Donderdag 14 Juli 1904. (Waarnemingen van des morgens 8 uur.) fÖ Barometerstand. O g <ü HJ O 55 bQ C V ö £ Toestand der lucht. mM. Gron. Helder. De Bilt. Vliss. Maastr. mM. 766 766 767 767 767 WNW WZW zzw zw z 68 zw. bew. O 68 helder O 68 O 68 O 68 91 3 Overzicht van den weerstoestand in Europa. Eene vrij diepe depressie is ten Westen der Britsche eilanden verschenen (Valentia in Ierland, 756 mM.). Het gebied van hooge drukking boven het Zuidelijk gedeelte der Oostzee heeft stand gehouden (Memel, 772 mM.). De temperatuursveranderingen waren gering. In Ierland viel vrij watregen (18 mM.); te Maastricht 3 mM. Verwachting: Matige Zuidwestelijke wind. Sibru.
Arnhemsche courant
- 14-07-1904
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Arnhemsche courant
- Datum
- 14-07-1904
- Editie
- Dag
- Uitgever
- C.A. Thieme
- Plaats van uitgave
- Arnhem
- PPN
- 400337789
- Verschijningsperiode
- 1814-2001
- Periode gedigitaliseerd
- 1851 - 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 5529
- Jaargang
- 91
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
ARNHEMSCHE COURANT van Donderdag 14 Juli 1904. TWEEDE (laatste) BLAD. METEOROLOGISCHE WAARNEMINGEN.
Arnhem, 14 Juli.
Thermometer (8 u. 69° 12 u. 79 0 F.) Fortin's Barometer, B. Holsboer, (12 u.) 766.4 Rijzing 1.2 mM. Thans dalende. Windstreek W. Windkracht 1. Hoogte van den waterspiegel aan de peilschalen te Arnhem bij de brug: 8.63 M -f AP. = Amst. Nulp. > y j 6 M 1.66 M bov. of -f- Amh. Nulp.) vaI 0 cm ' Rijnwaterwarmte 's Morgens 11 u. 171/4 G r - Te Keulen 2.13. Val 7 cM. MAAN: L. K. 5 Juli. N. M. 13 Juli. E. K. 19 Juli. V. M. 27 Juli.
KUNSTEN, LETTEREN, WETENSCHAPPEN.
Twijfel vergiftigt alles, en doodt niets. Donderdag 14 Juli. Büiten-Societeit, Concert te geven door de kapel 8ste Reg. Inf., 8 u. Vrijdag 15 Juli. (Koepel, Velperplein) Openbare muziekuitvoering, A. O. V., des avonds 8—9V2 u. Dagelijks : Wereldpanorama, Groote Markt. Gistermiddag gaf mej. Henriette v. Bommel van Vloten met een aantal harer leerlingen haar jaarlijksche openbare les, ditmaal in de Koffiekamer van Musis. Aangevangen werd met de behandeling van eenige theoretische onderwerpen: het zingen en spreken, de ademhaling, de weg dien de adem volgt in het hoofd, den besten stand bij ademhalen, vorm en functionneering der longen, in 't kort al die zaken die men weten moet om te kunnen zingen. Vervolgens
werd overgegaan tot de behandeling van het ontstaan van den toonladder, de schrijfwijze, 't begrip van grondtoon, treffen, muziekschrijven, maatverdeeling enz. Daaruit bleek dat het onderwijs dat mej. van Vloten geeft, in de eerste plaats gericht is op logische ontwikkeling van het denkvermogen harer leerlingen. Dat is natuurlijk — het behoeft wel niet gezegd — de eenig juiste weg. Kinderen die in den een of anderen vorm muziek maken en eigenlijk niet weten wat ze doen, zijn er altijd nog veel te veel. Bovendien de wijze waarop met de leerlingen deze, uit den aard der zaak vrij droge onderwerpen voor toehoorders, behandeld werden, gaf niet den indruk van „droog" te zijn. De kleinen waren „er bij" en de naijver die er op sommige oogenblikken was om te mogen antwoorden, spreekt meer dan veel woorden van de belangstelling. Het tweede deel van deze les was gewijd aan de voordracht van enkele eenvoudige liederen. We hebben onlangs iemand eens hooren beweren, dat „declameeren" voor zangers en zangeressen een onnoodige bezigheid is. Wanneer die persoon gisteren gehoord had hoe een der jongste leerlingen van mej van Vloten op buitengewoon juiste wijze Cath. van Rennes' „Wandeling in het Zonnetje" zegde, dan zou ze wel tot een andere conclussie komen. Dat trouwens dat declameeren, 't juist zeggen van den tekst van veel voordeel is, vaak noodig is om een voordracht van een lid tot haar recht te brengen, bleek bij deze openbare les ieder maal. Mej. van Vloten leert de kinderen niet alleen zingen, waarbij uiteraard op de bovengenoemde technische en theoretische zaken streng gelet wordt, ze leert ze ook begrijpen den tekst, de muzikale illustratie, het accompagnement, in één woord het „wezen der muziek." Daarom zullen haar leerlingen met zoo groote toewijding (en veel succes) haar lessen volgen — daarom was dit uur voor de toehoorders er een van genot! Kr.
Het typografisch Bondstooneel te Arnhem houdt ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan een nationalen wedstrijd in komische {voordrachten en dramatisch reciteeren op Zondagen 30 October en 6 November 1904 in het Centraalgebouw te Arnhem. Inschrijvingsbiljetten zijn verkrijgbaar bij den Secretaris der vereeniging, den heer G. J. Berentzen, Hommelsche weg 133. — Gisterenavond is mevr. Elise C. F. van Calcar—Schiötling in den Haag overleden. Zij zou in November 82 jaar zijn geworden. Het grootste deel van haar leven heeft zij aan de opvoeding der jeugd gewijd, zoowel in hare geschriften als in haren maatschappelijken werkkring, institutrice te Wassenaar, en later, toen zij „stil leefde", door hare liefdevolle zorg voor de kleine jeugd. Kinderspeeltuinen, Fröbelscholen en dergelijke inrichtingen werden door haar gesticht of bevorderd. Mevr. van Calcar heeft zeer veel geschreven. „Blikken in 't rond, naar binnen en naar buiten", dagteekent reeds van 1850, „Hermine" ook. Hare verhandeling „Omgang met dienstboden" werd in 1852 bekroond. De ernst, waarmee zij het leven om zich henen waarnam, spreekt uit elk harer vele boeken. Lees slechts : „Wat Parijs mij te zien en te denken gaf" (1859), „Het feest te Wolfheze" (1864), „De steen der wijzen" (1857), „Kinderen der eeuw" (1873), „De roeping der vrouw (1873). In de latere jaren heeft zij hare eigenaardige meeningen op het gebied van het zieleleven medegedeeld in haar tijdschrift „Op de grenzen van «twee Werelden, onderzoek en ervaring op 't gebied van het hoogere leven." — De Academie van Wetenschappen te Parijs heeft den „Lecomte-prijs (50,000 francs) toegekend aan prof. Blondlot, te Nancy, den ontdekker der N.-stralen. — De commissie uit de „Académie fran9aise," belast met de verbetering der spelling, heeft zich
voor de volgende wijzigingen verklaard : de ph wordt vervangen door f, de h in th en in de als k uitgesproken ch vervalt, x als teeken van het meervoud wordt vervangen door s, dubbelletters, die als éen letter uitgesproken, worden vermeden. — Te Munchen is een commissie gevormd voor een afzonderliike Lenbach-tentoonstelling, die aldaar van Juni tot October 1905, tegelijk met de 9de internationale tentoonstelling van kunstwerken zal worden gehouden. Men zal trachten werken uit alle tijdperken van den arbeid des grooten kunstenaars bijeen te brengen en het comité verzoekt nu reeds mededeelingen omtrent die uit zijn eersten tijd. Voorzitter is prof. Rud. von Seitz, secretaris prof. Benno Becker. — Van de leerlingen van het Conservatorium te Keulen heeft ditmaal een blinde pianist Menn uit Hagen den Ibachvleugel gekregen, dien Ibach om de twee jaren als prijs uitlooft. Als concoursstuk was aangewezen een concert van d'Albert. — Over eenige maanden zal te Londen het eerste deel verschijnen van een verzameling brieven, door Koningin Victoria van GrootBritannië tijdens haar langdurige regeering geschreven. Voor het geheele werk zullen vermoedelijk drie deelen noodig zijn.
— In de Engelsche bladen wordt een letterkundig wonderkind aangekondigd, een 12-jarig meisje, Enid Weisford, wier gedichten in een bundel „the Seagullss and other Poems" eerst daags bij de firma Putnam zullen verschijnen. Enid, zoo wordt verzekerd, begon te dichten nog vóór zij kon schrijven en zij had het reeds eenige jaren geleden tot een verwonderlijke vaardigheid in het uitdrukken van hare gedachten en gevoelens in maat en rijm gebracht. — In Engeland is een nieuw instrument uitgevonden: het „vibrochord" waarmede men muziek kan "voelen". Het bestaat uit een inductie-apparaat dat de vibraties van een klavier of van een ander instrument in electrische trillingen omzet. Die harmoniegolven dringen door het geheele lichaam. De verscheidenheid . der melodie maakt zich duidelijk voelbaar en lievelingsmelodieën wekken aangenamere sensaties op dan zulke waar de muziekvoelenden" minder voor „gevoelen." Dit „muziekgevoelen" wordt nu tegen slapeloosheid, rheumatiek, nerveuse zwakte en veel andere kwalen als geneesmiddel voorgeschreven. Het „Berl. Tageblatt" teekent hierbij aan dat die vinding niet oorspronkelijk Engelsch is maar reeds in den roman „Aut zwei Planeten," van Laszwitsch is voorgevoeld. Overigens vindt dat blad het een mooi zomerbericht. — Bij Bijvoet Mutsaers en Zoon te Tilburg is een nieuw tijdschrift verschenen: „Graphicus", maandblad voor typografie en aanverwante vakken. De abonnementsprijs is f 3 per jaar. Uit den inhoud halen we het volgende aan: Typografisch teekenen. — Ornamenten en regelvulstukjes (met een aardig voorbeeld, hoe vaak de advertenties versierd worden ten koste van de duidelijkheid). — Driekleurendruk. — De Grassetletter. — Iets over het bedrijf der Enschedé's — Bij J. C. Dalmeijer te Amsterdam is verschenen : „Liefde en Huwelijk, eenige menschelijke begripsbepalingen, vooral voor twijfelende Katholieken", door dr. M. H. J. Schoenmaekers.
FINANCIEEL NIEUWS. Mededeelingen van BRANTSMA & WAALKENS
(voorheen Julius Oppenheim & Co.) Koersen van Amsterdam. Amsterdam Integralen .... 3 pet. Nederland . 5 pet. Mexico, binn. Koninkl. Petrol.. . Atchison .... Denver Erie Kansas City . . . Kansas City Pref. . Missouri .... Norfolk Ontario South. Railw. . . South. Pacific . . Union Pacific . . Conv. Union Bonds Steel common . . Car and Foundry . Grand Trunk Ord.. Rock Island Ord. . New Orleans Ord. . Middenkoers Openirigskoors. 14 Juli 8o l 3 42 444 75 s / 4 237,6 2 öVs 22 42 V2 18 »/« 12 Juli 13 Juli 80% 8O7/ 16 94 ls /i6 94 15 / 16 4I 13 16 4274 43774 442 747 4 75*/s 22'Vs i 22 U /]6 257l6 25 1 7,6 2I 6 /l6 2I 29 33 4^32 42 27 / 32 1 7 27 /S2 I87l6 59V16 597i6 27716 28 »/„ 23V4 23^/ss 48% 49 1 7i6 9 t 7S 92 "/sa 99V2 99 27 /S2 II 7 /l6 12V16 I77 sj iS'/ig 1474 22782 22 U / 3 2 9"/i« IO'/SJ 16 281?/ 23 7 /s 50V4 93Va I2l/ 2 I8 1 4 22 18 /l6 io 3 16
Koersen van Londen. Londen 2Y9 pet. Consols . Atchison .... Baltimore & Ohio . Canadian Pacific . Erie Missouri .... South. Railw. . , South. Pacific. . , Union Pacific. . , Steel common . , Rand Mines . . , Rio Tinto .... Volgende account-i Consols account 4 Slotkoers. 12 Juli 13 Juli 89 6 /s 8 9 S/ 4 76 5 /s 77 Va 84 % 851/8 1275/3 1281/8 25V1 26 i8V 8 19 24 Vs 247/ 16 5°7s 517* 94Vs 95'Vs 11 12 10 S /l6 53V4 - dagen 26—28 Juli Aug. 1904. Vroegkoers. 14 Juli 897* 78V. 857S 128 7/ 8 26 V 8 i9Vs 24V2 52% 97 12V4 ioVs 53 1 /» '04. Vragen en aanbiedingen van Provinciale, Gemeente-, Waterschapsobligaties en incourante fondsen van de firma BRAXTSMA & WAALKENS (voorheen Julius Oppenheim & Co.) te Arnhem. No. GEVRAAGD. 1485. 5 aand. Noord-Willemskanaal 15 % 1507. f5000 volgest. aand. Spoorw.Mij „De Veluwe" lijn Ede— Bameveld—Nijkerk. . . . Offerte 1517. 2 aand. Nieuwe Arnh. Courant Offerte 1523. 2 aand. Wageningsche Berg . Offerte 1525. f3000 volgest. aand. Arnhemsche Hypotheekbank v. Nederland 175 , 1527. Aand. Goudsche Walerleid.-Mij Offerte 1529. Aand. Straatweg en Vaart Gouda—Bodegraven .... id.
AANGEBODEN. 4846. f 2000 aand. Stoomtr. Zutphen— Emmerik Bod 4934. f 1000 aand. Ned.-Am. Hyp.bank 140 , 500^. f500 aand. Amst. Stoomb.-Mij Bod 5004. 1900c aand. Stoomscheepsslooperij „Frank Rijsdijk". ... 80 „ 5018. f 5000 5 pet. Intern. Koolzuur Cylinder-Mij 100 , 5042, f4000 (10 pet. gest.) aand. Ned. Mij van Verzekering 's-Hage . 73 , 5044. f 1000 (10 pet. gest.) aand. Z.Holl. Mij van Levensverz. en bij Ziekte Bod 5054. f 100 4 pet. Holl. Credietbank 97 l / i , 5056. f 8000 4 pet. obl. Stoomtr. Old.Pekela § 98 y 3 5060. f 2500 aand. Cultuur-Mij Gledagam Pantjoer. . . . . . iro » 5090. f 5000 aand. Ned. Mij. van Verzekering (10 pet. gestort) . . 73 , 5106. f 3000 4 pet. aand. Hermandad (waarop gestort 20 pet.). . 85 „ 5130. 2 a f500 aand. GuydeCoral&Co. Bod 5136. f9000 4 pet. gem. Lonneker § 101 „ 5146. f2000 3 pet. Gem. Amsterdam ^95 § 90 5152. f 28,000 3V2 pet. gem. Vlaardingen § 96'/a „ 5156. f2000 aand. (waarop gest. 10% Ned. Voorschotbank met Winstdeeling. „ 100 „ 5 I 5^- f3°°0 2l/ s pet. gem. Haarlem, oude schuld 70 , 5166. f 2000 3 1 /» pet. gem. Bergen-opZoom 96V4 „ 5168. f25,0003'/» pet. gem. Haarlem § 977* , 5170. f 1000 3Vs pet. gem. Groningen§ 97 s / t „ 5172. f25,000 3 1 /,, pet. prov. NoordHolland § 98 „ 5174. Aand. Coöp. Verg. tot aankoop van Landbouwproducten. . . Bod § t.ou-oon. 01 k betaalbaar te Amsterdam. Vragen en aanbiedingen worden kosteloos geplaatst. Bij uitvoering: provisie 1/8 pet. (f 0.50 per stuk als minimam). Alle opgaven te adresseeren aan de firma BBAÜTSMA & H'AALKI -:\S, Nieuwe Plein no. 9 te Arnhem. Telefoonnummer 1060. De noteering wordt maandelijks gepubliceerd. Alle Provinciale-, Gemeente- en WaterschapsObligaties worden door ons tegen de hoogste koersen gekocht.
Leemen Voeten. 30) Vrij naar het Duitsch van AGNES HARDER.
Hij zelf ondervond zoo'n verandering een korten tijd na het gesprek met zijn vrouw. Toen hij de slotpoort voorbij ging, ontmoette hij het jonge echtpaar en was met hen tot aan de fontein opgeloopen. Juffrouw Schulze, n é e Veilchenbinder verzocht hem even mee te gaan, in den tuin van het kasteel bloeiden nog zulke mooie rozen, zij wilde hem een ruiker voor zijn vrouw meegeven. Bij al die lieden stond Ester zeer in de gunst. De echtgenoot haalde den rinkelenden sleutelbos en opende de deur van de hal. Breden volgde hem met gesloten oogen tot aan de huisdeur. Hij wilde de veranderingen niet zien, hij wilde alleen zijn herinneringen behouden. Ook in den tuin was hij nog zoo onder haar macht, dat hij de keuze der rozen aan den bewaarder en diens vrouw overliet. Hij ging naar de kleine grasvlakte, waar de kleine kanonnetjes stonden en ging op een der affuiten zitten. Zijn hand, die in de monding was gestoken, voelde een ineengefrommeld stuk papier. Hij trok het er uit en streek het glad. Het was een der teekeningen van de prinses. Met een droomerig lachje bekeek hij het, toen hij plotseling opsprong en poezië en stemming voor gekwetste ijdelheid de vlucht moesten nemen. De teekening stelde hemzelf voor. De gelijkenis was zoo treffend, dat hij geen oogenblik kon twijfelen. Hij zelf was de kikvorsch, die opgeblazen, met uitpuilende oogen, waarin smachtend verlangen duidelijk was te lezen, op den bodem van een modderpoel zat, met de eene hand in een belachelijke houding op het
hart, terwijl omhoog, in den gouden zonneschijn de prinses zweefde, een slanke, sierlijke vlinder, die schijnbaar den spot dreef met haar vereerder daar beneden, tegen wien zij zelfs een langen neus trok. De prinses had de gewoonte met haar teekeningen, die haar na de voltooiing geen belang meer inboezemden, zeer lichtzinnig om te gaan, ja, tot schrik van haar moeder, kregen de kinderen ze soms om mee te spelen. De kleinen hadden toen misschien het papier in den loop gestopt. Maar van te voren had misschien de bonne het lachend bekeken, en ook Erneste en Louisan, als ze het die liet zien, zouden de beteekenis begrepen hebben. Terwijl Breden het blad in kleine snippertjes scheurde kreeg zijn gekrenkte ijdelheid de overhand over zijn bedrogen gevoel. Dien avond had Ester geen reden, om de rozen, die hij haar bracht als een geschenk aan Venus te beschouwen. Zij hoorde ook nooit iets van het eind van die slot-idylle. Het nauwgezette geweten van Harry van der Breden noodzaakte hem niet, de ondervonden vernedering te biechten, nadat hij eerst de genegenheid van de prinses had voorgesteld als een edelgesteente, verborgen op den bodem van een rivier. Maar liever werd hem het stadje er toch niet door. Op hun tafel prijkte het heerlijkste ooft, met het waas der rijpheid op de teere huid. De bergen lokten met steeds helderder kruin, zoo dichtbij, zoo heerlijk, dat Ester hem meer dan eens tot ochtendwandelingen dwong. Aan den rand van het bosch kropen de ranken van de braamstruiken gloeiend rood over den grond voort. Zij werden versierd door rijpe, zwarte bramen en door late bloesëms, en rood schitterden ook de bladeren der aardbeien in de droge sloot. Alles stond in vlammende kleuren, in bijna Zuidelijke schoonheid. De beuken droegen goud in plaats van bladeren en het vergezicht
was verrukkelijk. Wanneer zich van de een of andere hoogte de spitse daken van het stadje en de statige torens van het slot vertoonden, dan lagen zij daar als een uitgegraven stuk Middeleeuwen en onwillekeurig zochten de oogen naar het troepje ruiters, dat zoo dadelijk van de bergen erheen zou afdalen. Stil, heel stil lag daar de wereld, alleen de spinnen spanden hun web tusschen de boomen. Maar de jonggehuwden genbten op deze wandelingen niet zoo, als zij in den voorzomer gedan hadden. Zij konden de hoop niet vinden, die toch aan ieder twijgje, in iederen bladknop zit opgesloten. De onrust van Breden had zich aan Ester medegedeeld. Hij werkte totaal niet meer. Het was maar al te duidelijk te zien, dat met de ontbrekende opwekking ook zijn tevredenheid verdwenen was. Hij ging nog eenmaal naar de universiteitsstad, maar verbitterd en terneergeslagen kwam hij teiug. Wilke had over hem gepraat en niet ten zijne gunste, zooals hij gemerkt had. Men had hem met terughouding ontvangen. De een zag in hem een hinkende, een die met beide partijen bevriend wilde blijven, een ander zag in hem een dweeper. Hij voldeed geen menschj in werkelijkheid had hij geen mensch wat te geven. Wilke had zich heelemaal op den achtergrond gehouden. Maar zoo ging het hem nu altijd. Wanneer vond hij nu eens ooit aanmoediging, symphatie ? Altijd tegen den stroom, altijd alleen. En dan te moeten denken, dat ieder leeghoofd zijn weg in de wereld vond! Zonder opwekking kan hij nu eenmaal niet scheppen. in dit niet. Ester was machteloos. Zij kon niets doen, dan hem liefhebben. Maar zij durfde hem haar gevoel ook niet meer openlijk toonen. _ Hij was zoo prikkelbaar geworden. Zoo leed zij om hem, leed, terwille van zijn .zwakheid, de dui.zend groote smarten van een .vrouwehart. En°daarna loste de zonnige herfst zich op in
regen. Het stadje kreeg het leelijk, gerimpelde gelaat van een kwelgeest. Alleen liefde, zonnige liefde en lust in den arbeid konden het mooi vinden. Maar Breden, die een overschoen in den modder had verloren, schold het uit voor een verschrikkelijk menschonwaardig nest. Op zekeren dag zei hij tot Ester, dat hij het niet meer uithield. Hij had voor zijn werk universiteitsbibliotheken noodig. „Het is onzin van ons, ons hier zoo te begraven. Een verliefde gril. Het was ook heel aardig, maar ik geloof, dat we er nu toch genoeg van hebben. Denk eens aan den winter in deze woestenij. De herfst heeft mij al treurig gemaakt. Wij gaan naar Berlijn terug. Ik geloof, dat ik niet meer in staat ben een „Leistekof" van een „Liebermann" te onderscheiden. Men is het toch aan zichzelf verplicht niet te verstikken in den modder." „Wanneer wil je verhuizen." „Dadelijk, natuurlijk. Ik denk, dat het 't beste is, dat ik vooruit reis en een woning huur. Jij bezorgt dan 't overhuizen en komt dan later. Het wintersemester is juist begonnen. Ik zou gaarne nog eenige sociaal-economische colleges willen loopen." Daarmede had hij den schijn voor zich gered. Den volgenden dag reisde hij weg. De regen had juist een beetje opgehouden, toen Ester van het station terugkeerde. Uit elkaar gescheurde wolken joegen langs den hemel. Zij hingen laag neer, als natte sluiers en omhulden de bergen. De gouden bladeren, die zoo mooi geschitterd hadden, dwarrelden als bruine snippers door de lucht. Bibberend wikkelde Ester zich in haar mantel. Toen zij het huis bereikt had, bleef zij op de veranda staan. De rieten meubels waren al ingepakt. Zij hield van dit uithoekje van de wereld, al zag het er ook honderdmaal uit als een verregend, verschrompeld mannetje, en toch wilde zij het op dit oogenblik beschuldigen, want het
had niet gehouden wat het beloofd had. XII. Weer was het zomer. Op het kleine perron te Peters walde stond Ester en keek den trein na, die zich juist niet al te vlug in beweging zette, want de locaaltrein bereidde zijn passagiers slechts langzamerhand op de snellere vaartbeweging met den D-trein voor. Zij kan nog duidelijk het knappe gezicht van Harry zien, hoe het van uit den waggon haar toeknikte. Hij zag er goed uit, vroolijk en vol verwachting, als iemand die zich in de reis verheugt, als iemand, die gaarne gaat en wien het afscheid niet zwaar valt. Hij wuifde met de hand, daarna, een plotselinge ingeving volgend, trok hij de roos uit het knoopgat, die zij daarin had gestoken en wierp ze haar toe. Het was slechts een blijk van huldiging. De bloem bereikte haar natuurlijk niet, maar bleef voor de goederenloods liggen. Ester liep er niet op af om haar te halen, zooals een verliefd meisje wellicht zou gedaan hebben, zij sloot alleen haar parasol en hief die nog eens groetend omhoog, toen de trein een bocht omging. Zoo staan de vrouwen der baanwachters dikwijls voor hun huisje, wanneer zij hun man vervangen, en de trein voorbij snort. Zij steken dan de opgerolde roode vlag omhoog. De reiziger, wien deze kleine, liefelijke idylle, het huisje omrangd door wingerd, met het tuintje, waar bonte wikke en haagwinde door het hekje kruipen, een kortstondig genot verschaft, ziet uil die vlag, dal de weg veilig is. Ook Bieden scheen den laatsten groet van zijn vrouw zoo op te vanen, want tevreden leunde hij in de kussens achterover. Ester bleef nog wat staan en keek er naar, hoe de kleine witte ïuokzuil hooger steeg, als
een wolkje boven het groen der boomen bleef hangen en zich daarna in de blauwe lucht oploste. Het scherpe zonlicht scheen haar niet te hinderen, hoewel de bruine oogen in diep gepeins verzonken, recht voor zich uit staarden Nu de roode zijde geen valschen weerschijn meer op haar gezicht wierp, zag zij er slecht en overspannen uit. Haar huid was niet verbrand zooals vroeger, maar van een ongezonde blankheid, om de oogen lagen donkere kringen en het gezichtje was smal. Zij zag er niet goed uit, ofschoon zij met groote zorgvuldigheid gekleed was, en een blouse van helder witte stof, met een klein stroohoedje op, waarvan de voile nu was opgeslagen. Haar bewegingen, toen zij in het wachtende rijtuig stapte, teekenden vermoeidheid. De oude veerkracht, misschien haar grootste schoonheid, was verdwenen. Toen het rijtuig aan den grens van Peterswalde kwam, liet zij het halt houden en sloeg een voetpad in. Zij kwam toch nog vroeg genoeg bij haar grootmoeder terug. Zij wist, dat de oude mevrouw Donates de reis van haar man niet goedkeurde. Een studiereis, als men noch geleerde, noch kunstenaar was, was in haar oogen onzin. Om voor de oude bouwwerken van Tirol acht weken de bergen in te gaan ! Waarom niet liever gezegd, dat men zich in Peterswalde verveelde en voor zijn genoegen op reis ging. Maar een jong echtgenoot behoort niet alleen pleizierreisjes te maken, wanneer de vrouw niet meekan omdat zij zich moet ontzien, daar zij het eerste kind verwacht. Daarom moesten die studiën over kunstgeschiedenis maar als dekmantel dienen. Al deze gedachten had Ester in de strenge oogen van haar grootmoeder gelezen. Zoo nu en dan had zij op die stille verwijten ook geantwoord, wel niet rechtstreeks, want een duidelijke uitlegging wilde zij liefst vermijden,
maar toch zoo, dat haar grootmoeder moest denken, dat zij het heel natuurlijk vond. „Het is zoo aardig voor Harry, dat hij zich zoo'n reis kan veroorloven. U weet toch, dat Weller z.jn brochure heeft gekocht en ze uit wil geven?" Neen, dat wist mevrouw Donates niet. „Henk kan ze nog niet dadelijk in 't licht geven, hij zegt, dat men voor die dingen den rechten tijd moet afwachten. Maar Harry kan nu toch zonder zelfverwijt op reis gaan. Nu maakt hij een ernstige studie van kunstgeschiedenis. Daar ben ik ook verheugd over. Ik geloof, dat hij daar meer talent voor heeft, dan voor sociaal-economie." „Neen," zei mevrouw Donates droog, „ik geloof ook niet, dat hij van sociaal-economie iets afweet." Nu, terwijl Ester op het smalle pad voortliep, tusschen de havervelden — het kerkpad, zooals de dorpelingen het noemden, omdat zij daarlangs bij den dominee van het naburige dorp ter kerke gingen — nu had Ester er lang niet meer zoo veel vertrouwen, als drie dagen geleden, toen zij haar grootmoeder erop voorbereid had, dat haar man reeds na drie weken afstand deed van de gastvrijheid van Peterswalde, omdat hij in dien ouden stal, in het zand van de Mark en tusschen die eentonige pijnboomen eenvoudig krankzinnig werd. Zij had ook met voordacht het honorarium voor die brochure genoemd, want in werkelijkheid moesten ze dankbaar zijn voor het zomerverblijf te Peterswalde. Het bracht hun financiën weer wat in orde, waarmede zij in Berlijn veel last hadden, of liever waarmee Ester veel last had, want Breden kon nu eenmaal niet met geld omgaan. Ester werd nu, in de eenzaamheid van het met klaprozen en korenbloemen bezaaide haverveld, gloeiend rood, wanneer ze aan die brochure
dacht. De voornaamste uitgevers hadden haar teruggezonden en bittere uren waren telkens het gevolg van iedere nieuwe ontgoocheling geweest. Ester had de brochure gelezen, waarin geest en een sterk opwellend medegevoel voor de onrechtvaardige verdeeling van het lot der menschen de totale onkunde van het onderwerp niet konden bedekken. De inleiding, een vlot geschreven overzicht over het lot der arbeiders in Italië, in 't bijzonder in de Campagna di Roma, was nog het beste. De gevolgtrekking aan het slot, de onteigening van alle grondbezit boven de vierduizend morgen, leek haar klinkklaren onzin. Hij had haar een heftig standje gemaakt, haar onverschilligheid en een beperkten horizon verweten, toen zij hem dit openlijk zei; dagenlang had hij slechts het allernoodzakelijkste met haar gesproken, een manier om zijn ontstemming te toonen, die haar bijzonder kwelde. Na dien tijd had zij steeds gevreesd, dat hij zich tot Weller zou wenden. In het begin, toen hij nog overdreven verwachtingen van zijn werk had, had hij vaak gezegd, dat hij het bekrompen Oordeel van Weller niet noodig had. Hij had van het begin af een vooroordeel tegen Ester's voogd gehad. Toen Ester tegen Pinksteren, op dringend verzoek van haar grootmoeder, naar Peterswalde was gegaan, had hij haar echter geschreven, dat 'hij toch maar naar Weller was gegaan en reeds acht dagen later was een brief gekomen, geheel in den ouden, bruisenden toon uit hun bruidstijd. Weller had de brochure gekocht en dadelijk betaald, alleen den tijd van uitgifte wilde hij zelf bepalen. Toen Ester dien brief las, was voor het eerst dat brandende gevoel van schaamte in haar wangen opgerezen. Het scheen haar toe, dat Weller hun een aalmoes had gegeven. (Wordt vervolgd.)
STOOMSCHEPEN.
De „Salak", van Java naar Rotterdam, vertrok 13 dezer van Batavia. De „Kediri", van Rotterdam naar Java, arriveerde 13 dezer te Batavia. De „Goentoer", van Rotterdam naar Java, vertrok 13 dezer van Suez. De „Oranje-Nassau" vertrok 13 dezer van Amsterdam naar Paramaribo.
De Sindoro", van Java naar Rotterdam, vertrok heden van Perim. De „Merapi", van Rotterdam naar Java, passeerde heden Ouessant. De „Noordam", van New-York naar Rotterdam, passeerde 13 dezer Scilly.