De tijd van de schoonmaak is weergekomen tot moeite en beslommernis voor de huismoeders, tot ergernis voor de huisvaders, tot vreugde voor de kinderen wie in hun overvarenheid elke afwijking van het gewone alledag-leven welkom is. De vrouw beschouwt de schoonmaak zeer juist als een noodzakelijk iets ; de man veehil els een vrouwen-liefhebberij, zoo niet als een vrouwen-mani, waar zijn humeur en soms ook zijn gezondheid onder lijdt ; want het humeur van een man is veelal niet bestand tegen kale vloeren, waar men haast struikelt over emmers en teilen en boenders en bezems en ook niet tegen een middagmaal, dat kreuk heeft geleden onder de schoonmaak, terwijl de vrees, een verkoudheid, zoo niet iets ergers op te loopen, door het voorbarig wegzetten van de kachels en door open deuren en vensters, zijn stemming-barometer soms haast op storm doet •taan. Een verstandige huisvader echter ziet het nut van de schoonmaak in, hij wil althans begrijpen dat het geen dwaze liefhebberij ran de huismoeder is, wanneer zij althans eens in het jaar haar huis tot in alle hoeken van stof en vuil en spinrag en ballast wenscht te ontdoen En hij heeft er eenige onaangename dagen voor over, straks zijn home in een staat van orde en netheid te weten, die niets te wenschen overlaat. Neen I schoonmaak, daar kan het niet zonder; want behoudens den tijd van ontstemming en verkoudheid, die ze veelal doet doormaken, beantwoordt ze aan de eischen der hygiëne, terwijl ze tevens bevredigend werkt op den zin voor orde en reinheid en ook op het schoonheidsgevoel. Het mooiste ding, dat vuil is of met stof is bedekt, is immers niet aangenaam meer om aan te zien ; en de aardigste woning krijgt een onaardig aanzien, wanneer de bewoners niet voldoen aan de eischen van zindelijkheid en netheid. Laten bezem en dweil en boender nu dan weer vrij regeeren tot in alle hoeken van het huis en laat de frissche lente-lucht binnen stroomen door open deuren en vensters. Het vuil weg; het stof weg; het spinrag weg; ide ballast weg en de mufheid en dufheid weg uit alle hoeken; dan komt er reinheid en frischheid en ruimte, in uw woning. De menschen in ons zindelijk landje hebben daar over 't geheel ooren naar; en de meeste huisvrouwen hier werpen zich op haar reinigangstaak met een Ijver en een vuur, wij zouden haast zeggen, een betere zaak waardig, ofschoon men dat een verblijdend verschijnsel kan achten, in ranmerking genomen het schadelijke en het weerzinwekkende van het verslonsen en versmeeren. Eén ding is echter jammer, dat er zoo weinig aan een andere schoonmaak gedacht wordt, de schoonmaak van de ziel, die men als de woning •van den geest kan beschouwen. Ook in die woning is opgegaard stof en vuil; ook in die woning zijn spinraggen en ballast ; ook daar zijn hoeken, die muf en duf zijn. Daaraan wordt echter niet gedacht. Velen denken niet eens aan het bestaan van die woning ; sommigen ontkennen zelfs dnt ze bestaat,"in hun materialistische verblindheid. In welk een groote dwaling verkeeren zij I Dat er zoo weinig of in 't geheel niet wordt begrepen, dnt het lijden van individu en maatschappij, dde uit individuen bestaat, voortkomt uit veronachtzaming van die woning, de zie], het belangrijkste bezit van den mensch, daar zijn onsterfelijke geest er in huist. Wie gaat daar de schoonmaak eens aanvangen, opdat dat verblijf gezuiverd worde van het vuil van laster- en leugenzucht; van het stof van inbeelding en eigenwaan; van de spinraggen van haat en. nijd en wantrouwen ; van den ballast van onnoodige zorgen en nuttelooze tobberijen ; en van de mufheid en dufheid van bekrompen eigenliefde ? De schoonmaak van de ziel! Als daaraan slechts één op de tien eens kon en wou denken, dan zou de maatschappij althans kans hebben voor het begin ven een zuiveringsproces, waarvoor middelen worden aangewend, die toch niet baten, omdat ze slechts op het uitwendige van toepassing zijn. Het ware middel voor dat proces is en kan nooit anders zijn d«Tt de schoonmaak, de zuivering van ons innerlijk huis, de ziel, waarvan de toestand der maatschappij afhangt ; want zoo min als onzuivere deelen een zuiver geheel kunnen vormen, zoo min kunnen onzuivere individuen een zuivere maatschappij vormen. •Ja, zuiver uw ziel van het stof dezer aard ; Ontsluit haar voor 't hemelsche licht; „Word innerlijk rein", is de roeping vhfl hem, Die schouwen wil Gcdes gezicht. 1) Als allen die roeping maar volgden, dan zou Deze aarde een Eden straks zijn ; En den zou de wereld vol grauwige stof Eens stralen van hemelschen schijn. 1) Zalig zijn de reinen van hart: want zij zullen God zien. Matth. 5 v. 8
Provinciale Drentsche en Asser courant
- 02-04-1927
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Provinciale Drentsche en Asser courant
- Datum
- 02-04-1927
- Editie
- Dag
- Uitgever
- van Gorcum
- Plaats van uitgave
- Assen
- PPN
- 398540756
- Verschijningsperiode
- 1851-1962
- Periode gedigitaliseerd
- 2 juli 1870-30 december 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Drents Archief
- Nummer
- 78
- Jaargang
- 104
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Schoonmaak.
Maatschappelijke Omvorming
Wij waren in de gelegenheid onlangs van Heer nabij kennis te maken met een Fraaisclie beweging, die ziel) sinds eenige jaren uitbreidt. Het is het zoogenaamde „Naturisme"; vvat wij misschien het beste kunnan vertalen door „de natuurlijke leefwijze Maar hier is dan niet slechts gedoeld op het „terug naar de natuur", dat wij in onze dagen voortdurend hooreni en ook niet alleen op de verzorging des licliaams, den eeredienst voor de lichaamsspieren, noch uitsluitend op vergetarisme of op sport en training waarbij wij in onze dagen een val in de éénzijdige overdrijving kunnen waarnemen. liet ,,Naturisme - ' heeft een verder-reikend doel: het wil het individueele leven tot hoogere geboorte brengen en daardoor aatnzienlijike hervormingen in de maatschappij bevorderen. Het wil vernieuwen, gelukkiger maken ! In een boek „Le Naturisme intégral" van den heer Demarquette, voorzitter van de ▼ereeniging „Trait d'Union", welke het natu.fisrne ten bate der menschèlijke beschaving
wil verbreiden, vindt men een zeer grondige en duidelijke uiteenzetting van streven en doel dier vereeniging. In welken toestand verkeeren wij ? Sinds eenige eeuwen zijn in het regeeren meerdere systemen beproefd om den volkeren welvaart vrede en geluk te brengen. Er zijn daarnaast tal van theorieën erctwikikeld en verdedigd, die een omvorming van heel het maatschappelijk leven, van de inrichting der staten en van het productie«telsel beoogden. Wij hebben na de wantoestanden, onderdrukkingen en uitbuitingen der 17e en 18e eeuw de Fransche Revolutie gekregen en daarna het Liberalisme ; de machine is gekomen, de kla? senstrijd heeft zich verscherpt, het volk is door beter onderricht tot meer kennis en grooteren vrijheidsdrang opgeklommen ; wij hebben in de politiek en in het economisch leven een strijd voor rechten zien ontstaan, de vrouwenbeweging heeft zich ontplooid het partijwezen en het kiesstelsel hebben al lerlei vormen doorloopen ; het Liberalisme is allengs overgegaan im het voorspel der Democratie, en thans is het verlangen en ijveren van duizenden er op gericht om het Socialisme binnen te halen. Wat wij hierbij van de toekomst hebben te wachten, is onzeker : zal de jonge en gebrekkige Democratie allengs werkelijk overgaan in do sociaal-democratie, die dan verder kan uitgroeien tot Socialisme en Communisme ? of zullen wij lerugyallen in nationalisme en conservatisme in een hervormd Monarchisme? Hierover kan men bespiegelingen houden, doch de werkelijkheid van het oogenblik is deze, dat de maatschappelijke hervormingen ons niet hebben gebracht wat werd beloofd, dat het militairisme nog zeer machtig is en de vrede verre, dat er op sociaal gebied nog vele misstanden heerschen en dat in de productiewereld groote onvoldaanheid is waar te nemenHet Socialisme wil, om aan deze gebreken een einde te maken, het productiestelsel in zijn kern aantasten en het kapitalistisch systeem vervangen door een ander. Wat wi.i tot-nu-toe van het socialisme in regeeringen en besturen hebben gezien, kan niet geldor als een zuivere proeve. Dit gebrekkige staats socialisme is zeker niet wat het socialismp beoogt. Anderzijds echter wordt door soci alistische propagandisten te veel vergeten dat een geheel nieuw productiestelsel vereischt een nieuwen mensch ; anders toch komen wij van den eenen vorm van kapitalisme slechts in een anderen, zooals wij dat in Rusland zien met het bolsjewisme. Wat er va'n het socialiseeren en tenslotte van den in het vooruitzicht gestelden sociatistischen staatsgreep na de verwachte algemeene socis le revolutie zal komen, is niet te voorspellen Wij zien slechts, dat men voor het oogenblik nog stevig vast zit in gebrekkige prnductietoestanden en schrille maatschappelijke tegenstellingen.
Deze werkelijkheid nu vat het Fransche ..Naturisme" nuchter in het oog. De leden der vereeniging geven toe, dat een algemeene maatschappelijke hervorming noodig is en zij zien in het Socialisme veel goeds, waar zich dat méér in de lijn der algemeene mettschenverbroedering beweegt, dan het ou>Ip egoïstische, individualistische en materialistische Liberalisme. Zij meenen nu echter, dat wijziging in h?t productiestelsel en rechtvaardiger verdeeling van de arbeidsopbrengst en de goederen op zich-zelf niet de gewenschte uitkomst zal brengen. Overgaing der productiemiddelen in het gemeenschappelijk biïzit mag eenerzijds rechtvaardig heeten, maar er staan onmiskenbare nadeelen tegen over. En de vraag blijft nog of de toestanden dan werkelijk beter en gelukkiger zouden worden. De Fransche Naturisten nu zeggen: Wil men de productie geheel hervormen, dan moet men meer leiten op de consumenten. De productie is tegenwoordig voor een groot deel het wekken vatn begeerten. Iemand krijgt een idee en brengt een product op de markt waarvoor hij door reclame begeerte wekt; zoo wordt de productie meer het scheppen van behoeften, dan het bevredigen van de werkelijke behoeften, die vóór hat aanbod aanwezig waren. Ging het, alleen om de bevrediging der ware, natuurlijke behoeften in een wat ruimen zin, er zou groote vereenvoudiging mogelijk blijken. Maar wij heb ben nog eerder behoefte aam veredeling en verheffing der productie, dan aan vereenvoudiging daarvan. Onze productie moet hoo, ger op en dat zal zij gaan als do consumenten andere eischen stellen en zich niet langer laten beheerschen door wat de producenten verkiezen aan te bieden omdat dezen daar voordeelen im zien.
... listische geest niet^de geest vaP b' oeoe Bij de consumenten berust een macht over de productie, waarvan zij zich niet geheel bewust zijn. Maar om nu veredelend op d productie in te werken, moet het wezen der consumenten zich eerst wijzigen. Thans draven zij alles na wat in de mode is; in de winkels liggen begeerlijke goederen, die be' geerd worden en gekocht; op deze wijze is de consument miet de beheerschende kracht Men zegt, dat de vraag de productie be - heerscht, maar tot-nu-toe was do opgewekte begeerte eerder de heerscheres. De consti ment, die zich leert beheerschen en die zijn gedachten op schoone en edele dingen richt, zal zich niet in zoo hooge mate als thans laten voortdrijven door mode en gewoonte. Hij zal niet langer koopen wat aam zijn aesthetische en ethische gevoelens en wenschen niet beantwoordt en zoo zal hij allengs de productie in een andere baan dringen. Het productiestelsel zal zich te midden van veel wrijving der partijen langs natuurlijken weg van strijd allengs wijzigen. Reeds werden de verhoudingen in de productie ve>] rechtvaardiger. Zal het nu verder in de richting van het ware socialisme gaan, dan moet er éérst een zuiver-socialistische geest ont waken. Zoolang deze er niet is. zullen wij kapitalistische vormen van verschillend soort beh< uden .waarin dan geleidelijk werkgevers en werknemers betere methoden va'n> samenwerking en van verdeeling der arbeidsopbrengst zullen vinden. Geleidelijk d.w.z. strijdender wijze, want dat is het normale in deze ontwikkeling. Ontwaakt de sociaschap
en eenbeid, dan zullen wij allicht tot verlichte liberaal-democratische toestanden komen. Maar gelet op wat er broeit, is het ontwijfelbaar, dat de woeling in de bedrijven voort zal gaan tot het rechtvaardigheids gevoel meer bevredigd is. Dat is één zijde van de quaestie. Daarnaast dan kunnen de consumenten veredelend op de productie inwerken. Thans wordt er veel geproduceerd, dat ondeugden of slechte ge woonten verstenkt. Als de consumenten ophouden daarnaar te vragen, zal men iets be ters op de markt moeten brengen. Do Fransche Naturisten meenen, 0 m kort te gaan, dat de hervorming der productie bij de consumenten moet beginnen, die toch ook weer producenten, werkers, zijn. Dit is dus tenslotte de stelling, dat eerst de mensch moet veranderen en dat de productie en het productiesysteem daarna, als gevolg, anders zullen worden. De hervorming van den mensch als consument en producent moet, aldus propageert de Fransche vereeniging, beginnen met zelfbeheersching, veredeling van gedachten en gewoonten, veredeling van do voedingswijze, betere lichaamsverzorging. Eerst de grondige hervormifig van het individu, dan de her vorming in staat, maatschappij en productie wijze. Het individu moet allengs weigeren minderwaardig werk te doen en als consument producten te acccpteeren, waaraan iets minderwaardigs is verbonden. Eerste vereischtb is: leven in overeenstemming met de wetten der natuur, ontwikkeling van het denken en het hoogere gevoel, heheerschin? der begeerten. Gevraagd wordt degelijk, sober voedsel, vegetarisme, geheelonthouding, niet rooken, vermijding van prikkelendo dranken, spijzen, specerijen, dagelijksche wassching van het geheele lichaam of baden, zooveel mogelijk beweging in -je natuur en in de zon, slapen met open raam, zomers zwemmen, wandelen, dagelijks eenige lichte gymnastiek of sport. Maar er wordt méér noodig geacht voor de hervorming van bet individu: regelmatige studie en lectuur van goede boeken, oefening van het denken, regalmatige aandachtsconccntratie op wijsgeerige en schoone dingen, inncr'ijke meditaties en concentraties, studie van den Bijbel en andere heilige Boeken, dagelijkscho overdenking der hooger menschelijke deugden en oprechte beoefening daarvan. Hierbij sluit dan aan opvoeding der kindaren in deze richting, het scheppen van een rejne, rustige sfeer, met eerbiediging van het geestelijke, ernst maken met de religie enz De inrichting van het huis, het meubilair, do kleeding dient alles aan reine, smaakvolle, gezonde, eenvoudige en natuurlijke eischen te voldoen Hel streven moet zijn het schoone aan het natuurlijke te verbinden en voor den arbeid alle hoogero talenten wakker te roepen. Heel de levenswijze moet eenerzijds het natuurlijke, gezonde en eenvoudige beoogen en anderzijds de geestelijke verdieping. Het gebed moet geen formule zijn, maar een zoeken van innerlijike aanraking met het Hoogere Léven, Het streven moet zijn om dat Hoogere in den arbeid te apenbaren. Werd er op deze wijze geleefd en opgyvoed, er zou allengs een geestelijke verheffing intreden en de invloed cp de productie en op het algemeene geluk zou niet uitblijven. De Naturisten willen de gedachte van internationale verbroedering en dienst tot een werkelijkheid maken. En naarmate de individuen vorderen, zullen dan hoogere «;n reinere levenstoestanden voor het geheel kun nen intreden. De Naturisten willen door rei ne voeding en rein leven het lichaam gun stijf beïnvloeden, om daarna den geest bet te ontplooien. Wat den arbeid aangaat, zijn zij voorstanders der Coöperatie in productie en consumptie in den zuiversten en uitgebreidsten zin. Zij willen in het klein begin nen om van binnenuit te hervormen. Wij geven hier deze opvattingen der Fran sche vereeniging ter overweging. Wij weten zeer goed dat velen meenen, dat het leven niet kunstmatig veranderd kan worden Maar toch zit er in het streven dezer Fran sche medemenschen iets dat in verschillen den kring sympathie zal vinden.
Uit de Radio-Wereld. V.
Vervolg afstemming van het primaire toestel met verwisselbare spoelen. — Een afkeurenswaardige manier van zoeken. — De betere methode. Wanneer men een telefoniezender met een primair toestel wenscht op te sporen, b.v. Hilversum op 1050 meter, dan begint men met het inzetten van de juiste spoelen ; in den primairen spoelhouder zal men, els de draaicondensator parallel staat, in dit geval honingraatspoel no. 100 steken, terwijl men als terugkoppelspoel no. 50 of kleiner gebruikt. De waarde van de terugkoppelspoel dient men zóó klein te nemen, dat het toestel juist nog over de geheele schaal van den condensator aan het genereeren is te brengen. Indien het toestel goed ds, zal een kleine terugkoppelspoel steeds hiervoor voldoende zijn. Maar hieruit mag men niet afleiden, dat wanneer men slechts een kleine terugkoppelspoel heeft te gebruiken, nu ook het toestel goed en soepel werkt. Dit behoeft lang niet altijd het geval te zijn, waarover later. Wanneer men nu langzaam de terugkoppelspoel naar de primaire spoel toe beweegt, komt het toestel in genereeren. Dit in genereeren komen behoort zeer gelijkmatig te gebeuren. Wanneer de lamp met een klap in de telefoon aan 't genereeren slaat, terwijl de terugkoppeling weer belangrijk moet worden verminderd, vóórdat dit genereeren ophoudt, wat dan weer met een klap gebeurt, dan zegt men, dat het toestel „dooden gang" heeft. Een toestel met dooden gang is voor een groot deel onbruikbaar en zeer lastig te bedienen. Nu kan de oorzaak van ,dooden gang" gelegen zijn in te lage gloeispanning van de lamp of in te hooge plaatspanning. Ia dat
geval is het lastige verschijnsel gemakkplijk op te heffen. Veel vaker is de oorzaak echter te zoeken in het toestel zelf; vooral nu plaatstroomapparaten meer en meer in gebruik komen, blijkt deze misère naast vele andere fouten hoe langer hoe meer toe te nemen. Wij willen hiermee niet zeggen, dat een plaatstroomapparaat niet zeer goed kan werken, allerminst; maar in de practijk blijkt, dat toestellen die op anode-Dattenj goed voldeden, soms in ontvangstkwaliteit en soepelheid van bediening, bij verhanging van de anode-batterij door een plaatstroomapparaat belangrijk achteruitgaan, waaruit blijkt, dat de installateur aan dit onderwerp veel te weinig aandacht schenkt. Voor goede ontvangst is het beslist noodzakelijk, dat de lamp onmerkbaar zacht in genereeren kan worden gebracht en tevens zonder dooden gang weer tot afslaan kan worden gebracht door verwijdering van de terugkoppelspoel. Terwijl nu de lamp genereert, draait men aan den condensator. Zoodra een fluitend geluid optreedt, waarvan de hoogte afhankelijk is van den condensatorstand, heeft men een zoogenaamde „draaggolf van een station gevonden. Draait men nu verder, dan zal de toonhoogte langzamerhand lager en lager worden ; bij nog verder doordraaien wordt de fluittoon weer hooger. De condensatorstand, die correspondeert met 't laagste geluid, is de juiste. In dezen stand laat men den condensator nu voorloopig staan, waarna men de terugkoppeling zoover verzwakt, dat de telefonie hoorbaar wordt. Het toestel is bij normale werking, dan tevens uit genereeren gebracht. * * Geenszins is hiermee nu ook de beste afstemming bereikt, want als men de terugkoppelspoel van de primaire spoel verwijdert, verandert voor een juiste afstemming ook de condensatorstand ; naarmate de terugkoppelspoel verder wordt verwijderd, moet de condensatorstand worden vergroot. Wanneer men de terugkoppeling echter weer iets versterkt, door de spoelen wat dichter bij elkaar te brengen, moet tevens de condensatorstand iets worden verkleind. Gewoonlijk treft men draaicondensatoren met zoogenaamde fijnregeling aan, waardoor het mogelijk wordt, de condensatorwaarden zeer weinig te laten aangroeien of afnemen, terwijl de hoek, dien de fijnregelknop wordt gedraaid, betrekkelijk groot is. Het is nu het beste, om terugkoppelspoel en fijnregeling gelijktijdig te bedienen. Men beweegt dus b.v. met de linkerhand de terugkoppelspoel, terwijl men met de rechterhand de fijnregeling van den condensator bedient.. Maakt men de terugkoppeling losser, dan moet de condensator I iets verder worden ingedraaid. Het zoeken ' van de juiste afstemming is dus in laatste instantie een kwestie van goed gehoor.
Nu is de boven beschreven methode van zoeken buitengewoon hinderlijk voor alle omringende luisteraars. Want bij dit roeken laat men de lamp genereeren. En wanneer men dit doet, hooren. zij door hun eigen ontvangst een zeer hinderlijk gegil, dat voortdurerd van hoogte verandert. Nu kan men wel zeggen, dat dit slechts een ooger.blik duurt, maar men moet niet vergeten, dat het aantal ontvangers zoo langzamerhand tot een reusachtig getal aangroeit, zoodat in steden het gegil niet van de lucht is, als men deze verouderde zoekmethode blijft toepassen. We hebben deze methode dan ook alleen aangegeven voor hen, die nog niet met hun toestel vertiouwd zijn, zoodat ze zich b.v. 's avonds laat eerst eens een weinig kunnen oefenen, om zich de noodige handgrepen eigen te maken. Is men eenmaal zoover, dat men bij benadering weet, hoe men de groote stations moet vinden, dan doet men goed, de gebruikte spoelnummers, condensatorstand en spoelenstand aan te teekenen. Voordat men de lampen ontsteekt, zet men alles reeds in de vereischte standen ; men heeft dan verder niets te doen, dan een weinig bij te regelen, wat volstrekt niet met genereerende lamp moet gebeuren. In dat geval hindert men niemand meer. Men moet echter niet denken, dat men het zonder eenige bijregeling kan doen. Dit is zoo goed als nooit het geval, want kleine veranderingen in de afstemming komen steeds voor. Aangezien toch gloei- en plaatspanning nimmer geheel constant zijn, is het ook niet mogelijk om bij dezelfde terugkoppeling ook steeds sterkste ontvangst te hebben. Integendeel: zakken gloei- en plaatspanning af, dan zal men wat sterker moeten terugkoppelen en zooals we boven reeds gezien hebben : sterkere terugkoppeling vereischt een verkleining van den condensatorstand. Men meet er dus steeds op voorbereid zijn, dat verandering in spoelenstand steeds ook verandering in condensatorstand met zich brengt. * * * Is men eenmaal zoover, dat men bovenstaande beginselen onder de knie heeft, dan handele men als volgt: T. De malle methode, die in allerlei werkjes wordt aanbevolen, om te onderzoeken, of uw toestel wel kan genereeren, passen we onder normale omstandigheden nimmer toe; dat een goed geconstrueerd toestel dit bij normale gloei- en plaatspanning kan, weten we wel. 2. Met gedoofde lampen kan men met behulp van de gemaakte eanteekeningen althans bij benadering op het gezochte station instellen, 3. Men ontsteekt de lampen. 4. Door de fijnregeling van den condensator gelijktijdig te bewegen met de terugkoppelspoel kan men over een beperkt gebied zoeken, zonder te genereeren. Wel staat het toestel op den rand van genereeren, wat men herkent ean een zacht ruischen in de telefoon. 5. In bijna alle gevallen vindt men op deze wijze het station, waarop men ten ruwste had ingesteld, zonder anderen ook maar een oogenblik last te veroorzaken. 6. Verminder de terugkoppeling onder bijegeling van den condensator zóóveel, aïg de geluidsterkte maar «enigszins toelaat. De kwaliteit der ontvangst verbetert hierdooi.
(Nadruk verboden). De schattende Rechter.
„Voor een Londenschen rechter werd de eisch tot schadevergoeding behandeld van een maan,
Voor den Tuin.
De Aardappelen. De gunstige weersgesteldheid geeft gelegenheid om de aardappelen vroeg te poten. Velen hebben de poters reeds in Maart in den grond gebracht. Met het kiezen der poters ztijt men zeer nauwkeurig. Men neme ze niet te klein, liefst middelsoort. Voor zoover zo reeds spruiten hebben, ga men er zeer voorzichtig mee om, teneinde deze spruiten niet te beschadigen. Kan men poters zonder uitspruitsels wei] zoo in de gaten werpen, poter s met spruiten moet men met de hand in den grond leggen. Over de bemesting voor aardappels loopen de opinies uiteen. Van versche mest, kort vóör het pooten, ondervinden velen geen voordeel. Maar het is toch zeker goed, den grond flink te mesten na diepe spitting in den herfst; dan kan de mest in den winter eerst goed verteren. In vele streken werken de boeren ten aanzien van de aardappelen het liefst, met kunstmest; zij geven kunstmest bij het poten en daarna een paar malen overbemesting met chüisalpeter als^ de aardappels te voorschijn komen. Een groote fout, die nog veel voorkomt, is het planten op te dichte afstanden. De pootwijdte moet vooral verband houden met de gesteldheid van den grond en de loofontwikkeling. Wil een aardappelplant voldoende opbrengst geven, dan moet ze dus over de noodige ruimte kunnen beschikken. Te veel ruimte is echter ook nadeelig, want dan groeit het veld niet vol. Op zandgronden is de gemiddelde afstand van de rijen ongeveer 40 c.M. en de afstand in de rijjen van 30—35 c.M., al naar gelang de te verwachten loofontwikkeling; op de klei zijnt de gemiddelde afstanden 40 bij 40 of 40 bij 50 c.M. Do diepte, waarop het pootgoed in den grond gebracht moo t worden, bedraagt op zandgrond van 8—12 c.M., op kleigrond van 8—10 c.M. Graag stopt men de aarappelem wel eens waf te diep weg. Het spreekt van zelf dat op droge gronden de dieipte wat grooter mag zijn dan op natte, maar beter is wat te ondiep dan le diep te poten. Een zeer goede methode van aardappelen poten is met behulp van een schop langs een touw. Men maakt een riji gaten van 8—10 c.M. diep, werpt in elke holte een pootaardappel en dekte deze met den grond van de tweede rij dicht. Dikwijls plant men tusschen vroege aardappelen naderhand kool. Dit is heel goed mogelijk, maar daarvoor moet men dan de aardappelen op 70 c.M. afstand maken, zoodat de kool, welke dezen afstand toch ook minstens noodig heeft, voldoende ruimte krijgt. Zoodra de aardappels goed boven dei» grond zijn, moet men geregeld schoffelen/ Men houde den aardappelakker vrij van onkruid en goed los. N a lange en felle regen herhale men het schoffelen. Men ga e* geregeld m«« voort, tot het ®of het onmanlijk maakt. Een Vxsse gm*2 fj&eSt voordeel.