Zij 't ook maar zwakjes, toch houdt „het Vaderland" vol, dat de kiesvereeniging ,,'s-Gravenhage", Woensdagavond, met de aanneming der beginselverklaring in zake kiesrecht „eeii stap vooruit" deed. Dagbladartikelen, zegt „het Vaderland", — namen worden niet genoemd, — „eischen rectificatie, voor zoover men nl. hier en daar de meening ingang wil doen vinden, als zou ,,'s-Gravenhage" niets anders hebben verklaard dan wat in het program der „Liberale Unie" reeds te lezen stond", en het blad houdt staande, dat de kiesvereeniging, „verder gaande dan het bestaande „Unie"-program, zich uitsprak ten gunste van een kiesrecht los van den censu: en waarbij alleen diegenen van de stembus ïrden geweerd, die omeendoor -vet aangegeven re de n v a n h e t k echt worden uitgeloten." i ls niet duidelijk, waarin nu eigenlijk het verschil, de uitbreiding, de „stap vooruit" zou schuilen. Dat thans het attributief kiesrecht, de positieve kenteekenen verworpen zouden zijn ? Eilieve, geschiedde dit niet reedr-met het „los van eiken band met belastingen 1113 in de op 2 Juni do aangenomen § i van' het Hervorminj igram? Immers, wie den belastingcensus als g slag van kiesbevoegdheid verwerpt, breekt daari r feitelijk met het attributief kiesrecht, omda' , zooals ook mr. van Houten herhaaldelijk gezegc heeft, uiteraard de census het beste, meest jruikbare en betrouwbare kenteeken voor het toekennen van kiesbevoegdheid is. D( -aangenomen al eens, dat werkelijk tussehen het „ ~ van eiken band met belastingen" en de uitsluiting alleen van bij de wet/: aangegeven categorieën personen een groote ichrede ligt, dan werd die afstand niet Woensdag 11. door ,,'s-Gravenhage" afgelegd, maar was de „Liberale Unie" op dit standpunt reeds aangekomen, nog vóór § i door haar in het Hervormingsprogram was opgenomen. Immers in de circulaire, waarin het bestuur de voorgestelde kiesrechtparagraaf toelichtte, welke 2 Juni 1900 aangenomen werd, schreef het dat het, resumeerende, dus zich verklaarde: „ten aanzien der mannen, voor algemeen kiesrecht der meerderjarige ingezetenen, tevens Nederlanders — behoudens bovenvermelde uitsluitingen." En die uitsluitingen zouden zijn: „''ij, aan wie bij rechterlijke uitspraak het kiesrecht is ontzegd; „Zij, die in gevangenis of tuchthuis zijn; „Zij, die als verpleegden in een krankzinnigengesticht zijn opgenomen; „Zij, die bij rechterlijke uitspraak de beschikking of het beheer over hunne goederen hebben verloren, terwijl wij (nl. het bestuur der „Unie"), wat de bedeelden betreft, van oordeel zijn, dat niet altijd bedeeling, in welken vorm en onder wélke omstandigheden ook, uitsluiting van de uitoefening van het kiesrecht moet medebrengen." Dus, men ziet 't, krèk 't zelfde als ,,'s Gravenhage" Woensdag zeide te willen, maar waar blijft dan „de stap vooruit ?" Met 't draaien en knutselen met de kiesrechtquaestie moet 't nu toch eens eindelijk uit zijn; er moet nu klare wijn geschonken worden! In zoover vooi zeker is sympathieker het besliste, zij 't ook van koppigheid en verblinding getuigende non possumus der „N. Rott. Ct.", dan pogingea, als van „het Vaderland,' om zich en anderen wijs te maken dat men zich, wel is waar slechts stap voor stap, maar dan toch onafgebroken in democratische richting voortbeweegt, terwijl men feitelijk blijft stilstaan, zoo niet zelfs achteruit krabbelt. De strijd, welke in de vorige week te Amsterdam in de diamantnijverheid tot uitbarsting is gekomen, is een ramp waarvan de droevige gevolgen niet te overzien zijn. Het schijnt een lange en bange strijd te zullen worden, welke vele slachtoffers maken zal, niet alleen onder de arbeiders, die den strijd, willen zij hunne krachtige en voor hen zegenrijke vakorganisatie voor ondergang behoeden, tot het bittere einde zullen moeten uitstrijden, maar ook onder de kleine juweliers, wier bedrijf door gemis van kapitaalkracht zal worden geruïneerd ten voordeele van de groote en zooveel krachtiger vakgenooten. Voor velen hunner beteekent dus deze strijd, dat zij door hunne machtige concurrenten vermoedelijk zullen worden doodgedrukt. 't Is van het hoogste belang dat de publieke
opinie omtrent de juiste beteekenis van dezen strijd worde ingelicht en niet, door tegenzin tegen de sociaal-democratie en alles wat daar naar zweemt, zich tot een onwaar en onbillijk oordeel late verleiden. Uit dit oogpunt achten wij van zeer groote beteekenis wat daarover schrijft het „Volksweekblad," 't geïllustreerd orgaan van de Vereeniging „Arbeidersbelang," dat, gelijk algemeen bekend is, gesteund wordt door de „Vereeniging van Ned. Werkgevers," waartoe o. a. behooren nagenoeg alle groote fabrikanten in Twente| en ook, zoo we ons niet vergissen, de groote Spoorwegmaatschappijen, — dus een blad dat zeker meer dan eenig ander van sociaal-democratische smetten vrij is. In een hoofdartikel in het nummer van Zaterdag, getiteld: „De uitsluiting der diamantbewerkers," schrijft het: „In de Maandagmiddag door de Juweliersvereeniging gehouden vergadering werd besloten de uitsluiting te proclameeren voor de leden van den „Diamantbewerkersbond," de Joodsche vereeniging „Betsalel," de afdeeling „Patrimonium" en de vereeniging St. Eduardus van den „R. K. Volksbond." Daar deze vereenigingen vrijwel de meeste diamantbewerkers omvatten, staat het bedrijf bijna geheel stil. „Het zijn hier de werkgevers, die de onderhandelingen hebben afgebroken, toen de diamantbewerkers niet op hun eischen ingingen. „Reeds geruimen tijd werden onderhandelingen gevoerd tussehen de werkgevers en de arbeiders over het weder aannemen van leerlingen. „In 1897 besloten de gezamenlijke organisaties van diamantbewerkers op het congres te Antwerpen geen leerlingen voor den tijd van 5 jaar aan te nemen. De werklieden stelden eenigen tijd geleden den juweliers den eisch, den 9-urigen arbeidsdag in te voeren. Als antwoord hierop drongen de juweliers aan op de inwilliging van hun eisch, n.1, het weder aannemen van leerlingen. De werklieden gaven, na satr.enspreking met de juweliers, in beginsel toe, weer leerlingen tot het vak toe te laten. Zij wenschten evenwel dat een commissie werd benoemd om na te gaan, hoeveel leerlingen noodzakelijk waren om te zorgen dat de industrie ten slotte geen tekort aan arbeidskrachten kreeg. „De werkgevers meenden, dat, door het benoemen van een commissie, de zaak op de lange baan zou worden geschoven en drongen nu aan, dat 750 leerlingen zouden worden aangenomen. „De werklieden wezen dezen eisch niet af, maar bleven aandringen op het benoemen eener commissie van onderzoek. Zij wezen er op, dat de werkloosheid in de diamantindustrie nog zeer groot is, dat vele Hollandsche diamantbewerkers thans ongaarne hun brood moeten verdienen in New-York, Parijs, Antwerpen, Hanau, Idar, enz., omdat zij in Amsterdam geen werk konden vinden, en zij meenden, dat bij het aannemen van te veel leerlingen de werkloosheid grooter zou worden. De juweliers bleven bij hun eisch en zijn ten slotte tot uitsluiting der werklieden overgegaan. „Waar wij het samenwerken tussehen patroons en arbeiders steeds toejuichen en waar we gezien hebben, dat de diamantbewerkers-organisaties tot die samenwerking bereid waren, daar betreuren wij het, dat de werkgevers de onderhandelingen hebben afgebroken. „Uit alles bleek, dat de arbeiders den vredelievenden weg op wilden. Geen enkele besliste afwijzing van een eisch der werkgevers deden zij, en waren tot onderling overleg te vinden. „De eisch der werkgevers om 750 leerlingen aai te nemen, werd door hen niet gemotiveerd en waar zij eerst onderhandelingen gaan voeren en arbeiders vinden, die werkelijk een goede oplossing van het geschil nastreefden, daar keuren wij af, dat de Amsterdamsche juweliers den vredelievenden weg hebben verlaten en een strijd' zijn begonnen, een strijd, die voor de industrie, voor de arbeiders en voor vele neringdoenden enorme schade zal veroorzaken en veel ellende zal medebrengen." Kan het, vragen wij, voor wie dit leest in een tegen de juweliers stellig niet partijdig blad, nog twijfelachtig zijn, welke partij in dezen noodlottigen macht j strijd aanspraak heeft op de sympathie der openbare meening? Immers neen; maar dat dan ook die sympathie zich omzette in krachtigen steun, als het noodig blijkt, om de arbeiders in staat te stellen den hun opgedrongen strijd vol te houden!
Zaterdag is te Parijs (men zie de Gemengde Berichten) tengevolge van een gasontploffing, in een groote fabriek van celluloïd-kammen een vreeselijke brand ontstaan, welke ongelukkig vele menschenoffers geëischt heeft. Een merkwaardig samentreffen hierbij is, dat volgens de „N. Rott. Ct." en het „Handelsblad" de eigenaar der fabriek denzelfden naam draagt als het fabrikaat: „Peignes", zelfs „de heer Peignes"! De vergissing is niet onvermakelijk, maar te vergeven, want in dit opzicht struikelen wij, journalisten, allen in vele. Zoo is 't ons nog dezer dagen overkomen, dat wij een hoog Chineesch heer tot een plaatsnaam maakten; gelukkig dat hij vermoedelijk de „Arnh. Courant" niet leest! Wie ook maar eenigszins de duistere orakeltaal kent, waarin vaak de internationale telegrammen vervat zijn, moet zich nog verwonderen dat er bij het ontcijferen in den regel zoo weinig bokken geschoten worden, 't Kan geen kwaad hiervan het publiek eens in kennis te stellen, opdat het niet te streng oordeele over eene dagbladredactie, welke het in haar telegraphische berichten wel eens onmogelijke dingen vertelt. De redacties zijn evenmin onfeilbaar als de telegraaf-agenturen en de telegrafisten. In de „Nieuwe Ct." werden juist Zaterdagavond toevallig van journalistische fouten en vergissingen eenige merkwaardige staaltjes verteld. Zoo werd b.v. aan de „New-York Herald" in een verminkt telegram ter gelegenheid van een mislukte landing van Japanners geseind, dat de Kozakken „fired Jive volleys" (salvo's), maar het blad meldde dat zij „fired jive villages" (vijf dorpen in brand staken.)
"EERSTE BLAD. ARNHEM, 22 Februari.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1904/02/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000095739:mpeg21:p001
"Arnhemsche courant". Arnhem, 1904/02/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000095739:mpeg21:p001
H. M. de Koningin der Nederlanden en Z. K. H. Prins Hendrik kwamen Zaterdagavond om halfacht te Frankfort aan. H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins komen Donderdag 25 dezer tegen 6 uur 's nam. uit König in de Residentie terug. Spoorweg-enquête. In zijne „aanteekeningen" achter het jongste nummer van „Studies in Volkskracht", schrijft de redacteur L. Simons : „De uitslag van de enquête naar den toestand van ons spoorwegpersoneel heeft volkomen bevestigd wat in 1903 beweerd is : dat de solidariteitsstaking van Januari, in Amsterdam begonnen, niet zoo snel zich over ons land zou hebben uitgebreid, als niet een opkropping van grieven bij het personeel de brandstof voor die snelle ontvlamming geleverd had. „Daarmee wordt, onmiskenbaar, veel weggenomen van de glorie der „solidariteits"-beweging, welke men van zekere zijde had doen uitschijnen. Maar te steviger wordt vastgelegd de verantwoordelijkheid van de Spoorwegdirecties, van ons Departement van Waterstaat en van onze Volksvertegenwoordiging, welke zich jaren achtereen om die grieven niet bekommerden. „En — kan men deze waarheid ontkennen ? dat indien voor kalm uitgesproken grieven geen gehoor te vinden is, doch wel na een uitbarsting een ernstig onderzoek gebeurt, daarmee die uitbarsting op zich zelf meer dan gerechtvaardigd wordt ?" Voor „gerechtvaardigd" zou allicht beter gelezen worden „verklaard", maai zou overigens deze vraag niet op de ernstige en kalme overweging aanspraak hebben van allen, die zich na de de „misdadige woeling"' zoo onthutst in de armen der reactie hebben geworpen ? Naar men verneemt, heeft de Regeering den Centralen Gezondsheidsraad uitgenoodigd een onderzoek in te stellen naar de waarde der verschillende stelsels van drinkwaterzuivering met behulp van ozon. Suikerfraude. Bij Kon. Besluit van 8 Februari 1904, no. 19, is de gelegenheid opengesteld om voor bekeuringen wegens suikerfraude premien toe te kennen. Deze premiën zullen tot een maximum van f 5.— door de directeuren der directe belastingen enz. kunnen worden verleend, telkens wanneer belasting-ambtenaren of de politie bij de aanhaling van suiker van buitengewone plichtsbetrachting blijken hebben gegeven. De Minister van Financiën wil de uitdrukking „buitengewone plichtsbetrachting" in ruimen zin opgevat zien en voor alle aanhalingen van ingevoerde en ook van vervoerde suiker, die op
poging tot fraude wijzen, tot de in beslagneming van meer dan 2 K.G. hebben geleid en die niet zijn geschied aan het kantoor of bij dag op de heirbaan, een premie toekennen van f 0.25 per K.G. in beslag genomen suiker, behoudens de maximum-premie. Deze bepalingen zijn ter kennis gebracht van de rijksambtenaren bij de belasting, de rijks- en ook de gemeentepolitie. In verband met bovenstaand zij, misschien ten overvloede, vermeld, dat in de ie en 2e linie, d., i. ongeveer 4 a 5 uren van de grenzen, vervoer van suiker boven 2 K.G. zonder geleibiljet tegenwoordig is verboden. Door het overlijden van den Oud-Directeur der Stoomvaartmij. „Zeeland," den heer C. L. van Woelderen, wordt de Haagsche „kroniek"schrijver der „N. Gron. Ct." herinnerd aan een onderhoud met dezen over eene op zich zelve noodzakelijke wijziging van de postovereenkomst van het Rijk met de „Zeeland", waardoor deze nationale onderneming ook sterker zou staan tegenover de scherpe Engelsche concurrentie in 't eigen land (Hoek van Holland-lijn) en de Belgische en Engelsche concurrentie in België (Ostende-Dover en Antwerpen-Harwich). Wijlen de heer van Woelderen zeide toen, dat de Regeering zich in de onderhandelingen daarover zeer angstvallig toonde in het verleenen van eenigen steun, die den schijn van protectie kon hebben. „Sedert is, zoo vervolgt de „kroniek"-schrijver, zooals men weet, aan 't licht gekomen, dat de Hoek-lijn de mededinging voor de Vlissingsche concurrente eenvoudig doodelijk wil gaan maken en de vraag rijst nu, of de Regeering niet tussehen beide zal komen en spoedig door de lang voorbereide nieuwe overeenkomst aan de nationale onderneming den onmisbaren steun zal verzekeren. Ik wil wel erkennen, dat mijn hoop daarop, eenig en alleen gevoeld uit hoofde van mijn sympathiè voor de Hollandsche lijn tegenover de Britsche, zeer gering is ; want 't is in de Kamer bij herhaling gebleken dat de Minister van Waterstaat in dezen lang niet vrijgevig gestemd is. Maar bovendien is me onlangs een feit meegedeeld, dat mij in deze zaak al zeer pessimistisch stemt en bewijst hoe armzalig klein men in de ministerieele buréaux is bij de beoordeeling van nationale belangen, als de behartiging daarvan een kleine uitgaaf vordert. Er moet n.1. een circulaire zijn uitgevaardigd, waarbij (ik meen dat 't is op grond van een door de Rekenkamer gemaakte aanmerking, doch dit wist mijn zegsman niet zeker) aan ambtenaren, die voor staatsrekening, in dienst, naar Engeland reizen, werd voorgeschreven zich bij zulke gelegenheden te bedienen van de lijn . .. Hoek van Holland, omdat, het is bijna niet te gelooven, op de lijn Vlissingen twee schilling (f 1.20) extra wordt geheven voor een bed en een hut bij nachtelijken overtocht, terwijl de Hoek 't bed gratis geeft! Nu ja, de ambtenaren werden niet bepaald gedwongen via Hoek van Holland te gaan, maar als ze over Vlissingen reisden, mochten zij de twee schilling voor een bed niet in rekening brengen. Dat komt dus feitelijk neer op een voorkeur geven aan de Engelsche boven de Nederlandsche lijn door de Nederlandsche Regeering, ter wille van een besparing van fi.20 per reis. Laat mij er terstond bijvoegen dat de ambtenaren er zich weinig aan gestoord en er een middel op gevonden hebben om toch van de Vlissingsche lijn, maar dan van de dagboot, gebruik te maken, wat ten slotte neerkomt op een vermeerdering van kosten wegens een dag langer reizen." Wat een anti-nationale krenterigheid van een Kabinet, dat zich nog wel bijster nationaal dunkt! En wat een heerlijke bevestiging van het spreekwoord dat vaak de zuinigheid de wijsheid bedriegt: f 1.20 bespaard, maar daartegenover eene verhooging der (ieclaratie van den ambtenaar met tenminste f 6 a f 8 verblijfkosten, met en benevens omgekeerde protectie, nl. van den vreemdeling tegenover eene nationale onderneming, 't Is waarlijk A b d e r a overtreffen. Het Ned. Comité voor Algemeen Kiesrecht vergaderde gisteren te Amsterdam. Deze bijeenkomst werd bijgewoond door de plaatselijke comités Amsterdam, den Haag, Middelburg, Zwolle, Rotterdam, Zaanstreek, Groningen, Utrecht, Arnhem, Dordrecht, Deventer en Assen, en door de zelfstandige vereenigingen : Algemeen Kiesrecht te Delft, S. D. A. P., Vrouwenkiesrecht, S. D. O. V., Marinematrozen, Gemeentewerklieden en Dienstbodenvereeniging. De voorzitter, de heer J. G. van Kuykhof, was niet tevreden over de opkomst der bij het
Comité aangestoten organisaties, waarvan de reden voornamelijk is te zoeken in de omstandigheid, dat op denzelfden dag te Utrecht wordt gehouden de bijeenkomst van verschillende arbeidersorganisaties in zake het ontwerp-Arbeidswet. Zijn we in het afgeloopen jaar dichter gekomen bij het doel: algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen? Eensdeels ja. De vrijzinnigdemocraten kwamen met hunne ontwerpen. Daarnaast deed de „Liberale Unie' een zeer schuchteren stap. Aan het adres van het uitvoerend comité aan de Tweede Kamer om de ingediende ontwerpen in behandeling te nemen, kwamen 84 adhaesieadressen in. Blijkens het verslag van den secretaris zijn aangesloten 18546 leden van vakvereenigingen en 11625 andere, totaal 30171, tegen 30655 op 1 Jan. 1903. De afscheiding van de spoorwegvereeniging en den Timmerliedenbond heeft dus den invloed gehad, dat meer anderen zich aansloten. .De rekening sloot met een nadeelig saldo van ru 'm f 15. De uitgaven bedroegen f 2886.56. Breedvoerig werd van gedachten gewisseld over voorstellen tot statuten-wijziging (betr. samenstelling hoofdbestuur). Het voorstel van het uitvoerend comité werd aangenomen met 39 tegen 31 stemmen en 3 in blanco.. Besloten werd in den zomer van 1904 weder een nationale betooging te houden te 's-Gravenhage, als het met het oog op den stand der aanhangige wetsontwerpen noodig is — te beoordeelen door het uitvoerend comité — anders te Amsterdam. Nog werd besloten ter voorbereiding der nationale betooging zoo mogelijk op een en denzelfden dag op een aantal van de belangrijkste plaatsen van ons land meentings te houden om te demonstreeren voor Grondwetsherziening tot invoering van algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen. Uit eene discussie over de quaestie met de „Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht" bleek, dat er geen onbepaald vertrouwen in deze Vereeniging bestaat en het dus zaak is haar uit te noodigen zich duidelijk uit te spreken. Eene motie werd ten slotte aangenomen met 42 tegen 22 stemmen en 5 in blanco, waarin aan deze bedoeling uiting wordt gegeven. De volgende vergadering zal gehouden worden te Utrecht. Jonkheer de Jong van Beek en Donk, Gouverneur van Curacao, is benoemd tot grootkruis der Cambodja-orde en de kapitein ter zee van Woerden tot commandeur derzelfde orde. Dr. W. P. Ruvsch, Raads-adviseur bij het Departement van Binnenlandsche Zaken, hoofdinspecteur van de Volksgezondheid. in ZuidHolland en Zeeland, is door den President der Fransche Republiek benoemd tot officier van het Legioen van Eer. KAMERVERKIEZINGEN. ">o De R.-Kath. Kiesvereeniging te Eist stelde met algemeene stemmen, zijnde 168, tot candidaat voor de Tweede Kamer, den heer mi. A. J. M.J. baron van Wijnbergen te Arnhem. — * Wij vernemen, dat de candidatuur van de liberale partij in het district Bist is aangenomen door den heer H. Pijttersen Tzn. te Arnhem, en dat als candidaat der liberalen ook genoemd wordt mr. H. F. Hesselink van Suchtelen, Burgemeester van Wageningen. — In het district Eist wordt van R. K. zijde als candidaat, voor de Tweede Kamer, vacature-v. Wijck genoemd de heer P. T. Vos, te Eist, gemeente-secretaris, candidaat-notaris. — Oosterbeek, 21 Febr. De liberale kiesvereeniging „Burgerplicht" te Oosterbeeb heeft besloten geen candidaat te stellen voor de verkiezing van een lid van de Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict Eist. '
"BINNENLAND.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1904/02/22 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000095739:mpeg21:p001