EERSTE BLAD. Gescher & Kemper, faeiaiitstraat, Telefoonnummer 95 BREDA. üROOTE KEUZE van TAPIJTEN, Gordijn- et IMel-Mn, BEHANGSELPAPIER Meubels en Heelden. Ingericht voor het geheel in orde maken ran huizen, hótels en gestichten. Franco verzending van stalen en goederen Voor de orders wordt eerst prijsopgave ;edaan.
Bredasche courant
- 01-04-1903
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Bredasche courant
- Datum
- 01-04-1903
- Editie
- Dag
- Uitgever
- W. van Bergen
- Plaats van uitgave
- Breda
- PPN
- 421095903
- Verschijningsperiode
- 1814-1941
- Periode gedigitaliseerd
- 11 april 1814 - 1814, no. 13 (16 april) - jrg. 150, no. 110 (11 mei 1940) ; jrg. 150, no. 111 (22 mei 1940) - jrg. 151, no. 417 (15 okt. 1941)
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Breda
- Nummer
- 38
- Jaargang
- 112
- Toegevoegd in Delpher
- 21-01-2019
Advertentie
Algemeen Overzicht.
Ue Fransche Kamer heeft de verkiezing van den reactionnair Claudinon ongeldig verklaard. Nabij de Oefa (Rusland) hadden arbeiders van de kroonijzermijnen het werk gestaakt. Zij verlangden nu vrijlating van drie kameraden die gevangen werden gehouden en drongen den gouverneur, die uit Oefa was overgekomen, in het huis van den mijn directeur en sloegen deuren en vensters stuk. Ondanks het bevel om heen te gaan bleef de menigte staan en verwondde met revolverschoten den onder burgemeester. Ue soldaten gaven toen een salvo af; 28 menschen werden gedood en 50 gewond.
Het ambtelijk blad Kawkas te Tillis deelt mede, dat een volksmenigte den 22sten een betooging op touw zette aan het station ter eere van de advocaten, die de terugreis aanvaardden na de wegens ordeverstoring veroordeelde arbeiders verdedigd te hebben. Het spoor moest ter voorkoming van ongelukken ontruimd worden. De stoet trok daarop met roode vaandels, waarop aan de regeering vijandige opschriften, door de Marienprospect en vuurde daar revolverschoten af. Niemand werd gewond. De menigte trok terug toen er troepen naderden. Ook in Bakoem zijn voor korten lijd onlusten geweest. Op het Mariaplein schoolde een volksmenigte samen, deelde tegen de regeering gerichte proclamaties uit en wierp de politie en kozakken met steenen. Eerst ’s avonds was de orde hersteld. De vice-gouverneur werd licht verwond en een kozak. Er werden 21 personen in hechtenis genomen en 18 tot straffen van verscheidene weken veroordeeld. President Roosevelt heeft admiraal Dewey ter verantwoording geroepen. De admiraal had, sprekende over de Amerikaansche vlootoefeningen in de West-Indische wateren, gezegd dat de Amerikaansche marine de beste van de wereld was — natuurlijk —, dat z. i. de Duitsche marine sterk overschat werd, en dat de bedoelde manoeuvres een lesje waren voor den Duitschen keizer. Een blad te Newark in New Jersey gaf verslag van deze uitlatingen van den admiraal; men kan zich zoo voorstellen dat de daarin tegen Duitschland gerichte puntjes door den verslaggever niet afgeslepen zullen zijn. Eenige Duitsche bladen hebben op hun beurt melding gemaakt van deze zaak, die hun natuurlijk niet aangenaam trof, en de Tagliche Rundschau ging zelfs in haar verontwaardiging zoo ver, te zeggen dat Dewey een praatheld was, die in den oorlog nooit iets van belang had gedaan. Dat is natuurlijk een belachelijke bewering, en men kan moeilijk aannemtn dat het Duitsche blad de verrassing van den Spaansche vloot in de baai van Mariila, op 1 Mei 1898, vergeten is, waarbij deze zelfde Dewey met zijn schip , Je Olympta een zoo stout stuk uitvoerde als
in niet veel zee-oorlogen aangewezen kan worden, Roosevelt heeft, na zijn onderhoud met Dewey (dte erkende, in hoofdzaak de woorden gebezigd te hebben welke men hem toeschreef) verklaard dat hij het voorval betreurde, maar niet inzag waarom er een diplomatiek incident uit zou voortvloeien. Men moet bij de beoordeeling van een «kwestie” als deze, niet vergeten dat de hooggeplaatste officieren in Amerika een groote mate van vrijheid genieten — althans, zich die veroorloven — in hun persoonlijke uitingen; men zal zich herinneren dat Miles, Coghlan en anderen in den laatsten tijd om dezelfde reden opzien hebben gewekt. Maar dat Dewey’s juist niet vriéndelijke opmerkingen aan ’t adres van Duitschland gericht waren, is toch weer een strootje dat toont hoe de wind waait. President Roosevelt heeft dr. Crnni opnieuw benoemd tot ontvanger der douane te Charleston. Dr. Crum heeft reeds 50.000 dollar als waarborgsom gestort. Benider-Kabylen trokken naar Tetnnn en eischten van den gouverneur dat hij de poorten der stad zou openen, opdat de heeren, volgens bevel van den pretendent, de Christenen en Israëlieten zouden kunnen afstraflen. Gehoorzaamt de gouverneur niet, dan wordt de stad verwoest. Men kan zich den gemoedstoestand van Tetuan’s bewoners voorstellen.
Wetenschappen en Kunst.
Ned. Opera. Id de Zondagavond te Amsterdam gegeven voorstelling van de Stomme van Portici hebben 39 koristen, leden van den Nederlandschen Koristenbond, hun medewerking geweigerd wegens achterstallige gage. Van andere zijde verneemt men dat in het sind der vorige week de solisten, de leden van het opera orkest en de technische employés berust hadden in toezegging van de helft der gage tot het einde van het seizoen. De koristen weigerden echter, en ofschoon Vrijdag in de
corridors werd aangeplakt, dat Maandag betaling der halve gage zou kunnen volgen, weigerden de meesten van hen op te treden. Te Fayoum (Egypte) heeft men vijf schedels van antediluviaansche dieren gevonden, die onder geen enkele categorie van de tot heden bekende voorwereldlijke beesten kunnen gerangschikt worden. Eenerzijds zouden zij moeten geleken hebben op olifanten zonder slurf of slangtanden, doch anderzijds bevonden zich op die schedels een tweetal beenachtige uitwassen zooals giraffen die hebben. Deze overblijfselen zijn in de derde aardlaag gevonden. Men heeft de dieren »Arsinaetherium” gedoopt. Volgens het N. v. d. D. gaat het gerucht, dat de heer Louis Bouwmeester — in verband met de bij het einde van het loopende seizoen te wachten opheffing van het Amst. Lyrisch Tooneel — het land zal verlaten, tenzij hij voldoenden steun mocht verkrijgen om een eigen gezelschap op te richten. Mocht fiuancieele steun uitblijven, dan zal de heer Louis Bouwmeester gastvoorstellingen geven in Zuid Nederland en een tournee door Engeland, Duitschland en Amerika maken. Dr. M. B. Mendes da Costa heeft de verschillende werken van Bouwmeesters repertoire, zoowel voor Engeland als Duitschland alreeds pasklaar gemaakt voor het Engelsche en Duitsche tooneel. De Times heeft in haar nummer van gisteren voor het eerst telegrammen van haar New-Yorkschen correspondent opgenomen, die door dradenlooze telegrafie overgebracht zijn. Het blad deelt mede dat het met Marconi’s maatschappij een overeenkomst heeft gesloten tot dagelijksehe overbrenging van berichten langs dezen nieuwen weg. Hoewel gewaarschuwd wordt voor te hooggespannen verwachtingen ter zake van de geregelde werking van het stelsel, zoolang men nog zoo weinig ervaring daarmede heeft, noemt de Times het toch een gebeurtenis van belang dat de dradenlooze telegrafie thans in diens't van het groote verkeer is getreden. Het blad schijnt vooral een sterke daling van de prijzen
der overzeesche telegrammen er van te verwachten. Na het roode licht, komt op geneeskundig gebied thans het blauwe licht aan de orde. Dr. Minin te Petersburg schrijft aan krachtig electrisch licht, door een blauw lichtscherm doorgelaten, niet alleen een bacteriëndoodende kracht toe, maar ook het verwekken van ongevoeligheid op plaatsen waar men opereeren wil. Deze waarnemingen worden door Weensche doctoren bevestigd, die het licht bij verschillende ziekteprocessen met succes toepassen.
KLEINE TREES
CORNÉLIE NOORDff AL. 40. Je deed evenmin iets onbetamelijks als ik; wat zij er nu van willen denken moeten zij weten. Als jullie denkt dat je met een kwajongen te doen hebt en dat ik van middag met je mee ga, heb je de plank mis!” en hij ging naar binnen en sloeg de deur bard achter zich dicht en draaide den sleutel om in het slot. «Ellendige kerels. Wat een verdriet beleef je toch . . . wat een vrienden!” «Kerel, wees nu niet heelemaal gek!” riep Henk «denk aan Mast en biefstuk en kuikens en zuur en' champagne en weet ik aan wat nog meer.” ilk krijg er al honger van!” verzekerde Julius. iJe kunt je ophangen met je tweeën!” was het beleefde antwoord van den heer de Schenk, jur: docts. »Wij wensehen geen gebruik van het verlof te maken!” verklaarde Henk plechtig en het tweetal verliet het huis. «Negertje!” vervolgde de gastronoom, »er is maar één raad dien ik je geven kan: Eet veel, trouw nóóit. Dat is zoowat de gekste streek dien je kunt uithalen.” TWAALFDE HOOFDSTUK. Onaangename dingen. Vier maanden waren verloopen. «Gerard, als je nu toch dat engagement niet afbreekt, zei Nol, eens op een dag bij hem oploopend. «Ze tergt je zoo, dat je er slecht van uitziet . . . die feeks. Ja, een fééks is ze en ik wil het zeggen. Je bent me meerd waard dan dertig Annie’s.” Gerard, die met het hoofd in de handen had gezeten, sprong woest op. Hij wist dat Annie hem het grootste onrecht aandeed, en toch kon hij niet een ander kwaad van haar hooren spreken. Nol legde de hand op zijn schouder: «Ik méén’t toch goed met je, jongen, dat weet je. Je leed is niet te overzien als je met Annie trouwt. Als ze né al zoo flirt, wat zal ze dan doen als je vrouw! Ze
staat je studie in den weg . . . Ze ' belemmert je levenslust ... Ze coquetteert met van Stenden, zie ’t dan toch in. Die strenge dokter Klokstra . . . ik begrijp niet dat die mam zoo blind is . . »Ik wil niet dat hij haar zal hebben!” zei Gerard met heesche stem, »hij zal haar niet hebben . . . ik wil ’t niet, ik schiet hem liever kapot ... en dan mezelf. Ik heb al twee keer hevige ruzie met hem gehad ... en ik werd uitgelachen voor mijn moeite.” «Je bent krankzinig ...” _ «Hou jij non alsjeblieft je mond! Jij met je platonische natuur hebt nooit liefde gekend, nóóit.” »Ik! . . . hm!” Nol werd bleek, en Gerard lachte schamper. «O, je meent dat koele genegenheidje dat je voor Door koesterde . . . mooie liefde! een meisje zoo goed als te vragen en haar dan te laten loopen, omdat ze niet sympathiseeren kon met een onmogelijkheid die ongelukkigerwijze tot onze familie behoort. Als ’t je tot eenigen troost kan wezen, wil ik je vertellen dat er een revolutie heeft plaats gegrepen in Door’s verstokt gemoed ... ’t is nu: neef Charles vóór, neef Charles na . . . zij liever dan ik, maar enfin ... in jouw oogen is ze nu beter . . . of ze het nu deed om bij jou in de gratie te komen .. . in elk geval geniet jij dan meer eer dan ik, van de vrouwen. Ik ben een vervloekte gek, en daarom word ik ook als een gek door iedereen behandeld.” «Heb je uitgepraat?” vroeg Nol kalm, hoewel het innerlijk jubelde in zijn hart. «Als Dora nu rechtvaardiger ten opzichte van Charles is, doet ’t me genoegen ter wille van de idee der humaniteit, en twijfel ik niet of ze heeft volgens de inspraak van haar hart gehandeld en niet om mij te believen .. als ze dat deed, zou ik haar minder achten . . .” «Psst, wat een deftigheid . . . inspraak van haar hart; jammer, dat jij geen advocaat bent . . . nou -nün, Juste heeft me eens alles verteld, op een middag, toen ze een bijzonder goeie bui had. Ik sibbel wel altijd met mijn would-be geleerde zuster rheodora, maar als ze ziek is hou ik weer van laar . . .” «Is ze ziek?” vroeg Nol met trillende stem en roeiende dat hij heel wit werd. «O, al lang geleden was ze dat,” klonk het ruw, >ze had kou gevat ... en als ze ziek is, zegt fuste, gaat ze altijd denken over vroeger en maakt e zich zenuwachtig ... nu adieu, hoor, maak dat a weg komt, want ik móét absoluut iets uitvoeren. |
In elk geval wil ik ’t volgend jaar promoveeren en mijn dissertatie zelf schijven. Als Annie ’t zoo bar maakt, dat ik ’t niet uithouden kan, ga ik naar Leiden studeeren voor O. I. ambtenaar en ga voor altijd naar de Oost. Dan heb ik maling aan den heelen rommel, dan kan die kerel haar trouwen of met haar flirten, mijn zorg! ...” zijn stem beefde. Nol kreeg medelijden met hem. »Ik dacht, dat je van plan was je dood te schieten!” hernam hij schertsend. «Dwaze vent 1” «Maakt te veel leven en het water is te koud. Ik dacht, dat je al een half uur geleden weg was gegaan . . .” «Bonjour!” zei Nol en zag met bezorgden blik hoe het- hoofd weer tusschen Gerards handen ging. «Zoo’n heks!” prevelde hij, op straat gekomen. «Kón ik er maar wat aan doen. Als ik haar heur leelijke doen onder ’t oog zou brengen, zou ze de beleedigende spelen, en Gerard zou er weer voor moeten boeten, maar van Stenden zal hebben . . . éérlooze ploert,” Het gevolg van Nol’s overpeinzingen was, dat toen de heer van Stenden hem op de sociëteit aansprak, deze ternauwernood antwoord ontving, «De Vlet, hoe heb ik het met je, wat ben je raar! Is je laatste diner je niet goed bekomen?” «Raar, neen, maar ik ben niet van jouw gezelschap gediend, begrijp je?” Nol keek hem strak aan. Van Stenden gevoelde zich toch niet op zijn gemak, tegenover die eerlijke oogen. «Het spijt me dat ik zoo iets moet zeggen tegen iemand, die vroeger een vriend van me was,” hervatte Nol ernstig, «maar je maakt ’t er naar . . .” Je spreekt in raadsels ” «Ik zou heel graag dat raadsel opgelost willen zien, waar ik me a! geruimen tijd ’t hoofd mee heb gebroken, ’t raadsel: waarom jij Gerard zijn meisje wilt ontstelen,” Een gemaakt schampere lach van van Stenden weerklonk door de zaal. Och, kom even mee naar buiten, wil je? particuliere aangelegenheden, en vooral van zoo teederen aard als deze, laat ik liever buiten bespreking op een plaats waar twee dozijn nieuwsgierige oogen je uit alle hoeken aanstaren en honderd ooren alles op willen vangen.” Nol volgde hem, in de hoop hem het leelijke van zijn gedrag aan het verstand te kunnen brengen. «Wat nóém jij het dan, als je het meisje van een ander bloemen geeft en op straat met haar wandelt, en, drie keer in de week een visite komt maken,
quasi bij mevrouw of den dokter, maar in werkelijkheid om haar het hoofd, haar leege ijdele hoofd, op hol te brengen? Hoe zou ’t jóu bevallen als ’t jouw meisje was? Is dat ’t gedrag van een man van eer? Mijns inziens niet.” «O, je overdrijft, je overdrijft, ha! ha!” lachte van Stenden, die als geoefend flirt, zich vermaakte over: wat hij noemde Nol’s naïeveteit. «Het is geen kunst voor een jaloerschen gek, als Gerard, jou tegen me op te hitsen. Ik heb hem altijd uitgelachen. Als hij zóó zeker is van zijn meisje, kan ik hem féliciteeren . . . ik ontmoette haar nu en dan toevallig ... ik ken haar even lang al hij, wel, béste Nól, dan heb ik toch wel ’t recht haar aan te spreken, nu en dan.” «Judas!” dacht Nol, die hem graag had afgerost. Hij achtte Henk, die incarnatie van egoïsme, alles behalve hoog, maar nog hóóg, in vergelijk van dien jongen advocaat, met zijn valsche, gladde tong en voorkomen tiré a quatre épingles. Men moest echter voorzichtig met hem zijn. «Als ieder meisje nu als een non moet wezen, tegenover een ander dan haar toekomstigen heer en meester!” vervolgde Louis met een fijn lachje. «Maar wat zijn je bedoelingen dan, wat wil je dan?” riep Nol ten einde raad, helsch van kwaadheid. Van Stenden keek hem verbaasd aan. «Als ik nu schu d had, zou ik ’t bekennen, maar daar ik me niet anders dan gentlemanlike tegenover Annie gedragen heb . . .” Dat gleicligültige in hem was om van woede te barsten, vond Nol. «Iemand kan wel eens te gentlemanlike zijn!” zei Nol grimmig «al te veel eer, enz.” Hij wilde niet den naam van Dora noemen tegenover het creatuur naast hem, met zijn on veranderlijken kalmen glimlach, maar Nol dacht hoe Dora den man zou bejegend hebben, die haar als zijn verloofde het hof zou hebben durven maken. Zijn Dora toch was ze het nog, al lag er een kloof tusschen hen. Hoe stak ze uit boven Annie, wat was ze fier en loyaal ... en toch goed ook. «En ik verzeker je dat ze nog jaloersch ook is ... zóó lief heeft ze hem!” hernam Louis, voor w'ién die jaloezie een prikkel te meer was om Annie afkeerig van Gerard te maken en zich te verzekeren van haar genegenheid. [Wordt vervolgd.)