örUKl tt U 1V1 A. IN DOOR W. MEIJER—FöRSTER. 4. Wat is er aan de hand? Dat is de vraag.” ïlk kom van meneer Georg Brandes,” zeide de livreibediende, die in geen maanden zulk een armoedige woning had betreden en meneer Griotte een vermakelijk mannetje vond. j>Op zijn uitdrukkelijk verlangen moet deze brief zoo spoedig mogelijk aan den heer lekert worden overhandigd. Want meneer Brandes wacht vandaag nog meneer Eckert bij zich.” ï,Bij zich?” herhaalde Griotte. »Wat moet dat beduiden? Is dat een uitnoodiging voor een partij? Een uitnoodiging voor iemand, die bij mij op kamers woont?” »Ja.” Meneer en juffrouw Griotte waren ten hoogste verbaasd en Annie Griotte, die achter de deur stond waar ze bezig was zich aan te kleeden, kreeg er hartklopping van. »Mijn hemel, waarom zou hij uitgenoodigd worden ?” Al drie weken woonde Konrad Eckeit bij haar ouders en in dien tijd had ze haar zeventienjarig hartje geheel verloren. Eiken avond was hij thuis en dan maakten ze samen muziek. En nu werd hij uitgenoodigd! Door een livreibediende nog wel! Het scheen haar toe alsof het plotseling schemerdonker was geworden. Meneer Griotte was intusschen van zijn verbazing bekomen. ïBest! Het is goed! De brief zal hem gegeven worden. Nu diende ik nog te weten waar uw meneer woont.” / nDat staat in den brief,” zeide de bediende met een ongeduldig gebaar de schouders ophalend. ïHet kan toch nooit kwaad,” beweerde Griotte. »Al was het enkel om een vergissing te voorkomen.” iKöningsplatz 3.” Met open mond staarde Griotte den spreker aan.” sKöningsplatz! Brandes? Dat moet dan Georg Brandes zijn?”
Nu was op zijn beurt de bediende verbaasd en z eenigszins uit de hoogte vroeg hij : £ »Kent u hem?” r sledereen kent hem.” 1 »Hoe zoo ?” a sTen minste zijn paarden! Meneer Brandes zelf \ ken ik niet sCoriolan” heeft eergisteren de toekomstprijs gewonnen .... ik verlies daar nog vier galden r vijftig bij. En Brandes, deze Brandes laat meneer 1 Eckert uitnoodigen? Voor een partij? Hoe is het v mogelijk?” t »Hoe is het mogelijk ?” herhaalde zijn vrouw. En de kleine Annie achter de deur stond bijna het hart j stil. c De mooie livreibediende mocht niet zoo aanstonds vertrekken. Griotte bood hem een sigaar aan en zijn e vrouw schonk hem een glaasje likeur. Griotte c wenschte de aanleiding tot de uitnoodiging te weten, ^ maar natuurlijk kon de bediende hem daaromtrent (■ geen uitleg geven. Toen moest hij over Brandes , vertellen en ter verklaring van Griottes nieuwsgierig- ^ heid zij aangestipt, dat destijds heel Berlijn over |. Brandes sprak. »Hij moet honderd millioen bezitten,” beweerden ^ man en vrouw, »en eiken nacht wint hij een millioen . in de club, en bij eiken wedren, eenige honderdduizenden. Wis en waarachtig!” Juffrouw Griotte wilde weten hoe deze meneer Brandes leefde, wat hij deed en at en dronk, en Annie die snel haar japon had aangetrokken, stond achter de stoel harer moeder en luisterde met beklemd hart. De bediende kon nat uurlijk niet heel veel vertellen, trouwens Griotte liet hem niet aan het woord komen, j sWat me bovenal in Brandes aantrekt,” zeide hij met grooten nadruk, sis zijn energie. Vijfentwintig jaar geleden bezat deze Brandes niet meer als wij drieën en nu verkeert hij in de hoogste kringen. Zoo’n man bewonder tk!” De toon was zoo deftig en de woorden klonken c zoo krachtig dat de fraai uitgedoste bediende zijns ondanks een gevoel van achting voor Griotte overviel ^ en als gevolg wat behoorlijker op zijn stoel ging 1 zitten. sJa, energie!” zuchtte Juffrouw Griotte. sAls c meer menschen dat bezaten! Als mijn man energie s had gehad.” «Als ik energie had bezeten,” klonk het vol over- j tuiging van Griottes lippen, sdan zouden wij nu niet hier zitten, waarachtig niet! Dau verhuurden ( we geen kamer en sliepen niet in de keuken, zeer
zeker niet! Al is een mensch met de schitterendste geestesgaven toegerust en hij bezit geen energie, dan, mijn beste vriend, beduidt hij nog niets in de wereld. Terwille van zijn energie gevoel ik de meest mogelijke 1 achting voor Brandes * en telkens als zijn paarden winnen heb ik een genoeglijken dag.” Op dat oogenblik viel het hem weer in dat Brandes meneer Eckert had uitgenoodigd en dat nog wel voor heden avond! Dat moest hij zoo spoedig mogelijk weten en hij, Griotte, zat intusschen hier over allerlei te praten. »Trek je mantel aan, Annie, en haast je wat. Dan gaan we samen. Die Eckert zal ook groote oogen opzetten!” Annie zette een hoedje op het zware blonde haar en vloog de kamer van den heer Eckert in, om voor den eenigen grooten spiegel dien ze bezaten haar toilet in orde te maken. Het smalle gelaat met de fijne trekken, anders zacht rood getint en volstrekt niet gelijkend op een Berlijnsch gezicht, was doodsbleek en de groote oogen zagen droevig naar het beeld in den spiegel. Wat had Konrad Eekert met die rijke menschen te maken? Behoorde hij tot hen? Was hij niet pas drie weken geleden van Insterburg naar Berlijn gekomen en bij een handelsfirma kantoorklerk geworden met zestig gulden salaris? Hij kende hier niemand en was heel alleen op de wereld, had hij haar verteld, ’s Avonds zaten ze allen te zamen en den derden avond, het was op een Zondag, sprak hij met haar over zijn goeden vader die hij nauwelijks zeven weken geleden te Insterburg begraven had. De tranen waren haar in de oogen gesprongen en van dat oogenblik waren ze vrienden geworden. Wat had Brandes met hem te maken? Hij zal ons verlaten .... was haar eenige gedachte, hij zal ons verlaten .... De livreibediende was intusschen vertrokken en Griotte verscheen in de kamerdeur om zijn dochtertje tot spoed te manen. »Om elf uur heb ik repetitie en van hier naar de comedie is een nur loopens, dus, asjeblieft, cito, avanti.” Hij wierp een blik in den spiegel en knipte een pluisje van zijn jas. »Hoe zie ik er uit? Schijnbaar netjes, is het niet? Op den keper beschouwd erg sjofel.” In plaats van weg te gaan had hij nog een heelen
,ijd noodig om zijn jas te schuieren en met zijn mouw lijn hoogen hoed glad te strijken. » Aanstaanden Vrijdag speel ik den Burgleib, je zult :r verwonderd over staan, mijn kind. Je kunt Eckert neebrengen, ook hij zal er vreemd van opkijken en ets te bewonderen vinden! Ofschoon de man komt lan Insterburg en is zeker niet bevoegd om te oordeelen.” »Hij zal geen lust hebben,” meende Annie, «want lij is in den rouw.” » Juist omdat hij in den rouw is!” beweerde Griotte. »Om zich boven zijn smart te verheffen! Om zich :e stichten! Is de schouwburg geen tempel ?! Moest k heden mijn vrouw begraven dan ging ik ’s avonds ïaar de »Maria Stuart” om me door den dichter aan iet aardsche leed te laten onttrekken. Ja, dat zou k doen!” Juffrouw Marie Griotte werd stijf van schrik. »lk dood? Jij me begraven?” storterde ze. »Het was beeldspraak, verklaarde haar man, »een hypothese, anders niets !” Hij kuste haar en toen ze door de hypothese onlangenaam getroffen in tranen uitbarstte, werden ook lijn oogen vochtig en sloot hij haar teeder in zijn irmen. «Je leeft langer dan een van ons allen, Marie. re hebt een ijzeren gezondheid.” Annie trachtte haar moeder te troosten en toen de ;ranen ophielden te vloeien; constateerde de welgedane nama dat den geheelen morgen weer verpraat was. De Griottes woonden in de Tieekstraat in de onniddellijke nabijheid van een groote machinefabriek, :oodat het leven der werkplaatsen zeer duidelijk loorbaar was in de kleine achterkamer. Door de Friederichstraat naar het handelshuis en vandaar naar len Oosterschouwburg was een verre weg en toen lader en dochter het station sEriedrichstraat” bereikten, lat nog maar kort geleden voor het publiek verkeer was geopend, leek het Griotte verstandiger onmiddelijk ïaar de repetitie te gaan en den brief aan Annie toe ,e vertrouwen. Deze ging dus alleen, beschroomd overschreed zij len drempel van het groote gebouw en met onvaste stem verzocht ze den voornamen portier meneer Eckert :e willen laten roepen. Ze moest lang wachten. (Wordt vervolgd).
"DERBY". "Bredasche courant". Breda, 1904/05/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323087:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1904/05/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323087:mpeg21:p00001
«»» Veranderingen in advertentien gelieve
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering fcan worden ingestaan. DE UITGEVERS
• Verschenen en in. eiken boekhandel verkrijgbaar: GEÏLLUSTREERDE
jiids voor bmneken en omstreken. Uitgegeven door de vereeniging ïGinneken ooruit”) met wandelkaart der bosschen.
Prijs f 0,30.
bekendmaking. LICHTSTERKTE VAN HET GAS. Burgemeester en wethouders der gemeente Breda brengen ter openbare kennis, dat, blijkens het rapport van den heer dr. Reinders, in de maand April 1904 de lichtsterkte van het gas, berekend in Engelsche standaardkaarsen, bij een verbruik van 141,6 L. gas per uur, was: bet hoogst 26 April — 15.5 en het laagst 16 » — 14.5 terwijl de gemiddelde lichtsterkte was 15,05. Zwavel in mG. per M3. gemiddeld 550. Ammoniak » » » » » 0,72. Koolzuur in volume-procenten » 4,18. Breda, 25 Mei 1904. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed. GULJÉ, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.
KOEPOKINENTING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda ■ brengen ter openbare kennis, dat de gemeente-geneesheeren, op Zondagen 29 Mei en 6 Juni a. s., des ' namiddags van 1 tot 2 uur, in één der lokalen van het gemeente-ziekenhuis zullen aanwezig zijn tot het i kosteloos verrichten der koepok-inenting en her-inenting, met uitnoodiging aan de ingezetenen om van de aangeboden gelegenheid gebruik te maken, Breda, 21 Mei 1904. Burgemeester en wethouders voornoemd: En. GULJE, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris. BEKENDMAKING. ONDERZOEK VAN DRINKWATER. Burgemeester en wethouders der gemeente Breda brengen ter openbare kennis het navolgend rapport van den heer dr. K. Gorter, over het onderzoek van een monster water van de gemeente-waterleiding te Breda, genomen na 2 X 24 uren rust: Het water is helder en kleurloos. Vaste stof 62 mgr. per L. Gloeiverlies 11,5 » » » Organische stof . (3,8 mgr. kal. permang. p. L. Overeenkomende met: ) D r r Zoutzure zouten, . . . . R _ s rer L Overeenkomende met: ) * Hardheid . 1.2 Duitsche graden Ammoniak-zouten . . . 1 ! Salpeterigzure » . . . . j afwezig, t Salpeterzure »....) Lood .......... afwezig. ' Het water voldoet aan de kenmerken voor zuiver 1 drinkwater. Breda, 25 Mei 1904. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed. GUI JÉ, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1904/05/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323087:mpeg21:p00001
u Terwijl er aan den eenen kant berichten komen, s< welke spreken van het vaste voornemen, der Japanners om Port-Arthur te nemen, geelt men h
van Russische zijde voortdurend te kennen, dat deze vesting onneembaar is. De Japanners zouden minstens 80.000 van de hunnen moeten opofferen om hun doel te bereiken. Intusschen trachten de Japanners het smalle gedeelte van het schiereiland Liao-tong te vermeesteren, welks bezit noodig is om Port-Arthur geheel te kunnen insluiten. Met leger en vloot zullen de Japanners Kintschou tegelijk aanvallen. Zoo althans wordt gemeld -— ot het waar is, is een andere kwestie. Men weet dat er om het schiereiland heen vele Russische onderzeesche mijnen liggen. Wijl deze de onzijdige scheepvaart belemmeren, willen Japansch-gezinde Engelschen en ook Amerikanen een campagne tegen deze Russische tactiek op touw zetten. Te Petersburg begint men meer en meer in te zien dat de rechterflank van het leger van generaal Koeropatkin versterkt moet worden. Admiraal Skrydloff is te Wladiwostok aangekomen en algemeen denkt men dat de Russische vloct aldaar — die slechts maar een drietal kruisers (de RuriJc, de Rossija en de Gromobai) telt — nu wel wat meer van zich zal doen hooren. Eene nieuwe ramp heeft de Russische vloot getroffen, doordat de Ovel, een pantserschip te Kroonstad, gezonken is tengevolge van een ontploffing. Tien stokers zouden gedood zijn. - Nadere Inzonderheden over het gevecht te Wang-sjiatoen nabij Takoesjan op 20 dezer, toonen aan, dat een eskadron kozakken bijna geheel in de pan is gehakt. De Japansche infanterie omsingelde en sloeg het totaal uit elkaar. De officieren sneuvelden, werden gewond of gevangen genomen. Inlanders vertellen , dat eenige kozakken te voet ontsnapten met achterlating van hun uitrusting. Vele gesneuvelden en gewonden werden op het slagveld gevonden. Een telegram uit Gensan meldt dat de Russen de schrijnen verbrand en de mausolea vernield hebben, die de stichter van de tegenwoordige Koreaansche dynastie 540 jaren geleden te Hamheung (aan de Oostkust, bij Port Sjestakof) had opgericht en die de Koreanen als heilig beschouwden. Het bericht uit Koreaansche bron, volgens hetwelk er kozakken te Kjung-sung (in het
noordoosten van Korea, tusschen deloemenen de zee) staan, met twintig kanonnen bij zich, wordt bevestigd. Het zijn waarschijnlijk batterijen van de 'Transbaikalsche rijdende artillerie, waarvan verscheidene batterijen voor het uitbreken van den oorlog waren loegevoegd aan het eerste legercorps te Wladiwostok. Een Japanner die uit Jongampois teruggekeerd, bericht dat daar slechts weinig troepen zijn. Het volk is rustig, maar niet erg ingenomen met de Japansche bezetting, omdat de overheidspersonen zoo streng zijn. De Russen hebben een groote hoeveelheid bruikbaar timmerhout achtergelaten. Volgens de laatste berichten, hebben de Japanners den opmarsch opnieuw begonnen. Verscheidene kolonnes rukken thans op, ofschoon het gros van het invallende leger nog in de buurt van Feng*hwang-tsjeng staati Er loopen hardnekkige geruchten over een bloedigen slag die geleverd zou zijn tusschen het Japansche leger dat langs den spoorweg, op Liao-tong, van Poe-lan-tiën (Port Adams) uit oprukt en de Russische strijdmacht bij Kintsiou.
"RUSLAND en JAPAN.". "Bredasche courant". Breda, 1904/05/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323087:mpeg21:p00001
He Bran/cfurter Aeuung, aen nuiaigen poutieken toestand besprekende, schrijft: »Geen gewapende maar een andere ^revanche" bereidt Frankiijk voor. ’tZou niet juist of althans te vroeg zijn van een isoleering van Dnitscliland te spreken, maar het aantal van onze oprechte vrienden slinkt wel bedenkelijk. Ten laatste hebben we slechts den Paus en den Sultan. Dat zijn — teekenen genoeg — de meest reactionaire machten.” Na op het tieren der reactie in Duitschland in den breede gewezen te hebben, vervolgt het blad: »De gang der wereldgeschiedenis wordt, wat ook de materialisten beweren mogen, door de denkbeelden bepaald en in den strijd der ideeën komt de zege ten slotte altijd aan hen, die aan de wet van ontwikkeling en vooruitgang gehoorzamen. De hegemonie van Frankrijk gedurende het grootste deel van de 19e eeuw berustte feitelijk op de denkbeelden der Fransche omwenteling,
die een waren zegetocht door Europa deden Toen Frankrijk deze denkbeelden ontrouw werd ging de hegemonie op Duitschland over, dal deze verdiend had door zijn literatuur, ltunsi en wetenschap. Thans schijnt echter een andert omwisseling in te treden. Frankrijk heeft ziel naar de oude beproefde denkbeelden gekeerc en zijn aanzien en gezag nemen zienderooger toe. Duitschland daarentegen verkeert in grool gevaar op het "heele gebied van de geestelijk' politieke bedrijvigheid achteruit te raken , wal voor zijn positie in de wereld en in Europs zelf noodlottig kan worden. Deze achterlijkheic en niet de verwatering van den Driebond, is de oorzaak, waarom wij niet met vertrouwen ir de Toekomst kunnen zien.'’ De Temps herinnert aan een soortgelijk conflict met Het Vaticuan en eene katholieke regeering. Toen in 1879 in België, onder het ministerie Frère Orban, de geestelijkheid den strijd der Belgische bisschoppen teger de liberale schoolwet openlijk steunde, werd de Belgische gezant Anethan bij het Vatikaar teruggeroepen en kreeg de nuntius te Brussel Vanutelli zijn paspoort. Vier jaren lang bleven de betrekkingen tusschen België en het Vaticaan afgebroken, tot mgr. Ferrata tot nuntius te Brussel werd benoemd. De clericalen hadden kort daarna België geheel gewonnen en sederl zetten de bisschoppen daar hun beweging voort, waarbij zij niet alleen door de Boomsche curie gesteund maar ook door de clericale ministeries begunstigd worden. Een ander conflict kwam voor in Hongarije, ten opzichte van het burgerlijk huwelijk. Na den val van het ministerie-Kalnokj, eischte de Oostenr.-Hongaarsche regeering het terugroepen van den nuntius Agliardi. Daar de curie dit weigerde verliet de Oost.-Hong. gezant graaf Revertera Rome met onbepaald verlof. In dezen gaf ten slotte de curie toe en men gelooft dat het ook in den strijd met Frankrijk ten slotte daarop zal uitloopen. De Popolo Romano verzekert, dat de pauselijke protestnota geenszins een onhandigheid van den tegenwoordigen paus is. Zij is slechts een reproductie van een model, dat al onder Leo XIII was klaar gemaakt voor ’t geval een katholiek staatshoofd te Rome een bezoek mocht komen brengen. ’t Is maar de vraag of men de onhandigheid — als daar sprake van mag zijn — zoekt in het vervaardigen van het protest dan wel in de openbaarmaking ervan, vooral onder de tegenwoordige omstandigheden. De Spaansche ultramontaansche bladen kiezen warm partij voor den Paus naar aanleiding van het conflict met Frankrijk. Nu is het tijd om len Paus te troosten in deze zware dagen, schrijven zij, en ons te toonen als brave kinderen, zulk een vader waardig. Bij het bezoek dat koning Victor Emanuel binnenkort aan Bologna denkt te brengen, zal Hij ook officieel verwelkomd worden door kardinaal Svampa. Bologna ligt in het gebied van le vroegere pauselijke legaties, en daarom wekt leze tegemoetkoming van het Vaticaan groot ipzien. Men verklaart haar als een poging om len indruk van de heftige woorden die in bet irotest aan Frankrijk over Italië staan te lezen, ;e verzwakken. Be aanslag- van zekere mejuff. Merjeïewski >p den Tsaar blijkt achteraf volstrekt geen lanslag op den Tsaar te zijn geweest. Wel leeft het meisje eenigen tijd in voorloopige lechtenis doorgebracht, doch zulks op de bechuldiging van met haar broeder gezamenlijk e hebben gepoogd om te Kroonstad de bewaardaats van pyroxyline te laten in de lucht liegen. Mejuff. Merjeïewski is inmiddels reeds weer ip vrije voeten gesteld. Het bovenstaande wordt tenminste verzekerd [oor den Echo de Paris. De Standaard verneemt uit Pretoria: Ctene■aal De la Bey, op het Boerencongres over le schoolkwestie sprekende, protesteerde tegen len haat van de Engelschen tegen het Hollandsch. )e Boerenkinderen behooren de Boerentaal op loerenscholen te leeren, zeide hij. Verder zeide )e la Rey, dat de Boeren geweren moeten lebben, om gewapend te zijn tegen aanvallen an Kaffers. Het congres besloot mede, een Joerenbond te stichten. De Times, die den eisch der Boeren betrefende het Hollandsche taalonderwijs afwijst, cht de stichting van het Boerenverbond het ;ewichtigste besluit van het congies. Het blad erwacht dat Transvaal eerlang zijn eigen Afri:aander Bond zal hebben, even machtig als ijn Kaapsche voorbeeld. Generaal De la Rey zeide ook nog, dat de loeren niet met de Engelschen zullen samenperken, wanneer de Engelschen hen wantrouwen, lijn toespraak heet zeer patriottisch. De marine-attachés der Vereenigde Staten in et buitenland hebben last gekregen een verslag ï te dienen over het gevaar voor neutrale ffiepen tengevolge van de langs de Mantsjoersche ust drijvende mijnen. De inlichtingen der ttachés zullen worden overgelegu aan den algemenen marineraad, die zijn meening aan den resident zal mededeelen. Als de gelegenheid et gewenscht maakt zullen vertoogen bij de :>rlogvoerende partijen worden ingediend.
"Algemeen Overzicht". "Bredasche courant". Breda, 1904/05/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323087:mpeg21:p00001