EERSTE BLAD.
wie jij Dieua, ueu nuuiuer uiugang van ne kooi' der Groote Kerk betreedt, ziet daar d laatste rustplaats van Engelbert I van Nassau die in 1443 bij uitersten wil dezen plek al zijne begraafplaats aanwees. Zijne gemalii volgde hem drie jaren na zijn dood en wer naast hem begraven. Deze Engelbert I was in 1403 gehuwd me Johanna van Polanen, erfdochter van Jan vai Polanen, heer van de Leek, eigenaar van.Stai en Lande van Breda, zoodat door dit huwelijk de graaf Engelbert, Heer van Breda werd, ei daardoor is Breda de eerste stad geweest ij Noord-Nederland, die den band met de Nassau’ aanknoopte. Den 24 Augustus 1404 hielden Engelbert me zijne gemalin Johanna hun plechtigen intoch in de stad, en onder het luiden der klokken het wapperen der banieren en vlaggen, en to groote blijdschap en vreugde der inwoners werder de graaf on dc gravin als Baanderheer er Vrouwe gehuldigd. Vijfhonderd jaren zijn er sinds die heugelijks gebeurtenis voorbijgegaan, en niettegenstaande den geweldigen stroom der wereldgeschiedenis is de band tussciien bet geslacht der Nassau’i en Breda voortdurend blijven beslaan. Toe: nu later, door erfenis, bet Prinsdom Orartjt ook bij de bezittingen der Nassau’s gevoeg: werd, waren de prinsen van Oranje, ten aller tijden trotsch op Breda als oudste bezitting er zeker is er nooit geestdriftvoller feest in Brede gevierd, dan toen , den 29 Maai t 1552, Willem I, Prins van Oranje en graaf van Nassau als Heer van Stad en Lande van Breda werd gehuldigd, ofschoon bij, zooals boven gezegd is. niet de eerste Heer van Breda was. En wat, van af dien oudsten tijd, de vorsten van Oranje-Nassau geweest zijn, piet alleen voor Breda, maar voor de gJieele Natie, kan aangetoond worden uit het groot aantal beroemde personen die uit het geslacht zijn voortgekomen Getuige, een der volgende graven , Engelbert II, die door tijdgënooten en nakomelingen wordt geroemd om zijn uitstekend karakter en die aan zijn wapen, als Ridder van het Gulden Vlies, de spreuk toevoegde: »Ce sera möi, Nassau”. Zijne graftombe in de Groote Kerk wordt als een bijzonder kunstwerk van beeldhouwkunst geroemd en jaarlijks door honderden vreemdelingen bezocht; Getuige verder, de stadhouders Willem van Oranje, Prins Maurits, Frederik Hendrik en Willem III, waarvan onze vaderlandsche geschiedenis met gulden letters gewaagt; Getuigen de belangstelling der Koningen Willem I, Willem II en Willem III in onze stad en de oprichting der Koninklijke Militaire Academie; Getuige ten slotte de nog, vertelt in het geheugen liggende gebeurtenis der komst van Hare Majesteit, onze beminde Koningin, den 25 September 1894 in Breda! Ja, zeker, nog versch in het geheugen, ofschoon liet nu al 10 jaren is geleden en nog zien wij allen onze vei’sierde straten, het rijtuig inet vier paarden bespannen; nóg hoören wij het eindelooze gejubel van het volk, overal, waar Zij zich vertoonde, en nog zijn wij allen, die het bijgewoond hebben, onder de indruk van dat waarlijk treffende oogenblik, toen de Koningin met hare Moeder op het bordes van het stadhuis op de Groote Markt verschenen, het eindelooze gejuich een oogenblik ophield, en de gezamenlijke jeugd van Breda onder de, leiding van den beer Govert Dorrenboom het nog lang niet vergeten lied zong: ïDeKoningin, zij leve I” * * * Moge dan de 24ste Augustus 1904, de vijfhonderdste verjaardag van het vorstelijk verbond
met de stad Breda, een dag zijn van geestdri en vreugde; een dag, waarop de geheele bi volking zal gevoelen, dat de dierbare vrijhei — en het heilige pand van het recht de schu „ tende wachters zijn in het veilige Vaderland ? Met die gedachte zien wij met verlange P het verrijzen van het aanslaande gedenkteeke ^ tegemoet; en met die gedachte brengen wij „ aan het. einde van dit opstel, van uit de sta U onzer inwoning, zéker uit naam van allen een eerbiedigen groet naar Het Loo, aan Haar in wie, zooals wij vroeger meermalen zeiden nog altijd, tot op den huidigen dag wordt be lichaamd: de Majesteit van de Vrouw, d at Koningin en de heilige Traditie! le R. METELERKAMP. 1 y ' ,
"Het 500-jarig bestaan van het Doorluchtig Huis van Nassau-Oranje als Heeren van Breda.". "Bredasche courant". Breda, 1904/08/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323140:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1904/08/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323140:mpeg21:p00001
Fragment uit„ORAN JE-NASSAU”: ■ NASSAU. Koor der N o r 'u e n. Wij werken en weven aan ’t weeftouw der wereld, Den oeresch bewakend, aan Wodan gewijd. Wij spinnen en spoelen, Omweven, omwoelen. Doorwerken naar wilkeur des sterflings stramien. O e r d. Waar rijzende rotsen den Rijnstroom omringen. Zijn wateren wielen in woedende drift, Waar Lahnzangen ruischen,. Maar smelten in ’t bruisen, Als suizende zephyrs in steigerenden storm, Daar korne tot kiemen een kostbare korrel En vinde er baai1 voedsel in vruchtbare voor. Moog welig zij groeien En rijkelijk bloeien, Moog rijpen haar bloesem tot volrjjpe vrucht. Wèrdandi. Met zorgende liefde, zal ’k waren haar wasdom, Beschermen en schutten bij dreigenden nood. Het woeden der winden, Zal wakend mij vinden, k Zal stalen den stam, wen het stormweer [hem buigt. S k o e I d. 1 Uw korrg] moog kiemen tot krachtigen woudreus, Maar — spreidt hij beschermend zijn [schaduwend loof, Dan trefl’ hem hel weder Ën veile hem neder, Dan knakke zijn kruin in krimpende pijn! (1) Oerd en Wèrdandi. Zijn kruin moge knakken, zijn kracht zal niet [krimpen, Noch luwen het leven in stam of in loot. Het purper zal stijgen Om stam en om twijgen, De koningskroon schauwen en schermen zijn [groei! Koor der Nomen, De mensch moge meenen zijn meester te wezen, Hij legt slechts de doodverf op ’t doek zijner daëtn, En mocht hij ’t bemalen, Wij Nornen bepalen En menglen zijn kleuren op ’t maagdlijk palet. ORANJE. Koor der Norne n. Wij werken en weven aan ’t weeftouw der wereld, Den oeresch bewakend aan Wodan gewijd. Wij spinnen en spoeden, Omweven, omwoelen, Dóórwerken naar wilkeur des sterflings stramien. W erdandi In ’t zonnige Zuid, waar de bloesem der bruiden De bergen ombalsemt, de gouwen doorgeurt, Waar zonnelichts stralen Met goudblos doen pralen. En riinen Ha in'nnht A /0\
ft Daar deed ik bereiden een. vruchtbaren bodem 3- En strooide ik een zaadje met zorgvolle hand. d Moog statig het stijgen, t- Zijn kruine niet neigen Maar trotsen het woeden van weder en wind. n n Oerd. ■ Het woekrende kruid, dat zijn grond mocht ^ [doorwoelen, > Omweven zijn wortel, omstrikken zijn stam, Verkwijne, vérsterve, > Verdwijne, verderve, Dat veilig ’t moog wassen in wëligen groei I e S k o e 1 d. Uw zaadje moog stijgen, maar dra zal het zinken E En neigen ter neder, ten wenkenden Niet! (3) Zijn stam zal verkwijnen, Zijn naam zal verdwijnen, Verwischt uit de wereld voor eeuwige wijl! O e r d en Wèrdandi. Zijn stam moog verderven, zijn naam zal niet [sterven, Maar leven als leus, zoo in oorlog als vrêe! Zijn loover zal kransen j Zijn bloesem omglansen. Dën Nassauerkroon in den Neerlandschen tuin. Koor der Nornen. De mensch moge meenen zijn meester le wezen, Hij legt slechts de doodverf op ’t doek zijner d&an! En mocht hij ’t bemalen, Wij Nornen bepalen En menglen de kleuren op ’t maagd lijk palet Fr. G. Stein. (1) Willem III, Koning-Stadliouder, hoofd van het Huis Nassau jongere linie, stierf kinderloos. ’ (2) Arausio, de Romeinsche naam voor Oranje. (3) Vermoedelijk stierf het eerste grafelijk Hui3 van Oranje reeds in de 9de eeuw in mannelijke en vrouwelijke linie uit; in elk geval in 1544 fnet den dood van René, afstammeling in vrouwelijke linie der Prinsen van Oranje.
"Nornenzang.". "Bredasche courant". Breda, 1904/08/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323140:mpeg21:p00001
8>E BARONIE VAN BREDA (STAD EN LANDE). 1404 — 24 Augustus — 1904. ■; , De stroom der eeuwen wiegelt voort In .zelfbewuste kracht ; Hij voerde in de ijle ruimte meê Het wel en wee van Lande en Stee, Geketend aan zijn macht. Maar wat ook in den stroom des tijds Voorgoed ontvlieten moog’; ’t Blijft leven in ’t historieblad, Dat ’t beeld van ’t rijk verleen bevat, ’t Blijft leven voor ons oog. Der eeuweutrots is ’t heuglijk feit, De gloor van ’t feestgeruisch, Dat toog vijf honderd jaar geleên Een Telg naar deez’ gewesten heen Uit ’t Graaflijk Nassau-huis. Hij, de Eerste Nassau hier te land, Kwam wettig in ons oord; Daar werd Hij — moedig, kloek en vroed — Als Heer der Baronie begroet, Met eer en liefde omgloord. De Stad, haar’ Baanderheer getrouw En ’s Graven Gemalin, Zag ruimschoots liefde en trouw beloond . En steeds veel gunsten zich betoond Vanat ’t vermaard begin. Oranje en Nassau groeiden saam Ten hooggevierden stond; En zie, ook weer de Oranje-Zoon Ontving ’t eerst hulde en vreugdbetoon Op onzer vad’ren grond. Breda is van ons Koningshuis Terecht de bakermat. Daar rust des Voorzaats dierbre stof, Omkranst met aller liefde en lof, Vereerd door Lande en Stad.
En van geslachte tot geslacht Bleef de oude band bestaan Nassau, Oranje en Baronie, In trouw elkanders evenknie, Zag men steeds samengaan. Hooge rijze dan de juichtoon op Op dit merkwaardig feest; Hoog, hoog stijge onze jubelklank, Ons lofgezang, in reinen dank Doorgloeiend hart en geest. Het dra te stichten monument Vereeuwig’ ’t grootsehe feit. Dat ieder in die hulde zie De trouw van Stad en Baronie, Haar groote dankbaarheid! In Neerlands dierbre Koningin Wordt ’t zeldzaam feest gekroond; In Haar, in Wie ons Stamhuis bloeit, Die voor Haar Volk van liefde gloeit, En in óns harte troont! De Algoede zeeg’ne ’t Vorstenhuis, Dat hier Zijn’ oorsprong nam. Hij geve duurzaam kracht en groei En rijken, nieuwen levensbloei Den glorievollen Stam! A. R. V.
"Nassau-Orarrje". "Bredasche courant". Breda, 1904/08/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323140:mpeg21:p00001
Alweer een slecht bericht voor de Russen: De Nowih is in den grond geboord. Het is te begrijpen, dat de Tsaar, baDg geworden voor de vreeselijke verliezen in het Verre Oosten, bang ook voor het lot van Port Arthur , graag de doopplechtigheid van den troonopvolger zonder eenige festiviteit zou willen doen plaats vinden. Het begint bijna op een heel droevig sprookje te gelijken, dat vervolgverhaal van oorlogsschepen, die in den grond geboord of op andere wijze gezonken zijn. Terwijl de Nowik tevergeefs getracht heeft Wladiwostock te bereiken, is, naar gemeld wordt, de grootere kruiser Diana te Saigon binnengeloopen. Dit laatste schip is dus een eind buiten de koers geraakt, geheel in de Zuid Chineesehe zee op Franseh grondgebied. Betreffende de- Oostzeevlpot nog altijd geen nader bericht' Sommige bladen beweren, dat het slechts uitgevaren is om een proeftocht te doen, anderen zijn van meening, dat dit eskader wel nooit in de wateren van het Verre Oosten zal komen. De. Temps zegt zelfs, dat als het eskader er komt, het Port Arthur in handen der Japanners en Wladiwostock dichtgevroren zal vinden. De hardnekkige aanvallen op Port Arthur houden aan. De overwinning ligt nog steeds in t midden. Een Chinees, die hier van Port Arthur is aangekomen, verklaart, dat de Japanners herhaaldelijk stormen, gesteund door artillerie. Zij rukten dwars door het gebied der Duivenbaai op, wierpen de Russen op hun voornaamste verdedigingslinie terug, maar het was de Japanners onmogelijk om hun stellingen te houden tegenover het moorddadige Russische vuur. De Japanners moesten noordwaarts terucvallen. Gedurende 48 uren hebben de Japanners een belangrijk fort op den berg Its-sjab gebombardeerd; daarna rukte de intanterie op en dreef' de Russen terug. De Russische artillerie opende daarna het vuur op de stelling en dwong de Japanners om nu zeil terug te trekken. Op bevel van Kuropatkine is generaal Stackelberg, de ongeluksvogel van Wafangou, van zijn post ontheven. Hij deelt dus het lot van Sassulitsch, den commandant der Jalu stelling.
"RUSLAND en JAPAN.". "Bredasche courant". Breda, 1904/08/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323140:mpeg21:p00001
Men zendt ons De Bode van 19 Augustus waarin liet onderstaande gedichtje voorkomt overgenomen uit La sainte Familie te Gent en dat als proeve gelden kan hoe de bijzondere school naastenliefde beteelt en hoe weinioafkeerig zij is van gruwelijke overdrijving. De titel van liet bombastisch versje is sl’Ecole saus Dieu, poésie dedieé aux enfants de nos écoles chretiennes”.
Qu’importent les dragons qui vomissaient la [flamme? Les ogres qui buvaient le sang comme du vin ? .. . Ils en voulaient aux corps; ce monstre en veut [a 1’ame, A 1’ame blanche encor du baptême divin, II crache au front béni des enfants de votre üge; Ce démon les salit de sa bave d’enfer! II prend leur coeur si pur, si faible, et, dans [sa rage, II l’écrase ou Penchaine en des cereies de fer. Pauvres enfants, nous serons a la défence, II vous cherche a toute heure, il vous guette [en tout beu; Mais il a pour sa haine un lieu de préférence, Un repaire choisi: c’est... l'école sans Dien. II en chasse la croix, d’oü Jésus nous appelle Nous tous que la douleur ou la vie a brisés. 11 ose y bannir Dieu du livre qu’on épelle; II y ronge la foi dans les coeurs baptisés -.. Jadis il égorgeait des femmes sans défense, Des prêtres, des vieillards, sur 1’ignoble échafaud; Plus crue!, dans l’école, il aveugie 1’enfance, II lui crève les yeux, en hurlant: II le fout! Je ne vevx plus qu’au ciel on leve la paupiere; Le ciel, n en parlez plus, a moins de blaspkémer ! . . . II ricane de tout, riième de la prière, De Jésus qui nous aime et qu il défend d’aimer. 11 défend de cliérir notre noole patrie, La Belgique, nos princes, nos héros et nos saints; A la place, il nous montre une terre fiétrie, Rouge de sang, foulée aux pieds des assassins 1 II verse aux coeurs d’enfants le vice et le [mensonge; Ne crains rien, leur dit-il vole et désobéisl... Que deviendriez-vous enfants ? j’ai peur quand [j’y songe: S’il manquait pour vos ames des défenseurs [au pays! Be Bode qualificeert het nog als een overschoon gedicht. Misschien is dit juist in den zin dat de hoedanigheid over het schoone is n.1. dat de gezwollen , knarsende en klapperende taal er schoonheid aan ontneemt. Aan Adolf Heek, den man, die jarenlang onschuldig in de gevangenis sleet, den «Engeischen Dreyfus,” zooals sommigen hem noemden, is van wege liet ministerie van Jhstilie een bedrag van 2000 p st. schadevergoeding aangeboden, op voorwaarde, een stuk te zullen onderteekenen, waarin hij verklaart, dat hij voortaan van alle verdere vorderingen tot schadeloosstelling en eerherstel afziet. De Daily Mail en andere couranten betitelen dit aanbod met den naam «officieele chantage” en beschouwen ’tals een bekentenis van overheidswege, dat Beek zijn onschuld volkomen bewezen heelt. Genoemde bladen raden Beek dan ook aan, het aanbod af te slaan en zijn proces voort te zetten. De openbare meening is zeer ontroerd. Men is van oordeel, dat het ministerie van Justitie moeite doet om eenige rechterlijke ambtenaren te dekken, die liever een onschuldige lieten lijden, dan dat zij voor hun dwaling durfden uitkomen. De Times zelfs wijdt aan de zaak van Beek een hoofdartikel. Een nieuwe wet in Rusland kent de vi ouwelijke artsen dezelfde rechten toe als aan de mannelijke, ook het jus promovendi. Het einddiploma van een meisjesgymnasium opent na een moeielijk aanvullingsexamen den toegang tot de geneeskundige studie, mits de studente niet ouder is dan 29 jaar en niet jonger dan 19, en zij geen Jodin is Er mogen nl niet meer dan 3 pCt. Jodinnen onder de studenten zijn , evenals aan de mannelijke scholen. Het Nowosti dringt aan op opheffing van dezen beperkenden maatregel. re ouaruin uesiaai oeieeaiging van oen paus moeten doen. z,lj moeten dan op alle mogelijke manieren, door hèt wegblijven van officieele feesten, het niet-afstaan van kerken voor plechtigheden en dergelijke daartegen prolesleeren. De Voca della Varite gaat zoover, te verklaren, dat de kwestie eigenlijk heelemaal niet bestaat: er is toch maar* een Principe di Horna en dat is de opvolger van Petrus. Het rumoer in de pers is dus geheel overbodig. Hot is te hopen, dat dit antenataal rumoer geen omen voor het leven van den vurig gewenschten Itahaanschen troonopvolger zal zijn. De Duitsche bladen van verschillende richting bespreken een ernstig koloniaal schandaal, dat in de verte doet denken aan de gruwelen van den prins Von Arenberg. In Duitsph-West-Afrika heeft een onderofficier bij den hospitaaldienst een sterken neger op schandelijke wijze in vijf dagen doodgemarteld. In al dien tijd kreeg de ongelukkige maar driemaal voedsel en dat wel in den eersten dag van zijn hechtenis. Van Dinsdag tot Zaterdag, den dag van zijn dood, kreeg hij niets te eten Om hem wat op te monteren , overgoot de wreedaard zijn slachtoffer, dat krom in de boeien was gesloten, op eèn kouden winterdag zoo lang met ijskoud water, dat het geheel in het water lag. Er werd zelfs een dijkje om hem heen gemaakt, om de afvoer van het water te beletten en zoo liet men hem sterven. Ware de dader nu onnvddeliijk vervolgd en veroordeeld, dan zou de zaak, hoe schandelijk ook, daarmede uit zijn geweest, doch de districtschef, luitenant Von Stempel aan wie deze zaak door een farmer, Groeneveld geheeten, was aangebracht, deed niets om den onverlaat te vervolgen. Ja, kort daarna werd Groeneveld wegens meineed tot drie jaar tuchthuisstraf en later nog tot andere straffen veroordeeld door de plaatsélijke rechtsprekende beambten en werd van de aanklacht wegens meineed eerst door het «Oberlandesgericht” te Windhoek vrijgesproken. Met nadruk worden er thans door de pers nadere en beslissende ophelderingen gevraagd. In de Vereenigde Staten zijn tegenwoordig f»3 vronwelijke predikanten, en daarenboven zijn er nog 18 vrouwen, die het recht hebben den kansel te beklimmen. De beide kamers van Ecuador dienden bij de regeering een ontwerp in, waarbij zij de sclielding van kerk en staat, en de nbeslagneming der kerkelijke goederen vragen. Een wervelstorm heeft te St. Louis groote verwoesting aangericht. Twee menschen werden gedood en 60 gewond. De gebouwen van de wereldtentoonstelling hebben geen schade ge- 1 kregen.
"Algemeen Overzicht.". "Bredasche courant". Breda, 1904/08/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000323140:mpeg21:p00001