Provinciale Drentsche en Asser courant

Werken is pogen, moeite doen. Waar dat geschiedt verdient het achting, zelfs dan als het mislukt.

De Rotterdamsche Dames-Zwemclub te Rotterdam organiseerde Zondagnlddag nationale zwemwedstrijden in de inrichting in de Tuinderstraat, v.l.n.r. Mej. P. K Baumeister, wint 60 Meter wisselslag, en 100 Meter vrije slag, Mevr. van \Vyckhinzen-Groen, Mej. M. Hogeweg wint 20 Meter vrije slag, C. van Gelder wint 100 Meter schoolslag.

De pogingen van het gemeentebestuur van de in financieele moeilijkheden verkeerende „horlogestad" Glashütte, om tot een minnelijke schikking met haar schuldeischers te komen, zijn mislukt. De gemeente heeft thans faillissement aangevraagd. De schulden bedragen 2% millioen mark. DORTMUND KOOPT . BOSSCHEN VOOR ZIJN BEVOLKING. Het gemeentebestuur van Dortmund heeft het zoogenaamde „Dorney-Wald", het eenige groote in het Westen der stad gelegen bosch, aangekocht met het doel de bevolking in staat te stellen er aangename en gezonde uitstapjes heen te ondernemen. Het bosch is 130 morgen groot. DE BOMAANSLAG TE DELHI. Omtrent den bomaanslag in de wetgevende vergadering in Delhi, wordt nog gemeld, dat na den aanslag Sir George Schuster, de Minister van financiën, en anderen in het ziekenhuis zijn opgenomen. De politie sloot onmiddellijk het geheele gebouw en verhinderde het publiek zijn plaatsen te verlaten. De vergaderzaal bood een afschuwelijken aanblik. Een aantal leden bloedde overvloedig. Drie van de regeeringsbanken waren geheel vernield. Een rood vliegend blaadje met het opschrift : Hindostansch Socialistische Republilteinsch Leger en onderteekend „Balzaj, chef", werd tegelijk met de bommen in de vergaderzaal geworpen. De namen van de twee personen, die in hechtenis genomen zijn, luiden : Butuke Swara, die zegt dat hij uit Bengalen komt, en Bgagtsingh uit Punjab. Naar verluidt hebben zij bekend, den aanslag gepleegd te hebben. HELSCHE MACHINE TIJDIG ONTDEKT. Op het hoofdpostkantoor te New-York werd een helsche machine ontdekt, die als postpakket was afgegeven en geadresseerd was aan Roosevelt, den gouverneur van den staat NewYork. Bij het opruimen van pakketten had een postbeambte met een stok tegen het bewuste pakket gestooten, waardoor rook uit het pakket naar buiten drong. De beambte had de tegenwoordigheid van geest het pak onmiddellijk in het water te werpen. De politie vond in Jiet pak een 15 c.M. lange bom. Zij was bedekt met in een zeer licht ontbrandbare vloeistof gedrenkt schuurpapier, waarop drie lucifers lagen, die aan een veer verbonden waren, zoodat een lichte druk voldoende was om de lucifers te doen ontvlammen. Een ander bericht meldt, dat het huis van een zuster van den gouverneur van den staat New-York, Roösevelt, mevrouw Dall te Tarrytown in den staat New-York door brand geheel is vernield De politie heeft een onderzoek ingesteld teneinde na te gaan of er verband bestaat tusschen dezen brand en het vinden van het aan Roosevelt geadresseerd postpakket, hetwelk een bom inhield.

HET PROCES LANGKOPP. Onder groote toeloop van het publiek is Maandagmorgen de laatste zitting begonnen van het proces-Langkopp. De zaal werd bewaakt door sterke afdeelingen politie, terwijl een ieder werd gefouilleerd naar wapenen. Aanleiding hiertoe was het feit, dat de president en de officieren Zondag talrijke driegbrieven hadden ontvangen. In den loop van zijn requisitoir wees de officier erop, dat aan de eene zijde algemeen en diep medelijden heerscht met beklaagde, die in den oorlog alles wat hij met moeizamen arbeid verworven had, verloren heeft en thans reeds twee jaar vecht voor zijn vermeend recht. Aan den anderen kant echter staat de daad, die niet kan worden goedgepraat en niet verheerlijkt mag worden. Hoe betreurenswaardig de positie van Langkopp ook is, zoo mag toch niet vergeten worden, dat hij van zijn verloren buit aanmerkelijke bedragen heeft ontvangen en dat er vele anderen zijn, die tengevolge van den oorlog nog veel meer verloren hebben. Over de daad zelf zeide de officier, dat eep bepaald delict niet bewezen is, aangezien niet kon worden aangetoond dat Langkopp de bedoeling heeft gehad de helsche machine in den koffer werkelijk tot ontploffing te willen brengen. Het verheugt, zeide de officier, deze meening te kunnen uitspreken, want volgens de op de zaak betrekking hebbende paragraaf zou dan de minimum straf een jaar tuchthuis moeten zijn. Doch Langkopp behoort niet in het tuchthuis. Tenslotte stelde de officier den eisch van een jaar en drie maanden gevangenisstraf onder aftrek van 10 weken preventief wegens poging tot afpersing, bedreiging, dwang en ongeoorloofd wapenbezit. De ambtenaar van het O. M. verklaarde nadrukkelijk, dat hij afzag van het eischen van eerestraffen, aangezien dit bij beklaagde niet op zijn plaats zou zijn. Voor den beklaagde Loof werd vrijspraak geëischt, aangezien zijn medeplichtigheid niet bewezen is. De ambtenaar van het O. M. verklaarde, dat er alle aanleiding bestaat voor een voorwaarde< lijke verocrdeeling, of het toekennen van gratie. EEN ONGEWENSCHTE MEDE-PASSAGIER. Kort na het opstijgen werd in een vliegmachine te Brisbane een giftige slang ontdekt. De eenige passagier aan boord trachtte de slang met zijn fototoestel te dooden, doch dit viel over boord. De passagier klom toen in doodsangst boven op zijn zitplaats en trachtte de opmerkzaamheid van den piloot op zijn hachelijke positie te vestigen. Toen ook dit niet het gewenschte gevolg had, probeerde de wanhopige op den vleugel der mach.ne te klimmen. Eerst toen bespeurde de vlieger onraad en daalde hij snel op het vliegveld, vanwaar hij opgestegen was. De slang werd ten slotte overmeesterd. ARBEIDERSLEIDERS ONTVOERD. Twee vooraanstaande arbeidersleiders zijn door onbekenden ontvoerd. Tenminste dat neemt men aan. Zulks zou zijn geschied te Elizabeth-town in den staat Tennessee. Thans heeft de president van de Amerikaansche federatie van den -iraeid, Wiliiam Green, verklaard, dat de 2.000 000 leden van de bij de Fedr.alie aangesloten vakbonden, voor do vermisten en uit de stad verwijderde twee arbeidersleiders zal opkomen.

HITTEGOLF IN NEW-YORK. Terwijl de weerberichten eind vorige week nog spraken van koude in geheel Europa en er jselfs ln Duitschland o.a. nog temperaturen werden gemeten van 14 graden Celsius vorst, komt thans uit New-York het bericht dat — wonderlijke speling der natuur — daar Zondag temtemperaturen werden geregistreerd van 30 tot 40 graden Celsius boven nul of 86 tot 104 graden Fahrenheit. Een recordwarmte werd hiermede bereikt, zooals die sedert meer dan een halve eeuw in dit jaargetijde daar niet is voorgekomen. Bijna een half millioen menschen bezochten Coney Island en andere badplaatsen. Duizenden baden en er ontwikkelde zich een reusachtig verkeer. Over een der bruggen van Philadelphia reden meer dan 50.000 auto's. Alsof het volop zomer is ! Tot dusverre heeft de hittegolf aan de Amerikaansche kust van den Atlantischen Oceaan vijf dooden geëischt. EEN MOEDIG MAN. De bekende internist en directeur van de Universiteitskliniek te Boedapest, Prof. R. Baliny, dreigde Zaterdag 1.1. te stikken, door een plotseling optreden van een strottenhcofdsgezwel. De op dat moment in het ziekenhuis vertoevende privaatdocent Dr. Pollatschek opereerde den professor met een gewoon zakmes. Hij legde hierbij een groote tegenwoordigheid van geest aan den dag. De operatie gelukte, waarna de professor naar een sanatorium werd overgebracht, alwaar operatief ingrijpen opnieuw noodzakelijk bleek. Thans is de patiënt reeds zoover hersteld, dat hij eenige uren kan opzitten.

BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ASSEN brengen ter openbare kennis, dat vergunning is verleend aan de AMERICAN PETROLEUM COMPANY, gevestigt te 's-Gravenhage, voor oprichting van een ondergrondsche benzine-bewaarplaats met aftap-inrichting (6000 L.) vóór het perceel aan de Brinkstraat, Sectie I., No. 2584. Assen, 6 April 1929.

NAAR EHN GROOTE COALITIE IN DU1 ISCHIAS? CHAMBEHLAIN OVER HET ONDERHOUD MüT MUSSULIM.

Een vernietigend oordeel. Maarschalk Pilsoedski heeft zijn stem weer eens laten hooren. Een stem, waarin hij afkeuring uitspraik, over de -houding welke de Poolsche- Sejm (landdag) tijdens de bespreking van de jongste begr.ooting heeft aangenomen. Zijn critiek heeft hij samengevat in een artikel, dat versohenen is in het lijfblad van den Maarschalk en eenife andere regeeringsbladen. In scherpe ewoordingen laat Pilsoedski zich daarin uit tegen de Sejm. Het artikel draagt tot ondertitel „Indrukken van een zieke van de begrootingszitting van de Sejm". Pilsoedski verltelt, hoe hij eenige jaren geleden na een ernstige ziekte een onderzoek moest ondergaan, waarvoor hij zeer bevreesd was, aangezien hij geloofde, dat men met chirurgische instrumenten zijn oog zou onderzoeken, maar dat achteraf bleek, dat het onderzoek in het geheel geen pijnlijk verloop had. In het vervolg van zijn artikel trekt hij een parallel tusschen dit geval en het ter verantwoording roepen van den minister van financiën Czechowicz voor Ihet staatsgerecht. Men heeft zich omtrent dit proces de ergste voorstellingen gemaakt, doch intusschen bleek het zeer onschuldig te zijn, zoo schrijft Pilsoedski. Tijdens de behandeling ervan door de Sejm is hij ernstig ziek geweest. Hij heeft met één voet in het graf gestaan, zoodat hij weinig invloed op den loop der gebeurtenissen kon uitoefenen. Hij heeft echter verklaard, dat hij de volle verantwoordelijkheid voor het departement van financiën durft aanvaarden. Hijzelf had den plichtsgetrouwen Czechowicz ertoe gedwongen

de begrooting te overschrijden. Over het gebruik van deze middelen had hij de Sejm niet geraadpleegd, aangezien zij door dit lichaam toch slechts op verkeerde en lichtwaardige wijze zouden zijn weggeworpen. Czechowicz heeft, naar Pilsoedski schrijn, niet alleen de Poolsche financiën in orde gebracht, maar hij heeft zelfs overschotten weten te bereiken. Hem voor een rechtbank brengen, spot met elke rechtvaardigheid, te meer daar de regeering zich achter hem heeft geplaatst en de handeling van de Sejm dus ook een aanval op de geheele iegeering is. Dit te doen laat zich verklaren, meent de Maarschalk, uit het lage peil van de zedien en gebruiken van het Poolsche parlement. De Sejm was vroeger een opvoedingsgesticht voor tuchteloosheid en hoogverraad en de huidige Sejm iheeft een deel van de* ze traditie overgenomen. Er heerscht een slechte lucht en een ongezonde moraal. Daaronder is samenwerking tusschen de ministers en de Sejm bijna onmogelijk. Aan het slot van zijn in scherpe bewoordingen gesteld artikel, zegt Pilsoedski, dat alleen de afgevaardigden van het regeeringsblok nog een eenigszins behoorlijk figuur in het parlement hebben gemaakt. Met Duitsche Rijkskabinet. Het Duitsche Rijkskabinet heeft Zondag zijn eerste zitting gehouden na het Paaschréces. De rijkskanselier, Hermann Müller, die ongesteld was geweest, w r as in zooverre hersteld, dat hij de bijeenkomst kon leiden. In deze zitting werden, zooals reeds werd verwacht, de voorstellen behandeld', welke in gemeenschappelijk overleg, waren ontworpen door oe financieele deskundigen, van Sociaal-Democraten, Centrum, Duitsche Volkspartij, Democraten en Beiersche Volkspartij, inzake vermindering van het tekort op de Duitsche Rijksbegrooting. Na een uitvoerige gedachtenwisseling besloot het Kabinet deze voorstellen over te nemen. Ernstige bezwaren bestonden bij het kabinet tegen het voorstel van bezuiniging bij de rijksweerbaarheid'. Minister Groener hechtte tenslotte zijn goedkeuring er aan, daar hij de spoedige aanvaarding van de rijksbegrooting door den Rijksdag niet wilde verhinderen. Nu de regeering zich Iheeft vereenigd met de voorstellen der regeeringspartijen zijn ernstige moeilijkheden met den Rijksdag inzake de begrooting ook niet meer te verwachten. De Rijkskanselier zou Maandagmiddag in elk geval den toestand nog maals bespreken met de leiders der partijen van de groote coalitie. Bij die gelegenheid zou eveneens 'het vraagstuk van de definitieve vorming dezer coalitie opnieuw ter tafel komen. In het algemeen is

men in parlementaire kringen van meening dat deze coalitiè ditmaal tot stand zal komen, hoewel nog enkele moeilijkheden te overwinnen zijn. Tot deze moeilijkheden behoort de kwestie van den pantserkruiser. De SociaalDemocraten weigeren voor den tweeden termijn te stemmen, in tegenstelling met de andere partijen der coalitie. Het Centrum heeft een bemiddelingsvoorstel gedaan, - dat beoogt de Sociaal-Democraten te bewegen in elk gevel niet zelf het voorstel van een tweede bedrag voor den pantserkruiser uit de begrooting te schrappen. Op deze wijze hoopt men het eens te kunnen worden. In verband met een vorming van een groote coalitie mag nog gewezen worden op een rede welke Dr. Scholz, de leider van de Rijksdagfractie der Duitsche Volkspartij, op het Oost-Pruisisch congres van die partij heeft gehouden. Dr. Scholz sprak zich daarbij scherp uit tegen elke dictatuur, waarvan hij de gevolgen speciaal voor Duitschland noodlottig noemde. Sedert Mei 1928 bestaat de dringende plicht zóo spoedig mogelijk te komen tot een door de meerderheid gedragen Rijksregeering en een zelfde regeering in Pruisen. De sociaal-democraten hebben de hun door de kiezers opgedragen leiding niet weten te gebruiken. Ik zelf — aldus Dr. Scholz — die nu niet bepaald een enthousiast vriend van de groote coalitie ben, heb sedert verleden jaar Mei steeds weer verklaard, dat de Duitsche Volkspartij meet erkennen, dat een andere meerderheidsvorming in v het Rijk niet mogelijk is. Wanneer vvij, aldus Dr. Scholz, in de vorming van een sterke regeering den zin van het parlementarisme zien, dan moeten wij ons tot deelnemen aan de groote coalitie bereid verklaren. Helaas kwamen de andere partijen zoo weinig tegemoet, dat deze bereidheid tot geen resultaten leidde. Dr. Scholz legde er den nadruk op, dat in de Duitsche Volkspartij tusschen de Rijksdagfractie, de Landdagfractie en den partijleider Dr. Stresemann een gesloten eenheid bestaat. De Rijksdagfractie dezer partij die op heden is bijeengeroepen (Red.) zal voor een moeilijke beslissing worden gesteld,, zoo zeide de spreker, want zij zal moeten beslissen, of zij er genoegen mee wil nemen det haar eischen voor twee derde zullen worden ingewilligd of dat zij deze voor honderd procent zal willen handhaven, maar dan met de wetenschap, dat zij haar doel toch niet bereiken zal. Een onderhoud met Chamberlain. De correspondent van de „Observer" te Florence heeft een onderhoud gehad met Sir Austen Chamberlain, over zijn ontmoeting met Mussolini. Op de vraag of het juist was dat Mussolini met hem over de mogelijkheid van een vermindering der Italiaansche oorlogsschulden aan de geallieerden voor het geval van een verlaging van den Duitschen schuldenlast gesproken had, antwoordde Chamberlain dat iets dergelijks niet ter sprake was gekomen. Over de overeenkomst tusschen het Vaticaan en de Italiaansche regeering liet Chamberlain zich slechts gereserveerd uit; hij kon geen oordeel over de verzoening uitspreken; men moest de resultaten afwachten. Beslist ontkennend beantwoordde Chamberlain de vraag of het fascistische stelsel een gevaar voor den wede beteekent. Hij voegde er aan toe dat Mus-solini den vrede wenscht en dat hij dezen noodig heeft voor den arbeid van den opbouw. De betrekkingen tussohen Engeland en Italië zijn volgens Chamberlain uitstekend. De ervaring, aldus Sir Austen, heeft mij geleerd dat Mussolini nakomt wat hij beloofd heeft. Men kan met 'hem onderhandelen en ik voel sympathie voor hem. Toen de correspondent sprak over het

zeer onbehagelijke gevoel, dat in toonaangevende Italiaansche kringen heerschte als gevolg der Engelsch-Fransche samenwerking, verklaarde Chamberlain: „Het is in strijd met mijn heele opvatting van de internationale politiek dat goede betrekkingen tusschen twee naties als nadeelig moeten worden beschouwd voor de belangen eener derde partij. Ik weet dat men gezegd heeft, dat de Fransdhen mij in hun zak staken, maar ik vestig er de aandacht op, dat ik juist op den grondslag van deze vriendschap meegeholpen heb om onze gemeenschappelijke verzoening met Duitschland verder te ontwikkelen", zoo besloot de minister. Nu weet men het F

Het stoffelijk overschot van Baron Herrick, wijlen den Amerikaanschen Gezant te Parijs, aan boord van den kruiser „Tourill«" te Biest, die den zoozeer gelie n bassadeur naar Amerika overbrengt.