I. Het steeds lijviger wordende boekdeel waarin jaarlijks den toestand onzer gemeente wordt uiteengezet, begint met een »Ter herinnering” aan de Academiefeesten. Daarin wordt hulde gebracht aan de commissieleden, die de feesten voorbereidden en aan de deelnemers, die de dagen van 21—24 October op zoo vroolijke en onberispelijke wijze gevierd hebben. De bevolking is in 1903 slechts met 35 zielen vermeerderd. Op het einde van 1902 was zij verdeeld in 12681 mannen en 13891 vrouwen. 31 December 1903 waren deze getallen respectievelijk 12715 en 13892 of totaal 20607. Er werden 826 kinderen geboren, terwyl
488 mannen en vrouwen afreisden naar the undiscoveerd cointry from [whose bourn. No traveller returns. 176 jonkmans, jongedochters, weduwnaars enz. lieten zich Ilymen’s zoete banden aanleggen en bij 3 huwelijken bleek de liefde niet bestendig van duur, waarom zij werden ontbonden. Het aantal paartjes dat zich in den huwelijken staat deed opnemen was in 1903 minder dan de vorige jaren, het jaar daarvoor was dit 221. Naar godsdienstige gezindten is de bevolking aldus te onderscheiden: Roomsch Katholieken 20725, Nederduitsch Hervormden 4728; Evangelisch Lutherschen 252; Hersteld Lutherschen 86; 1 ransch of Waalsch Hervormden 93; Doopsgezinden 137; Remonstranten 79; Christelijk afgescheidenen 104; Anglikaansch Episcopalen 4; Oud-Roomschen of van Bisschoppelijke Clerezij 4; Nederlandsch Israëlieten 240; tot geene der genoemde gezindten behoorende 155. Het aantal kiezers bedraagt voor de leden der Tweede Kamer en voor die der Prov. Staten 3035, voor leden van den gemeenteraad 3017. Uit het verslag van den archivaris, ■ dr. J. F. Corstens, nemen wij over: De boekerij bevindt zich in goeden staat, en met genoegen kan en mag ik : verklaren, dat menigeen in Men loop i ran dit jaar een nuttig gebruik daarvan i naakte. Mijns inziens echter zou deze )elangrijke verzameling hoogst belang-
^waaiVcUi IK in mijn verslag over het jaar 1900 eenige historische bijzonderheden vermeldde), nog in veel hoogere mate belangstelling wekken, en veel meer nut kunnen stichten, wanneer het UEd. Achtbaren mocht behagen mij te machtigen uitvoering te geven aan het volgende plan. Gaarne zoude ik door den druk eenen catalogus verspreid zien, waardoor de aandacht van meerderen dan tot nu toe het geval is, op onze boekerij werd gevestigd, tot nut en in ’t belang van velen. Werd deze dan tot een beperkt aantal exemplaren uitgegeven en voor matigen prijs te verkrijgen gesteld, dan zou het offer, door de gemeentekas hiervoor te brengen, waarschijnlijk niet zoo groot zijn, dat men voor deze onderneming behoefde terug te deinzen; misschien, ja, zou ’t blijken, dat van het geopende crediet geen gebruik behoefde gemaakt te worden. Andere gemeenten van naam,’t vorige jaar nog de gemeente Leiden, zijn ons voorgegaan; en naar mijne bescheiden meerling is de wenschelijkheid, om tot ien voorgestelden maatregel over te ?aan, nog verhoogd door het feit, dat iet vorige jaar onze bibliotheek verrijkt s met een twee honderd pamfletten, die betrekking hebbende op Breda. Deze pamfletten, waaronder zeer zeld.ame, zijn door mij gekocht op de veiling i Ier boekerijen van Hees wijk en Haaren i n kunnen als eene groote aanwinst 1 porden beschouwd, wijl zulk eene ver- ’
zameling aan te treffen eene hooge zeldzaamheid genoemd mag worden. Wat het archief betreft, kan ik mededeelen, dat ik ook dit jaar heb voortgewerkt, overeenkomstig het plan, voor tien jaren door mij ontworpen. De verschillende registers bevatten de resoluten van den magistraat, van de municipaliteit en van het gemeentebestuur, zijn bijna geheel geïnventariseerd. Met het inventariseeren van de registers van missieven ben ik een goed eind gevorderd, eft vele regesten hebben op de respectieve lijsten een plaats gevonden. Het nut van dezen arbeid heb ik te vaak reeds betoogd, dan dat ik er nog op zoude terugkomen; en dat hij tijdroovend is en van langen duur moet zijn, behoeft hem, die zulks begrijpt, niet bewezen te worden. Zoet evenwel is de gedachte, dat het eenmaal zoo ver zal zijn gebracht, dat door mij zelf, naar ik hoop, of door mijn eventuëelen opvolger, zoo hij volgens mijn plan voortwerkt, het archief in zulk een bruikbaren staat zal zijn gekomen, dat naar geen zaak of persoon, waar omtrent in ons archief nasporingen kunnen worden gedaan, zal kunnen worden gevraagd, of de vereischte inlichtingen zullen binnen korten tijd kunnen gegeven worden. Velen hebben zich ook dit jaar persoonlijk of per brief tot mij gewend en
meestal was ik in staat de gewenschte inlichtingen te verschaffen.. Het voorstel dat de ijverige archivaris hierin doet behoeft o. i. geen langdurige overweging; wanneer een catalogus der boekerij meer verspreid is en alzoo een meer algemeene kennis ontstaan is van den inhoud van het archief zal ongetwijfeld een grootere belangstelling gewekt worden voor de verzameling merkwaardige boeken en geschriften, welke het eigendom onzer gemeente is. Wij vertrouwen dat het bestuur van Breda den gegeven wenk spoedig zal volgen. Over de geldmiddelen het volgende: De ontvangsten en uitgaven hebben, volgens de bij besluit van den gemeenteraad van den 12 September 1903 voorloopig vastgestelde rekening over het dienstjaar 1902 in het geheel bedragen: Ontvangsten f 6386S2.325 Uitsaven » G9WT1Q 7«*
Goed slot f ^3342^547 De schuld der gemeente bedroeg f 1993849,615. Alzoo bijna 2 millioen — nogal welletjes, lijkt ons. Uit het verslag van de gezondheidscommissie nemen wij over: De algemeene toestand der volksgezondheid binnen de gemeente Breda was gunstig. De sterfte was betrekkelijk niet groot, en, behoudens de hierna te vermelden gevallen van besmettelijke ziekten, kwamen bijzondere ziektegevallen niet voor. 1. Lij onderzoek ter plaatse, vergezeld van den gemeente-architect, bevond de commissie, dat het treurig gesteld Was met de waterloozing aan het Nonnenveld te Breda. Tengevolge der lage ligging, vooral van het middelste gedeelte van
het blok omsloten door Oude Vest Keizerstraat en Nonnenveld, en tengevolg* van het ontbreken van riolen werd he water niet afgevoerd en ontstonden daai vuile en voor de gezondheid schadelijk* greppels en poelen. De commissie meende, dat verbetering van dien waarlijk onhoudbaren toestanc voor wat betreft de dichter bij een dei genoemde straten gelegen perceelen, t* verkrijgen was door aansluiting aan hel gemeente-riool. Voor wat betreft hel bovenbedoelde laag gelegen middelste gedeelte achtte zij verbetering alleen te verkrijgen door middel van ingrijpende maatregelen, misschien zelfs alleen door het onteigenen van verschillende perceelen zóó, dat er een straat kon worden aangelegd, die bovenbedoeld blok doorsnijdt en waarin een riool kon worden gemaakt voor de waterloozing der aan of nabij die straat gelegen perceelen. De commissie gaf bij brief van 12 Mei 1903 aan den raad der gemeente in overweging een plan tot verbetering van den toestand op de hierboven aangeduide of op andere meer deugdelijke wijze te ontwerpen. Deze zaak is bij den raad der gemeente nog in behandeling. 2. Door de commissie werden bij onderzoek de volgende overtredingen geconstateerd van artikel 38 der verordening regelende de bouwpolitie in de gemeente Breda, luidende: »Het is verboden leidingen, slooten of poelen te hebben, die geen of onvoldoende afwatering op de openbare wateren of riolen hebben.” Sluisstraat 13—25 slooten of poelen zonder afwatering. Sluissingel 34—39, onvoldoende afwatering door niet in goeden staat zijn van zinkput en leiding. Haagdijk 154—171o, sloot of poel zonder afwatering. Aan het gemeentebestuur werd verzocht maatregelen te willen nemen, opdat aan den onvoldoenden toestand een einde werd gemaakt. Het gevolg daarvan is
O O O , geweest, dat maatregelen werden genomen , en de vereischte verbeteringen werden aangebracht aan de Sluisstraat en aan den Sluissingel. De verbetering van den toestand aan den Haagdijk ondervond vertraging, ] doordat twee eigenaars daarbij waren betrokken. , Over de wenschelijkheid van het instel- : len van een woningonderzoek werden 1 in meerdere vergaderingen besprekingen gehouden zonder dat een bepaald besluit < daaromtrent werd genomen. £ In de vergadering van 11 November s 1903 werd besloten een onderzoek te t gaan instellen aan de Jan van Polanenkade, waar volgens verklaring van den gemeente- architect verschillende zeer slechte, misschien wel de slechste woningen waren te vinden. Dit onderzoek geschiedde op 14 November 1903. Op verschillende plaatsen werden toestanden aangetrofïen, die, na het in werking treden der in artikel 1 van de .woningwet bedoelde voorschriften, tot optreden der commissie aanleiding zullen geven. Ook in den omtrek werd een kijkje genomen, en zoo kwam men door een gang aan den Achterom aan een 9-tal woningen, naast elkaar gelegen, die ter bewoniDg ongeschikt en niet meer in bewoonbaren staat te brengen bleken te zijn (sectie A, nos. 1612—1620). De commissie besloot daarop in hare vergadering van 2 December 1903 aan het gemeentebestuur te adviseeren, deze woningen onbewoonbaar te verklaren. Bij brief van 5 December 1903 werd aan dit besluit uitvoering gegeven. De commissie ontving kennis van: 1 geval van typhus; 2 gevallen van febris typhoïdea; 5 gevallen van pokken; 6 gevallen van roodvonk, en 5 gevallen van diphtheritis. De commissie hield terstond eene buitengewone vergadering toen in Mei
, enkele gevallen van pokken voorkwamen. 3 Er werd besloten aan B. en W. te t adviseeren, op de aanstaande kermis c geen kermisreiziger toe te laten, die 3 zich niet met zijn gezin en zijn personeel opnieuw liet vaccineeren. B. en W. ? handelden) overeenkomstig dit advies. 1 De waterleiding-exploitatie gaf een batig saldo van f 24941,52*, die der gasfabriek i van / 55830,06. t Dit is ongetwijfeld een mooi winst: cijfer — te opmerkelijker, waar dit een : jaar vroeger slechts f 16612,64* was en ! in 1901 niet meer dan ƒ 9993,82*. Hoe 1 bloeit onze gasfabriek nu! Over den toestand van het lager onderwijs wordt door de plaatselijke commissie o. a. gezegd : Dat het onderwijs in het afgeloopen jaar weder goede vruchten droeg, kan onder anderen hieruit blijken, dat van de eerste openbare school elf leerlingen examen deden voor de H. B School, waarvan er negen slaagden, terwijl de twee, die niet werden toegelaten, examen deden ondanks het stellig afraden van het hoofd der school; verder deed een leerling van dezelfde school examen voor het gymnasium , een voor surnumerair der staatsspoorwegen en een voor het seminarie IJpelaer. Van de openbare tusschenschool aan de Ginnekenstraat slaagden vijf leerlingen van de hoogste klasse voor de rijksnormaallessen. Van de openbare tusschenschool aan
de Boschstraat namen twee leerlingen deel aan het toelatings-examen voor de rijksnormaallessen en een leerling aan het admissie-examen voor de hoogere burgerschool, welke alle drie slaagden. Het aantal openbare scholen was in 1903 als volgt: 1. Eene eerste school voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs voor jongens en meisjes. 2. Eene school voor meer uitgebreid lager onderwijs voor meisjes. 3. Eene tweede of tusschenschool voor jongens en meisjes aan de St. Joostkapel. 4. Eene tweede of tusschenschool voor jongens en meisjes aan de Boschstraat. 5. Eene tweede of tusschenschool voor jongens en meisjes aan de Nieuwehuizen. 6. Eene kostelooze school voor jongens en meisjes aan de Kloosterlaan en eene aan die school verbonden herhalingsschool voor jongens en mannelijke volwassenen. 7. Eene kostelooze school voor jongens en meisjes aan de Middellaan en eene aan die school verbonden herhalingsschool voor meisjes en vrouwelijke volwassenen. ( Wordt vervolgd.)