Onder vitaminen verstaan we stoffen, welke voor het in stand houden der levensfuncties absoluut noodzakelijk zijn, maar welke we overigens scheikundig nog niet kennen. Deze stoffen noemt men ook wel edelstoffen. Vroeger bepaalde men de voedingswaarde van een voedermiddel uitsluitend naar het scheikundig gehalte aan verteerbaar eiwit, vet en zetmeel. Htf bleek echter, dat bij uitsluitende voeding van chemisch zuiver eiwit, vet en zetmeel, de zaak niet goed ging. Dan traden gezondheidsstoringen op. Er ontbraken noodzakelijke stoffen, welke scheikundig echter niet zijn aan te toonen, maar welke men heeft leeren kennen uit ervaring en dierproeven. Het classieke voorbeeld is de z.g. beriópri = een zenuwziekte. Inlanders, zich uitsluitend voedende met gepelde rijst, kregen ten aandoening der zenuwen = beri-beri. Waar ongepelde rijst gegeten werd kwam deze ziekte niet voor. Beri-beri verdween verder, als men maar ongepelde rijst gaf. Bij het pillen wordt de rijst ontdaan van den zaadhuid, het z.g.n. zilvervliesje. In dit zilvervliesje moet zich dus een stof bevinden, welke in staat is de beri-beri te voorkomen. Deze stof, welke men scheikundig niet kan oantoonen, noemt men het B-vitamine. Ook bij kippen geeft een gebrek aan Bvitame ziekteverschijnselen, welke veel op beri-beri gelijken : ten algemeene zenuwaandoening. Het B-vitamine komt b.v. veel in gist, in groenvoeder, melk en in de eiwitlrag der granen. Het B-vitamine kan koken goed verdragen. Het B-vitamine wordt b.v. wel getrokken uit de gist en dan verwerkt in een soort pepermuntje, welke veel dienst hebben gedaan bij soldaten, waar men door eenzijdige voeding bevreesd was voor -beri-beri. Bij dat onttrekken van het vitamine uit gist, blijft er over de uitgetrokken gist, welke geheel, ook scheikundig, gelijkt op niet uitgetronken gist. Ze heeft echter als vitaminebron geen waarde meer. Hiermee kan dus in den handel geknoeid worden. Een ander voorbeeld van gebrek aan vitaminen is de z.g. scorbut of scheurbuik, welke vooral gezien werd bij zeelui, die hoofdzakelijk gevoed werden met pekelvleesch. Een verschijnsel dezer ziekte is b.v. een aandoening van het tandvleesch. Bij scorbut is er een gebrek aan het z.g. C-vitamine, hetwelk b.v. veel voorkomt in citroenen en sinaasappelen; ook in groenvoer en melk. Kippen schijnen het C-vitamine te kunnen missen. Deze is dus in de pluimveevoeding van geen btlang. Dan hebben we nog het A en D en Evitamine. Deze komen voor in de levertraan. Bij gebrek aan A-vitnmine ontstaat een oogaandoening, het D-vitamine regelt de kalkslofwisseling en voorkomt de Engelsche ziekte (het z.g. anti-rachitisch vitamine). Het Evrtamine is van beteekenis voor de bevruchting. Deze vitaminen, welke alleen in levertraan voorkomen, zijn voor de pluimveevoeding van groote beteekenis. Ook in jong groen en in gele mais komen deze titularissen voor. In witte mais niet. Wel weer in boter. Fr worden nog wel eens meerdere vitaminen genoemd of een andere indeeling gegeven, prnd'sch doet dit er echter weinig toe. In het algemeen gezegd zijn vitaminen noodzakelijk voor den groei, de gezondheid, de productie en de voortplanting. Bij een tekort, dus niet een totaal gemis, aan vitaminen, behoeven we niet direct ziekteverschijnselen te zien, maar wel krijgen we daardoor b.v. een verhoogde vatbaarheid voor verschillende ziekten. Bij gebrek aan B-vitamine kunnen we dus krijgen zenuwverschijnselen : verlammingen ; bij D-vitamine de Engelsche ziekte, vooral van beteekenis bij kuikens en bij E-vitaminegebrek slechte bevruchting.
Hoe kan men nu dergelijke nadeelige gevolgen, ontstaan door een tekort aan vitaminen, voorkomen ? In de eerste plaats is het gewenscht om een veelzijdig voedsel te geven, dus een mengsel, bestaande uit verschillende soorten meel en graan. Dan is jong groen rijk aan vitaminen. In het kleinbedrijf zal men gauw hiermee kunnen uitkomen, in de tegenwoordige grootbedrijven echter valt dat niet mee, vooral nu hoe langer hoe meer kippen worden gehouden op beperkte ruimte. Voorjaars en 's zomers kan men over allerlei soorten groen beschikken, terwijl 's winters gebruik kan worden gemaakt van boerenkool en vooral van gekiemde haver. Dit : aatste is zeer goed en wordt b.v. veel in Amerikaansche pluimveebedrijven toegepast. Er worden speciale kisten vervaardigd voor het kiemen van haver; men kan het echter ook in eenvoudige platte bakken doen. Ook wordt in den laatsten tijd aanbevolen geconserveerd graanvoeder in den vorm van zuur persveeder. Ook melk is als vitaminebron aan te bevelen. Veelal zal men echter, vooral in den winter, zijn toevlucht moeten nemen tot meer kunstmatige middelen en wel gist en levertraan. Gist bevat het B, levertraan het A, D en E vitamine. Als gist wordt dan bedoeld niet uitgetrokken, gedroogde gist. Het kan vervalscht worden met uitgetrokken gist, welke niet van elkaar te onderscheiden zijn. Uitgetrokken gist is als vitaminebron waardeloos. Bovendien heeft gist voedingswarade door zijn hoog gehalte aan verteerbaar eiwit. Levertraan wordt ook veelvuldig vervalscht met goedkoopere traansoorten en oiieën. De handel in gist en levertraan is een zuivere vertrouwenszaak. Men koopt alleen van een goed en betrouwbaar adres, 't Is jammer, dat men voedingsstoffen zoo moeilijk op vitaminen kan onderzoeken. Dit kan feitelijk alleen door middel van dierproeven. Gist geeft men door het ochtendvoeder en wel 3 pet., levertraan 2 pet. Men kan levertraan ook met het graanmengsel mengen en men rekent dan pl m. één eetlepel per 15 kippen en 1 theelepel per 15 kuikens. Nu bestaat er een zeker verband tusschen 'het directe zonlicht en vitaminen. Engelsche z : ekte kan b.v. genezen worden door levertiaan, maar ook door direct zonlicht en dan wel speciaal door de z.g. ultra-violette stralen van het zonlicht. Men moet het zich als volgt voorstellen : door inwerking der ultra-violette stralen worden uit stoffen in het lichaam het D-vitamine gevormd. Verschillende voederstoffen zijn door bestraling met ultra violette stralen rijk an vitaminen D te maken. Zoo wordt op het oogenblik het Zuivere D-vitamine in den handel gebracht, onder de namen van Vigantal en Davitamon.' Enkele druppels hiervan per dag kunnen kuikens snel van Engelsche ziekten genezen. Verder kan in dit verband nog gewezen worden op de verschillende glassoorten, welke ultra-violette stralen doorlaten, wat gewoon glas niet doet. Kan men het nu ook stellen zonder al deze kunstmatige dingen ? In zeer vele gevallen m. i. zeer goed. Kippen, welke 's zomers vrij rondloopen, hebben m. i. geen levertraan en gist noodig. Ook ultra-violette sralen doorlatende glassoorten hebben het bezwaar, dat ze juist van nut moeten zijn in den wintertijd, maar juist in dezen tijd is het zonlich zeer arm aan ultraviolette stralen, zodoat de practische beteekenis van dit glas hierdoor sterk verminderd wordt, 's Winters zorge men echter wel terdege voor vitaminerijke voeding {veelzijdige voeding — levertraan, gist, gekiemde haver — en men denke er aan dat direct zonlicht van groote beteekenis is. X.
"Vitaminen in de Pluimveevoeding. Des Winters zorge men terdege voor Vitamine-rijke Voeding.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1930/01/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111992:mpeg21:p005
"Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1930/01/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111992:mpeg21:p005
Wanneer men in het voorjaar bij groote en eine kippenhouders komt, klaagt de een al »eer dan de ander over de overstelpende druk' en niet zonder reden. d , e ^ dat al de kippen moeten worden behatJ 0 ,! 610 ' de broe <3machine moet worden lanm-üw en ten slotte, en dat is-nog het beMen k 6 ' 06 ku * kens moe ten worden opgefokt, heden- 6en °P een hooping van werkzaamjnin cip„v° 4 ° r de nauwgezet te vervulling daarvan Men t* 6nkelen berekend " P^ouden^n 1 ^ 08 ^ 66115 ZOOVeel Van kip " begrijpen, dat da ^ nf ° kken af te weten om te der wel «pn* t verzorging van een en anWel van m»r>Ja, Wenschen overla &t. Men spreekt bebbln En f 6 ? dle * veel hooi op de vork D ' ED dRarto « behooren In het voorjaar
de pluim veefokkers. Het wil mij voorkomen dat dit wel een klein beetje anders kon. Ook in het pluimveevak moet er veel meer komen een doelmatige verdeeling van den arbeid. Als degene die door selectie, en vooral door selectie met behulp van het valnest, er zijn werk van maakt kippen te fokken van zoo hoog mogelijke productiviteit, dan heeft hij met het broeden en opfokken van de dieren, elk jaar weer noodig voor de instandhouding en uitbreiding van eigen bedrijf, de handen vol genoeg en moest hij niet voor anderen behoeven te broeden en kuikens groot te brengen. HU moest er mee kunnen volstaan de eieren van rijn waardevolle dieren aan die anderen af te leveren zonder meer. Die andere zouden asch In eea nïi belden nwr kunnen epecialiseeren.
Ik weet wel dat deze soort werkverdeeling ir. de practijk wel voorkomt. Vooral kan hierbij gedacht worden aan het z.g. loonbroeden. Die werkverdeeling komt echter niet voor op de gelijk men ze noemt, erkende fokbedrijven en andere die daarmede eenigszins kunnen worden vergeleken. We zouden het in het algemeen kunnen noemen, op de beste bedrijven. En juist hier zou het het allernoodigst zijn, vooral ook als men let op het vele administratieve werk dat hier moet worden verricht. Er valt natuurlijk wel iets voor te zeggen dat alles op een en het zelfde bedrijf gebeurt, vooral met het oog op het storende vervoer van broedeieren en kuikens. Het is echter niet zoo noodzakelijk dat alles over verren afstand moet worden verzonden. Het kippenheir is op de meeste plaatsen wel zoo talrijk, dat daar voor een goed ingericht groot bedrijf, dat voor de naaste omgeving fokt, wel plaats is. Voor organlsatie's die er naar streven een fokstation onder eigen beheer te hebben verdient m.i. bovenstaande wel overweging. Als men het fokmateriaal uitsluitend aflevert in den vorm van broedeieren, kan men zich met veel beperkter middelen behelpen. Voor het broeden en opfokken zullen de leden in hun eigen plaatsen gezamenlijk een gelegenheid moeten scheppen. Ook dit is zeer wel te doen. Mij was dezer dagen verzocht een lezing te houden over het onderwerp van den dag: ,,Kippenhouden met voordeel door den kleinen man." Het bezoek viel me mee, aangezien de menschen bij de convocatie de boodschap thuis hadden gekregen: een tientje mede te brengen als aandeel in de oprichting van een broedcentrale. Die broedcentrale zal er wel komen. Eieren zullen worden betrokken van een goed fokstation. Op die manier kan de zaak prachtig werken. Iedereen krijgt op tijd kuikens van goede stammen, kan dus, als er maar een goed hok voor komt, in herfst en winter veel eieren rapen. Blijkt dat er nog gezamenlijk opgefokt moet worden ook, dan kan een volgend jaar daarin op gelijke wijze worden voorzien. Met hulp van de Boerenleenbank loopt het met de finantiën nog al vlot van stapel. Bij de gelegenheid, bovenbedoeld, was de Boerenleenbank bereid de helft van het benoodigde bedrag te leenen en zij stond bovendien een subsidie van f 50.— tce. Waar men ook komt, in de eeuw van de kip is voor die kip overal onbeperkt crediet te krijgen. F. HOOGEVEEN.
"Aflevering van Fokmateriaal in den vorm van Broedeieren. In de eeuw van de kip is voor die kip overal onbeperkt crediet te krijgen.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1930/01/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111992:mpeg21:p005
Wie op de juiste manier kippen houdt, verdient er beslist aan; wie het Anders doet, geeft er ontegenzeggelijk op toe. Een middenweg is hier niet.
"Wie op de juiste manier kippen". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1930/01/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111992:mpeg21:p005
Er is door velen die de pluimveebelangen in boek- en tijdschrift hebben te dienen reeds vaak op gewezen dat pluimvee slechts dan rendabel is wanneer men er in slaagt een behoorlijke winterproductie van zijn dieren te krijgen. Zoo zijn er wel pluimveefokkersbedrijven in ons land, waar alleen in den winter valnestcontrole wordt toegepast, bijv. van November tot Februari, met het doel om van die dieren te fokken die de hoogste winterleg hebben. In de wintermaanden moeten de hoenders eieren leggen, dan is de prijs van de eieren altijd hoog. In het voorjaar en in den zomer leggen alle vogels. Men kent het bekende rijmpje: In Mei leggen alle vogels een ei. Hoewel de valnestcontrole ook in den zomer voor de fokkers van groote beteekenis is, valt het niet te ontkennen, dat in zekeren zin de winterproductie beslist wat betreft de rentabiliteit van een pluimveebedrjjf. Want door te werken op winterleg verhoogt men in de eerste plaats de gem. productie van zijn hoenders, maar in de tweede plaats verhoogt men ook den gemiddelden eierprijs. Zoo gaat men dus in tweeërlei opzicht vooruit. Het is dan ook geen wonder dat menigeen er naar streeft een behoorlijke winterleg van zijn hoenders te verkrijgen. Nu kan men in het algemeen bij het gebruik van kunstlicht en door goede voeding en verzorging ook al veel bereiken, maar er kan ook op de winterleg gefokt worden. Aan een goeden winterleg zijn dan ook erfelijke factoren verbonden, die rr.et de naam vroegrijpheid worden aangeduid. De toepassing van deze methode is verre te verkiezen boven eerstgenoemde, omdat bij het gebruik van kunstlicht de dieren a. h. w. tot den leg worden gedreven. Het Ss daarom van groot belang voor den fokker om de factor voor vroegrijpheid in zijn dieren aan te fokken en vast te leggen. Dan alleen heeft men zekerheid, of liever gezegd, meerdere zekerheid dat deze rationeel gefokte jonge hennen een goede winterproductie geven, maar ook dat de totale productie er door wordt verhoogd. Wanneer
men de niet op winterleg gefokte dieren op den leg forceert krijgt men hoogstens een vervroegde leg of een verplaatsing daarvan, maar in de meeste gevallen niet een hoogere jaarproductie. Dat een goede winterleg samengaat met een hoog productie-cijfer werd door den legwedstrijd alhier duidelijk gedemonstreerd. Er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen, maar de regel was, dat op den legwedstrijd de hennen, die de hoogste winterleg hadden, ook het hoogste gem. productiecijfer hebben bereikt. Onderstaand staatje laat zien de winterproductie en totale leg. We nemen voor den winterleg de maanden November, December en Januari. Wij vermelden alleen maar de hennen individueel. Hen No. Toom Winterleg Totale productie 1 3 68 eieren 246 eieren 4 3 77 209 „ 7 3 65 246 2 4 63 258 6 5 64 248 „ 3 6 62 218 4 6 60 „ 220 1 8 80 „ 250 3 8 63 242 6 8 69 216 1 11 58 „ 235 7 11 63 „ 246 3 10 60 „ 225 4 10 62 „ 226 7 10 65 „ 222 1 12 63 „ 236 2 12 69 „ 232 3 12 71 „ 250 5 12 75 „ 230 6 12 90 „ 280 7 12 78 „ 246 2 19 73 „ 236 5 ^ 20 71 „ 244 4 ~ 23 83 „ 220 6 23 75 „ 234 2 28 63 „ 254 5 28 79 „ 251 6 28 76 „ 226 7 30 83 „ 223 2 30 57 „ 243 5 30 69 „ 280 2 32 66 „ 216 7 34 61 „ 237 Al is de verhouding van winterleg en totale productie bij alle hennen niet gelijk, toch ziet men in deze cijfers een bepaalde koppeling die ons het bewijs levert, dat goede winterleg gepaard gaat met een hooge productie. De meeste legwedstrijden geven ditzelfde beeld te zien. Ook zijn er wel hennen die in de wintermaanden geen ei leggen en die toch nog boven de 200 eieren komen. Zoo ook hen no. 7 van toom 30, die op 31 Januaori slechts 1 ei gelegd had, maar toch in totaal nog 223 eieren heeft gelegd. Evenwel kan men in bovenvermelde cijfers zien, dat bij bepaalde toornen het meerendeel van de hennen de aanleg bezitten om naast een goede winterproductie een groot aantal eieren te leggen. Deze combinatie kan iedere pluimveefokker na eenige jaren van valnestcontrole wel in zijn dieren vastleggen. Want evenals vroegrijpheid berust een constante winterleg ook op erfelijke factoren. Om dit te verkrijgen neemt men als fokdieren vroegrijpe en tevens goede volgroeide hennen. Uit de koppel hanen neemt men die waarbij lichaamsbouw en kopversierselen vlug ontwikkelen en die vroeg kraaien. Dit is in het algemeen ook een kenteeken van vroegrijpheid. Maar bij dit alles moet men trachten een gevaarlijke klip te omzeilen, nl. de rui. Fokkerskunst en fokkerswijsheid zal ook dit euvel weten te bestrijden. Emmen, 17 Dec. 1929. L. BOUWERS.
"Mededeelingen van het Oosting-Instituut.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1930/01/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111992:mpeg21:p005
Een eenvoudige boekhouding is ook Een eenvoudige boekhouding is ook voor de .kippenhouderij onmisbaar. Wanneer het jaar óm is (bij de kippen begint het boekjaar bij voorkeur op 1 October en eindigt 30 September d.a.v.) kan men dan gemakkelijk uitrekenen hoeveel er verdiend is.
"Een eenvoudige boekhouding is ook". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1930/01/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111992:mpeg21:p005
Onder leiding van den heer J. Kah vergaderde de onderafd. Annen der N.N.C. in 't café De Jongh. De afgevaardigde naar de algemeene vergadering der N.N.C. bracht verslag uit, welk verslag werd goedgekeurd. Wegens bedanken van den heer H. Popken werd tot lid van het bestuur benoemd de heer H. van Wijk, terwijl het periodiek aftredend lid van het bestuur, de heer L. P. Bos, werd herbenoemd. Een voorstel van het bestuur om de leden te verplichten tot eierlevering werd aangehouden om eerst eens te onderzoeken of een ophaaldienst kan worden ingesteld. Waar blijkt dat de gemiddelde eierprijs, door de N.N.C. uitbetaald, booger is dan de handelprijzen, aal zeer waarschijnlijk
de wekelijks geleverde hoeveelheid eieren moeten toenemen. De leveranciers der eieren en afnemers van het voeder der N.N.C. zullen aan 't eind van 't jaar voortaan reductie ontvangen naar verhouding van 't bedrag door hen omgezet.
"Nieuws uit de Afdeelingen. ANNEN.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1930/01/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111992:mpeg21:p005
(Niet D. P. H. V.) DE KRMi. Met de pslskonijnenfokkerij staat het momenteel minder gunstig, ja zelfs uiterst ongunstig, tenminste voor degenen, die een contract afsloten met de firma te Goirle. Dit contract zal niet gestand gehouden worden, daar de firma te Goirle, zoo deelde men ons mede, geliquideerd is. Dat diverse pelskonijnenfokkers alhier van bovengenoemde firma, en dit zijn er niet weinig, groote stroppen hebben, begrijpt een ieder, als men bedenkt, dat men voor de ko nijnen bij inkoop f 38 per stuk betaalde.
"Nieuws uit andere Afdeelingen.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1930/01/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111992:mpeg21:p005
„Leeven en lezen" is de kip, welke S „Leeren en lezen" is de kip, welke | den boer de gouden eieren legt. t „Ik heb geen tijd" daarentegen is t gelijk de boo:e vrouw, die deze kip t doodt.
"„Leeven en lezen" is de kip, welke". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1930/01/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111992:mpeg21:p005
Naar wij vernemen zal er opnieuw een legwedstrijd voor jonge hennen worden gehouden in het Oosting-Instituut ter bevordering van de Kleinveeteelt alhier. Deze legwedstrijd gaat uit van de A. N. P. V. Tot dit doel is een terrein, hetwelk grenst aan het Oosting-Instituut aangekocht, waarop eenige hokken en rennen zullen worden gebouwd, zoodat er ruimte is voor 300 a 400 kippen. Voor dezen legwedstrijd is een geheel nieuwe regeling vastgesteld.
"EMMEN.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1930/01/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111992:mpeg21:p005
Daartoe uitgenoodigd door de Meppeler Pluimvee- en Konijnenvereeniging M. P. K. hield Dinsdagavond in de zaal Stern de heer S. D. Le Fèbre uit Heerenveen een lezing over „Waarom kippen houden" gevolgd door een film. Na een kort openingswoord van den voorzitter van M. P. K., den heer J. Schreudering, verkreeg de heer Le Fèbre het woord om in een boeiende causerie de talrijke aan-» wezigen een en ander te vertellen over d« kippenhouderij. In het algemeen, zegt spr., moeten wij kippen houden om een beetje meer poëzie in ons leven te brengen, hetgeen veela! gelukt, hetgeen spr. ook gebleken was bij een bezoek aan Emmen, waar men den laatsten tijd ook meer — en dan wel speciaal in het veengedeelte — aan kippenhouden is gaan doen. De Burgemeester van Emmen, zegt spr., stelt zich voor met de bevordering vaii het kippenhouden te brengen: le. meer welvaart onder de bevolking en 2e. om daardoor mede de menschen op te voeden. Dit is volgens spr. zeer juist gezien en het is frappant welke resultaten daar reeds in korten tijd zijn bereikt. Het gemeentebestuur verleent daar de meest mogelijke medewerking door o.a. de beste dieren van elders te laten komen en bij de kippenhouders uit te zetten. Om met suce- 13 kippen te houden moet men eerst kippenho^ 11 leeren. Is het in Emmen en omgeving r*^' er , de mest-fokkerij, welke daar wordt beoe^ nd > l11 ® 1 te Meppeï, zegt spr., fokt men me<* ue s P or J* rassen. Hierna behandelt spr. verschillende zaken met betrekking tot het kippenhouden; o.a. de huisvesting, voeding enz. Wat de huis vesting betreft raadt spf- aan de dieren met in een klein benauwd hokje te stoppen erf daags in een open ren. Beter is het daarvoot te nemen een z.g. modelhok (in onze bijlage „Nut en Sport" gaven wij hiervan reeds vroeger een afbeelding met beschrijving). Als vloer moet men voor een modelhok een betonvloer (gewapend beton) en er tusschen een laag asfalipapier voor het zweeten van h H
beton. Vervolgens bespreekt de heer Le Fèbre de verschillende systemen van voeding, n.I. nat- en droog-voeren. Spr. is geen onverdeeld voorstander van voeding met kunstkorrel. De groote fout van de meeste kippenhouders is, dat men den geheelen dag kunstkorrel geeft. De dieren worden dan veel te vet. Men dient te zorgen, dat de kippen altijd hongerig blijven. Voorts zorge men altijd voor frisch drinkwater. Daardoor voorkomt men velerlei ziekten. Vervolgens wijdt spr. nog een enkel woord aan de meest op den voorgrond tredende ziekten en de bestrijding daarvan, o.a. diphterie. Men kan diphterie bestrijden door inspuiting met serum. Dit is ongetwijfeld de beste methode, doch ook de duurste. Een goed bestrijdingsmiddel is ook om in het drinkwater een weinig ijzervitriool te doen. Vooral geen kalipermangaan gebruiken. Een veel voorkomende ziekte is ook Pullorum. Dit is precies hetzelfde als de witte diarrhee en komt veel voor bij kuikens. Het beste middel is de bacillendragers uit de toom te verwijderen. Kalkpooten komt ook nog veel voor. Hiertegen gebruike men petroleum of groene zeep. Verder behandelt spr. nog het veereneten ,eiervreten en de luis. Hierna worden eenige aardige en leerzame films vertoond betrekking hebbende op de pluimveehouderij en op den landbouw. De heer Schreudering was zeker de toik der vergadering toen hij den heer Le Fèbre hartelijk bedankte voor zijn lezing. Binnenkort hoopt voor dezelfde vereeniging de heer Steenhuis een lezing te houden over de konijnenteelt, waarvan een advertentie zal volgen. Een gevaar voor onzen Eieruitvoer. De Kamer van Koophandel te Amsterdam had in een adres aan de Tweede Kamer gewezen op het gevaar, dat onzen eieruitvoerhandel bedreigt en waartegen slechts contröle op den uitvoer waarborgen kan geven. De K. v. K. steunde hierop haar verzoek, allereerst daartoe si lekkende maatregelen te treffen. Hoe^pgr ook haar standpunt bij de behandeling vf.n het wetsontwerp instemming heeft mogen vinden, werd aan haar verzoek niet voldaan. Een controle, welke zich niet slechts er toe wil bepalen bedrog in den uitvoerhandel te beteugelen, doch zich ook behoud of verkrijgen van een goeden naam van het Nederlandsche product in het buitenland ten doel stelt, behoort, aldus schrijft de K. v. K., thans aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, in de eerste plaats waarborgen te geven, dat eerste kwaliteit kan worden onderscheiden van mindere kwaliteiten van dezelfde herkomst; doet zij dit niet, dan kan het niet anders, of het zullen de
mindere kwaliteiten zyn, welke het aanzien bepalen, dat het geheele product zal genieten. De thans uitgeoefende contróle stelt echter aan alle hier te lande te veilen of te verzenden eieren éénzelfden eisch van verschheid: een luchtkamer van ten hoogste 6.3 m.M. diep. Door zulk een lagen eisch te stellen en door allen eieren welke daaraan voldoen — van de allerbeste af tot aan die welke er nog maar nauwelijks mee door kunnen — éénzelfde onderscheidend kenteeken te verleenen, kan derhalve de huidige contröle niet er toe bijdragen, het Nederlandsche oorsprongmerk tot hooge waardeering te brengen. In de tweede plaats behoort een juist inzicht in hetgeen onze uitvoer-contröle zal moeten bereiken, er toe te leiden, dat aan het uit te voeren product ten minste dezelfde eischen worden gesteld als geschiedt door de landen met welke wy op de buitenlandsche markt hebben te concurreeren. Het is er verre van, dat de, door het Eiercontróle-Bureau gestelde eisch daaraan zou voldoen. In de derde plaats moet aan een uitvoerregeling de eisch worden gesteld, dat zij geen belemmering in den weg legt aan een zoo ruim mogelijke aansluiting van alle daarbij betrokkenen. In de vierde plaats dient bij het regelen van een uitvoer-contröle te worden bedacht, dat het in laatste instantie de waardeering van den consument is, die den naam van een product bepaalt. Indien het gaat om een belangrijken tak van uitvoerhandel — zooals in dit geval — mag, naar de meening der K. v. K. alleen beslissende beteekenis worden toegekend aan de eischen welke het behoud van onze positie op de buitenlandsche markten stelt; de ervaringen, opgedaan met onzen exporthandel in boter, kaas, ansjovis en haring, spreken in dit verband een zóó duidelijke taal, dat wij ons niet kunnen voorstellen, hoe, van overheidswege, een ander, minder „eenzijdig", standpunt ingenomen zou kunnen worden. Deze overweging leidt tot het stellen van den eisch aan onze eier-uitvoercontröle, dat zij zoo krachtig mogelijke voorwaarden zal scheppen voor mededinging op de buitenlandsche markten. De thans vigeerende contröle voldoet aan dezen eisch geenszins. Het stempelen van Eieren in Bslgie De Belgische Minister van Landbouw, Mr. H. Baels, heeft van de Nieuwjaarsvacantie gebruik gemaakt om zich in Engeland op de hoogte te stellen van het aldaar gevolgde systeem van stempeling van de uit het buitenland ingevoerde eieren. Het is de bedoeling van den Minister, ook in België de verplichte
stempeling in te voeren, niet alleen voor wat betreft de uit den vreemde komende eieren, maar tevens voor de inlandsche ingelegde eieren. Galgenhumor van een Kippendief. By een der thans te Doetinchem aan de orde zijnde kippendiefstallen hebben de dieven alle dieren met uitzondering van een haan meegenomen en aan het hok een briefje bevestigd, waarop stond : „Mynheer is alleen thuis, bezoeken kunnen niet worden afgewacht."
"MEPPEL.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1930/01/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111992:mpeg21:p005
LANDEOUWKALK met het hoogste gehalte levert H. J. Haack's Betonlabriek en Bouwmateria-enhandel Assen Telefoon 173 WGUDA'S ZADEN DE BESTE = REEDS SINDS 1879 —
"Advertentie". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1930/01/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111992:mpeg21:p005