't Is toch werkelijk voor den vrijzinnige onmogelijk zich in te denken in den gedachtengang van anti-revolutionairen, als men „de Standaard" in verband met het aanhangige voorstel tot wijziging der Wet op het Lager Onderwijs in vollen ernst ziet beweren : „Nauwelijks wordt een poging gewaagd, om op de lijn Mackay-Borgesius nog één slation verder door te stoomen, of alle pacificatie wordt van .liberale zijde in den wind geworpen, de veteranen van den ouden schoolstrijd treden weer in het voorste gelid, en, al gelooft ge uw oogen nauwelijks, bijna heel de liberale partij laat zich weer voor den schoolstrijd spannen." Inderdaad, men gelooft zijn eigen oogen niet, als men zulk een verdraaing der feiten gedrukt ziet. Doorstoomende op de lijn Mackay-Borgesius, zou het ingediende wetsontwerp moeten vasthouden aan het bij de wet-Mackay aangenomen beginsel, dat uit'sRijks kas onder zekere voorwaarden gelijke bijdrage gegeven wordt aan het bijzonder onderwijs, als aan de Gemeenten voor hare scholen wordt uitgekeerd. Dit geschiedt in het ontwerp-Kuyper slechts in schijn, maar niet in werkelijkheid : immers wèl zullen gelijke bijdragen worden uitgekeerd aan de besturen van bijzondere scholen en aan de Gemeenten, maar wat deze laatste dientengevolge meer ontvangen dan thans (dus ook de bijzondere scholen thans ontvangen), wordt haar afgetrokken van een bijdrage, tot welker uitkeering de Staat wettelijk en zedelijk tegenover de Gemeenten verplicht is. En als dr. Kuyper en zijne partijgenooten op die wijze willekeurig en eenzijdig inbreuk maken op de pacificatie van 1889, waardoor naar het getuigenis van mannen als mr. de Savornin Lohman, mr. Mackay, wijlen dr. Schaepman, dr. Vermeulen, enz., allen erkende coryphaeën der kerkelijke partijen, de schoolstrijd op politiek terrein beëindigd werd, — dan heet het dat van liberale zijde „alle pacificatie in den wind geworpen wordt" en de schoolstrijd wordt hervat door hen, van wie ook die coryphaeën eenstemmig hebben getuigd dat hunne geestverwante Ministers van Binnenlandsche Zaken: Tak, van Houten en Borgesius, het vergelijk van 1889, nl. de wet-Mackay loyaal hebben uitgevoerd. Soms moet men wel'tot de slotsom komen, dat onze politieke tegenstanders de wereld 't onderste boven zien!
Arnhemsche courant
- 15-11-1904
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Arnhemsche courant
- Datum
- 15-11-1904
- Editie
- Dag
- Uitgever
- C.A. Thieme
- Plaats van uitgave
- Arnhem
- PPN
- 400337789
- Verschijningsperiode
- 1814-2001
- Periode gedigitaliseerd
- 1851 - 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 5634
- Jaargang
- 91
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
EERSTE BLAD. ARNHEM, 15 November.
BINNENLAND.
De leden van de Eerste Kamer zijn ter hervatting van de werkzaamheden bijeengeroepen tegen morgen, Woensdagavond a.s. te halfnegen. Alsdan zal eene commissie benoemd worden tot onderzoek van de geloofsbrieven van de Overijselsche leden, welke stukken Zaterdag ontvangen werden. Het verslag der commissie zal dan behandeld worden in de volgende vergadering van de Kamer, die tot geen andere werkzaamheden is opgeroepen. De commandant van het pantserschip „Hertog Hendrik" heeft per draadlooze telegraphie geseind dat de Hollandsche bark „Hainaut" is aangevaren door een Fransche bark en dat een Engelsch stoomschip assistentie heeft verleend, zoodat geen reden meer bestaat voor ongerustheid dat de averij door de „Hertog Hendrik" zou zijn aangebracht. Op initiatief der heeren J. W. C. Tellegen en H. A. van IJsselsteyn, werd indertijd door de Vereeniging van Delftsche ingenieurs besloten de vraag in behandeling te nemen : „Welke veranderingen in de inrichting en de wijze van werken van de besturen der groote gemeenten gebracht moeten worden, met het oog op de uitbreiding, die hunne taak na de vaststelling der Gemeentewet heeft ondergaan, onder meer ook wat betreft het exploiteeren van ondernemingen en het uitvoeren van werken." De ingevolge dit besluit'benoemde commissie, bestaande uit de heeren J. de Koning, voorzitter, ]. Th. Gerlings, D. E. C. Knuttel, J. W. G. Teilegen, H. A. van IJsselsteyn en F. M. L. Kerkhoff, secretaris, heeft over de genoemde vraag een rapport uitgebracht, dat thans is gepubliceerd.
Het eerste deel van het rapport zet de gerezen bezwaren uiteen, het tweede behandelt de middelen tot verbetering, het derde resumeert den gedachtengang der commissie. In drie bijlagen wordt uiteengezet, hoe in Duitschland, Engeland en de Vereenigde Staten van .Noord-Amerika de stadsbesturen zijn georganiseerd. Als vierde bijlage is afgedrukt het wetsontwerp tot wijziging der Gemeentewet, ingezonden bij Koninklijke Boodschap van 21 November 1903. Resumeerende rapporteert de commissie omtrent de gestelde vraag, dat naar haar oordeel de wenschelijke veranderingen in de inrichting en de wijze van werken van de besturen der groote gemeenten in hoofdzaak te verkrijgen zijn door te streven naar : a. Zoodanige bestuursregeling, als waarbij het college van B. en W. van een aantal werkzaamheden wordt ontlast en wel in dezen zin, dat bij belangrijke takken van dienst de leidende hoofdambtenaar met het volledig beheer wordt belast onder toezicht eener Raadscommissie ; dat bij het indienen van voorstellen door B. en W. aan den Raad de meening van den hoofdambtenaar en van de commissie worde medegedeeld ; dat ook de commissie zelve bevoegd is voorstellen aan den Raad te doen; dat de hoofdambtenaren van zoodanige takken van dienst in staat worden gesteld in den Raad inlichtingen te geven en de ingediende voorstellen toe te lichten. b. Overdraging van verschillende bevoegdheden bij de uitvoering van wetten op commissies of op ambtenaren; openbaarmaking van zoodanige beschikkingen als ten opzichte dezer uitvoering, hetzij door den Burgemeester of door B. en W., door commissies of ambtenaren worden genomen ; openbare behandeling der beroepen. c. Ontlasting van den Burgemeester van tal van werkzaamheden in 't belang van 's Rijks dienst; regeling waardoor het mogelijk wordt in groote gemeenten het Burgemeesterschap te scheiden van het voorzitterschap van den Gemeenteraad. d. Reorganisatie van de gemeente-secretarie en de andere gemeentelijke bureaux, in dier voege dat de secretarie ontdaan worde van veel sleurwerk en zich meer volledig kunne wijden aan haar bestemming, om den Raad, den Burgemeester en B en W. voor te lichten, en vooral de juridische zijde bij de behandeling der zaken tot haar recht te doen komen. e. Bevordering van samenwerking tusschen verschillende diensttakken en scherpere regeling der verantwoordelijkheid. f. Bevestiging der rechtspositie van in gemeentedienst zijnde personen, door hunne dienstverhoudingen in hoofdzaak bij verordening vast te stellen en door hun voor straffen boven een bepaalde grens de gelegenheid te geven in hooger beroep te komen bij een beroepscollege, hetwelk bevoegd moet zijn getuigen onder eede te hooren. g. Een regeling der comptabiliteit op commercieelen voet voor alle gemeente-inrichtingen, zoodanig dat uit de begrootingen en rekeningen niet alleen de ontvangsten en uitgaven blijken, maar de geheele stand der zaak in verband met daarvoor besteede kapitalen, aflossingen enz. h. Vaststelling der modellen van begrooting en rekening niet door Gedeputeerde Staten, maar door het centraal gezag. i. Geregeld deskundig toezicht op het rekenplichtig beheer bij alle takken der gemeentehuishouding.
NIEUWS UIT GEMEENTE EN PROVINCIE.
T. W. A, bakker te Nijmegen terechtstaande wegens tweemaal verduisteren van rijwielen, is heden door de Rechtbank alhier veroordeeld tot 9 maanden gevangenisstraf. De eisch was 6 maanden. B. J. R., fabrieksarbeider te Dinxperlo, is veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf wegens zware mishandeling. De eisch was 3 maanden. — f De telegrambesteller H. Veldkamp herdenkt heden den dag, dat hij 45 jaren geleden bij de telegrafie werd aangesteld. — f Door de infanterie uit-Arnhem en Doesburg, benevens door de rijdende artillerie uit Arnhem zal morgen een manoeuvre worden
gehouden op de heide achter Rozendaal na ij ,,'t signaal Imbosch." De troepen uit Doesburg met een gedeelte der rijdende artillerie zullen manoeuvreeren tegen de infanterie uit Arnhem, waarbij eveneens een gedeelte der rijdende artillerie. Het geheel onder de bevelen van den luitenantkolonel L. W. van Hoek uit Arnhem. — Donderdagavond a. s. om 8 uur zal de nieuw opgerichte R. K. Middenstandsvereeniging in het Hotel Zwijnshoofd vergaderen, tot het bespreken der statuten. Alle R. K. belangstellenden worden uitgenoodigd deze vergadering bij te wonen. — t Bij de heden gehouden aanbesteding voor de levering van runderen en van gerookt- en pekelspek waren 18 inschrijvers en wel voor de runderen voor de militaire slachterij te Arnhem : H. A. Herschel te Utrecht f 0.653 p. KG. D. Mendsels „ Arnhem 0.6575 » » G. W. Zandvoort „ Leiden 0.625 „ „ A. S. Salomons „ Arnhem 0.639 » » Gebr. Cornelissen „ „ 0.64 „ „ de runderen voor de militaire slachterij te Kampem : J. C Eijkman te Kampen f 0.67 p. KG. S. Meijer „ „ 0.66 „ „ firma Cohen & Kalf „ Amsterdam 0.627 » >• H. A. Herschel „ Utrecht 0.627 „ „ Voor gerookt spek : B. Welling te Didam f 0.588 p. KG. P. de Jong „ Arnhem 0.58 „ „ A. Maandag „ „ 0.59 „ „ A. van Spiegel „ Deventer 0.559 „ „ N. F. Dame „ Amsterdam 0.554 „ „ G. J. Linthorst „ Deventer 0.598 „ „ M. Herkuleijns „ Arnhem 0.549 „ „ Gebr. van Zadelhoff „ Doetinchem 0.587 „ „ G. J. Egberts „ Utrecht 0.555 » » Voor pekelspek: B. Welling te Didam f 0.573 p. KG. P. de Jong „ Arnhem 0.58 „ „ A. Maandag „ „ 0.39 „ „ A. van Spiegel „ „ 0.554 „ „ N. F. Dame „ Amsterdam 0.554 „ „ G. J. Linthorst „ Deventer 0.598 „ „ M. Herkuleijns „ Arnhem 0.549 „ „ Gebr. van Zadelhoff „ Doetinchem 0.587 „ „ G. J. Egberts „ Utrecht 0.555 „ „ — |] Door het Geld. Overijs. botercontrolestation is voo' de aangesloten fabrieken verkrijgbaar gesteld een in het Nederlandsch, Fransch, Engelsch en Duitsch gestelde brochure, waarin de voornaamste bepalingen van de controle en het nut daarvan worden in het licht gesteld, teneinde deze in ons land en het buitenland te kunnen verspreiden. — □ Winterswijk, 14 Nov. In de heden gehouden Raadszitting deelde de voorzitter mede dat was ingekomen een besluit van Ged. Staten, waarbij is vastgesteld de lijst van gemeenten, waarin geen bebouwde kom is met meer dan 5000 inwoners en waarin dus tapperij en slijterij in ééne nieuwe vergunning vereenigd mogen zijn. Op die lijst komt Winterswijk echter niet voor. B, en W. hebben nu nagegaan of de kom dezer gemeente inderdaad meer dan 5000 inwoners telt en aangezien dit het geval is, zijn ze van dit besluit niet in beroep gekomen. Met het oog echter op de toestanden in de buurtschappen zal aangevraagd worden, om dit besluit niet van toepassing te laten zijn op de buurtschappen. De Raad besloot verder aan B. en W. een onbepaald crediet te verleenen tot het opmaken eener definitieve begrooting voor den aanleg en exploitatie eener waterleiding, terwijl de heer A. Pabbruwe, als deskundig Raadslid aan de reeds bestaande Raadcommissie wordt toegevoegd. — Voor een paar weken vestigde zich hier een 25-jarige vrouw met 4 kinderen, zonder haar man bij zich. Een als heer gekleed persoon, voorgevende een broeder van die vrouw te zijn, huurde hier voor haar eene woning. Het bleek nu evenwel, dat die heer geen broeder van haar was en dat de vrouw geen erkend middel van bestaan had. De politie het voorbeeld van haren Duitschen collega volgend, heeft haar nu als zonder middel van bestaan over de grenzen gezet. — rb Doorwerth, 14 Nov. Hedenmiddag is de heer B. komende met zijn motorfiets van Arnhem, in de nabijheid van de boerderij „de Zonnenberg" waar de weg hellend afloopt en een sterke kromming heeft, tegen een langs den straatweg staande beukenboom gereden en tegen den grond geslagen. Hevig bloedende
werd hij opgenomen en bij de familie v. M. binnengedragen, waarna hij naar het Diaconessennuis te Arnhem ter verpleging is overgebracht. Zijn toestand is hoogst zorgelijk. — H. M. de Koningin en het dienstdoend gevolg van het vorstelijk Huis zijn gisteravond om halfacht op het Loo aangekomen. Op het perron waren ter begroeting aanwezig de Burgemeester van Apeldoorn, de geneesheer Pot en baron Bentinck. De Prins blijft nog een paar dagen in het buitenland. H. M. ging per rijtuig met freule Schimmelpenninck naar het Paleis. — T Tiel, 14 Nov. Nauwelijks zijn een paar van de meest beruchte vechtersbazen en straatschenders naar Duitschland uitgeweken, of een nieuw stelletje schijnt in hunne plaats getreden. In het Nachtegaalstraatje werden rioolbuizen stuk gesmeten en de eigenaar ervan mishandeld. Bij de weduwe Thonissen werd een heining ingetrapt. Van school A en van de Beurs werd lood ontvreemd. De konijnen- en kippendiefstallen, aan de orde van den „nacht", werden met een tweetal vermeerderd. Waarschijnlijk is hetzelfde clubje niet vreemd aan de laagheid om een viertal paarden van den heer v. d. Berg alhier, die in den Prins-Willemspolder graasden, de staarten af te snijden en daarbij de dieren ernstig te verwonden. — De Tielsche Werkliedenvereniging „Vooruitgang zij ons Doel" heeft een adres aan den Raad gericht ter ondersteuning van het voorstelPennington de Jongh om het loon der gemeentearbeiders van f6 op f8 per week te brengen. Deze vereeniging, vertegenwoordigende 575 leden, is overtuigd, dat „het thans gegeven wordende loon beneden den minsten loonstandaard van geheel Nederland is". B. en W. stellen eene verhooging op f 7 voor. — Op de Waal, ter hoogte van het Bovenveer, te Herwijnen, had Zaterdag eene ernstige aanvaring plaats. De afvarende sleepstoomboot „Nijmegen III", met achterhangende schepen, voer, tengevolge van het nauwe vaarwater, tegen een opslepend vaartuig, waardoor eene formeele verwarring tusschen beide convooien ontstond. De „Nijmegen III" kreeg averij aan den voorsteven en er ontstond een lek; met groote moeite wist men echter dit te stoppen, waardoor de boot boven water bleef. — 'p Nijmegen, 13 Nov. Eene zeer nuttige en zeer bekende instelling hier ter stede staat binnenkort op het punt een gevoelig verlies te lijden. De heer Th. A. H. van Harderwijk, de directeur der Ambachtsschool alhier, is als opvolger van den heer Boersma benoemd tot directeur der zuster-inrichting te 's-Gravenhage en heeft deze zeer eervolle onderscheiding, die eene billijke erkenning zijner groote verdiensten op dit gebied is, aanvaard; dit was trouwens moeilijk anders te verwachten, daar niet alleen uit een oogpunt van belangrijkheid van werkkring, maar ook uit financieele overwegingen een afwijzing niet te motiveeren ware te achten. Van de oprichting af was de heer van Harderwijk aan de Nijmeegsche Ambachtsschool verbonden en hoezeer hij met hart en ziel voor haar bloei en groei leefde, bewees wel het feit, dat hij voor een tweetal jaren eene aanbieding om te Amsterdam als directeur op te treden van de hand wees. Zijne energie en talentvolle leiding zijn dan ook in den uitstekenden naam dien de ambachtsschool hier in den kring der zusterinrichtingen geniet, voor het grootste deel de vruchten ; onvermoeid en onafgebroken was hij voor haar onderwijs in de weer en zijn aangename, maar strenge omgang met de leerlingen deed een voorbeeldige orde en tucht door het geheele gebouw heerschen. Eene groote voldoening mocht het dan ook voor den heer van Harderwijk heeten, toen bij de eerste n treiking van einddiploma's aan de leerlingen, die na verloop van den voiledigen driejarigen cursus in April j.l vertrokken en allen onmiddellijk in hun ambacht plaatsing vonden, de tentoonstelling van door hen vervaardigde werkstukken zoo onverdeelde bewondering en groote belangstelling kwam wekken; zoo nog een blijk vereischt werd voor den hoogen trap, waarop aan deze school het onderwijs stond, dan was dit hiermede ruimschoots gegeven. Voor de Nijmeegsche Ambachtsschool is door des heeren van Harderwijk's heengaan een open plaats ontstaan, die niet gemakkelijk zal zijn aan te vullen. — Nijmegen 14 November. Geëxamineerd in de vrije- en orde oefeningen der gymnastiek 5 mannel. en 6 vrouwel. candidaten. Geslaagd
de dames : W. G. Wisselink, te Geldermalschen • B. Nandorfl', M. A Neervoor, J. H. G.Landré en A. A. Piepers, allen te Utrecht: de heeren : G. R. v. d. Velde, te Arnhem ; P. A. Wijnhoven, te Well : P. H. Smeets, te Echt en J. F. Stroij, te Hushoven. — T Batenburg, 14 Nov, Onze geachte Burgemeester baron van Höevell tot \\ esterflier heeft eervol ontslag aangevraagd tegen 15 Dec. e. k. mU fra w —wn —- ••