Wanneer wij in de Evangeliën lezen "waf er )n de dagen van Jezus nog na Paschen gebeurd dan hebben wi} daar o.a. de ontmoeting te pnimaüs en verschillende andere verschijningen van den Heiland. Hierbij is het opvallend, dat t le oude schrijvers er den nadruk op schijnen ie hebben willen leggen, dat de Heiland materieel is verschenen. Om den twijfel van de discipelen weg te nemen, wordt er door verheven Verschijning materieel gegeten, terwijl Thomas het lichaam van den Meestei „,et de materieele handen moet tasten en de wonden van de Kruisiging materieel moet onderzoeken om tot zekerheid te komen. Aan den anderen kant ook weer verdwijnt de groote Leider vervolgens op geheimzinnige wijze, zooals met Paschen zijn lichaam ook uit het graf verdwenen is. Bij dit ailes wekt het den indruk alsof onze aandacht er op gevestigd wordt, dat de Heiland de stof van onze aardsche wereld zóózeer btheerschte, dat Hij haar naar willekeur kan ontbinden of weder binden tol een physiek lichaam. Dit meesterschap over de stof is vanouds reeds als een mogelijkheid geleerd en de Heiland zou dan de waarheid van die theorie praktisch bewezen hebben. Het is bekend uit de levensbeschrijvingen van Kerkheiligen en mystieken, dat zij soms ook den Heiland mateerieel gezien hebben. Uit de geschiedenis van het spiritisme kennen wij andere voorbeeldeen van geestverschijnin i;en, die zich zoodanig materialiseerden, dat «ij tastbaar werden, waarbij dan fotografieën konden worden genomen en wegingen met fijne weegtoestellen konden worden uitgevoerd. Juist deze waarnemingen en proeven op spiritualistisch gebied maken het door haar resultaten aannemelijker, dat de Heiland na zijn dood aan de discipelen of aan anderen materieel is kunnen verschijnen. Toch zullen velen aan deze mogelijkheid blijven twijfelen. Zooals zij de spiritistische materialisaties voor hallucinaties van zich zelf rn anderen suggereerende fantasten houden, zoo kunnen zij ook moeilijk gelooven, dat de gestorven Heiland weer in zijn physiek lichaam kan optreden. Zij kunnen misschien nog eerder groot belang, dat de Christus nogmaals zulk een gewoon menschelijk lichaam zou «inwandelen om te leeren en te helpen. Ons ziens vloeien zulke verangens voort uit een ri"'f pl " beperkte opvatting van het 0 e Chnstuswezen. Dit toch heeft zich bijna
twee duizend jaar geleden reeds intens aan de aarde en aan de menschheid van de aarde op een zeer bijzondere wijze verbonden. Zijn Kracht, zijn Liefde, zijn trillingen bewerken ons voortdurend; Hij behoeft niet meer te komen of te verschijnen, maar Hij is geestelijk reeds voortdurend aanwezig. En dit lijkt ons voor den Christus niet de ware vordering, dat hij de Christus ziet verschijnen in een beperkte vleeschelijke menschengestalte, maar dat hij bewuste verbinding en gemeenschap krijgt met de heerlijke stroomen van Kracht, Liefde en Wijsheid, die uit den Christus voortdurend ontspringen en voortwerken. Wij gelooven, dat de diepere leeringen van den Christus er op doelden, dat wij een geestelijk contact met Hem moesten zoeken, een innerlijke verbinding, en dat Hij, als wij ons in ons denken en verlangen naar Hem openden, geestelijk en innerlijk met ons avondmaal zou kunnen vieren, doordat Hij dan met zijn Kracht en Liefde ons egocentrische, lagere leven kan doorstroomen en veranderen. Door onze vereenzelviging met het physieke ïeven hebben wij vooral behoefte aan physieken steun. Maar het is een klelneering van den Christus als wij ons Hem in een kleinmenschelijke, materieele gestalte blijven voorstellen. Hij heeft wél het Jezuslichaam gebruikt toen Hij verbinding met ons maakte, maar daarna breidde Hij zijn Werking door heel onze menschheid uit. Onze vordering en ontwaking bestaat daarin, dat wij ons bewust worden van zijn aanhoudende aanwezigheid en dat wij ons overgeven voor een Vernieuwing door de inwerking van zijn geestelijke stroomingen. Van de innerlijke Christusgestalte moeten wij komen tot het vinden van zijn ware innerlijke Wezen, van zijn heilgie Kracht, zijn stralende Liefde. Besef moeten wij eindelijk krijgen van zijn voortdurende Tegenwoordigheid en Hulp, waarvoor wij ons tot-nu-toe afsloten door onze egocentrische vereenzelviging met het physieke leven. De Christen moet zich ten aanzien van den Christus het volgende bewust worden en dagelijks in zichzelf zeggen : 'k Weet, Heer, dat 'k a 11 ij d met U samen ga ; Dat 'k van uw Kracht nimmer verlaten sta. 'k Weet, dat Gij steunt in al mijn strijd En dat Gij mij op alle paden leidt, 'k Weet, dat Ge niet ver weg van mij gescheiden, troont, Maar dat Ge i n mijn ziel en i n mijn lichaam woont.
"Materieele Verschijning of innerlijke aanwezigheid.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1930/05/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112275:mpeg21:p005
VIRGIN IA Ook met kurk en goud Heusch vriendlief als je mijn man was zou je Chief Whip moeten rooken, ivant dat is de beste sigaret voor je gewondheid !
"CHIEF WHIP". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1930/05/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112275:mpeg21:p005
Zitting op Vrijdag 2 Mei. OVERTREDING INKOMSTENBELASTING. Allereerst staat terecht A. M. te Eelde, die niet is verschenen en tegen wie verstek wordt verleend, terzake onvolledige en onjuiste aangifte der Inkomstenbelasting over het jaar 1927— 1928. Voor den rechter-eommissaris heeft verdachte bekend de onjuiste aangifte te hebben gedaan. Nadat als getuige is gehoord C. D. van Splunter adjunct-inspecteur der directe belastingen te Emmen, wordt- geëischt ƒ750 boete subs. 3 ir aanden hechtenis. . Uitspraak heden over 14 dagen. ï'i 4 T DIEFSTAL VAN HANDSCHOENEN. Geertinus B. te Assen heeft »icb te verantwoorden
terzake diefstal van een paar handschoenen, welke het eigendom waren van den beer H. Jansen, manufacturier te Assen. Als getuige wordt gehoord Annechien Veldkamp, die winkeljuffrouw is geweest bij den heer Jansen gedurende den tijd dat de handschoenen aankwamen. Zij hééft er echter geen van verkocht. . Getuige Aaltje van Urk is eveneens winkeljuffrouw geweest in de z^ak van Jansen. Zij weet wel dat in deze ?r.ak gevoerde handschoenen worden verkocht en meent één paar te hebben verkocht in den tijd dat zij daar werkzaam was. De Officier meent, dat uit de verklaring van de eerste getuige de diefstal is komen vast te staan en Z. E. persiseert by den eisch van 15 Maart jJ. waarbij tegen den verdachte 3 maanden gevangenisstraf is geëischt. Mr. Westra van Holthe acht den diefstal niet bewezen en meerit dat verdachte moet worden vrijgesproken. Uitspraak in deze zaak heden over 14 dagen. MISHANDELING TE NW.-WEERDÏNGE. Douwe L. en Tiemen L. arbeiders te NieuwWeerdinge staan terecht terzake dat zij op 9 Maart jJ. te Nieuw-Weerdinge Hendrik Schipper hebben mishandeld. Tiemen L. denkt we,l het ten laste gelegde te hebben gedaan, doch weet het niet meer. Douwe L. zegt dronken te zijn geweest en herinnert zich niets meer van de zaak. Getuige Hendrik Schipper, arbeider te NieuwWeerdinge zegt dat hij op Zondag 9 Maart vertoefde in het lokaal van den verlofhouder Wagenaar. Hij was naar buiten geweest en toen liij weer binnen kwam, trad Tiemen L. op hem toe en greep een stoel en slceg op den getuige los. Douwe L. assisteerde zijn broe- en sloeg even eens met een stoel op getuige los. Later trokken allebei de messen en verwondden getuige op meerdere plaatsen in het gelaat en hij kreeg ook sneden en steken in de kleeren. Getuige Je He Wagenaar, ■ verlofhouder te Nw.Weerdinge verklaart dat Schipper op 9 Maart iu zijn verlofzaak kwam. Beide verdachten hebben met stoelen en met messen naar Schipper eeslagen, waardoor deze bloedend verwond is geworden. De Officier acht het ten laste gelegde bewezen en wijst op de ongunstige reputatie van de beide verdachten, die reeds meermalen voor mishandeling zijn veroordeeld Met het oog hierop en het ernstige der mishandeling eischt Z. E. tegen ieder der verdachten 6 maanden gevangenisstraf. Jhr. Mr. Dr. van Holthe tot Echten wijst er op, dat de oorzaak van dit alles is sterken drank. Was dit weggenomen uit het leven van verdachten dan zou er niets zijn gebeurd. Ook voor deze mishandeling bestond geen enkele reden en het brute in den mensch is naar voren E.ekomen door het gebruik van sterken drank. Pleiter verzoekt der rechtbank deze verdachten te helpen door een voorwaardelijke veroordeeling met zeer strenge voorwaarden om hen te houden buiten het misbruik van sterken drt»nk Op verlangen van beide verdachten doet pl. dit verzoek en hiervoor acht pleiter wel termen aanwezig. Na re- en dupliek wordt de uitspraak bepaald op heden over 14 dagen. GEWELDPLEGING. Hendrik E. te Havelte en Koob D. te Uffeite staan terecht terzake dat zij te zamen en In ver eeniging openlijk geweld hebben gepleegd tegen een aanhangwagen beladen met hout in den nacht van 23 op 24 Februari te Havelte. Verdachte Hendrik B. erkent dat zij geweld hebben gepleegd tegen de auto en de banden nebben vernield. Hij zelf heeft met den rugkant van het mes op de band gedrukt, waardoor het ikm dicht ging. *
President. Dan zul je wel bij ongeluk de verkeerde kant van het mes op de banden hebben gezet. Verdachte Koob D. verklaart hetzelfde als de eerste verdachte. Hij heeft gezien, dat de anderen ook met het mes over de banden sneden. President: „Waarom deed Je dat? Verdachte: „Uit vrees voor de Groot en Warrtes." President : „Maar daardoor kwam je toch in moeilijkheden en staan jullie thans terecht." Getuige Hendrik Goudbeek, chauffeur te Kam Iien, kwam in den voormiddag van 22 Februari met zijn tractor en aanhangwagen te Havelte. De tractor werd daar onklaar. Getuige vertrok naar Kampen en toen hij 's Maandags terugkwam, waren planken van den aanhangwagen gegooid en beschadigd. De achterbanden van den wagen waren voorts stuk gesneden. President' „Hebben zij de schade ook vergoed? Er is een rekening ingediend groot ƒ574." Getuige gelooft niet, dat ze dit hebben gedaan. Officier : „Waren de banden onbruikbaar." Getuige : „Voor dit doel wel." Getuige Jans de Groot te Havelte verklaart dat zij uit het café Buter kwamen en zij zagen den aanhangwagen staan. Hij herinnert zich niet, dat ze gezamenlijk tegen den wagen hebben geduwd. Hij heeft wel gezien, dat deze verdachten met een mes de banden vernielden. President: „Had jullie afgesproken dit te doen?" Getuige : „Neen mijnheer." President: „,Heb je de anderen aangespoord dit te doen." Getuige : „Ik herinner mij dit niet meer." Getuige Joh. Warries te Dieverbrug weet niet meer in wier gezelschap hij uit het café Buter kwam. Hij had een „goede" borrel op. Of er tegen den wagen is geduwd weet getuige niet. Wel hebben Hendrik B. en Koob D. in de banden gestoken en gesneden. De Officier acht de openlijke geweldpleging wettig en overtuigend bewezen. Het betreft hier een schandelijke vernieling en de schade die is aangericht Vedraagt bijna ƒ 600. Dat dit streng moet worden gestraft acht spr. duidelijk en geeischt wordt 2 maanden gevangenisstraf tegen ieder der verdachten. Verdachte Hendrik B. vraagt een voorwaardelijke straf. Uitspraak heden over 14 dagen. NOGMAALS OPENLIJKE GEWELDPLEGING. Voor hetzelfde feit als in de vorige zaak hebben zich thans te verantwoorden Jans de G. te Havelte en Johannes W. te Dieverbrug. Verdachte Jans de G. herinnert zich niet, te hebben gezegd: „laten we die auto onderst boven gooien". Ook herinnert hij zich niet tegen de auto te hebben geduwd. Wel heeft hij een plank stuk gebroken, die op den wagen lag en eenige planken eraf gegooid. President: Waarom deed je dat ? Verdachte: Dat weet ik niet. President: Een flauwe aardigheid. Verdachte Johannes W. erkent wel eenige planken van den wagen te hebben gegooid. President: Waarom heb je dat gedaan ? Verdachte: Dat weet ik niet. Getuige H. Goudbeek, chauffeur te Kampen, legt eenzelfde verklaring af als in de vorige zaak. Hij verklaart, dat wel een 50-tal planken van den wagen zijn 8 - gooid. Deze planken zijn niet besc: of vuil geworden. Twee wagen waren middendoor ge ' a '.'ri t H To. -ss hout «f af gooien en de banden «tuk antiden."
Hij heeft gezien dat beide verdachten met een mes een snijdende beweging maakten over de banden. De G. gaf het mes aan Duker en zei „Nu jij." Verder namen de beide verdachten planken van den wagen en gooiden die aan den kant van den v/eg. Verdachte de G. heeft bovendien eenige planken gebroken, die achter den wagen uitstaken. Verdachte de G. ontkent de banden te hebben vernield. Verdachte Johannes W. zegt dat deze getuige liegt. Hij was erg dronken en kan er niets meer van weten. Officier: En Je verklaarde zoo even dat je zelf zoo dronken bent geweest, dat je van de zaak niets meer af weet. President: Tot zoover herinnert hij het zich nog, maar op dat oogenblik is zijn geheugen blijven stilstaan. Getuige Koob Duker te Uffelte heeft eveneens de vernieling van de planken en de banden gezien, benevens gehoord de aansporing tot deze vernieling door verdachte Johs. de G. Deze zeide „Hier heb Je het mes, je moet het doorsteken". Getuige heeft dit gedaan, waarop de lucht ontsnapte. Getuige Dirk Bosman te Havelte reed dien nacht per fiets langs het café Buter te Havelte. Hem werd iets nagegooid en hij is toen afgestapt en teruggegaan en zag, dat de verdachten bij den wagen stonden. Een van hen zeide, dat ze de banden hadden stuk gesneden. Deze beide verdachten gooiden planken van den wagen en wierpen deze op den berm van den weg. President: Hadden de jongens een flinke borrel op? Getuige: Bepaald dronken waren ze niet doch ze hadden wel vrij wat drank op. De Officier meent dat het ten laste gelegde wel is komen vast te staan en dat de verdachten openlijk geweld hebben gepleegd tegen den wagen en dat verdachte de G. bovendien vernieling heeft gepleegd. Deze beide verdachten zijn de aanleiders geweest van deze zaak Z. E. eischt tegen Jans de G. 5 maanden gevangenisstraf en tegen Johannes W. 4 maanden gevangenisstraf. Mr. J. Linthorst Homan, verdediger van verdachte Jans de G. meent, dat hier geen openlijke geweldpleging is gepleegd. Wat de strafmaat betreft wijst pl. op de omstandigheden van verdachte en de goede inlichtingen van hem verkregen en spreekt zijn oordeel uit, dat de oorzaak moet worden gezocht in overmatig gebruik van sterken drank. Pleiter vraagt een voorwaardelijke veroordeeling voor deze verdachte onder voorwaarde dat deze zich dan onthoudt van eiken alcoholhoudenden drank. Ook is deze verdachte wel bereid pogingen te doen de berokkende schade voor zijn deel te vergoeden. De Officier merkt op, dat indien de rechtbank mocht besluiten - tot een v.w. veroordeeling, Z. E. het in ieder geval gewenscht zou achten de schade door de betrokkenen te laten vergoeden. Uitspraak heden over 14 dagen. hooger beroep. H v R. te Gasteren staat in hooger bev»f tpivakG d£itj hij op 15 Dgc. Ji« in 0 de gemeente Vries, des avonds te kwart voor tien G. Ensing heeft aangereden. Doot den kantonrechter is hij veroordeeld tot f 15 boete en ontzegging van de vergunning voor het besturen van een motorrijtuig voor den tijd van een jaar. Nadat een drietal getuigen in deze za&ft is gehoord, vordert de Officier bevestiging van het vonnis van den Kantonrechter. Mr. J. Linthorst Homan vee* erop, d*f
verdachte de motor voor zijn bedrijf noodigheeft en de straf daardoor zeer zwaar wordt. Pleiter vraagt de ontzegging van het rijbewijs te willen Intrekken,, onder handhaving of verhooging der boete. Uitspraak in deze zaak eveneens heden over 14 dagen. Gerechtshof te Leeuwarden. Zitting van 1 Mei. Z'N EIGEN VROUW MISHANDELD. Jan Cornelis H., 36 jaar, koopman te Hoogeveen, heeft voor de Asser Rechtbank terechtgestaan, terzake dat hij in den nacht van 10 op 11 Januari jJ. z'n echtgenoote M. Welmers heeft mishandeld door haar met geweld te schoppen en aan een harer ooren te trekken. Voorts was hem ten laste gelegd, dat hij H. J. Sterken ln het openbaar zou hebben toegevoegd : „rooie hond, je hebt my bedonderd met een pak, dat je aan mij verkocht hebt voor f36.—, terwijl het nog geen f 10 waard was". H. hoorde een geldboete van f 40 tegen zich elschen, welke straf hem daarop is opgelegd. In appel stond hij heden voor het Hof terecht, waar hij werd bijgestaan door Mr. Linthorst Homan. Uit het verhoor blijkt, dat verd. gunstig bekend staat. Z'n vrouw is echter nogal kooplustig uitgevallen, wat nogal eens aanleiding gaf tot scènes. Zoo ook op den avond van 10 Januari toen verd. f70 uit z'n lade miste. Een buurman, H. J. Sterken, kwam op het luid misbaar van de vrouw af en werd heden tezamen met een dochtertje van den verd. als getuige gehoord. Deze buurman is bij die gelegenheid op de bovenomschreven wijze beleedigd. De adv.-generaal achtte de straf voor het gepleegde misdrijf niet te zwaar. Eisch : bevestiging van het vonnis. ■Mr. Linthorst Homan pleitte een clementer straf. Men moet deze zaak niet al te tragisch opvatten. VERNIELING EN MISHANDELING. Jan S., 19 jaar, arbeider te Emmer-Erfscheidenveen, stond voor de Asser rechtbank terecht wegens vernieling en mishandeling en werd des wege veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf, onder korting van de voorloopige hechtenis tot 28 Februari 1930. Hem was ten laste gelegd, dat hij den 26sten December te Emmen : le. een glasruit, toebehoorende aan Aaldert Dekker, heeft verbrijzeld; 2e. Klaas Siersema heeft mishandeld, door hem met een mes te slaan, althans te steken, en :se. ter uitvoering van zijn voornemen om den marechaussee H. Hoekstra zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met een mes een slaande bewe ging maken naar de borst van Hoekstra, met het oogmerk hem in hart en longen, althans ongeveer daar ter plaatse te raken, zijnde het misdrijf niet voltooid, doordat Hoekstra die slaande beweging wist af te weren, of te ontkomen, gepleegd bij herhaling. In appel heden terechtstaande werden alle tenlaste gelegde feiten ontkend. De feiten hebben zich afgespeeld in het café Dekker op den avond van Tweeden Kerstdag toen verd. In een dronken bui eerst de boel vernielde, een medebezoeker mishandelde en den "marechaussee te lijf wilde gaan, die hem dat echter verhinderde door hem met z'n klewang buiten gevecht te stellen. , De adv.-generaal eischte vernietiging van het vonnis doch.oplegging van dezelfde straf. Mr. R. Romer refereerde zich. ARRESTEN. Veroordeeld : Albert J., 26 jaar, boerenknecht te Ruinerwold, wegens mishandeling, tot 3 maanden gevangenisstraf en betaling van een civiele vordering van f 84.10. Geert P., 26 jaar, boerenknecht te Ruinerwold, wegens meineed in een strafzaak tot 1 Jaar gevangenisstraf met aftrek van preventief. Geert J. D., 20 jaar, landbouwer te Ruiner wold, voor gelijk feit, 1 jaar gevangenisstraf met aftrek van preventief. Tiemen L., 26 j., en Aibeit L., 39 }., beiden veenarbeiders te Nieuw-Weerdinge %'Cfens oedreigihg met eenig misdrijf tegen het leven gericht, tot P oen gevangenisstraf ieder. Gerrit S., 40 jaar, voerman te Emmen, wegens strooperij, tot f 40 boete of 40 dagen hechtenis.
"Rechtszaken. Arrondissements-Rechtbank te Assen.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1930/05/03 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112275:mpeg21:p005