PEER & CLOPPENBORG.
* Voor Heeren-lileedingstukken NAAH MAAT, vindt men bij ons steeds de uitgebreidste collectie Stoffen. - — — w——. V. ..
PEER & CLOPPENBORG.
* Voor Heeren-lileedingstukken NAAH MAAT, vindt men bij ons steeds de uitgebreidste collectie Stoffen. - — — w——. V. ..
EERSTE BLAD^ Sesclier & Kemper, 'jemarttstraat, TGlefooimmiimci 95 BREDA. GROOTE KEUZE van TAPIJTEN, Goróp- tl Wel-Stlti, BEHANGSELPAPIER Meubels en Stcddcn. ■gericht voor het geheel in orde maken an huizen, hólels en gestichten. Franco verzending van stalen en goederen Voor de orders wordt eerst prijsopgave edaan.
BEKENDMAKING. INSCHRIJVING VOOR DE NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda, herinneren bij deze aan ouders en voogden, die mochten verzuimd hebben hun zoons of pupillen, geboren in deu jare 1883, voor de nationale militie te doen inschrijven, dat daartoe — behoudens de bepalingen der militie-wet — alsnog deze maand gelegenheid bestaat om aan de inschrijving te voldoen. Het register van inschrijving wordt den 31sten Augustus aanstaande gesloten. Breda, 1 Aug. 1902. Ed. GULJÉ, burgemeester, A. R. VERMEULEN, secretaris
Slot. De nieuwe wet doet dus wel krachtige middelen aan de hand om ongezonde woningen te doen ontruimen en daarnaast wil zij den bouw van gezonde en ruime woningen bevorderen. In de eerste plaats door het gemakkelijker te maken de beschikking te erlangen over terreinen en perceelen die voor verbetering van woningtoestanden noodig zijn. Daartoe was tot dusver voor elk bijzonder geval, indien de eigenaar niet bereid was mede te werken, een voorafgaande onteigeningswet noodig, de tussebenkomst van Koningin en StatenGeneraal, verklarende dat het algemeen nut de onteigening vordert. Deze omslachtige manier van onteigenen wordt in het belang van de volkshuisvesting vervangen door een onteigening bij raadsbesluit, behoudens goedkeuring door de Koningin, nadat de Raad van State geboord is. De onteigeningswet van 1851 wordt hiertoe aangevuld met een nieuwen titel: «Onteigening in het belang der volkshuisvesting”, waarvan de voornaamste bepalingen opgenomen zijn in § 5 der Woningwet. In de verschillende gevallen wordt voorzien , waarin de wetgever het noodig acht dat het bijzonder eigendomsrecht — tegen vergoeding — moet wijken voor het hoogere belang van de volkshuisvesting. De opruiming van nauwe overbevolkte stegen, gangen en sloppen, die wij in onze stad ook kennen, wordt aldus eindelijk mogelijk gemaakt. Natuurlijk moet hierbij door wettelijke waarborgen verzekerd worden dat de j noodzakelijkheid van dergelijken ingrij- ^ penden maatregel blijkt en dewederzijdsche belangen behoorlijk worden behar- j tigd. j In de eerste plaats wijst de wet aan, wie zulk een onteigening kan uitlokken, j Zij kan geschieden ten name hetzij van de gemeente, hetzij van een vereeniging, | vennootschap of stichting, welke uitsluitend werkzaam is in het belang der volkshuisvesting en als zoodanig door de Koningin, de Ged. Staten gehoord, is toegelaten. Een algemeenen maatregel van bestuur (koninklijk besluit waarop de Raad van State is gehoord) stelt de vereischten voor toelating vast. Het besluit tot onteigening wordt dan in den regel door den gemeenteraad genomen. In het geval onder lo. genoemd heeft eerst de Gezondheidscommissie een beredeneerd verslag aangaande den toestand der woningen uit te brengen, tevens met opgaaf der te onteigenen gebouwen welke naar haar oordeel alsnog aan de voor bewoonbaarheid noodzakelijke eiseben voldoen. Eveneens wordt vooraf aan belanghebbenden gelegenheid gegeven hun bezwaren te doen hooren. Daartoe moet een uitgewerkt plan, ’t zij vanwege de gemeente, ’t zij vanwege de vereeniging enz. opgemaakt, ter gemeente-secretarie voor ieder ter inzage liggen. Over de ingekomen bezwaarschriften wordt de gezondheidscommissie gehoord. Daarna beslist de Gemeenteraad, en acht hij de onteigening noodig, dan wijst hij tevens de perceelen aan die onteigend zullen worden. Het raadsbesluit wordt ter openbare kennis gebracht en met alle stukken aan Ged. Staten gezonden die binnen twee maanden aan de Koningin verslag doen, na het advies van den huisvesting-inspecteur te hebben ingewonnen. De Koningin beslist dan binnen drie maanden, bij met redenen omkleed besluit, dat, zoo het raadsbesluit wordt goedgekeurd, in de Staatscourant wordt geplaatst. Heeft de Raad op het verzoek om onteigening, uitgaande van een vereeniging enz. afwijzend beschikt, dan laat de wet den aanvrager een termijn van vier maanden om bij de Koningin in beroep te komen. Dan worden Gedep. Staten.
gehoord en moet, ingeval bij kon. besluit de onteigening wordt toegestaan, nog bekrachtiging bij de wet volgen. Het besluit vervalt, indien zulk een onteigeningswet niet binnen zes maanden is afgekondigd. Aldus wordt gewaakt tegen lichtvaardige ontzettingen uit den eigendom. Doch kunnen daarna de ter onteigening aangewezen perceelen niet in der minne worden verkregen, dan wordt de procedure gevolgd gelijk die uitvoerig in de Onteigeningswet is omschreven, behoudens de wijzigingen voortspruitende uit vervanging van de wet door een kon. besluit en wat daaraan voorafgaat, terwijl in de nieuwe wet zeer uitvoerig gehandeld wordt over de schadevergoeding, die alsdan moet worden uitbetaald. Maar onteigening in het belang van de volkshuisvesting kan ook worden toegepast, wanneer de gemeenteraad uitvoering wil geven aan een bouwplan of uitbreidingsplan dat het heelt vastgesteld. Daarover handelt in ’t bijzonder § 6 der "Woningwet: «Uitbreiding van bebouwde kommen”. De bepalingen, welke hieromtrent zijn verordend, beoogen te waken dat geregelde aanbouw in gemeenten, vooral met het oog op de toeneming der bevolking, niet wordt belemmerd door de onbeperkte vrijheid van bouwen op open terreinen. De wet legt daartoe aan den gemeenteraad, in elke gemeente boven 10,0C0 inwoners of andere waar in de laatste 5 jaren de bevolking met meer den 20 pCt. is toegenomen, de verplichting op, een plan van uitbreiding vast te stellen, waarop de gronden zijn aangewezen, die in de naaste toekomst voor den aanleg van straten, grachten en pleinen zijn bestemd. Van deze verplichting kunnen echter Ged. Staten vrijstelling verleenen. De goedkeuring van dit college wordt mede op het plan vereischt, met recht van beroep op de Koningin, zoowel door den Raad als de goedkeuring wordt geweigerd, als door belanghebbenden als zij wordt verleend. Alles met de noodige openbaarmaking van stukken en kaarten. Het plan moet ten minste eenmaal in de '10 jaren worden herzien. Bovendien verleent de wet aan eiken gemeenteraad de bevoegdheid, om «in het belang eener regelmatige bebouwing” te verbieden, dat gebouwen worden gebouwd of herbouwd op terreinen, die ingevolge een voorafgaand raadsbesluit in de naaste toekomst voor straten, grachten of pleinen bestemd zijn. Ook hiervoor is goedkeuring van Ged. Staten noodig, met beroep op de Koningin, ln zulk een besluit moet worden aangegeven , op welk deel van den grond, aan één en dezelfde eigenaar behoorende, ’t verbod betrekking heeft. Betreft bet meer dan een derde deel van zijn in het plan begrepen grond, dan moeten bovendien de redenen worden vermeld waarom niet tot aankoop of onteigening wordt overgegaan. Het ligt voor de hand, dat het oordeel omtrent deze redenen van grooten invloed kan zijn op de beslissing van Ged. Staten en van de Koningin. Al deze voorschriften tot verbetering der Volkshuisvesting zullen allicht een doode letter blijven, indien de geldelijke middelen ontbreken om ze tot uitvoering te brengen. Niet alle huiseigenaars beschikken over de kapitalen noodig voor de naleving der wet wat hen betreft. Evenmin zijn alle gemeenten bij machte krachtig tot uitvoering der wet mede te werken, of kunnen in alle gemeenten, waar er behoefte aan bestaat, bouwvereenigingen of maatschappijen enkel met deelneming van de burgerij de volkshuisvesting behartigen. Om hierin te voorzien geeft de Woningwet in § 7 en 8 eenige belangrijke voorschriften omtrent «geldelijke steun van gemeentewege” en «van rijkswege”, en Wel door middel van voorschotten en bijdragen. Wat de Gemeente betreft kan de Raad rentedragende voorschotten verleenen aan huiseigenaars, tot wie een aanschrijving is gericht om verbeteringen aan te brengen. Deze leeningen worden slechts aangegaan onder hypothecair verband van gebouw en ondergrond, en moeten uiterlijk binnen 20 jaren bij gelijke termijnen of bij annuïteiten worden afgelost. Voorts kan de Raad aan de vereenigingen, vennootschappen of stichtingen, die uitsluitend in het belang van betere woningtoestanden werkzaam en als zoodanig toegelaten zijn, voorschotten of bijdragen verleenen ter tegemoetkoming in hare uitgaven ten behoeve der Volkshuisvesting , en dan met aflossing in ten hoogste 50 jaren. Op zulke besluiten wordt de goedkeuring van Ged. Staten vereischt, met beroep op de Koningin, en zij moeten verder voldoen aan de voorwaarden, welke bij algemeenen maatregel van bestuur worden geregeld. De Gemeenteraad kan voor hetzelfde doel aan dergelijke vereenigingen, vennootschappen of stichtingen ook gemeentegronden en gebouwen in eigendom, erfpacht, opstal overdragen of zelf gronden en gebouwen aankoopen. Op ruime schaal is aldus de taak der gemeenten aangewezen om de wet aan haar doel te doen beantwoorden. Doch ook de Staat zal het zijne behooren te doen en daartoe opent § 8 der wet: «Geldelijke steun van Rijkswege” de gelegenheid
Aan gemeenten, die daaraan behoefte hebben, kunnen n.1. voorschotten worden verstrekt uit de Rijkskas, af te betalen c in ten hoogste 50 jaren bij gelijke v annuïteiten. Zelfs kunnen aan gemeenten bijdragen worden toegekend ter bestrij- a ding der jaarlijksche afbetalingen. z Om de Regeering bij de uitvoering van deze taak bij te staan, schrijft de wet i< de instelling voor van een college, c bestaande uit ten minste drie leden, dat ' de aanvragen onderzoekt, toezicht houdt t op het richtig gebruik der voorschotten 1 en bijdragen, en de verdere werkzaam- | heden verricht waarmede het bij alge- , meenen maatregel van bestuur wordt ] belast. Tot leden van dit college zijn onlangs | benoemd de oud-minister N. G. Pierson en de kamerleden mr Kolkman en De 1 Waal Malefijt. ! Deze hoogst belangrijke wet kan dus ( een ontzaglijken invloed ten goede hebben op de Volkshuisvesting. Zij wapent de plaatselijke overheid met krachtige middelen om ongezonde woningen te doen verbeteren of die te doen ontruimen en door gezonde te vervangen en opent tevens voor het particulier initiatief een schoone gelegenheid om met of zonder steun van de gemeentekas voor hetzelfde doel werkzaam te zijn.