EERSTE BLAD.
» Veranderingen in advertentiën gelieve
me i steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan worden ingestaan. DE UITGEVERS.
De geabonneerden op de BREDASCHE COURANT binnen deze gemeente, ontvangen
met dit nummer gratis een BREDAASCH SP00RWEGLIJSTJE voor den ZOMERDIENST, aanvangende 1 MEI. Op dit S p o o r wegl ij s tj e bevindt zich op de keerzijde de dienstregeling der Ginnekensche Tramweg-Maatschappij, der Tramweg Breda— Mastbosch, der Zuid-Nederlandsche StoomtramwegMaatschappij (Paardentramweg Breda—Prinsenhage) en der Zuider-Stoomtramweg-Maatschappij. Voor niet-geabonneerden te bekomen voor den prijs van VIJF CENT. Naaml. Vean, y/I BROESE & COMP.
Behangerij. Bedden fabriek. m\\\i IRHIVI, Veemarkt 32. Interc. Teleph. 212, BREDA. Magazijn „De Vlinder '. lupriclit voor ptolo MEÜBILEERING. GROOTE KEUZE VAN Tapijten, Gordijn- en Meubelstoffen, Behangselpapier, Meubelen. Eenigst adres voor gegarneerde Wiegen, Luiermanden, enz. Stoffeerderij. Meubelfabriek. BEKENDMAKING. PERSONEELE BELASTING. Het hoofd van het plaatselijk bestuur te Breda brengt ter kennis der belastingschuldigen, dat de kohieren n°\ 3, 4 en 5 der personeele belasting, voor het dienstjaar 1904, heden afgekondigd en aan den ontvanger der directe belastingen alhier ter invordering zijn ter hand gesteld. Breda, 29 April 1904. Het hoofd van het plaatselijk bestuur voornoemd: Ed. GULJE. BEKENDMAKING. Aangifte voor het bevolkingg. register. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda achten het noodig de ingezetenen te herinneren aan hunne verplichtingen, tot het doen van aangiften voor het bevolkings-register, voorgesehreven bij Koninklijk besluit van 27 Juli 1887 {Staatsblad n». 141). De verplichtingen, wier verzuim wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 14 dagen of geldboete van ten hoogste ƒ100, zijn hoofdzakelijk de volgende: Bij vestiging in de gemeente. Hij die zich in de gemeente vestigt, doet daarvan aangifte aan het gemeentebestuur binnen ééne maand na zijne aankomst.
Bij het verlaten der gemeente. Hij die de gemeente metterwoon gaat verlaten, doet hiervan eene verklaring aan het gemeentebestuur. Bij verhuizing binnen de gemeente. Elk hoofd van een gezin of afzonderlijk levende doet, binnen ééne maand na zijne verhuizing binnen de gemeente, daarvan aangifte aan het gemeentebestuur, Ten aanzien van inwonende personen. Elk hoofd van een gezin of afzonderlijk levende geeft, uiterlijk binnen ééne maand, aan het gemeentebestuur kennis van ieder lid , dat in zijn gezin wordt opgenomen of daaruit gaat, inwonende diensten werkboden daaronder begrepen. Breda, 28 April 1904. Burgemeester en wethouders voornoemd, Ed. GULJE, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1904/05/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323072:mpeg21:p00001
1 Het voorontwerp van de tarievenwet ’■ heeft bij een zeer groot deel van de Nederlandsche bevolking heftige tegenstand gevonden, doch van alle posten, waarvan verhooging is voorgesteld, trokken die van de koffie en van de tabak wel het meest de aandacht van de kamers van koophandel en fabrieken, van andere handelslichamen en van personen, die in het concept belangstelden. Met klem is tegen beide gewaarschuwd en ’t bleek, dat de betrokken minister met de opmerkingen rekening had gehouden. Voor de koffie is ’t gevaar afgewend en voor de tabak zijn de rechten lager gesteld. Voor dit genotmiddel dreigt dus nog wel gevaar en het ontbreekt niet aan pogingen om hun, die hierin te beslissen hebben, onder het oog te brengen, dat de minister ook dit deel van zijn plan zal behooren in te trekken. Zoo heeft kort geleden het Centraal Bestuur voor de landelijke organisatie van tabaksfabrikanten, het volgende adres verzonden aan de leden van de Tweede Kamer: Ingevolge opdracht van de landelijke organisatie van tabaksfabrikanten in Nederland, veroorloven wij ons eenige bezwaren onder uwe aandacht te brengen tegen de geprojecteerde verhooging van het recht op onbewerkte tabak. Het kan u niet onbekend zijn, dat de tabaksindustrie hier te lande van beteekenis is en dat zeer velen daaraan een middel van bestaan ontleenen. Bij invoering nu van het voorgestelde recht zal niet alleen de verdere ontwikkeling van onze nijverheid worden belemmerd, maar zal zoowel het inlandsche verbruik als de uitvoer van fabrikanten minder worden, hetgeen ontegen zeggelijk de werkeloosheid na zich zal sleepen èn van tal van werkgevers èn van een groot aantal werknemers. Het inlandsche verbruik van zeer goedkoope rook- en pruimtabakken is veel i grooter dan algemeen verondersteld wordt; jaarlijks worden duizenden balen tabak ingevoerd, die in de 1ste hand i niet meer dan 5 ets. per 72 kilo opbrengen. In 1901 bedroeg die invoer 7000, in 1902 niet minder dan 8000 balen a ca. < 175 kilo per baal. ]
Deze tabak is bestemd voor het verbruik van de minst koopkrachtigen in den lande Behoeft het betoog, dat bij heffing van een recht van f 2,50 per 100 kilo — den lsten handprijs bezwarende met 25 pCt. ad valorem — dit verbruik zeer aanzienlijk verminderen zal? En niet alleen het verbruik van de allerarmsten in den lande zal getroffen worden. Duizenden en duizenden balen en pakken Java, Hongaarsche,Levantsche en andere tabakken worden jaarlijks tot rook- en pruimtabak verwerkt, die minder nog dan 10 ets. per 7a kilo bedingen, gesproken nog niet van de tabak in vaten, de Amerikaansche, waarvan voor sommige kwaliteiten ons land de grootste afnemer is. Cp ♦eze tabakken zal een recht van f 2,50 per 100 kilo den prijs bezwaren met 15 pCt. en meer, en ook het verbruik hiervan zal schade lijden, al is dan niet vooraf te bepalen in welke mate dit het geval zal zijn. Het recht mag dan van betrekkelijk weinig invloed zijn op den prijs van 1000 sigaren, zooals de minister in zijne toelichting verklaart, de invloed op den prijs der rook- en pruimtabakken is zeer aanmerkelijk, zooals u uit het vorenstaande duidelijk kan blijken. Dat de uitvoer van tabaksfabrikaten zal verminderen, het ligt evenzeer voor de hand. Reeds nu is veelal de concurrentie bezwaarlijk met het buitenland, waar gefabriceerd wordt in entrepot, terwijl de Nederlandsche fabrikant het bestaande
invoerrecht a f 0,70 per 100 kilo op zijn product heeft toe te leggen. Dat niettemin onze export-nijverheid in bloei verkeert, is te danken aan de gunstige omstandigheid , dat onze Nederlandsche markt open staat voor de ruwe producten van iedere herkomst, en nergens ter wereld zoo groote en passende keuze wordt gevonden. Wordt evenwel de handel belemmerd door een verhoogd recht, dan zal dit voordeel te niet gaan. Daar komt dan nog bij , dat, in stede van 70 ets. per 100 kilo, dan f 2,50 per 100 kilo — verhoogd met 25 pet. voor kort, zand en andere afval — zal toe te leggen zijn op het fabrikaat, aangezien geen drawback verleend wordt op den uitvoer. Dit zal tengevolge hebben, dat wij den prijs van onze voor uitvoer bestemde fabrikaten met 5 tot 10 pCt. — en méér —■ zullen moeten verhoogen. En duidelijk is het, dat wij dan niet neer in staat zullen zijn met het buitenland :e concurreeren. Wij vertrouwen, dat u een en ander vel ernstig in overweging zult willen lemen en aanleiding kunt vinden om uw stem te onthouden aan ieder voorstel tot verhooging der rechten op onbewerkte abak. Hetwelk doende enz. Men kan deze en dergelijke bezwaren ran beteekenis beschouwen, zonder laarbij de kwestie aan te roeren van jrotectie of vrijhandel. Immers bij eene
rechtenverhooging op de tabak, zou alleen het buitenland zijde spinnen — en dat kan toch nooit de bedoeling zijn van het beschermend stelsel, ’t Geldt ook niet slechts de belangen der tabakshandelaren en tabakverwerkers, maar het landsbelang is ten nauwste betrokken bij deze voorgestelde verhooging. Reeds vroeger is beproefd de belasting op de tabak te verhoogen, maar de bezwaren traden toen zoo in’t licht, dat er telkens weer van is afgezien moeten worden. Sinds die vroegere pogingen zijn de bezwaren niet verminderd, maar wel vermeerderd, daar de invoer van tabak uit onze koloniën in de laatste 20 jaren ruim 272 maal grooter is geworden. De zeer groote invoer, zooals die nu is (per jaar 590.000 pn. met eene waarde van 50 millioen gulden), is natuurlijk van de grootste beteekenis voor handelaars, makelaars, reeders, assurantie-maatschappijen, veemen, importeurs, tabaksfabrikanten en werklieden. Dit is een bron van welvaart voor ons land en voor onze koloniën, zooals er misschien geen tweede is aan te wijzen, want er is vermoedelijk geen ander handelsartikel, waarin zoo groote kapitalen zijn gestoken en waarin tevens zoo krachtig ontwikkelde tusschenhandel bestaat. Die levendige handel en die enorme invoer is natuurlijk niet slechts bestemd voor ons landje, maar van de geheele wereld komen koopers naar hier, van. wie er velen dikwijls maandenlang in Holland verblijven. Juist nu aan hare lage rechten, haar T.V» VI R /M v, L » .«* — . .. _ — *1 * - I 1 •
vrijheid in beweging en gemakkelijkheid van behandeling, is onze markt gaandeweg de groote stapelplaats geworden, waar alle sorteeringen tot hare waarde komen. Vroeger heeft Bremen lang de plaats ingenomen, die Amsterdam nu bekleedt, maar thans staat ’t ver bij ons ten achter. Men begrijpt echter dat daar vol spanning gelet wordt op hetgeen hier zal worden besloten, ’t Zou voor hen een mooie kans zijn als de verhooging werd aangenomen. Is de kwestie voor het handelsbelang in ’t algemeen, dus van zeer groote beteekenis, oneindig grooter is die nog voor de Nederlandsche tabaks- en sigarenindustrie. De grootste fabrieken leveren een belangrijk deel van hunne producten aan het buitenland en met elk jaar neemt ie uitvoer nog toe. Op het oogenblik is mze uitvoer van gefabriceerde tabak en van sigaren 5 a 6 maal grooter dan die van Duitschland en bedraagt ongeveer iet driedubbele van voor 25 jaren. Onder lezen uitvoer zijn nog niet begrepen de verzendingen per postpakket en de colossale hoeveelheden die medegenomen ivorden door de bemanning van de tallooze schepen die onze havens verlaten. Het arbeidsloon van 1 KG. tabak beIraagt volgens nauwkeurige berekening r 1,15 voor sigaren en ƒ 0,15 voor rook;akak. Hieruit blijkt dus dat er in ons and, gezwegen van alle bij bedrijven, als asten, etiketten en papierfabrieken, ilikslagerijen, sigaren-winkeliers enz.,
voor ongeveer 5‘/2 millioen gulden weekloon verdiend wordt — alleen op wat er in ons land voor den waarneembaren uitvoer gefabriceerd wordt. De minister schat de meerdere opbrengst der belasting of ƒ 360.000, doch beteekent dat iets tegenover het dreigende gevaar? Het voorstel komt nu hierop neer, dat per 1000 sigaren 20 cent meer en per KG. gekorven tabak 3 cent meer rechten zouden betaald moeten worden. Tegenover de buitenlandsche fabrikanten, die alleen rechten op ruwe tabak hebben te betalen, wordt dan de concurrentie te zwaar en onze uitvoer zou daaronder niet weinig lijden. Men moet niet uit het oog verliezen, dat hier te lande de tabak niet als genotmiddel wordt bezwaard, maar als grondstof voor een nijverheid, zooals in geen ander land bestaat, welke nijverheid ten nauwste samenhangt met de welvaart en de bloei onzer koloniën, als voornaamste producenten. Aanneming van dit ontwerp zou niets minder dan een ramp blijken te zijn. Hoe spoediger tot intrekking wordt besloten, hoe beter, want de onzekerheid , waarin de tabakshandel sedert Maart 1903, toen het eerste ontwerp bekend werd, verkeert, heeft reeds veel nadeel berokkend en het is hoogst ongewenscht dezen toestand nog te doen voortduren.
"TABAKSBELASTING.". "Bredasche courant". Breda, 1904/05/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 01-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323072:mpeg21:p00001