Wegens het Pinksterfeest
verschijnt Maandag 23 Mei de „Arnhemsche Courant" NIET. DE DIRECTIE.
EERSTE BLAD.
Wegens het Pinksterfeest
verschijnt Maandag 23 Mei de „Arnhemsche Courant" NIET. DE DIRECTIE.
EERSTE BLAD.
Aan de Eerste Kamer wordt eerstdaags een adres gezonden tegen het Hooger-Onderwijs ontwerp door uitsluitend Doopsgezinde predikanten, „en als zoodanig niet behoorende tot eene enkele richting op theologisch gebied, doch allen voorstanders van eene niet door bindende dogmata belemmerde Christelijke overtuiging, en mede door opleiding en persoonlijk inzicht er van verzekerd, dat het belang der samenleving eene vrije, niet-sectarische ontwikkeling der wetenschap eischt." Zij verklaren daarin, behoudens nog andere bezwaren, o. a. ook dit tegen bedoeld ontwerp te hebben, „dat volgens de daarin voorgestelde regeling aan bijzondere universiteiten niet slechts Staatssubsidie, doch ook het jus promovendi kan worden toegekend met den voor belanghebbenden daaruit voortspruitenden effectum civilem , en dit, zonder dat naar hun inzicht het wetenschappelijk karakter van bedoelde instellingen5,wettelijk voldoende zal zijn gewaarborgd; en dat zij boven alles vreezen, dat, wanneer het Staatstoezicht op de theologische faculteit van principieel anderen aard zal zijn geworden dan dat op de overige faculteiten, uit dien toestand niets anders zal kunnen voortkomen, dan een bedenkelijke achteruitgang der godgeleerde wetenschap."
Doesburg, 16 Mei. Na de voorbereidende vergadering der vorige week hield heden-avond de R. K. kiesvereeniging eene vergadering, meer bepaald met het oog op de aanstaande verkiezing van twee leden voor de Provinciale Staten van Gelderland in het district Doesburg. De voorzitter deelde mede, dat er verleden Zondag te Doetinchem eene vergadering was gehouden der R. K. centrale kiesvereeniging in dit district, waarin na verschillende besprekingen besloten werd nevens den candidaat der antirev. een tigen candidaat te stellen. Te meer ging men hiertoe over, nu gebleken is dat ook de vrij-anti-revolutionnairen onder ds. Pierson te Hengelo en ds. van Dijk te Doetinchem besloten hadden den kath. candidaat te steunen. Daarop was besloten de candidatuur aan te bieden aan baron van Lamsweerden te Arnhem. Na deze mededeelingen werden de aanwezige kiesgerechtigden aangespoord om niet alleen persoonlijk van hun kiesrecht gebruik te maken, maar ook om anderen aan te sporen trouw ter stembus op te gaan. („Centrum')
Gisteren avond had alhier in het Logegebouw een vergadering plaats der vrijzinnigdemocratische
kiesvereeniging „Arnhem". Aan de orde was : 1. Candidaatstelling voor de verkiezing der Prov. Staten. 2. Behandeling der agenda der op 28 Mei a.s. te houden algemeene vergadering van den vrijzinnig-democratischen bond en eventueele benoeming van afgevaardigden. Door ongesteldheid van den voorzitter, mr. H. P. de Wilde, neemt mr. J, A. van Gilse het voorzitterschap waar. Na voorlezing der notulen van de vorige vergadering, door den heer Barends, wordt tot punt I overgegaan. De heer Rinkes vraagt of hieromtrent door het bestuur ook eenigerlei voorstel zal gedaan worden. De voorz. antwoordt, hier niet uit naam van het bestuur te kunnen spreken, maar wel te kunnen mededeelen wat hij onlangs met den heer de Wilde heeft besproken. Het is noodig, dat bij de a.s. verkiezing, alle vrijzinnigen schouder aan schouder staan, ook in Gelderland, al kan men zich hier niet vleien met één verkiezing de meerderheid der Staten om te zetten. Het is echter een tweede vraag of deze vereeniging de aftredende leden jhr. G. A. van Nispen en mr. Everts B.H.zn. candidaat stellen zal, daar deze heeren niet tot de vrijz.-dem. partij behooren. De heer Rinkes zegt, dat het een bekend feit is, dat in Arnhem de liberale partij slaapt. Spr. vraagt, of het niet beter zou zijn die partij eens te wekken en haar zelf eens te laten handelen. Gelderland zit zoo diep onder de boerenregeering, onder de conservatieven, dat het er weinig toe doet, of de aftredende heeren worden herkozen of r.iet. Nooit is er in de Prov, Staten van Gelderland een woord over gevallen, dat 60000 Arnhemmers minder hebben in te brengen, dan 33000 bewoners van de omstreken Zevenaar of Putten. Spr. weet wel, dit gaat in de eerste plaats de landsregeering aan, maar om aan die boerenregeering te ontkomen, behoeft men op de aftredende heeren niet te rekenen. Spr. zou het 't beste vinden, eigen candidaten te stellen, maar hij twijfelt, of dat onder de tegenwoordige omstandigheden mogelijk is. De heer Barends sluit zich volkomen bij den heer Rinkes aan. Ook de voorzitter zegt, er in hoofdzaak mede in te stemmen, en zegt niet te willen gelooven, dat de liberale partij zoo in den dut zou zijn, om nu niet hare geestverwancandidaat te stellen. De voorz. merkt op, dat de heer Rinkes hem klaarblijkelijk niet goed heeft begrepen. Hij heeft niet beweerd dat de heeren van Nispen en Everts gesteld moesten worden, maar gebeurt dit, dan moet de vrijzinnig-democratische partij ze krachtig steunen. Spr. zegt dat het niet in de eerste plaats onder deze kieswet de vraag is, hoe de Provinciale Staten zooveel mogelijk in het belang der provincie werkzaam kunnen zijn, maar de verkiezing der Eerste Kamer beheerscht de provinciale verkiezing geheel. De heer Rinkes betoogt, dat de voorz. eerst in dubio liet, of men candidaten moest stellen of steunen, nu echter blijkt, dat de voorzitter niet bedoelt candidaten te stellen, stemt spreker volkomen met hem in. De heer Cordes zegt zijnerzijds ook gaarne de aftredende heeren te steunen. Het lijkt in Gelderland wel onmogelijk de clerjcale meerderheid te vervangen door eene liberale, maar men moet, het toch beproeven. Vooral wanneer ZuidHolland weer gewonnen is, zal een liberale meerderheid in de Eerste Kamer verzekerd zijn. Daar het blijkt, dat door geen der aanwezigen een tegenovergestelde meening wordt voorgestaan, stelt de voorzitter voor de heeren jhr. G. A. v. Nispen en mr. J. Everts met alle krachten te steunen, hetgeen bij acclamatie wordt aangenomen. De voorz. vraagt, of men soms door strooibiljetten de redenen, die de vereeniging tot dit besluit geleid hebben, zal bekend maken. De heer Minkman vindt, dat men hiertoe ook gebruik kan maken van de couranten. De voorzitter wil hierover gaarne de meening der vergadering hooren. De heer Barends merkt op, dat er bij gemeenteraadsverkiezingen steeds een bureau werd gevormd, waarvan de actie uitging. Dr. Ribbius betoogt, dat, waar de Vereeniging geen eigen candidaten stelt, ze ook niet als verkiezings-bureau kan optreden. Hierop antwoordt de heer Barends, dat het ook zijn plan niet was dat van het bestuur te doen uitgaan, doch hij slechts een weg had aangewezen. De voorzitter merkt nog op, dat gebleken is, dat er in de vergadering wel personen zijn, die aan een verkiezings-bureau hun krachten willen I
I schenken ; hij stelt voor de uitvoering verder aan het bestuur over te laten. Hierna wordt overgegaan tot punt 2 De voorzitter vangt aan, met er op te wijzen, dat ieder vrijzinnig-democraat voor weinig kosten lid van den Algemeenen Bond kan worden. Hij krijgt dan steeds alle bescheiden van den Bond thuis gestuurd en blijft steeds op de hoogte. Daarna merkt de voorzitter op, dat de voorzitter van den Bond, mr. Kerdijk, nog steeds ongesteld is en vervangen zal worden door den onder-voorzitter, den heer mr. E. Fokker. Over de beide punten de ontwerpen van een landbouw-paragraaf en een defensie-paragraaf voOr | het Werkprogramma, ontstond nog al discussie. De verg. acht het niet noodig voorlezing te houden van beide paragrafen, alleen vraagt de heer Goedhart of van het later te verwachten rapport omtrent de gemeente-financiën niet aan alle leden een afdruk kan gezonden worden. De Voorzitter erkent het nut hiervan, maar merkt op, dat dit doel nog beter bereikt wordt als allen lid worden van den algem. bond. De heer Ribbius beweert, dat een vergadering van leeken moeielijk beslissen kan over eene defensie-paragraaf, waarin o.a. omtrent de organisatie der zeemacht wenschen Worden uitgesproken, waarmede de eenige vakman in de Commissie, gep. kapt. t. z. van Rossum, zich niet vereenigd heeft. Spr. zou liever dit programma niet zoo gespecialiseerd willen zien, zag liever, dat men zich hield aan hetgeen nu in het Werkprogramma staat. De voorzitter steunt in 't algemeen deze bezwaren van den heer Ribbius. De voorz. stelt nu voor aan een of twee afgevaardigden naar de algemeene vergadering over te laten te handelen zooals dit hun het beste zal voorkomen. Daarna stelt hij deze benoeming aan de orde. De heer Cordes vraagt, of het bestuur ook heeren heeft aan te wijzen, waarop de voorz. antwoordt, niet uit naam van het bestuur te kunnen spreken. Nu stelt de heer Cordes voor den heer van Gilse uit te noodigen de vereeniging te vertegenwoordigen. Hiertoe wordt bij acclamatie besloten. Op verzoek van den heer van Gilse wordt nog een afgevaardigde aangewezen, waartoe bij acclamatie de heer Barends wordt gekozen. De heer Barends vraagt, of het ontwerp-tarief der invoerrechten nog niet in behandeling moet gebracht worden, waarop de voorz. antwoordt, dat het beter is zich hiermee niet te overhaasten, omdat anders zoo licht op het geschikte oogenblik de geestdrift weder gedeeltelijk is verdoofd. De heer Rinkes vraagt, of het niet wenschelijk zou zijn een groote volksbeweging op t a. s. onder leiding van den luitenant-generaal, adjudant in buitengewonen dienst van H. M. de Koningin, chef van den generalen staf A. Kool, een stafoefeningsreis te houden. De officieren vertrekken den 9den 's morgens naar Arnhem. — A In verband met de voorgenomen oprichting van een bewaarplaats van springstoffen, door het Departement van Oorlog, in het kruitmagazijn te Zutphen, zal eene Commissie uit Gedep. Staten dezer provincie aldaar ten Gemeentehuize zitting houden op Woensdag 8 Juni a. s. des voormiddags lo/ 1 * uur, ten einde eventueele bezwaren tegen die oprichting aan te hooren. — * Winterswijk, 19 Mei. De uitslag der jongstleden gehouden stierenkeuring is thans bekend. Uit onze gemeente verwierven de volgende landbouwers eene provinciale premie van f 50.—. B. W. Graaskamp op Eefsink in Kotten met 70 punten; J. Eelink op Kobus in het Woold met 70 p.; H. J. Nijenhuis te Brinkheurne met 70 p. en J. H. Visser te Miste met 68 p. Bovendien werd een getuigschrift toegekend aan J. N. Bouwman te Meddo met 68 punten. — S Ede, 19 Mei. De Raad dezer gemeente heeft besloten tot het aangaan eener geldleening, groot f80.000. —, ten behoeve van den bouw der gemeentelijke gasfabriek. — Naar men aan de „Avondpost" uit Apeldoorn meldt, is H. M. de Koningin weer zoo goed als hersteld. De Koningin gaat alle dagen uit rijden en ment zelf dan de paarden. Op zulk een rit zijn Koningin en Prins Zondag aan een groot gevaar ontsnapt. In het Park rijdende, gingen de paarden op hol, en gelukkig dat de brug over den vijver pas van nieuw hekwerk was voorzien, anders waren ze in volle vaart in den vijver geloopen, doch de sterke leuning stuitte nu de vaart, zoo dat alles goed afliep. — * Oosterhout, 20 Mei. Nu na de malsche regenbuien, zonnig weder is gevolgd, worden de rooruitzichten voor den land- en tuinman en voor den veehouder aanmerkelijk gunstiger. De rogge staat zeer bloeiend en begint nu krachtig op te schieten; de groenten komen nu tot krachtige ontwikkeling. Kersen, ^pruimen en peren, die zich reeds hebben gezet, beloven een vrij goed beschot. De appelboomen, welke sedert eenige dagen prachtig in bloei staan, beginnen evenwel minder fleurig te zien, daar volgens oordeel van deskundigen sommige soorten door wormen in hun verderen bloei worden teruggehouden. De kruisbessen, die een rijken oogst beloofden, zijn op enkele plaatsen, door de in de Betuwe zoo gehate rupsenplaag, zoodanig gehavend, dat niet alleen het blad, doch ook een groot gedeelte van het gewas reeds is verdwenen. Pogingen, om ze uit te roeien, werden tot heden vruchteloos aangewend. Het gras in de weide groeit welig ; er is volop voedsel voor het vee en de hooilanden beloven een rijke snede. — <7* Tiel, 20 Mei. Men herinnert zich, hoe omstreeks Paschen de stationschef en diens assistent te Leerdam door een 3-tal personen in de wachtkamer werden mishandeld. Eerstgenoemde werden de kleeren van hetjlijf gesneden. De hoofddader C. v. K. te Leerdam is door de Rechtbank met 5 maanden, zijn helpers V. en K. zijn met 10 dagen gestraft. — * Zoelmond, 19 Mei. Dat de hengst Mercurius, eigenares de wed. W. J. van Kuik, op Schuildorp te Ravenswaai, goede afstammelingen levert, blijkt, dat een daarvan af komstige ruin door A. van Zoelen te Wadenooien verkocht werd aan M. van Lutterveld te Rijswijk voor den hoogen prijs van f 600, waarna hij na een veertien dagen weer overging voor den prijs van f 840 aan een Engelschman.
Ditmaal heeft de Kamer nog minder afgedaan dan haar dagelijksche Drankwetportie. Niet één artikel, maar niemendal kwam gereed. Daarentegen werd het eene amendement op het andere gestapeld, de eene wijziging na den andere aangebracht tot wanhoop van den Voorzitter, die de Kamer tegen het einde der zitting bezwoer, op dezen weg niet voort te gaan om gedurende de discussie voor den dag te komen met amendementen die evengoed van te voren hadden kunnen zijn ingediend. Zoodoende werd het hem bezwaarlijk de discussie te leiden. Het was dan ook de discussie wél, dat debat over artikel VI! Steeds verwarder werden de beschouwingen, steeds moeilijker viel het, de portée van al die amendementen en wijzigingen te overzien en het steeds ingewikkelder kluwen te ontwarren. Wij zullen dan ook slechts de hoofdlijnen aangeven, waarlangs zich het debat bewoog, zonder ons te wagen in de tallooze kronkelgangen zonder uitweg van het labyrinth, waarin de Kamer ronddoolde. Men herinnert zich, dat in artikel VI wordt voorgesteld de Kroon de bevoegdheid te geven om, Gedeputeerde Staten gehoord, op voorstel van den Gemeenteraad, in bepaalde gemeenten voor het eerst in 1904 èn vervolgens om de 5 jaar, 1. het maximum der in de gemeente toegelaten vergunningen te verlagen ; 2. te bepalen dat geen nieuwe vergunningen voor tapperijen of tapperijen en slijterijen zullen worden verleend; 3. de na 1 Mei IQ04 voor die inrichtingen verleende vergunningen in te trekken. Nu had de heer de Savornin Lohman tegen die laatste bepaling overwegend bezwaar, daar hierdoor niet slechts rechtsongelijkheid werd geschapen tusschen de oude vergunningen van vóór 1 Mei 1904 en de nieuwe van na dien datum, doch tevens groote rechtsonzekerheid voor de nieuwe vergunningen zou ontstaan, wat door den heer Lohman hard en onbillijk werd geacht.
En op het antwoord van den Minister, dat de nieuwe vergunninghouders bij het aanvragen hunner vergunning zullen weten, welke risico zij loopen en dus vrijwillig zich aan de voorwaarde van opzegbaarheid, aan de vergunning verbonden, onderwerpen, repliceerde de heer Lohman dat dit een onzedelijke voorwaarde is. De heer van Idsinga stelde nu tegen het einde der zitting als amendement voor, om de bepaling te schrappen, daardoor z. i. een nieuw vergtinningssysteem, afhankelijk van het bon vouloir der Kroon, door een achterdeurtje werd binnengesmokkeld. Doch juist dit achtte dr. Kuyper de groote waarde van de bepaling, door hem een der sleutels van het wetsontwerp genoemd, dat hierdoor althans voor de nieuwe vergunningen gebroken wordt met het systeem, volgens hetwelk een vergunning als een privaat recht wordt beschouwd en daartegenover duidelijk wordt vastgelegd het beginsel, dat de vergunning r.iets is dan een publieke concessie, die nimmer verkregen rechten kan scheppen. Een tweede draad, door de discussie loopende, vond haat uitgangspunt in het amendement der heeren Schaper c. s., om het initiatief tot het Koninklijk Besluit, in het artikel bedoeld, niet uitsluitend in handen van den Gemeenteraad te leggen, doch ook mogelijk te inaken dat het voorstel tot zoodanig Besluit uitga van de meerderheid van de meerderjarige ingezetenen der gemeente. Een voorstel dus, in de richting der z.g. local option of beslissing bij meerderheid der ingezetenen van een gemeente, of gedurende zekeren tijd al dan niet in die plaats sterkedrank zal verkocht worden. Het verschil tusschen het amendement en de local option — die door de Regeering niet was voorgesteld omdat er geen meerderheid in de Kamer voor te vinden zou zijn — bestaat hierin, dat bij de local option de ingezetenen beslissen en wel over het voortbestaan van alle vergunningen, terwijl volgens het amendement de Kroon de beslissing zqu behouden, pp voorstel van de meerderheid der meerderjarige
ingezetenen, en slechts omtrent beperking van het aantal vergunningen. De Minister verklaarde dit amendement — ofschoon hij voor het beginsel, om niet alleen bij de gemeenteraden het initiatief te laten, doch ook de gemeentenaren zelf te doen optreden, wel sympathie had — voor onaannemelijk, daar iedere uitwerking van het beginsel ontbrak en hij ook geen kans zag, die uitwerking te belichamen in een algemeenen maatregel van bestuur. Hij achtte het een onbegonnen werk, de duizenden handteekeningen, die op zulk een volkspetitionnement zouden voorkomen, te verifieeren, om te weten of zij werkelijk afkomstig waren van meerdeijarige ingezetenen der gemeente. Veel eenvoudiger was het amendement-Borgesius, om het voorstel tot het nemen van het Koninklijk Besluit niet te doen uitgaan van de Gemeenteraden, doch van de Gedeputeerde Staten. Daardoor zou veel beter bereikt worden wat de heer Schaper wenscht: het houden van de drankpolitiek buiten de gemeenteraden en zouden knoeierijen voorkomen worden. Omtrent dit voorstel liet de Minister de beslissing aan de Kamer over. Hij achtte de zaak „lood om oud ijzer*. In de verdere amendementen en wijzigingen zullen wij ons maar niet verdiepen. Wanneer de beslissing gevallen zal zijn, is het tijds genoeg om daaromtrent nadere mededeelingen te doen. Waar de Kamer zelf er ten slotte niet meer uit wijs kon worden, zullen wij onze lezers er niet noodeloos mee plagen.