(Waarnemingen van des morgens 8 uur.) Barometerstand. 3 p » V » 4 ü -0 H .£ rj fr $ O Toestand der lacht. Gron. Helder D: Bilt Vliss. Maastr, rnM. mM. ) 761 761 702 763 762 762 762 I763 762 762 j NNVVj 2 61 zw. bew. 0 NNW 1 S9 > > 0 N ! 2 61 licht bew. 0 N 1 63 helder 0 N j 1 63 licht bew. 0
Arnhemsche courant
- 17-07-1902
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Arnhemsche courant
- Datum
- 17-07-1902
- Editie
- Dag
- Uitgever
- C.A. Thieme
- Plaats van uitgave
- Arnhem
- PPN
- 400337789
- Verschijningsperiode
- 1814-2001
- Periode gedigitaliseerd
- 1851 - 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 4919
- Jaargang
- 89
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
ARNHEMSCHE COURANT, van Donderdag 17 Juli 1902 TWEEDE BLAD. METEOROLOGISCHE WAARNEMINGEN. Donderdag 17 Juli.
UIT DE KAKEN DES DOODS. 65) Naar het Engelsch van FRANK BARRETT.
Niets anders ? Weet u dat zeker ? — Niets anders. Hij boog het hoofd oai zijn droefheid te verbergen. Ooch spoedig herstelde hij zich en zeide gelaten: «Arme ziel, als geld haar gelukkig kan maken, zal zij 't hebben.» Hij stónd op en ging al tastend naar zijn schrijftafel, waarvoor hij zich neerzette. Uit een lade nam hij een chèque-boek, opende het en, het papier met zijn vingers betastende, schreef hij in den rechterhoek onderaan zijn naam. Toen scheurde hij het blad er uit en weer naar mij toekomende reikte hij het mij toe met de woeden: . . dk heb de som niet ingevuld ... Zeg haar, mijn arme kleine vriendin, dat zij invult wat zij noodig heeft, en vertel haar ook, dat haar geheim bij mij veilig is en 't mij gelukkig heeft gemaakt, dat zij zich in haar nood tot mij heeft gewend.» Ik nam den wissel aan en stamelde eenige onsamenhangende woorden. «Blijft ge een paar dagen hier ? Neen, ik moet vandaag vertrekken. _ En is u daar geheel alleen? — Woont ge vèr weg ? Ik ga naar Londen, antwoordde ik ontwijkend. . _ Hebt ge daar vrienden t _ Neen, ik heb daar geen vrienden. — Geheel alleen.»_ Een oogenblik zei hij niets, getroffen naar 't
scheen door deze ontdekking, want hij hernam: «Maar gij hebt toch vrienden? — Niemand dan Mère Lucas en.... Zijn hand greep snel de mijne en een glimlach gleed over zijn gelaat. — En mij, zeide hij. O, als mijn gehoor en verstand mij bedrogen, zou toch mijn gevoel mij zeggen, welke de hand is, die ik druk. Laat ons dit ijdel vragen- en antwoordenspel niet voort zetten en zijn wie we zijn. Heb vertrouwen in mij, kleine vriendin.» Wij bleven zoo gedurende eenige oogenblik' ken zonder spreken .... Legde hetzelfde gevoel van vreugde en droefheid, dat mijn lippen sloot, een zegel op de zijne t.... Misschien verwachtte hij, dat ik hem mijn verdriet zou toevertrouwen, dat ik mijn bedroefd hart zou blootleggen, opdat hij mij zou kunnen troosten. Maar ik durfde niet beantwoorden aan de stil zwijgende verwachting. De traan, die uit mijn oog op zijn hand rolde, toen ik mij vooroverboog om deze te kussen, was mijn eenige bekentenis. «Kan ik niets meer voor u doen ? vroeg hij gejaagd. — Niets meer dan gij gedaan hebt. Niemand kan mij ter hulp komen; ik heb niets anders noodig; het ergste is geleden. Er zullen wellicht betere dagen komen, waarin ik u alles zeggen kan — Ik verlang niets te weten. Als het ergste geleden is, denken we er niet meer aan. En op vroolijker toon liet hij er op volgen — Laat ons naar den tuin gaan ; de zon moet vandaag wel helder schijnen.» Bevende nam hij mijn arm. Toen we gereed stonden, om de deur uit te gaan, wierp ik nog een onderzoekenden blik in het vertrek. Een boek lag op de tafel; het vouwbeen, dat er halverwege uitstak, wees de plaats aan, waar Judith het gesloten had; uit dat boek had zij hem voorgelezen. Een ruiker van narcissen
balsemde de lucht; dien ruiker had zij voor hem in een vaas gezet. Ik bemerkte in een zijkamer een smaakvollen tuinhoed, die zeker haar moest toebehooren Taras glimlachte, toen hij, zoekende naar zijn hoed, dien met zijn vingers aanraakte, «Ik heb mijn hoed zeker ginds laten liggen», zei hij, naar het salon gaande. Ik volgde hem tot a in de deur. De piano stond in dat vertrek en vlak erbij lag de viool van Taras, Het vertrek was prachtig gemeubeld; ik had zoo iets nog niet gezien. Het was er veel weelderiger dan in Lambeth, en overal had Judith de sporen van haren goeden smaak ach tergelaten. Nabij het venster, voor een aardig laag stoeltje, stond hare geopende werkdoos; er lag borduurwerk in. Daar tegenover stond een oude ezel, mij nog uit Lambeth bekend; er was ook de stoel, dien Taras het liefst had. Zelfs als Judith er niet was, vond Taras er behagen in, daar te gaan zitten, want hij had er zijn tuinhoed laten liggen. Toen hij zijn hoed had, ging ik hem voor in de gang. «Weet ge den weg? vroeg hij. — Ja, gisteren ben ik ook over het grasperk gegaan. — Dat weet ik. Er heeft iets mijn arm aangeraakt en ik heb gevoeld, dat ge in mijn nabijheid waatt, Ik verwachtte trouwens je komst. Zou dat soms eene helderziendheid zijn, een tweede gezichtsorgaan, mij geschonken, toen ik mijn gezicht verloor, of eenvoudig het vertrouwen op de verwezenlijking van mijn liefste wenschen, het vertrouwen van den speler? De kansen zijn bijna gelijk verdeeld in mijn leven: goede en slechte beurtelings, maar per slot van rekening keert toch de kans voor hen, die den moed hebben, tot het einde toe te volharden. Hij zeide dit ongetwijfeld om mij te bemoedigen j maar zijn blijmoedig uiterlijk verraste mij
toch, hoewel ik de vastberadenheid en de energie van zijn karakter kende. Zonder zijn gesloten oogen, zou niets in hem een blinde hebben doen vermoeden. — Ja, zei ik, zelfs in de droevigste oogenblikken is er altijd iets, dat hoop doet koesteren . . . al zou het slechts de kans op vergetelheid zijn. — We hebben beiden onze rampen gehad, kleine vriendin, antwoordde hij, het hoofd naar mij toewendend, als wilde hij me aanzien. — Ik denk te veel aan de mijne. — Mijn ongeluk, vervolgde hij, om aan den loop mijner gedachte een andere richting te geven, is niet zoo groot als ge wel denkt. Eerst viel het mij 't zwaar te dragen; het scheen mij, of de wereld ledig was. Maar ik leer thans zien zonder oogen en ik ontdek een menigte zaken, die vroeger aan mijne aandacht ontsntapten. — En komt miss Bell dikwijls voorlezen en muziek voor u maken? — Ja, het is een goed meisje met een ontputputtelijk geduld.» Een geklapwiek van verscheidene vleugels deed me opschrikken ; eenige duiven kwamen zich op Taras' schouders zetten en fladderden om hem heen; hij nam een handvol mals uit den zak en zij kwamen de korrels zelfs tusschen zijn vingers wegpikken. «Eten ze ook uit de handen van miss Bell ? — Ze komen naar iedereen, die hun wat eten geeft» antwoordde hij glimlachend. Het verwonderde mij, dat hij mij gelijk stelde met haar. Beschroomd stak ik m\jn hand uit naar de aardige vogels; maar ze hadden de laatste korrels al beet en vlogen fladderend weg naar een schuur. Ik kon 't niet langer uithouden; mijn hart leed meer dan ik kon verduren. «Nu moet ik gaan», zei ik, mijn verdriet opkroppend. ( Wordt verwit*.)
LETTEREN, TOONEEL, KUNST, enz.
Onder vrienden moet het geheim, dat men doorziet, even nauwgezet bewaard worden, als ware 't ons toevertrouwd. Donderd. 17 Juli. Musis-Sacrum, Avondconcert, A. O. V., 8 u. Programma. Harmonie. (Buiten). Marsch «Hands across the Sea», Sousa. — Ouverture «NaChküinge of Ossian», Gade. — Méditation, Gounod. — Fantasie «Euryanthe», Dunkier. — Ungarische Lustspiel Ouverture, Keler Bela. — Egyptische Marsch, Strauss. — Aus schoner Zeit, Waldteafel. — Reis door Europa, Conradi. Strijkorkest. (In de Zaal). Polonaise «Das Leben für den Czar», Glinka. — Ouverture «Waldmeisters Brautfahrt», Goltermann, — Andante 5e Sirifonie, Beethoven. — Fantasie «Paljas», Leoncavallo. — Ouverture «Die lustigen Weiber von Windsor», Nicolai. — Het «Rotterdamsche trio»: Verhey-Wolf" Bouman speelt, naar wij vernemen, op het a.s. muziekfeest te Nijmegen (afdeeling kamermuziek niet zooals aangekondigd «klavier-trio» op. 1 in G van Jan Brandts Buys, maar het «Bes-drr-trio» van Beethoven. — «Het Schoolblad» maakt, zeker niet ten onrechte, aanmerking op het Nederlandsch in de mededeelingen van het bestuur van het «Nederlandsch Taal. en Letterkundig Congres», dit jaar te Kortrijk te houden: «Nog is de oproep pas op zijne adressen de wereld ingestuurd, en reeds komen de toetredingen tot het 27e Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres druk toe.» 't Is maar goed dat het bestuur het congres zal bijwonen; 't kan er nog wat leeren. Maar ook buiten de Vlaamsche gewesten, in Nederland zelf valt er nog wel wat aan taalzuivering te doen, als men b.v, in een onzer grootste dagbladen leest van den — nog wel gespatieerd om er bijzonder de aandacht op te vestigen! — «valse hen steekbrief, met verzoek tot aanhouding van Wilhelm II, in het Praagsche politieblad.» — * Examens der Nederl. Toonkunstenaarsvereeniging: van de 5 candidaten zijn geslaagd voor koorgezang de dames D. C. Rauwerda, van Leeuwarden ; E A. J. G. L. van Hasselt en R. de Boer, beiden van' Groningen. — Naar het «Hbl. van Antwerpen» meldt, hebben verschillende Zuid-Afrikaners : dr. Leyds, Reitz en anderen zich reeds laten inschrijven voor het XXVIIe Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres te Kortrijk. Men tracht zelfs den oud-president Kruger te bewegen naar Kortrijk te komen, indien de gezondheid van Z. E. het toelaat. — Prof. Otto Lessing te Berlijn heeft het ontwerp voor het gedenkteeken voor Shakespeare, dat te Weimar zal verrijzen, klaar gekregen. — Heinrich Heinemann heeft een nieuw drama voltooid «Beethoven und sein Neffe», het betreurenswaardige familieconflict in Beethoven's huis schilderend. — De commissie voor den internationalen muziekwedstrijd te Turijn heeft een hoogst verstandig besluit genomen, aanbevolen ter navolging aan alle feestvierende en zangwedstrijdenuitschrijvende vereenigingen, ten onzent, ter voorkoming van twist en tweedracht onder de zangeren: aan alle deelnemende vereenigingen is een eerste prijs toegekend met een verguld zilveren medaille. Inhoud van TijdtchrifUn. «De Hollandsche Lelie» no. 3 bevat: Moed, door Mary. — Weekkalender. — Levensdood, door Johanna Steketee. — Weber als verloofde en echtgenoot. Weber als bruigom en echtgenoot, door J. N. — Haar toegift, door Cora. — Gewijde ure, door Paulina. — De mystiek, door Johanna Steketee. — Beiichtwedstrijd. — Correspondentie enz.
STOOMSCHEPEN.
De «Soembing», van Java naar Rotterdam, arriveerde 15 dezer te Marseille. De „Salak", van Rotterdam naar Java, vertrok 16 dezer van Port-Said. Da «Lawoe«, van Rotterdam naar Java, vertrok 15 dezer van Southampton. De «Oangaran» vertrok 16 dezer van Batayia naar Rotterdam. De_ „Prins Hendrik"j van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 15 dezer te Genua. De «Besoeki» vertrok 16 dezer van Batavia naar Rotterdam. De «Flores», van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 16 dezer te Port-Said.
BENOEMINGEN enz.
Bij Kon. Besl. is, met ingang van 1 Augustus a. benoemd tot adjunct-commies bij het departement van justitie J. de Bas, thans ie klerk bij het departement; b. ingevolge zijn verzoek, eervol ontslag verleend aan den benoemden adjunct-commies J. de Bas, voornoemd. Bij Kon. Besl. is aan na te melden auditeur en officieren bij dienstdoende schutterijen, op hun verzosk eervol ontslag verleend: a. bij die te Tilburg, aan mr. J. A. E. Bink, als auditeur bij den schuttersraad; bij die te Zaandam, aan K, Brat Hz,, als kapitein, met vergunning om de uniform der schutterij met de onderscheidingsteekenen, aan zijn tegenwoordigen rang verbonden, te blijven dragen; b. wegens verandering van woonplaats : bij die te Amsterdam, aan A. M. P. Arntz, als 2e luitenant; bij die te Utrecht, aan mr. A. J. L. van Beek Calkoen, als 2e luitenant; c. onder gehoudenheid dat zij de op hen uit kracht der wet nog rustende verplichtingen als gewoon lid der schutterij volbrengen : bij die te 's-Hertogenbosch, aan C. I. J. M. Romme, als kapitein; bij die te Breda, aan J. H. Fonkert, thans ie-luitenant; bij die te Sneek, aan S. Westra, als 1 e-luitenant; bij die te Deventer, aan J. Nikkels, als re luit.; en zijn 2. bij de dienstdoende schutterijen benoemd : bij die te Tilburg, tot auditeur bij den schuttersraad, mr. J. F. H. L. Geelen, tot 2e-luitenant a la suite, H. M. J. Blomsous, thans schutter; bij die te Waalwijk, tot 2e-luitenant, J. J. M. van Riel, thans 2e-luitenant & la suite; bij die te Nijmegen, tot officier van gezondheid ae klasse è. la suite, dr. H. J. Lyklama a Nijeholt, thans schutter. bij die te Amsterdam, tot ie-luitenant, C. A. Salm en J. F. Krabbendam, beiden than 2e-luit.; bij die te Sneek tot ie-luit2nant, R.J. Gorter, thans 2e-luitenant; is aan M. Wolters, kapelmeester van het muziekkorps der dienstdoende schutterij te Amsterdam, als zoodanig de personeele rang van 2eluitenant verleend. Bij Kon, Besl. is, aan mej. A. M. Mommartz, geboren te Rath (Duitschland), vergunning verleend tot het geven van lager onderwijs, mits zij overigens aan de daartoe bij de wet gevorderde vereischten voldoen. Bij Kon. Besl. is, met ingang van 1 Septem ber, benoemd tot leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Utrecht H. Viockers J.Bzn., eervol ontslagen leeraar aan de opgeheven rijks
hoogere burgerschool te Zalt-Bommel. Bij Kon. Besl. is, met ingang van 1 Oktober, aan dr. W. Julius, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als directeur van en leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Gouda. Bij Kon. Besl. is, voor den duur van het studiejaar 1902—1903, benoemd tot rector-magnificus der rijksuniversiteit te Leiden mr. W. van der Vlugt; te Utrecht mr. W. L. P. A. Molergraaff en te Groningen dr. J. S. Speijer. Bij Kon. Besl. is, voor het tijdvak van 1 September 1902 tot en met 31 Augustus 1903, benoemd tot leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Zwolle J. Rottier, tijdelijk leeraar aan die school. Bij Kon. Besl. is, met ingang van 1 September, aan P. Fijn van Draat, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Utrecht. Bij Kon. Besl. is de benoeming van den ontvanger der directe belastingen en accijnzen O. Verhagen te Loenen c. a., tot ontvanger derzelfde middelen te Oudenbosch c. a. ingetrokken en is hij benoemd tot ontvanger der accijnzen te Rotterdam (Oud-Delftshaven); en zijn benoemd: tot ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Ternaard c. a., J. Fokkens, ontvanger derzelfde middelen te Wolvega c. a.; tot ontvanger en directe belastingen en accijnzen te Bergeyk c. a., A. C. Hartjens, ontvanger derzelfde middelen te Duiven (residentie Westervoort) ; voorts is bij eerstgemeld Kon. Besl.: opgeheven het ontvangkantoor der directe belastingen en accijnzen te Ameide c. a.; afgescheiden: van het ontvangkantoor der directe belastingen en accijnzen te Alblasserdam c. a., de gemeenten Molenaarsgraaf, Bleskensgraaf enHofwegen, Brandwijk en Streefkerk; van het ontvangkantoor derzelfde middelen te Sliedrecht c. a., de gemeenten Giessen-Nieuwkerk en Peursum, en
van het ontvangkantoor der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te Gorinchem c. a., de gemeenten Arkel, Hoornaar, Schelluinen en Hoogblokland; toegevoegd: aan het ontvangkantoor der directe belastingen en accijnzen te Sliedrecht c. a., de gemeenten Molenaarsgraaf, Bleskensgraaf en Hofwegen en Brandwijk; aan het ontvangkantoor derzelfde middelen te Lekkerkerk c. a., de gemeente Streefkerk; ingesteld: een ontvangkantoor der directe belastingen en accijnzen te Gorinchem (buitengemeenten), met standplaats Gorinchem, voor de gemeenten Arkel, Hoornaar, Schelluinen, Hoogblokland, Noordeloos, Meerkerk, Giessen-Nieuwkerk en Peursum, en dit kantoor ingedeeld in de inspectie Gorinchem ; een ontvangkantoor der directe belastingen en accijnzen te Nieuwpoort, voor de gemeenten Ameide, Tienhoven, Langerak, Nieuwpoort, Groot-Ammers, Ottoland en Goudriaan ; en is verder bepaald: dat het gewijzigd ontvangkantoor der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te Go. rinchen blijft onder voortdurend beheer van den ontvanger J. H. H. Eelsingh; dat der directe belastingen en accijnzen te Sliedrecht onder voortdurend beheer van den ontvanger F. H. van Slooten, en dat der directe belastingen en accijnzen "te Lekkerkerk c. a. onder voortdurend beheer van den ontvanger J. J. van Heel; en is benoemd tot ontvanger van het ingesteld ontvangkantoor der directe belastingen en accijnzen te Nieuwpoort c. a., A. W. G. van der Hardt Aberson, thans ontvanger te Ameide c. a. Bij Kon. Besl. is in zijnen rang overgeplaatst bij het regiment grenadiers en jagers, de kapitein D. M. E. de Ridder, van het 5de regiment infanterie. Bij Kon. Besl is: ie. op non-activiteit gesteld, krachtens punt 4. van art. 33 der wet van 28 Augustus 1851 (Staatsblad no. 128), de eerste-luitenant jhr. M.
C. F. J. de Rotte, van het 2de regiment huzaren, en 2e. benoemd bij het wapen der cavalerie, bij het iste regiment huzaren, tot eerste-luitenant, de tweede-luitenant R. O. \an Manen, van het korps. Bij Kon. Besl. is, met ingang van 1 October 1902, de heer H M. J. F. Thijs, thans tijdelijk leeraar aan de Koninklijke Academie, benoemd tot leeraar in de geodesie, het landmeten en waterpassen en de toegepaste mechanica aan gemelde inrichting. Bij kon. Besl. zijn J. Mol en A. Thoolen Jr., met ingang van 1 Augustus 1902, benoemd tot bureelambtenaar van den rijkswaterstaat der 3de klasse. Bij Kon. Besl. is, met ingang van 1 Augustus 1902, benoemd tot opziener der domeinen in het rentambt Zwaluwen B. Spuybroek, thans onderopziener der domeinen in dat rentambt. Bij Kon. Besl. is, de Oost-Indische hoofdambtenaar Th. F. A. Delprat, hoofdingenieur van den Sumatra Staatsspoorweg en de Ombiliënmijnen, laatstelijk met verlof hier te lande, op zijn verzoek, gerekend van en met 1 dezer, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen.
Arnhem, 17 Juli.
Thermometer (8 u. 70° 12 u. 74 0 F.) Fortin'i Barometer, B. Holsboer, (12 u.) 762.9 Rijzing 1.5. Nog rijzende. Windstreek N.W. Windkracht 3. Hoogte van den waterspiegel aan <1- peilschalen Te Arnhem bij de brug: 8-ijnwaterwaimte 's Morgens 11 u I61/4 R. 8.94 ML + AP. - Amst. Nulp. i w cM 1.97 M. t>ov. of 4- Arnh. Nulp. | Was 2 CM * Te Keulen 2.47. Val 2 cM.
BEKENDMAKINGEN.
De Burgemeester van Arnhem, Gelezen een besluit van den Commissaris der Koningin dd. 10 dezer No. 3197/18, waarbij mededeeling wordt gedaan van een schrijven van den Minister van Binnenlandsche Zaken, o a. inhoudende het volgende: „In verbaDd met het door Hare Majesteit de „Koningin te kennen gegeven verlangen om de „openbare feestviering van den verjaardag van „Hare Majesteit, die ditmaal op een Zondag invalt, „niet op dezen dag, maar op den daarop vol„genden Maandag te doen plaats hebben, heb ik „de eer ter bevordering van eenparigheid en ter „voorkoming van misverstand er op te wijzen, „dat de openbare eerbewijzen onder de feestviering begrepen zijn. Daar nu uit dien hoofde „noch parade bij het leger, noch vlagvertoon op „de schepen van oorlog den 31 Augustus zal „plaats hebben, is het gewenscht, dat ook het „vlaggen van de publieke gebouwen nietopZon„dag maar op Maandag plaats hebbe". Brengt het vorenstaande ter kennis der ingezetenen met mededeeling dat de openbare gebouwen op 31 Augustus a. s. de vlag niet uitsteken. Arnhem, 16 Juli 1902. De Burgemeester voornoemd, SWEERTS. De Burgemeester der gemeente Arnhem brengt ter kennis van de bij de scheepvaart belanghebbende ingezetenen dat, volgens mededeeling van den Minister van Oorlog, schietoefeningen zullen plaats hebben van het fort Pampus op 22, 23, 24 en 25 Juli 1902 en zoo noodig op 26 en 28 Juli. Deze schietoefeningen maken het gedeelte der zee in de richtingen Noord, door Oost, tot ZO., tot op een afstand van ongeveer 4500 M. van het Fort onveilig. Een stoomboot zal, voor zoover mogelijk, waarschuwen en desgewenscht hulp verleenen aan kleinere (zeil) vaartuigen, om buiten het onveilige gedeelte te komen. Op de dagen waarop gevuurd wordt, zal op het fort Pampus, de batterijen Diemerdam en Durgerdam, de Westbatterij nabij Muiden en den kerktoren te Muiderberg, eene roode vlag waaien, van minstens één uur vóór den aanvang der schietoefeningen tot aan het einde daarvan. Arnhem, 16 Juli i9 02 - De Burgemeester voornoemd, Sweerts.