De Nederlandse regering heeft gisteren de troepen bevel gegeven de evacuatie van de residentie Djogja op Vrijdag 24 Juni te beginnen. Indien de evacuatie geen belemmering ondervindt, zal de republikeinse regering in staat zijn naar Djogja terug te keren op of omstreeks 1 Juli. Aldus deelde de heer Van Royen mede in de gistermiddag gehouden plenaire zitting van de preliminaire conferentie.
Na afloop van deze zitting werd door de UNCI een communiqué verstrekt, waarin werd medegedeeld dat de subcommissie, belast met het verrichten van de nodige onderzoekingen en voorbereidingen in verband met de terugkeer van de republikeinse regering naar Djogja, haar werk practisch heeft beëindigd, of schoon de commissie zal voortgaan haar aandacht te schenken aan bepaalde kwesties betreffende bevoorrading en andere maatregelen van technische aard. Het communiqué zegt verder, dat Rum namens zijn delegatie zijn diepe voldoening heeft uitgedrukt over het feit, dat de vanaf Mei gehouden besprekingen hebben geleid tot het besluit om de Nederlandse gewapende strijdkrachten terug te trekken, hierdoor de republikeinse regering in staat stellend op 1 Juli terug te keren. \ Betreffende het staken van de vijandelijkheden zegt het communiqué: „Hangende het herstel van de republikeinse regering in Djogja hebben de beide delegaties maatregelen overwogen tot staking van de vijandelijkheden. Eenstemmigheid van inzichten is bereikt, terwijl de leden van de B.F.O. zich hierbij aansloten. Dit maakt het de republikeinse delegatie mogelijk voorstellen te doen aan de republikeinse regering, zo spoedig mogelijk pa haar terugkeer met betrekking tót het staken van de vijandelijkheden in overeenstemming met de resolutie van de Veiligheidsraad van 28 Jan. j.1. De formele vergadering onder auspiciën van de UNCI werd bijgewoond door de voorzitter en enige leden van de Bijeenkomst Federaal Overleg, n.L Sultan Hamid, Anak Agung, Djumhana en Ateng. Dit was de eerste formele bijeenkomst, die werd bijgewoond door vertegenwoordigers van de gebieden buiten de republiek, zulks als uitvloeisel van de kortgeleden door de UNCI tot de voorzitter der B.F.O. gerichte uitnodiging. Over de ronde tafelconferentie zegt het communiqué, dat de tussen de delegaties, met deelneming van leden der B.F.O. gevoerde besprekingen over tijd en voorwaarden voor de ronde tafelconferentie hebben geleid tot overeenstemming van inzicht. Doelend op het feit, dat de status van Nieuw Guinea wordt genoemd onder de punten van bespreking op de ronde tafelconferentie, zeide Sultan Hamid er prijs op te stellen, met klem te verklaren, „dat wij de overeenkomst op het stuk van de voorwaarden, voor de ronde tafelconferentie aanvaarden, doch dat wij met het plaatsen van Nieuw Guinea als onderwerp van bespreking op de agenda alleen accoord kunnen gaan op voorwaarde, dat men goed zal begrijpen, dat wij dit gebiedsdeel wensen te beschouwen als een deel van de Verenigde Staten van Indonesië". Ook Moh. Rum zei, dat zijn delegatie met het plaatsen van de status van Nieuw Guinea op de agenda voor de ronde tafelconferentie alleen op dezelfde voorwaarden accoord kan gaan. Inzake dit onderwerp zeide Dr van Royen, dat hij wenste te verklaren, dat het plaatsen van dit punt op de agenda geenszins vooruitloopt op het betreffende dit onderwerp in te nemen standpunt door enige deelnemer. „De Nederlandse regering handhaaft harerzijds geheel haar standpunt op dit punt", aldus Dr van Royen. Voor de bijeenkomst werd gesloten, uitte de heer Critchley aan de deelijemers hartelijke gelukwensen
met de resultaten, die zij bij de voorlopige besprekingen bereikten. „Ik zou in het bijzonder mijn gelukwensen willen betuigen met de goodwill, die deze resultaten mogelijk maakte". „Wanneer deze goodwill blijft voortbestaan en alle partijen samenwerken, mogen wij met vertrouwen uitzien naar een succesrijke conferentie te Den Haag en een spoedige oplossing van het Indonesische vraagstuk". Dr van Royen gaf uitdrukking aan de „hartgrondige hoop van de Nederlandse regering en het volk, dat de thans bereikte overeenkomst niet slechts de weg naar de ronde tafelconferentie zal openen, doch bovenal zal voeren naar een blijvende vruchtbare samenwerking tussen de volken van Nederland en Indonesië". Rondetafel-conferentie op 1 Augustus bijeen In een memorandum betreffende de ronde tafelconferentie, opgesteld door de beide delegaties en de commissie uit de B.F.O., wordt gezegd, dat het doel van de R.T.C. is een blijvende oplossing van het Indonesische geschil tot stand te brengen en wel zo spoedig mogelijk door het bereiken van een overeenkomst tussen de deelnemers betreffende wegen en middelen tot overdracht van de werkelijke, volledige en onvoorwaardelijke souvereiniteit aan de Verenigde Staten van Indonesië in overeenstemming met de beginselen van het accoord van de Renville.
De deelnemers van de R.T .C. nemen zich voor te streven naar bije enroeping van de conferentie op 1 Augustus en naar voltooiing daarvan binnen twee maanden. Zij nemen op zich de overeenkomsten, resulterend uit deze conferentie, binnen zes weken na beëindiging van de conferentie te raticiferen. Derhalve zou de souvereiniteit aan de Verenigde Staten van Indonesië moeten worden overgedragen voor het einde van het jaar 1949. Deelnemers aan de R.T.C. zullen zijn: vertegenwoordigers van de Nederlandse regering, vertegenwoordigers van de republikeinse regering, de B.F.O., vertegenwoordigend de gebieden in Indonesië buiten de republiek voor zover zij leden van deze organisatie (de B.F.O.) zijn.
"Morgen begint de evacuatie van onze troepen uit Djogja Republikeinse regering keert 1 Juli naar haar hootdstad terug". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144781:mpeg21:p001
"Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144781:mpeg21:p001
Met man en macht wordt gearbeid aan het grondwerk van de Rijksweg (Amsterdam) Burgerveen—RJjswyk (Rotterdam) weg nr. 4a, ook wel de weg beoosten Leiden genaamd. Deze weg zal dienen ter vervanging van weg no. 4 door Wassenaar en Den Haag, waardoor de verkeersweg Amsterdam—Rotterdam belangryk zal worden bekort en verbeterd. Het voor dit omvangrijke werk benodigde zand wordt met treintjes van de zandwinning bij Nooddorp naar Leidschendam vervoerd, waar het gestort wordt en als ondergrond zal dienen voor de nieuwe weg.
"Met man en macht wordt gearbeid aan het grondwerk van de Rijksweg (Amsterdam)". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144781:mpeg21:p001
De nieuwe verkeersbrug over de Lek by Vianen is zo goed als gereed. De Baliieybrug (links), welke het verkeer nog verwerkt, zal dra verdwenen zijn. Men hoopt de nieuwe brug op 1 Juli a.s. voor het verkeer open te stellen. Rechts de nieuwe brug, waarvan het rjjdek in gereedheid wordt gebracht.
"De nieuwe verkeersbrug over de Lek by Vianen is zo goed als gereed. De Baliieybrug". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144781:mpeg21:p001
De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening heeft besloten met ingang van 23 Juni 1949 de rantsoenering van voedingsvetten volledig op te heffen, zodat zowel het publiek als de verwerkende industrie, waaronder o.m. te rekenen bakkers, banketbakkers, koekfabrieken, restaurants enz. voortaan boter, margarine, spijsvetten en spijsolie zonder bon of toewijzingen kunnen betrekken. Alleen voor technische doeleinden (zeepindustrie, verffabricage enz.) blijft een toewijzingssysteem van kracht.
Weliswaar lag het aanvankelijk in het voornemen in de loop van het najaar de rantsoenering te beëindigen, maar enerzijds is reeds thans een zekere verzadiging merkbaar in de consumptie, terwijl anderzijds de boterproductie ruim is en de grondstoffenpositie van de andere spijsvetten gunstig. De aanvoer van traan en de te verwachten grote koolzaadoogst zijn mede factoren, die de vetpositie in gunstige zin beïnvloeden. Op grond van de eerste overweging wordt een toename van het verbruik van voedingsvetten na de opheffing van de dstributie niet verwacht. De bestaande prijsregelingen blijven gehandhaafd. Spijsolie zal men niet direct overal bij de winkelier kunnen betrekken, aangezien de bevoorrading van de detaillist enige tijd vraagt. De rantsoenering van voedingsvetten, die thans beëindigd is, heeft bijna negen jaar geduurd, want de distributie op bon werd ingesteld met ingang van 29 Juli 1940.
"Boter, margarine, vet en spijsolie van de bon". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144781:mpeg21:p001
Weggebruikers, DIE ZWARTE VLEK moet uitgewist ! Uw hulp kan daarbij niet gemist
"Weggebruikers,". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144781:mpeg21:p001
Z. K. H. PRINS BERNHARD VERJAART OP 29 JUNI Op 29 Juni zal Z. K. H. Prins Bernhard der Nederlanden zijn 38ste verjaardag vieren. Een foto van Prins Bernhard, gemaakt in zgn werkkamer.
"Z. K. H. PRINS BERNHARD VERJAART OP 29 JUNI". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144781:mpeg21:p001
Gunstig effect door tijdverlies verloren gegaan „Het conflict tussen de republiek en de Nederlanders is tot grote hoogte een psychologische zaak. In dit opzicht is het zeer betreurenswaardig, dat na het tot stand komen van de overeenkomst tussen de heren Moh. Rum en Van Royen de republikeinse regering net onmiddellijk werd hersteld. De vertraging in de terugkeer naar Djogja werd veroorzaakt door verschillende redenen, zoals b.v. de evacuatie van een deel der burgerbevolking, waarvan de opgegeven redenen voor de noodzaak en het aantal erbij betrokken personen sterk werden overdreven, doch die, volgens de Nederlanders, diende te worden voltooid voordat de Nederlandse troepen zouden kunnen worden teruggetrokken. Toen deed zich de vraag voor van het vinden van een duidelij ke formulering voor het bevel tot het staken van het vuren. In werkelijkheid had dit zijn beslag kunnen krijgen na het herstel van de republikeinse regering". Deze mening vertolkte Sukarno tijdens het bezoek dat de 15 Amerikaanse journalisten aan Bangka brachten.
Er is nog meer, zo vervolgde hij. De inkt, waarmede de overeenkomst Van Royen-Rum was geschreven, en
die o.a. de bepaling bevat dat de Ne derlanders de verplichting op zich nemen, geen nieuwe deelstaten te vormen in de na 19 December bezette gebieden, was nog niet droog, toen op 11 Mei de Nederlandse regering te Batavia de instelling erkende van een Panitaya-comité voor de status van Tapanuli. Er. werd gezegd, dat dit comité uitsluitend werd ingesteld met het doel verkiezingen voor te bereiden, doch het staat gelijk met de stichting van een speciaal gebied of een -afzonderlijke staat Tapanuli buiten de republiek. Dit vond plaats in weerwil van het feit, dat in Tapanuli de Nederlandse troepen alleen enkele plaatsen en gedeelten van de voornaamste wegen beheersen.
„Tengevolge van het tijdverlies, dat met al deze dingen gepaard ging en door zulke daden, strijdig met de bepalingen van de overeenkomst, gaat het gunstige effect, dat de overeenkomst kon hebben, verloren. De gevoelens van de bevolking jegens de overeenkomst zijn reeds aanmerkelijk bekoeld en het wantrouwen begint opnieuw de kop op te steken". Sukarno zeide, dat hij niet pessimistisch wilde zijn, maar hij kon ook niet zeggen, dat hij erg optimistisch is als hij alles ziet wat een snelle op» lossing in de weg staat. Sukarno gaf een overzicht van de communstische beweging in Indonesië, waarbij hij er op wees, dat zij van den beginne af een beweging voor het verkrijgen van de onafhankelijkheid is geweest en dientengevolge parallel liep met de nationalistische beweging. Volgens Sukarno hebben de communistische leerstellingen alleen post gevat bij enige leiders en waren hun volgelingen in grote meerderheid nooit communisten in de ware zin van het begrip. Sukarno zeide dat het verlies van het vertrouwen in de Nederlanders en de economische noodtoestand de voornaamste oorzaken zijn van de groei van het communisme in Indonesië. „De republiek is het symbool van het Indonesische nationalisme. De uitschakeling van de republiek betekende derhalve een activering van het communisme". Moh. Hatta antwoordde op een vraag over zijn samenwerking met de Japanners, dat daarbij de bedoeling voorop stond om de onafhankelijkheid te verkrijgen. Op de vraag of hij de Russen voor hetzelfde doel zou gebruiken, zeide Hatta: Dat hangt van de omstandigheden af; wij wisten, dat de Japanners zouden ineenstorten.
"Sukarno geinterviewd Vertrouwen in de van Royen-Rum overeenkomst aanmerkelijk bekoeld". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144781:mpeg21:p001
De dollarcrisis, die Engeland thans doormaakt, zal waarschijnlijk leiden tot verlaging van de rantsoenen en daling van de industriële productie in dat land. Volgens de New York Times zal het waarschijnlijk in de loop van de volgende maand tot een uitbarsting komen, tenzij zich onverwacht een wending in de gebeurtenissen voordoet. Te Washington neemt men aan, dat indien de druk op de Britse goud- en dollarreserves zo ernstig wordt, dat beschermende maatregelen vereist zijn, sir Stafford Cripps, de Britse minister van financiën hiervan mededeling zou doen in het huis van afgevaardigden. De maatregelen, die hij in dat geval zou moeten nemen, zouden o.m. een verscherping van de beperkingen van de invoer uit het dollargebied moeten omvatten, daar 't tekort aan dollars om de noodzakelijke invoer te financieren de kern van het probleem is. Verwacht kan worden, aldus vervolgt het blad, dat een dergelijke beperking van de invoer uit het dollargebied onder de betrokken Amerikaanse belangen veel „gesenreeuw' zal veroorzaken over discriminatie door Engeland en de hieruit voortvloeiende verslechtering van de Brits-Amerikaanse betrekkingen zou wel op een zeer ongelukkig tijdstip komen. De senaat zou dan juist bezig zijn met het behandelen van de begroting voor het tweede jaar van het Europese herstelprogramma, waarop een post voorkomt van 940 millioen dollar voor Groot-Brittannië. Engelands hachelijke positie en de maatregelen, -die tot verbetering hiervan wor
den genomen, zouden van verstrekkende invlced kunnen zijn op de koude oorlog tegen de Sowjet-Unie, aldus nog steeds de „New York Times". De Sowjet-Unie, zo vervolgt het blad, heeft van het begin af aan beweerd, dat de kapitalistische economieën uiteindelijk het slachtoffer zullen worden van economische depressies, die zij zelf opwekken. Het gevaar is, dat deze marxistische profetie wat te dicht bij de waarheid zal komen. Tegenover deze ontmoedigende beschouwing stelt de „New York Times" echter de in sommige hoge Amerikaanse regeringskringen heersende mening, dat een dollarcrisis, wanneer deze werkelijkheid wordt, een weliswaar onaangename, doch zegenrijke ervaring zal blijken te zijn. Volgens dit standpunt is er niets minder dan een ernstige schok, in de vorm van grotere soberheid, nodig om het Britse volk tot het inzicht te brengen, dat een verlaging van de productiekosten van dagelijkse levensbebehoeften en van exportartikelen noodzakelijk is.
"Groot-Brittannie zit krap aan dollars Indien de crisis niet wordt opgelost, zullen de rantsoenen verlaagd moeten worden". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144781:mpeg21:p001
Wij klagen vaak over de kortheid van de tijd a/s wij, desondanks, nog tijd over hebben
"Wij klagen vaak over de kortheid van de". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144781:mpeg21:p001
(Van onze Haagse redacteur) De regering overweegt, zeer binnenkort het ambtenarenverbod weer in te voeren, zo vernemen wij. Zij is tot dit plan gekomen, nadat het communistische Tweede Kamerlid Paul de Groot enige tijd geleden de Kamer verklaard had, dat zün partijgenoten bij een eventuele aanval van de Sowjet -Unie op Nederland aan de kant van hun mede-arbeiders zouden staan. Ettelijke keren hadden enige Kamerleden deze afgevaardigde gesommeerd een duidelijk ant woord te geven op de vraag, wat de C. P.N. zou doen in geval van een Russische agressie. Eerst probeerde de heer de Groot een antwoord te ontwijken, doch ten slotte liet hü zich ln bovengenoemde zin uit. De Kamer was wel zeer nieuwsgierig naar de opvattingen van de Nederlandse communisten, aangezien nog vers in het geheugen ligt de houding, die de N. S.B. aannam, toen ons land in 1940 door Duitsland overvallen werd. Ook de regering had grote belangstelling voor het antwoord van de heer de Groot- Toen dit bekend was, deelde de minister mee, dat de regering zou overwegen aan haar ambtenaren te verbieden lid van de Communistische Partij te zijn, op straffe van ontslag. Deze bepaling zo udan zowel voor burgerlijke als militaire functies gelden. Hoewel men enige tijd niets meer over het zogenaamde ambtenarenverbod, dat voor de oorlog ook voor de N. S.B. gold, heeft vernomen, heeft de regering het in haar gedachten gehouden. Zij heeft echter eerst de verkiezingen voor de gemeenteraden willen afwachten. Nu deze achter de rug zijn, zou het in haar voornemen liggen, het ambtenarenverbod zeer spoedig weer in te voeren. (Nadruk verboden). Koos Vorrink in Nederland terug (Van onze Haagse redacteur) Koos Vorrink, de voorzitter van de Partij van de Arbeid, die op 17 Januari jl. bij een vliegongeluk op het eiland Falstar (Denemarken), toen hij in opdracht van de Nederlandse regering op weg naar Noorwegen was om de Noorse Sociaal-democratische Partij voor te lichten over de Indonesische kwestie, zeer ernstig gewond werd, is in ons land teruggekeerd. Aanvankelijk was medegedeeld, dat hij nog enige tijd ln Deneliarken zou vertoeven, teneinde er volkomen rust en genezing te vinden. De heer Vorrink houdt thans verblijf in huize „Voorpost" in Vierhouten op de Veluwe voor herstel van krachten. Thorez blijft onschendbaar Bij de Franse wetgevende vergadering was een motie ingediend, waarin werd voorgesteld de parlementaire onschendbaarheid van de leider der Franse communistische parij, Maurice Thorez, op te heffen, op grond van een tegen hem ingebrachte beschuldiging wegens gewelddadig optreden (Thorez werd ervan beschuldigd de door de socialistische partij voor de in October 1947 te Parijs gehouden gemeenteraads verkiezingen candidaat gestelde socialist Cachan te hebben geslagen.) Nadat de motie in stemming was gebracht, bleek dat voor- en tegenstemmers elkander in evenwicht hielden (de uitslag was 190—190). In een dergelijk geval wordt door het reglement van orde van de wetgevende vergadering bepaald, dat de ingediende motie als verworpen dient te worden beschouwd. Mevrouw Spoor voor goed naar Nederland Mevrouw de weduwe Spoor—Dijkema is gisteravond vanuit Batavia voorgoed naar Nederland vertrokken .Zij heeft har werk in het belang van de gewonde en zieke militairen en hun verwanten overgedragen aan Mevrouw Simons, die haar reeds gedurende enige maanden heeft vervangen. Mevrouw Spoor wil echter trachten, ook in Nederland werkzaam te blijven in het belang van de militairen overzee en wel door huisbezoek enz. Zij zal trachten, zich nuttig te maken in elk geval, waarin persoonlijk contact van waarde zou kunnen zijn.
"AMBTENARENVERBOD WORDT BINNENKORT VAN KRACHT". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144781:mpeg21:p001
In onderstaande tabel zijn de uitslagen verwerkt van 68 gemeenten met meer dan 20.000 inwoners. De stemmen van A.R., C.H., S.G.P. en P.C.G. zijn opgeteld, omdat in verscheidene gemeenten in 1946 A.R. en C.H. afzonderlijk aan de verkiezingen deelnamen en in 1949 gecombineerd onder P.C.G., ook komt de combinatie P.C.G. in 1946 voor, terwijl in 1949 A.R. en C.H. met afzonderlijke lijsten uitkwamen.
Overzicht behaalde zetels grote gemeenten 1946 1949 1948 Zetels Zetels 1946 1949 A.R. 147 156 C.H. 128 143 S.G.P. 12 13 P.C.G. 105 132 392 444 C.P.N. 214 112 K.V.P. 543 557 P.v.d.A. 556 547 V.V.D. 97 157 Overige partijen 26 * 43 1828 1860 gem.verkiezing gem.verkiezing 2e Kamer verk. A.R. 184160 7.46 204505 7.61 , 335255 12.27 C.H. 142630 5.78 166484 6.20 201642 7.38 S.G.P. 16546 0.67 18474 0.69 34763 1.27 P.C.G. 124904 5.06 173295 6.45 468240 18.97 562758 20.95 571660 20.92 C.P.N. 403326 16.33 283749 10.56 303382 11.11 K.V.P. 641102 25.96 710406 26.45 696055 25.48 P.v.d.A. 759678 30.77 815246 30.35 817889 29.94 V.V.D. 156067 6.32 253528 9.44 240834 8.82 Lijst Weiter 43058 1.58 Overige partijen 40816 1.65 60373 2.25 58634 2.15 Totaal 2469229 100.— '686060 100.— 2731512 100,—
"Eindstand grote gemeenten". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1949/06/23 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000144781:mpeg21:p001