Naar de „N. R. C." verneemt, is de commissie, die pogingen aanwendde om te geraken tot de instelling van een opleidingschip voor verwaalloosde en misdadige jongens, zooals o, a. in Engeland bestaat, niet geslaagd. Door het hoofdbestuur van het Ned. Onderwijzersgenootschap is aan H. M. de Koningin een adies gericht ter zake van eene wijziging van het veelbesproken art. 21 der Lager-Onderwijswet, handelende over de vaststelling van het leerplan, behoudens goedkeuring van hoogere autoriteiten, door het hoofd der school buiten de medewerking van het onderwijzend personeel. Dit adres, waarbij gevoegd is een zeer uitvoerige Memorie van Toelage (met'bijlage), zegt dat bedoeld art. 21 herhaaldelijk een onderwerp in den boezem van het Genootschap en zijne afdeelingen heeft uitgemaakt, en vervolgt dan aldus: „dat uit die besprekingen duidelijk gebleken is, hoe de regeling, door dit artikel voorgeschreven, niet meer uitdrukt de door de groote meerderheid der onderwijzers gewenschte verhouding tusschen de hooiden van scholen en de klasse-onderwijzers; „dat de onderwijzers, niet hoofden van scholen, waaronder er velen zijn, die door kennis en ervaring de gelijken van de hoofden der scholen mogen worden geacht, zich miskend gevoelen, omdat zij werkelijk niet den minsten invloed kunnen uitoefenen op de regeling van hun arbeid voor zoover die door genoemd artikel 21 wordt bepaald; „dat daardoor een geest van misnoegen onder de onderwijzers is ontstaan, bij de niet-hoofden, doordat zij bij de wet van allen invloed uitgesloten zijn , bij de hoofden, doordat zij ook met de overtuiging, dat regeling der in art. 21 bedoelde zaken door onderling overleg beter is, dan het strikt opvolgen der voorschriften in dat artikel, zich te veel door de wettelijke bepalingen
gebonden achtten om'de verantwoordelijkheid op zic.h te nemen voor de besluiten door het gezamenlijk personeel der school genomen; „dat zich reeds vele gevallen hebben voorgedaan, waarin de uiting van dien geest een zeer nadeeligen invloed had op de zoo noodige samenwerking van alle leerkrachten in de school, om van nog ernstiger gevolgen niet te spreken, „en eindelijk, dat de besprekingen in het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap ten slotte geleid hebben tot het neerleggen der meeningen in eenige stellingen, die bij referendum door de groote meerderheid der stemmende leden als juist zijn erkend. „Die stellingen zijn : „Wijzigingen van art. 21 in dien zin, dat ook den klasse-onderwijzer invloed op den gang der schoolzaken wordt gegeven, is wenschelijk. „Die wijziging behoort niet te wachten tot een verbeterde opleiding is voorafgegaan. „Wenschelijk is een regeling, waarbij : „ie. de schoolzaken worden geregeld door het hoofd der school in overleg met het personeel in de schoolvergadering, bestaande uit het hoofd en het overige personeel. „2e. de wetgevende macht berust bij de schoolvergadering en besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen. „35. de uitvoerende macht is opgedragen aan het hoofd der school, die toeziet dat de besluiten der schoolvergadering worden uitgevoerd. „Meent het hoofd der school, dat de uitvoering van een door de schoolvergadering genomen Hesiuit, is in het nadeel der school, dan dient in hooger beroep een den autoriteiten te beslissen. „C j» de schoolvergadering worden de zaken besproken, genoemd in art. 21, benevens de te volgen methoden en de algemeene maatregelen van orde In tucht. „Het Hoofdbestuur voornoemd richt daarom tot Uwe Majesteit het eerbiedig verzoek het daarheen te willen leiden, dat ten spoedigste aan de Staten Generaal een wijziging van de Wet op het Lager Onderwijs worde voorgelegd, waarin met de bovenaangehaalde stellingen zooveel mogelijk rekening gehouden is." Uit Amsterdam bericht men aan de „N R.C." dat door de Vrijzinnig-democratische Vereeniging aldaar pogingen worden aangewend om tot de oprichting van een vrij zinnig-democratisch dagblad te komen. Die pogingen schijnen reeds zoover gevorderd te zijn, dat over de samenstelling der redactie wordt beraadslaagd. In een gisteren te Utrecht gehouden algemeene vergadering van den Bond van Staatsspoorwegpersoneel is met algemeene stemmen aangenomen een voorstel om over te gaan tot ontbinding van den bond. Zondag 25 Februari des voorm. om 11 uur zal te Utrecht in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen de algemeene vergadering worden gehouden van het „Ned. Comité voor Algemeen Kiesrecht." Aan de orde komen dan o. a. de ontwerpstatuten van dit comité, ingediend door het uitvoerend comité. De derde jaarlijksche algemeene vergadering van secretarissen of hunne Plaatsvervangers der afdeelingen van den „Nationalen Bond voor Vreemdelingenverkeer in Nederland" zal Zondag 4 Maart a.s. te Utrecht worden gehouden. O. a. zullen in deze vergadering besprekingen worden gehouden over de reclame in het buitenland, over het orgaan Vreemdelingenverkeer en over de e. v. algemeene vergadering en de herdenking van het tienjarig bestaan van den Bond.
"BINNENLAND.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/02/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096048:mpeg21:p001
"Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/02/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096048:mpeg21:p001
Het was de bijzondere verdienste van den heer Bos, dat hij in een korte rede de belangrijkste punten van het spoor wegpersoneel-debat naar voren bracht en de verschillen accentueerde. Er zijn interessante redevoeringen gehouden. Maar na hetgeen de heer Janssen (Maastricht) in de uitnemende rede, welke het debat opende, over de grieven heeft g zegd, hadden de redevoeringen, daarna over de bijzonderheden gevoerd, achterwege kunnen blijven. Ook een groot deel van de rede van den heer Troelstra. Hij heeft veel van het geduld zijner hoorders gevergd, toen hij geen klacht van welke groep ook onbesproken liet. Maar daardoor deed hij tekort aan den nadruk, waarmede goede algemeene opmerkingen naar voren verdienden te komen. Met dén heer Borgesius wezen zoowel de heer Bos als de heer Troelstra op het verband van deze klachten met de Stakingswetten van 1903. Wij hebben het van den heer Borgesius nog eens gehoord: met name afdoende voorziening in den toestand van het personeel was de voorwaarde, waaronder hij en zijn vrienden, met den heer Mees, zich voor de Stakingswetten gewonnen gaven. Thans moet hij intusschen erkennen, dat de vrijzinnig democraten wel gelijk hadden, toen zij nu bijkans drie jaren geleden de maatregelen zelf eerst wenschten te zien, voordat zij door het beloften-besluit zich lieten paaien. Er is veel beloofd, maar nagenoeg niets gedaan. Zal met de invoering van Staatsexploitatie, waaraan in dit debat een plaatsje werd ingeruimd, aan al de grieven een einde komen ? De heer Troelstra legde deze bewering, geheel .ten onrechte, aan den heer Bos in den mond. Niemand kan dit verwachten. Wel komen wij met Staatsexploitatie een eindweegs verder. Worden thans uitvluchten gehoord als b.v. dat men de Maatschappijen geen uitgaven kan opdringen, dit boven hare krachten gaan; dat men evenmin haar ambtenaren kan opdringen, die zij niet kunnen gebruiken, deze zullen verstommen, wanneer geheel het bedrijf fn handen is van één ondernemer met onbeperkt gezag en macht. Maar in het beloofde land zullen ook dan de ambtenaren nog niet zijn: getuigen de postgrieven, de vorige week in de Kamer behandeld. Juist de heer Bos heeft zoo duidelijk betoogd, dat het ook dan op den weg zou liggen van den Staat, om het spontaan uit het personeel opkomende vakverenigingsleven tegemoet te komen, te steunen, te leiden, te bevorderen. Er is bij de Maatschappijen — de klacht wordt ook door de Enquête-commissie geuit — veel te veel gecentraliseerd. De Directeur-generaal zit boven op den hierarchischen ladder zóó hoog, dat hij bijna uit het gezicht is en zich zelf daar niet op zijn gemak moet voelen. Van belang is zeker hoe hij denkt over het belang van den dienst, en hoe chefs en inspecteurs erover denken. Maar van oneindig meer belang is het, dat geluisterd wordt naar het oordeel, dat uit den mond de vakvereeniging zelve, langs natuurlijken weg opgekomen en georganiseerd, is te vernemen. Daaronder zal het belang van den dienst niet lijden: integendeel, het is onmisbare voorwaarde om dat belang naar behooren te behartigen. Wie dat niet ziet, als de heer Lohman, heelt een zeer eenzijdigen en bekrompen kijk op deze zaken. De bevordering van dit natuurlijk ontluikend en groeiend vakverenigingsleven ligt op den weg zoowel van anti-revolutionairen als van katholieken. Van hen was dan ook een krachtige bevordering te verwachten geweest. En wat hoorde men, aldus de heer Bos, van de heeren Talma en van Vliet ? Dat de vakvereeniging hier uit den booze zou wezen.De leden konden wel eens veigeten dat zij ambtenaren zijn en te goed luisteren — laten wij het maar ronduit zeggen — naar de socialistische leiders. Die ongelukkige socialistenschrik! Een man als de heer Talma, die met zijn kennis en kunde zooveel voor een gezonde ontwikkeling der arbeidersbeweging zou kunnen doen, hij laat de beweging doorsukkelen uit puren angst, dat zijn schaapkens bij de socialisten zullen terecht komen. Hij strijdt voor de officieele groepsvertegenwoordiging,
alsof dat het hoogste was ! Juist na de invoering van dat schoone instituut, waarbij van bovenaf kunstmatig de ambtenaren in partijtjes worden gesorteerd en van een wijze van bestuursverkiezing voorzien, is het vakverenigingsleven, dat men in 1903 dacht te fnuiken, krachtiger opgebloeid 4 dan ooit tevoren, ook bij Roomschen, ook bij anti-revolutionairen. En de heer Bos voorspelde, dat tusschen dit natuurlijke vereeöigingsleven en de officieele vertegenwoordiging een strijd zou ontbranden, die ons op den duur weer naar den toestand van April 1903 zou terugvoeren. Wij willen hopen, dat deze Regeering een ruimer blik zal toonen en beseffen, dat het geen vijanden zijn, die daar uit het personeel de overheid tegemoet komen. Voorziening in hun klachten zal geld kosten, natuuilijk. Maar waar de belofte, waarmede in 1903 het zoogenaamd nationale karakter der Stakingswetten werd gekocht, nog steeds niet is ingelost, mag achter het bezwaar der kosten geen Regeering zich verschuilen. Ons is „ter bespreking" toegezonden een door de „Drukkerij en Uitgevers-Maatschappij Voorburg". uitgegeven boekje, dat om zijn raadselachtigen titel en inhoud zich al zeer slecht „ter bespreking" leent. Het bevat een „ongeteekend stuk", dat ware 't in ernst te nemen en werd de uitvoering er van voorbereid, zich op 't kantje zou bewegen van hoogverraad, maar als „een politieke onthulling" van T. H., zooals het titelblad vermeldt, veel weg heeft van een mystificatie. In 5 het boekje, dat een schets-Grondwet bevat met een daaraan voorafgaande „inleiding" als toelichting, wordt verzekerd dat „het stuk was opgemaakt, solidariteit daarvan aangegaan ; de afspraak gemaakt en mondeling bezegeld; alleen de handteekeningen, ten overvloede (!) noodig geoordeeld, ontbraken nog," — en toch vermeldt het titelblad dat „het ongeteekende stuk" afkomstig , is \ van „mr, H. Fignes c. s.", waarbij ^onwillekeurig aan „gefingeerd" gedacht moet worden. Hetontwerp-Grondwet onderscheidt zich vooral hierdoor t dat daarin de ïepublikeinsche regeerings* vorm wordt aangenomen met een zesjarig presidentschap, hetwelk echter niet belet dat voor het leven onzer Koningin het monarchaal bewiad in stand blijft! Deze uitgave ernstig op te nemen, is wel niet goed mogelijk, — en grappig is ze toch ook niet.
"Dit nummer bestaat uit 10 bladz. EERSTE BLAD. ARNHEM, 21 Februari. Tweede Kamer.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/02/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096048:mpeg21:p001
In ons Raadsverslag van gisteren, derde kolom, bovenaan, staat: De heer van Tuijll zegt, dat zijn stoutste verwachtingen overtroffen zullen worden, indien de centrale nog dit jaar klaar komt. Spr. is het met den wethouder eens, dat de centrale eigenlijk niets duurder wordt Had men toch eerder geweten, dat de kosten zooveel meer zouden zijn, dan had men wel een ander plan kunnen maken. De zetter heeft hier het woord „niet" weggelaten, zoodat men lezen moet: Spr. is het niet
met den wethouder eens Trouwens dit blijkt ook uit hetgeen volgt. — Het gisteren vermelde adres van bewoners van de Schaapsdrift aan den Raad dezer gemeente luidt in hoofdzaak : dat de slechte toestand, waarin de verharding der Schaapsdrift en aansluitende wegen sinds jaren verkeert, bij de leden beken^l mag worden beschouwd; dat het bovendien den Raad niet onbekend kan zijn, dat door de vele wasscherijen daar ter plaatse (een 14-tal) het water in de langs de Schaapsdrift loopende beek op bedenkelijke wijze verontreinigd wordt; dat deze toestand voor de omgeving een grooten last veroorzaakt en bovendien, vooral in den zomer, de lucht verontreinigt, hetgeen ongetwijfeld nadeeligen invloed op de gezondheid moet uitoefenen; dat verder het water in de slooten van het Velper Broek achter den spoordijk door het van die wasscherijen komende water erg vervuild wordt, zoodat het gevaar groot is en denkelijk nog grooter worden zal, dat het Polderbestuur van ö enoemd Broek maatregelen nemen zal oid te beletten, dat het vuile water aldaar nog langer geloosd wordt; dat onder deze omstandigheden de uitoefening van het bedrijf dezer wasscherijen voortdurend wordt bedreigd en als gevolg hiervan het bestaan van vele neringdoenden en ambachtslieden op de Schaapsdrift en omgeving en der ruim 150 personen uit de stad, werkzaam in genoemde wasscherijen; dat zij van oordeel zijn, dat in dezen onhoudbaren toestand, zoowel wat slechten toestand der wegen als afvoering van hst vuile water der wasscherijen, verbetering kan worden aangebracht door het ophoogen der Schaapsdrift en omgeving en den aanleg van riolen ; dat het adressanten bekend is, dat reeds in 1894 daarvoor plannen opgemaakt zijn, waarvan zij in den loop dier jaren de uitvoering hadden mogen verwachten ; dat uit de Raadsverslagen evenwel gebleken is, dat het voornemen bestaat om bij den Raad een plan aanhangig te maken voor rioleering van Klarendal, waarbij, indien dat plan mocht worden aangenomen, de rioleering van Plattenburg, dus ook van de Schaapsdrift, achterwege zou blijven ; dat zij met bescheidenheid er op wijzen dat, hoe noodig de rioleering van Klarendal ook moge wezen, die van Plattenburg met zijne vele wasscherijen en lage ligging in ieder geval nog veel noodzakelijker is; dat zij op deze gronden de vrijheid nemen de aandacht van den Raad te vestigen op de dringend noodzakelijkheid der rioleering van Plattenburg in zijn geheel en in het bijzonder op die der Schaapsdrift met hare omgeving. — Wij vernemen, dat het den 2Ón Febi. voor den heer P. J. Floribert Baudet, instituteur alhier, een gewichtige herinneringsdag zal zijn. Veertig jaren geleden nam hij de leiding op zich van de inrichting van onderwijs door wijlen zijn vader te Rotterdam gesticht. Het jaar daarop, 5 Mei 1867, bracht hij het instituut naar Arnhem over, waar het zich een degelijken naam heeft weten te verwerven. Huisvlijttentoonstelling. De commissie van bovengenoemde Tentoonstelling werd aangenaam verrast aoor de mededeeling, dat haar eere-voorzitter, mr. J. H. M. baron Mollerus van Westkerke, als prijs had beschikbaar gesteld een moderne figuurzaag met trapbeweging, en dat haar eere-lid, mevrouw Röell, geboren baronesse de Vos van Steenwijk, een fraaie Zweedsche schaafbank voor amateurgebruik had uitgeloofd in de rubriek „voorwerpen van hout vervaardigd". Het kan niet anders of een dergelijke belangstelling zal in hooge mate aanmoedigend werken op den ijver van de aanstaande inzenders en het comité in de eerste plaats erkent dit dankbaar. De voorzitter der Arnhemsche Vereeniging tot wering van schoolverzuim de heer D. W. P. Wisboom, stelde een zilveren medaille beschikbaar, welke medaille uitgeloofd zal moeten worden aan den vervaardiger van een voorwerp in klei, dat het meest van dienst kan zijn bij het onderwijs op de lagere school. Moge deze medaille vele kampioenen vinden! Het boetseeren in klei toch is een ontspanning, die weinig kosten rhet zich brengt en met luttele voorbereiding is men in staat in korten tijd het tot vaak verrassende resultaten te brengen. De Vereeniging V. V. V. gaf mede een zil-
eren medaille, daarmede toonende hoezeer zij diligent is in haar taak Arnhemsche ondernemingen te steunen, die belangrijk genoeg zijn ook bezoek van elders te trekken. Een particulier gaf blijk van warme sympathie door het comité 2 medailles aan te bieden, terwijl een ongenoemde een nog niet nader gedefinieerde prijs uitloofde voor de rubriek handwerken. Zoo blijkt er telkens voor de Tentoonstelling in ruimen kring belangstelling te bestaan en we twijfelen niet of de Tentoonstelling zal deze blijken te verdienen. — t Ter vervanging van den ie luit. J. H. Bioem, die op 1 Maart a.s. is overgeplaatst bij het 2ê reg. veld-art., wordt de ie luit. R. D. Storm Buijsing, van het ie reg. veld-ait., gedetacheerd bij de instructie-batterij alhier. — * J. Borderwijk, die dezer dagen door de Rechtbank alhier werd veroordeeld ter zake diefstal bij den heer Pr. te Velp, zal den in Maart voor de Rechtbank te 's-Gravenhage, eveneens voor diefstal terechtstaan. — De heer P. J. Heidoorn, firma Smits, Steenstraat alhier, heeft reeds veel succes met zijn „pastilles Heidoorn", die trouwens vervaardigd zijn van de beste chocolade, uitnemend fijn van smaak, voedzaam en toch lichtverteerbaar. Eerstdaags zullen ook tabletten van het merk Heidoorn in den handel komen. — * Velp, 20 Febr. De 14 -jarige G. D. van hier, die door den kantonrechter te Arnhem tot 6 maanden tuchtschoolstraf werd veroordeeld wegens overtreding der Wapenwet heeft zich heden tot het ondergaan dier straf aangemeld en is door een rijksveldwachter in burgerkleeding, naar de tuchtschool te Nijmegen overgebracht. Dit is de «erste, die door dit Kantongerecht daartoe werd veroordeeld. — f Zutphen, 20 Febr. Naar men ons mededeelt, is de voor kort geleden nieuw gebouwde en eerst sedert eenige weken in gebruik genomen atdeeling vrouwengevangei.is alweder zóó bezet, dat voorloopig geen veroordeelden meer kunnen worden opgenomen. — De schildersgezellen te Zutphen hebben aan hunne patroons gevraagd, om hun uurloon met één cent te verhoogen en alzoo van 15 op 16 cent te brengen. De patroonsvereeniging heeft op dat verzoek afwijzend beschikt, waarom de Bestuurdersbond zich de zaak heeft aangetrokken. — * Steenderen, 20 Febr. Door den Raad dezer gemeente is tot ontvanger benoemd de heer C. Breukink alhier. — £ Doetinchem, 20 Febr. Gisteravond zijn drie van de ontvluchte jongens op het Rijksopvoedingsgesticht „de Kiuisberg" teruggebracht. Twee werden te Watergraafsmeer de derde te Maastiicht aangehouden. Twee zijn er nog voortvluchtig. — g Doorwerth, 20 Febr. In de heden gehouden Raadsvergadering werd besloten afwijzend te beschikken op het verzoek van den Bond van Nederl. Onderwijzers om in verband met toetreding tot het Pensioenfonds voor Weduwen en Weezen de minima der jaarwedde te verhoogen. Aan de Tentoonstelling van den Bond van Gemeente-Ambtenaren te Amsterdam werd een subsidie van f 2. — verleend. Door den heer Baron van Brakell Doorwerth werd per adres verzocht de Oosterbeeksche weg op te nemen onder wegen vallend onder art. 48 van het algemeen reglement op het vervoer. Na lange discussie werd besloten afwijzend op dit adres te beschikken, omdat naar de meening van den Raad 500 K.G. een te kleine vracht is en het niet aangaat te eischen, dat de wielen van alle wagens veranderd zouden moeten worden. Besloten werd Ged. Staten te verzoeken te bepalen, dat de Oosterbeeksche weg zal zijn a gesloten voor motorrijtuigen van af het huis van Van der Spreng tot de brug op de grens der gemeente. Aangenomen werd ten slotte een verordening op het sluiten der tapperijen, in verband met de nieuwe Drankwet. — Het prospectus is verschenen van het internaat voor achterlijke kinderen, jongens en meisjes, dat te Apeldoorn door den heer en mevrouw van Brussel op „Clarenbeek" is ingericht. Achterlijke kindei en ontvangen hier bij doeltreffende lichamelijke behandeling, onderwijs, dat voor hen geschikt is. — * Eerbeek, 20 Febr. Dezen winter worden op de Veluwe groote vluchten hout- of koolduiven opgemerkt, waarschijnlijk gelokt door den zeldzaam rijken beukoogst. Na zich maandenlang aan de zoete olierijke beukenootjes te goed te hebben gedaan, trokken zij naar de klavervelden, welke geheel werden kaal gevreten; daarna moest de boerekool het ontgelden. Daar de vogels zeer schuw zijn, ontsnappen ze meestal aan het schot van den jager ; enkele exemplaren weet men te bemachtigen door het leggen van paardeharenstrikken. — g Putten, 20 Februari. De heer R, Staal alhier heeft met ingang van 1 Maart, ontslag genomen als lid van den Raad dezer gemeente. — T Tiel. 21 Febr. De heer P. C. W. Schoondermark heeft aan een commissie uit het Tielsche Vrijwilligerskorps verklaard, niet te kunnen terugkomen op zijne aanvrage om eervol ontslag als kapitein-commandant van dat korps. — A Bij de heden gehouden herbesteding van het onderhouden van- en het doen van eenige herstellingen en vernieuwingen aan de gebouwen en aanhoorigheden der Rijks kweekskhool voor onderwijzers te Nijmegen van den dag der goedkeuring van de herbesteding toten met 31 December 1907 (Raming f 3500), waren ingekomen 4 biljetten, als van : Th. Bemdsen en J. Braam te Nijmegen voor f4299. W. H. Theunissen „ „ „ f4 2 5°H. W. Delgeijer „ „ „ f3879H, Bartels » » » f 3^>79
"NIEUWS UIT GEMEENTE EN PROVINCIE.". "Arnhemsche courant". Arnhem, 1906/02/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000096048:mpeg21:p001