vennoate der comm. venn. Broek huys' Sneeuwbalsysteem te Rotterdam. Zij telt 62 namen, met een totaal passief van ƒ 72,471.67. De baten zijn nog niet volledig bekend. De verificatie-vergadering zal op 17 Januari worden gehouden. KORTE BERICHTEN. — Naar de betrekking van klerk ter secre tarie te Hilversum is, naar het Weekblad van den Bond van Nederland-, ehe Gemeenteambtenaren vermeldt, door niet minder dan SOkO personen gesolliciteerd. Aangezien de bezoldiging van die betrekking meer dan duizend gulden bedraagt, en derhalve de soilicitatiestukken gezegeld moeten zijn, komt de niet geringe som van minstens J 900 aan zegels, vermeerderd met een bedrag van ten. minste /300 aan postzegels, totaal ƒ1200, ten
voordeele van 'e Rijks schatkist. — Te Schiedam is de vorige week een 60jarig man overleden, die sedert vier jaar werkloos was en, door zijn voorkomen van hulpbehoevendheid nog al meelij wist op te wekken. Van het burgerlijk armbestuur genoot hij een wekelijkoche ondersteuning. Thans, bij zijn overlijden, zijn op het lijk bevonden twee spaarbankboekjes tot een gezamenlijk bedrag van f 1608.76 en bovendien veel buitenlandsch nu waardeloos geworden papieren geld. Door de politie is een eu ander in beklag genomen. — Ten stadhuize te Utrecht is ingeschreven de 150.010e invroner der oude Bisschop: 'tad. — Bvoekhuijs, die in verband met het aanleggen van zijn 33ste premielesninff nog eenige maanden hechtenis had te ondergaan, is> naar men meldt, naar België uitgeweken. — Mej. Van der Gauw—Mattee te Waspik is Zondag bevallen van twee jongens, en twee meisjes. De vierling is gezond. Het echtpaar Van der Gauw had al drie jongena — De politie te Hengelo heeft twee lieden aangehouden, die in de laatste weken te Hengelo en omstreken niet minder dan 16 diefstallen met braak pleegden. — De Maatschappij tot het verrichten van Mijnbouwkundige Werken heeft binnen de gemeente Lichtenvoorde op ontginbare diepte sieenzont aangeboord. — Willem Mengelberg is naar de Vereenigde Staten vertrokken om te New-York gedurende de tweede helft van het oeizoen de leiding te voeren van de Philharmonic Society of New-York. — In de bosschen van Zwaluwenberg te Hilversum is een 19-jarig jonOatensch géi'Onden, die daar bijna een week liad rondgezworven zonder voedsel. Hij wa; zoo verkleumd en uitgeput, dat hij per brancard naar de R.-K. ziekenverpleging moest worden getracht. Hij bleek te zijn de winkelbediende F. P. uit Utrecht, die met een maand salaris op stap was gegaan en niet thuis durfde komen Zijn toestand is ernstig ; hij heelt booge koortsen en men vreewt voor zijn leven.
"BINNENLAND De Brandstichting in Militaire Gebouwen.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111837:mpeg21:p005
„Het Centrum", het thans ingediende wetsontwei 1 }) tot afschaffing der Staatsloterij besprekend,, schrijft daarover o.m. : „Dat de Rijksschatkist voorloopig slechts een geringe bate zal derven, neemt niet weg, dat, wanneer het ontwerp als wet volledig zal hebben doorgewerkt, de Staat een jaarlijksch bedrag van ongeveer zes ton zal missen, wat zeker geen onbelangrijk bedrag is. En ware daarvan nu het gevolg een groote geestelijke bate voor ons volk, of althans het weren van een ernstig euvel, men zou zulk een financieel offer ervoor over moeten hebben. Maar dat de Staatsloterij een zoodanig euvel beteekent, wordt verre van algemeen erkend.. En het zal ons dan ook geenszins verwonderen, indien het ontwerp de vereischte meerderheid in het Parlement niet zal vermogen te behalen." Het „Handelsblad" schrijft onder het opschrift „Gij zult niet spelen" o.m. : • „De indiening van dit ontwerp op dit tijdstip, het voornemen om voor de schatkist een zestal tonnen gouds per jaar prijs te geven nu, zal men mogen verklaren uit „zekere Junigebeurtenissen", die hare schaduw vooruit plegen te werpen. Het is nu de tijd voor paradepaardjes, die het anti-revolutionnaire kiezersvolk gaarne ziet en gevaar voor de schatkist levert het niet op, ze te laten paradeeren, immers de meerderheid, waarop de regeering steunt, zal voor dit denkbeeld toch niet te mobiliseeren zijn en zoo blijft ook dit ontwerp naar alle waarschijnlijkheid een erfenis voor een volgende regeering. Fraai vinden we een dergelijke politiek niet. Maar ook op zichzelf beschouwd is dit ontwerp niet bewonderenswaard." En verder besluit het blad : „Niets belet onze anti-revolutionnairen zich te onthouden van deelneming aan de staatsloterij, niemand legt hun een stroobreed in den weg, als zij het verderfelijk karakter van het kansspel propageerend, de publieke opi nie voor afschaffing van alle loterij willen bewerken en rijp maken. Wellicht zal men het thans ingediende
wetsontwerp als zoodanig moeten beschouwen." „De Residentiebode" hekelt.de indiening o.m. als volgt : „Het is min of meer belachelijk met afschaffing te komen van een onschuldig loterijtje, terwijl de groote gokkerij aan de Beurs «•aar dag aan dag fortuinen verdobbeld worden, ongebreideld gesteund wordt. Daar zou nog wel wat goeds te bereiken vallen, als men de speelwoede wil beteugelen. Overigens geidt hier wel een beetje het ■ bekende woord, dat zoo vaak onjuist wordt aangehaald : quid leges sine moribus, wat vermag de wet zonder de zeden ? Als ons volk wil loten, zal géén wet dat op den duur beletten. Wil men het verbod toch doordrijven, dan krijgt men toestanden als in het drooggelegd Amerika, dat waarlijk niet tot navolgen noopt. Legt men de persoonlijke vrijheid te zeer aan banden, dan krijgt men geheime misstanden. En het laatste is erger dan het eerste. Eén ding bij dit voorstel staat ons aan, n.1. dat het niet de geringste kans heeft, aangenomen te worden. Dat zal Coiijn zelf ook wel hebben ingezien, want de hoofden in de Kamer zijn te dezen opzichte ai zoo goed als gemerkt. Wat nog geen reden behoefde te zijn om het paradepaardje niet vóór te brengen; want dat kan zoo vlak vóór de verkiezingen schitterende manoeuvres maken, tot schrik van den heer Kersten en zijn volgelingen. Als zoodanig kan het beestje waarlijk nog goede diensten bewijzen."
"UIT DE PERS. Afschaffing Staatsloterij.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/01/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111837:mpeg21:p005