EERSTE BLAD.
Veranderingen in advertentiën gelieve
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan. DE UITGEVERS.
EERSTE BLAD.
Veranderingen in advertentiën gelieve
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan. DE UITGEVERS.
Wij hebben thans de lezing van admiraal Togo over den ondergang van de Petropavlofsk. Daaruit blijkt, dat de Japanners de mijn gelegd hebben. Admiraal Togo rapporteert dat hij eerst de mijnen heeft laten strooien en vervolgens den vijand buiten de haven heeft gelokt. Toen het Russisch eskader vervolgens ongeveer 24 kilometer van de haven was verwijderd en de Japanners het dus zouden kunnen aanvallen zonder het vuur der forten te vreezen, werd de Japansche vloot versterkt. Zij zou nu haar slag geslagen hebben als de Russen door overmacht bevieesd, teruggestoomd waren. Ook uit dit telegram blijkt wederom dat de Petropavlofsk bij het terugkeeren in de haven op een mijn gestooten is. De gevolgen van deze nederlaag der Russen zijn voor ’t oogenblik onafzienbaar. De kolossale macht door de Japanners ontwikkeld, bewijst dat zij alles in het werk wilden stellen om de Russische vloot opnieuw machteloos te maken. Geen wonder dat thans tal van geruchten komen over een ontscheping van Japanners in het Zuidelijk gedeelte van Liau-tong; over transportschepen, die op weg naar de kust bij Nioetsjwang zijn gezien. De Japanners hebben nu hun volle vrijheid van beweging herwonnen en kunnen landen waar zij willen, terwijl zij op alle plaatsen hunne troepen rechtstreeks over zee van proviand kunnen voorzien.
Dat de Japanners zich, nu de omstandigheden zoodanig ten hunnen gunste veranderd zijn, tot Korea zullen bepalen, is niet aan te nemen. .Het is waar, dat zij, voortdringend in Mandsjoerije, overal garnizoens zullen moeten achterlaten, terwijl de Russen bij eiken stap dien zij terug doen, dichter bij hun basis te Karbin komen en zich dus steeds gemakkelijker van manschappen en legerbehoeften kunnen voorzien. Evenwel beramen de Japanners stellig geen tocht recht naar het noorden, maar kan hun doel vooreerst niet anders zijn dan Liau-jang. Wanneer werkelijk landingen bij Pitsewo, nabij de Elliot-eilanden en Nioetsjwang zijn op touw gezet, zal hoogstwaarschijnlijk tegelijkertijd een derde legercorps de Jaloe moeten forceeren, zoodat een drievoudige strijdmacht naar die belangrijke garnizoensplaats aan den spoor tusschen Port-Arthur en Karbin optrekt Een met beleid opgesteld krijgsplan — en van de Japansche strategen kan een fijn beleid verwacht worden — in dezen zin, geelt van nu aan groote kans op slagen. Over den aanval van den vijftienden, waarvan de admiraal ook spreekt, vernam het Russische Telegraafi-gentschap: Heden morgen om 6 uur verscheen aan den horizon een klein vijandelijk eskader, dat spoedig weder vertrok. Tegen 10 uur kwamen 23 vijandelijke schepen in zicht, die zich in twee groepen verdeelden: de eene nam stelling achter Liaotschau en beschoot den oever en heifTygerschiereiland, de andere beschoot van de reede den Gouden berg en de overige batterijen. Het vuren duurde, met tusschenpoozen, tot een uur in den namiddag. Onze schepen beantwoordden het met indirect vuur. Een schot beschadigde een Japanschen kruiser; volgens andere berichten leden twee Japansche schepen schade. De versterkingen in de stad hadden niet te lijden van het vijandelijk vuur. Eenige Chineezen werden gedood, twee Chineezen en twee Russen gewond. Het telegram van stadhouder Alexejeff aan den Tsaar, over deze gebeurtenis, zegt dat de Japansche vloot toen uit 14 oorlogsschepen bestond. , De Daily Mail verneemt uit Nioe-tsjwang van 16 dezer; dat een ambulancetrein met gewonde officieren en manschappen van de ramp der Petropavlofsk en de achtereenvolgende bombardementen van Port Arthur gisteren Ta-sjitsjiao passeerde op weg naar Charbin. Volgens een officier, die den trein vergezelde, hadden er twee afzonderlijke ontploffingen plaats vóór de vernieling van de Petropavlofsk; eene veroorzaakt door een mijn, de andere door het vuur vatten der munitiemagazijnen tijdens het gevecht. De Pobjeda werd door een torpedo getroffen, die een groot gat maakte aan den voorsteven ter hoogte van de waterlijn. Drie waterdichte afdeelingen van het pantserschip liepen daardoor vol water, maar het schip slaagde er in de haven te bereiken. Tijdens bet gevecht tusschen de torpedojagers werden een Russische en een Japansche torpedojager in den grond geboord. Gedurende het bombardement van de westelijke haven richtten de Japanners veel schade aan en doodden zij meer dan honderd soldaten en matrozen. De aanvallen werden gedurende de twee volgende dagen hardnekkig voortgezet. De Standard verneemt uit St. Petersburg van 16 dezer: Er loopt een gerucht, dat de Japanners een ernstige nederlaag aan twee Russische regimenten aan de Jaloe hebben toegebracht. —
Naar de Independance Beige Verneemt is er in officieele kringen van gedachten gewisseld over een mogelijke samenkomst tusschen keizer Wilhelm en president bonhei. Noch van de eene, noch van de andere zijde moeten er echter bepaalde voorstellen daaromtrent zijn gedaan. Er is vroeger wel eens meer sprake geweest van een dergelijke samenkomst. Tijdens het presidentschap van Felix Faure had de vorst van Monaco zijn tusschenkomst aangeboden en was er kwestie van, dat de beide staatshoofden elkander op diens grondgebied zouden ontmoeten. De dood van Faure deed het plan mislukken. ln Denemarken heeft het aannemeu van de nieuwe wet tot wederinvoering van lijfstraffen voor zekere misdrijven bij velen groote ontevredenheid gewekt, vooral onder de sociaaldemocraten. Er zijn te Kopenhagen en in de voorsteden wel dertig vergaderingen gehouden, waarin motiën van verzet tegen dien reaetionnairen maatregel werden aangenomen, wel wat laat, nu de Vertegenwoordig reeds haar besluit nam. Pius X is wel doordrongen van de wenschelijkheid van een onderzoek naar den stand van zaken in den boezem der Kerk. Behalve de onlangs door ons besproken Visita sacra, die zich achtereenvolgens over de geheele wereld zal uitstrekken, heeft de Paus thans last gegeven een zeer nauwkeurig onderzoek in te stellen naar den zedelijken en stolïelijken toestand in «le kloosters te Home, Alle geestelijken moeten ieder voor zich en zonder vrees om hun meerderen te mishagen naar waarheid de zeer gedetailleerde vragenlijst beantwoorden, die de paus hen laat voorleggen. Het voornemen moet zijn ernstige hervormingen in de congregaties aan te brengen. Een merkwaardige wisseling van beleefdheden heeft plaats gehad tusschen Washington en Petersburg. De Russische gezant Cassim betuigde president Roosevelt het leedwezen der Russische regeering over de ramp op de Missouri, waar, tengevolge van een ongeluk, 30 officieren en manschappen omkwamen. En Roosevelt is naar het Russische gezantschapsgebouw gegaan om graaf Cassini zijn deelneming te betuigen wegens het verlies dat Rusland geleden heeft door Makarofs dood en den ondergang der Petropavlofsk. Dit laatste heeft in de tegenwoordige omstandigheden een meer dan gewone beteekenis. het bewijst dat de Amerikaansche regeering er op gesteld is, tegenover de sympathie die wel het grootste deel der Amerikaansche pers aan den dag legt voor Japan, ambtelijk de goede vormen der internationale hoffelijkheid tegenover Rusland in acht te nemen, ln het Engelsche Lagerhuis deelde ArnoldFolster, de minister van oorlog mede, dat «Ie Mollak. naar men geloofde, op Italiaansch
gebied de wijk had genomen, na zeer zware verliezen aan menschen en beesten te hebben geleden. Zijne strijdmacht is verstrooid en het protectoraat uit gejaagd. Hij heeft thans zoo goed als geen aanhang meer. Om dit alle%heeft de regeering besloten, de krijgsverrichtingen af te breken en de troepen te velde te verminderen. Daartoe strekkende bevelen zijn reeds gegeven. Met spottend gejuich antwoordden de Iersche nationalisten hierop. De Senaat der Vereenigde Staten heeft nu eindelijk bij acclamatie het wetsontwerp betreffende liet Panama- banaal aangenomen. Alzoo is thans de voltooiing van Ferdinand de Lesseps’ tweede groote week, de waterweg tusschen Noord- en Zuid-Amerika door, verzekerd. De schade, door den brand van het keizerlijk paleis te Sëoel teweeggebracht, beloopt vier millioen jen. Er moeten veel gewichtige staatsstukken verloren gegaan zijn. De keizer laat het paleis weer opbouwen. De keizerlijke familie heeft nu tijdelijk haar intrek genomen in de bibliotheek, naast het Amerikaansche gezantschapsgebouw. Intusschen hebben de ministeriën gedwongen vacantie, de ambtenaren zijn dakloos tengevolge van den brand.
DOOK CORNELIE NOORDWAL, 30 Hij boog even terloops voor miss Robbins, zondei baar aan te zien en bukte zich over het patiëntje, wier ademhaling beklemd was. Een schok voer door de leden der secondante, die zich te vergeefs trachtte een contenance te geven, iets dat niet ontging aan de blauwsteenen oogen dei directrice. Dokter Ronninga hief het gelaat op: »dit kind moet,” begon bij, toen, de richting van mejuffrouw ten Koelen’s oogen volgend, vestigde zich ook zijn blik op het doodsbleek gelaat van miss Robbins, en hoewel hij zich dadelijk herstelde, kon de directrice ten duidelijkste bespeuren dat hij verrast, ja ontsteld was. Zijn grijsbruine oogen hadden zich merkbaar wijd opengesperd en zijn altijd vast opeen gesloten lippen, hij droeg geen baard en daarom kon juffrouw ten Koelen het zoo goed zien, zooals ze later aan juffrouw Teenwisse vertelde, waren ineens van elkaar gegaan. Nadat hij zich hersteld had, gaf hij onmiddellijk op gejaagden barschen toon nog eenige bevelen, en stapte na een korten groet heen. Het is niet te beschrijven in welk een jubelende opgewondenheid, voor haar doen, de directrice heensnelde naar juffrouw Teeuwisse en haar dit vertelde. Koud, langzaam, bedaard als ze altijd was, scheen ze nu geheel verwarmd en viel. En dit was een wonder, omdat ze nu niet jolig was op een partijtje. »U zult me toch wel bekennen, dat we vat op haar hebben.” «Nou 1” zei juffrouw Teeuwisse triumfantelijk, ac’est ca !” »Er bestaat iets tusschen haar en dokter Ronninga.” »Dat kan wel waar zijn! Nou, er zijn er wel meir waar je dat van kan zeggen. Ik heb ze wel meir gekend.” Toen Rosé op het instituut vertoefd had, placht juffrouw Teeuwisse altijd goedaardig beschermend te zeggen, als ze haar eerst het hart uit het lijf getergd had: »Maar u bent jong, u kunt nog leken.”
»Ja,” zei Rosé eens, »ik geloof dat we dat allemaal . nog wel kunnen en van het kleinste kind.” Het eerste vond Rosé dat Juffrouw Teeuwisse te aleiren” had was gezond-denken en zoodoende logisch sredeneiren.” Toen dokter Ronninga den volgenden dag weerkwam, kon mejuffrouw ten Koelen, die ziek te bed lag, hem niet bijwonen. Mejuffrouw Teeuwisse met veel bemoedigende knipoogjes en hoofdknikjes en fijn' fijne lachjes, uitingen van haar schitterend en dartel, scherp vernuft, zei dat zij het zaakje wel zou bedisselen en zij giDg naar boven, naar Marietje Vink. : Miss Robbins was er nn niet, ze gaf les Dokter , Ronninga luisterde naar wat het kind vertelde. Het ' kind verlangde naar miss Robbins. »Aardig meisje, die Miss Robbins, vind u niet F” i vorschte mej. Teeuwisse uit, dr. Ronninga aankijkend met een inquisitenrsblik, die hem moest treffen tot i in het diepst zijner ziel. De dokter keek haar aan i als gek en antwoordde niet, geen spier in zijn gelaat : vertrok. Natuurlijk, hij wist niet wie miss-Robbins was, en de brutaal-vleierige, indringerige toon was hem uiterst antipathiek. «Wilt u voor Marietje Vink kokend-heete citroenlimonade laten klaar maken. Zuivere citroensap in water, geen stroopengeknoei, en dan vooral zoo warm als ze ’t kan velen? Goeden morgen, dame.” En weg wandelde dokter Ronninga met een lichte buiging. Juffrouw Teeuwisse moest nu wel begrijpen dat ze ’t nooit tot ambassadrice kon brengen in de wereld. Intusschen peinsde dokter Ronninga, die het zeer druk had dit gure voorjaar, wanneer hem even tijd overschoot, over de verschijning bij het bed van Marietje Vink. Toen hij den volgenden middag op weg was naar het instituut, kwam zijn koetsje haar tegen. Zij had een pakje in de hand en ging zeker boodschappen in de stad doen. Met een ruk opende hij het portier, riep zijn koetsier, die stil hield, toe, even op hem je wachten, sprong snel uit zijn rijtuig, en liep haastig toe op de Engelsche secondante. «Freule de Rhems 1” Haar wangen werden lijkbleek, toen ze op eens dien naam hoorde uitspreken. Haar handen trilden en lieten hulpeloos het pakje vallen, dat hij opraante.
»Ik geloof dat u zich vergist meneer!” zei ze hooghartig in het Eugelsch, »die naam hoort me niet toe, ik ben miss Robbins,” Ze wilde hem voorbijgaan met een gracieus opnemen van haar japon, en een bevallig, licht buigen van haar mooie hoofd. »U is hier vreemd, kan ik iets voor u doen F” hield dokter Ronninga onthutst aan ; hare beslistheid sloeg hem geheel uit liet veld. Zij wilde niet herkend worden, blijkbaar. Hij volgde haar, toch zoo blij dat hij haar weer zag. «Neen, niemand kan iets voor mij doen!” zei ze op zulk een trotsch-afwerenden toon , dat hij er pijnlijk door getroffen werd. »Ik dank u” en ze haastte zich verder. »Er is geen hoop!” fluisterde een stem in hem, terwijl hij zich moedeloos weer in zijn rijtuig zette, «er is geen hoop, dat ze leert inzien dat vergeven noodzakelijk is, en hoeveel verdriet ze den ouden man heeft veroorzaakt. In haar leed houdt ze zich ook streng-geïsoleerd als een rots in zee. Tool), hoe moedig dat ze £<56 haar leven draagt.” Met onstuimig-kloppend hart ging Edith voort. Waar ze heen moest, wat ze doen wilde, was ze geheel vergeten, ze liep maar voort, voort met het bewustzijn dat ze diep ongelukkig was. Waarom had ze nu de vriendelijke hand van dokter Ronninga teruggestooten F Had ze niet dubbel en dwars behoefte aan een vriendelijke hand F Hoe herinnerde hij haar aan het verleden, met al de weelde van geluk en liefde, die zij de hare had mogen noemen. En al had iedereen die haar had liefgehad ook het recht daartoe verbeurd, de persoon van dokter Ronninga had haar weer voor den geest gebracht, hoe eenzaam ze was zonder de liefde, die haar trotsche grillige hart toch noodig had. «Nederigheid ! In al haar ongeluk had ze nog niet geleerd wat het was .... ze beschouwde zichzelf steeds als de meest verongelijkte. Vergeten kon ze nooit, vergeven evenmin. Half krankzinnig van smart en rampzaligheid, had ze zich destijds van Mare losgerukt en zich in den coupé geworpen. Instinctmatig had ze de boot genomen naar Engeland. Daar, in het groote Londen, waren wel buurten waar ze zich verbergen kon. Ze wist dat in het grootendeels stille noord-oostelijke gedeelte van Dalston miss Colly een nicht had wonen, die een dames-pension hield. Miss Colly was altijd
te trotsch geweest zich veel te bemoeien met die nicht, een goed hartelijk mensch, wier man opzichter was in een voornaam magazijn in Regent-street; miss Colly beweerde dat de nicht zich gemêsallieerd had, en had zich over die mésalliance tegen Edith beklaagd. Toch lokten de partijtjes van mrs. Pittle mejuffrouw Colly, die een echte gourmande was van tijd tot tijd nog wel eens naar No. 37 Greenwood-road Dalston. Ze had Edith dikwijls uitgelegd hoe men dit adres moest bereiken, en toen Edith in Londen aankwam, bracht een lokaal-trein haar spoedig naar Dalston. Ze hoopte vurig, dat mrs. Pittle nog in haar oude huis mocht wonen, hetgeen gelukkig het geval bleek te zijn. Mrs. Pittle keek, eenvoudige vrouw als ze was, zeer op tegen de imposante, gedistingeerde verschijning en stelde er een eer in haar te mogen herbergen, vooral omdat Edith zeide dat men haar dit pension zeer had aanbevolen Mrs. Pittle vond het aangenaam dat haar pension gerecommandeerd werd, en stond miss Robbins als Edith zich liet noemen, een mooie slaapkamer af, riant gelegen en net gemeubeld, benevens een klein vertrekje daarnaast , als zitkamer. En hier leefde Edith omstreeks andeihalf jaar alleen met haar gedachten. O den eersten keer, toen ze, na die zeereis, haar hoofd drukte in het kussen, in het vooruitzicht van een slapeloozen nacht; alléén, héél alléén voortaan op de wijde wereld, zoo ongastvrij voor den eenzame en verlatene. Daar lag ze nu ... . losgerukt van al de banden die haar hechtten aan beur vroeger leven, gewond en bloedend van hart, met afschuw voor zichzelf en voor hen die haar het leven geschonken hadden. Het was een natuurlijk iets, in den verhitten overspannen toestand van haar brein, dat een zware zenuwkoorts haar kwam folteren en haar vier weken deed zweven tusschen leven en dood. En geen sympathieke vriendenhanden konden haar verplegen en verzorgen. Mrs. Pittle deed al wat zij zij kon, maar ze had het zoo druk dat ze een pleegzuster liet roepen om haar de zorg voor Edith geheel over te geven. De zuster deed haar best, maar ze was niet een persoonlijkheid die Edith, toch al zoo moeielijk te voldoen, aantrok, en ze was blij toen ze weer heen kon gaan. Edith had vurig gehoopt te zullen sterven, toen ze voelde dat ze heel ziek ging worden ; maar de natuur, het lot, besliste anders. (Wordt vervolgd)