BELASTING OP DE HONDEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Breda, brengen ter algemeene kennis, dat het heden door hen opgemaakt 1ste aanvullingskohier van de belastingop de honden, voor het dienstjaar 1904, van 12 December af gedurende veertien dagen op de gemeente-seeretarie ter inzage zal aanwezig zijn en na verloop van dien termijn aan den gemeenteontvanger ter invordering zal worden uitgereikt. Breda, 12 December 1904. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed. GULJÉ, burgemeester. A. R. VERMEULEN , secretaris.
Bredasche courant
- 14-12-1904
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Bredasche courant
- Datum
- 14-12-1904
- Editie
- Dag
- Uitgever
- W. van Bergen
- Plaats van uitgave
- Breda
- PPN
- 421095903
- Verschijningsperiode
- 1814-1941
- Periode gedigitaliseerd
- 11 april 1814 - 1814, no. 13 (16 april) - jrg. 150, no. 110 (11 mei 1940) ; jrg. 150, no. 111 (22 mei 1940) - jrg. 151, no. 417 (15 okt. 1941)
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Breda
- Nummer
- 148
- Jaargang
- 113
- Toegevoegd in Delpher
- 21-01-2019
BEKENDMAKING.
RUSLAND en JAPAN.
Het Journal de St.-Pé'ersbourg en andere Russische bladen betwijfelen de waarheid van de berichten over de vernieling van het PortArthur eskader. De schiijver in laatstgenoemd blad zegt, dat het lot der vloot van het hoogste gewicht is voor de vraag van Ruslands toekomstige heerschappij in den Grooten Oceaan. Het vernielen van vijf pantserschepen zou wel aan Japan niet een beslissende overwinning geven, maar toch Ruslands prestige zeer schaden en een zeer nadeeligen invloed hebben op de vredesvoorwaarden, »die Rusland den vijand zal opleggen”. Dat de Russische regeering tot dusver over de overwinning der Japanners zwijgt, heeft zijn goeden grond in de volkomen afwezigheid van berichten van generaal Stössel of admiraal Wirren. De ongelukkige vestinghaven is thans zóó ingesloten, dat er geen schip meeruit kan. Men mag aannemen, dat de Japansche berichten, misschien in sommige opzichten overdreven, in hoofdzaken juist zijn. Zoolang de Japansche regeering geen overwinning van groote beteekeni^ had te berichten, heeft zij altijd gezwegen. De correspondent van het Berl. Tageblatt te Tokio seint, dat de verscheping der Japansche versterkingen t.w. de 7e en de 8e divisie uit Formosa vertraging ondervindt, tengevolge van bet transport van versterkingen voor PortArthur. De verliezen in de laatste tien dagen
van September vóór Port-Arthur geleden, worden op 12,000 dooden geschat, waardoor vooral de 9e divisie getroffen is. Ook de 11e heeft bij de gevechten op den 203 Meterheuvel zware verliezen geleden. De meerderheid der artillerie van Port-Arthur heeft de Japanners genoopt, kanonnen van hetzelfde kaliber (28 c.M.) te ontschepen. Zoodra men daarmede van den 203-Meterbeuvel kan schieten zal een nieuwe aanval op de vesting begonnen worden.
Algemeen Overzicht.
De vrijzinnige volkspartij en de Duitsche volkspartij hebben bij den Duitschen Rijksdag, ter behandeling tijdens de beraadslaging over de begrooting van justitie, een voorstel ingediend naar aanleiding van het Koniogsbergsclie proces. De bedoeling van het voorstel is eenerzijds, dat slechts swederkeerigheids-overeenkomsten” gesloten worden met die staten, welker instellingen inderdaad wederkeerigheid waarborgen (d.w.z. niet met Rusland), en dat betere uitleveiingstractaten in de plaats komen van de tegenwoordige. Te Petersburg loopt het gerucht, dat keizer Nicolaas op zijn jaardag, 19 December a s., een hoogst gewichtig manifest zal uitvaardigen. Natuurlijk denkt ieder aan de Zemstwo-gedelegeerden en hun verzoek. Over het doorbreken der hervormlagsgezlndlieid heerscht vrij groote onzekerheid. Sommige bladen vernemen, dat grootvorst Sergius en minister Murajew, steun pilaren der reactie, aan den czaar het alternatief stelden: Wij of Swiatopolk Mirski, want met dien man is niet te werken. De czaar zou, volgens de Daily Telegraph, te kennen hebben gegeven, dat hij het met Mirski houdt. Anderen beweren, dat Mirski’s liberale liefde aan het verflauwen is, omdat hij al een paar bladen op de vingers tikte. Dit bewijs geldt voor ons niet, want het is niet meer dan verstandig, dat Mirski de delikate zaak niet door revolutionaire heethoofdigheid bederven laat.
Een groot aantal studenten der universiteit en leerlingen van andere hoogere scholen te Petersburg, onder wie men vooral leerlingen opmerkte van het instituut voor geneeskunde, kwamen om Zondag elf uur Newsky-Prospect op wierpen het publiek oproerige proclamaties toe. Er waren er die riepen: — Weg met de autocratie! en: — De oorlog moet ophouden!—. Politie agenten te voet en te paard, gendarmen te paard en in het verborgen opgestelde posten van politie uit de naburige straten, overvielen de manifestanten, deden een charge in wilden galop en joegen de menschen van den breeden weg in een vlucht van verbijstering onder kreten van schrik de trottoirs op. Er volgde een hard gevecht tusschen de politie en de gendarmen eenerzijds en de manifestanten met het in verzet komende publiek anderzijds. Daarop een groot aantal arrestaties. Vijttig menschen zijn gekwetst. De betioging heeft twee uren geduurd. Na afloop der onlusten te Petersburg, sprak de correspondent der Standard daar met een hooggeplaatst staatsambtenaar. Deze zeide , dat deze onlusten niets waren vergeleken bij wat in de provincie is gebeurd, b.v. in Witebsk, waar drie regimenten aan het muiten zijn geslagen en vele dagen lang de stad plunderden. De commandant der stad, daarover uit Petersburg berispt, pleegde daarop zelfmoord. In Wiasma hebben ook regimenten gemuit en de yvinkels geplunderd. Daarenboven zijn de boeren in de gouvernementen Jekaterinoslaf, Kazan en Saratof in opstand gekomen. In hofkringen wacht men angstig op den afloop van den strijd tusschen de reactionairen en de hervormingsgezinden. De tsaar aarzelt, maar hij zal, naar de ambtenaar (of de correspondent) gelooft, eindigen met ten gunste van de Mirski-partij te beslissen. Naar het heet, zal de keizer in de volgende week op den Nikolaasfeesldag een oekas uitvaardigen, waarin de hervormingen worden aangekondigd. Verscheidene hooggeplaatste reactionairen willen hun ontslag nemen, wanneer Mirski aanblijft; o. a. de gouverneurs van Warschau en Kief en het hoofd der politie te Moskou.
JNaar verluidt zou «Ie paus van plan zijn, met instemming van het Heilig college, de Apostolische constitutie aldus te wijzigen, dat het recht van veto wordt afgeschaft, en kanonnieke straffen bedreigd tegen iedere kardinaal, die zich er toe leent het veto van eenige regeering tegen de candidatuur van een lid van het Heilig College voor het pausschap over te brengen. Aan zulk een bereidwilligen kardinaal dankt Pius X ondertusschen zelf zijn tiara en Rampolla het verlies van de kans er op, met zijn staatssecretarisschap erbij. Zaterdag is te Parijs onder toevloed van een groote kalme menigte Syvetou begraven. Er is een militair saluut geweest en een treurmarsch werd gespeeld. Gautier de Clagny en Guyot de Villeneuve waren onder de süpdragers. Er waren een massa kransen. Nationalistische deputaties gingen achter den lijkwagen, tevens alle Kamerleden van de rechterzijde. Het blijkt uit het onderzoek van de justitie wel zonneklaar, dat de dood van den afgevaardigde Syveton het gevolg is van een ongeluk, dat aan zelfmoord of moord niet kan worden gedacht. Ondanks de duidelijkste aanwijzingen blijven de nationalisten de insinuatie, dat een moord zou zijn gepleegd, exploiteeren. De trein met het stoffelijk overschot van President Kruger is Zaterdag-namiddag te Pretoria aangekomen. Een eerewacht, bestaande uit oud leden van het vroegere Staats-artilleriekorps en van de vroegere politiemacht, was aan het station. De kist werd op een baar geplaatst en in plechtigen rouwstoet overgebracht naar de oude Hollandsche kerk , waar het lijk op een praalbed werd geplaatst. Het publiek zal in de gelegenheid worden gesteld om, vóór den dag der definitieve teraardebestelling, langs de baar te defileeren. Bij de overbrenging naar de oude Kerk liepen generaals Botha, De la Reij, De Wet en Smuts aan het hoofd van den stoet en onmiddellijk achter de baar. Daarachter kwamen de leden van den gemeenteraad en een talrijke schare Boeren. Langs den geheelen weg stond een dichte menigte geschaard.
GERALDINE
CORNÉLIE NOORD WAL. 37. ïDenk u, dat ik Nel meidenwerk zal laten doen ? Je zult twee meiden hebben, hoor nonnie!” «O asjeblieft niet, Ed! scheep me niet op met twee plagen! Een is al genoeg, heusch . . . .” nNu maar, hóór dan,” vervolgde zijn tante, »je meid kan ziek zijn of ’t druk hebben , en dan moet je bruinboenen. Ik wilde dan maar zeggen dat je nóóit veel boenwas moet gebruiken, maar ’t beetje wat je gebruikt goed uitwrijven .... O, dan worden je meubels zoo mooi .... Marie. onze naaister, tegenwoordig heb ik’n heel aardige naaister, heeft me nieuwe boenwas aan de hand gedaan, dat er precies uitziet als bessengelei .... dat moet je nemen, heusch.” »Pas op ... . dat . ... je ’tniet .... aan .... ziet .... voor .... bessen .... gelei!” de heer van Puffel wilde geestig zijn en lachte zeer om dit alleraardigst gezegde. Eduard wenschte tante naar het gezegende Egypteland. Hij had met zijn verloofde, die er veel te bleek nitzag naar zijn zin, unatuurlijk had ze zich weer afgesloofd met de miserable lessen”, wat willen gaan wandelen, en nu kwam daar die vervelende, saaie tante van Puffel met Laar boenwas ! En morgen ochtend vroeg zou bij weggaan .... tante was toch zelf ook eens verloofd geweest .... »Zeg, Fransje, waarover denk jij wel, dat tante met haar man gesproken heeft, toen ze geëngageerd was!” vroeg hij zaohtkens. tOver de vuile hoeken van do trappenfluisterde Fransje, die zich zat te vermaken over het gewichtige gezicht van Nel, die zich het voorkomen eener echte huismoeder wilde geven. »En, Eddy, ze heeft geen verlovingsring gekregen , maar een fleschje odeur, bestaande uit een mengsel van chloor, groene zeep, boenwas, terpentijn en poetsgoed. Er stond op; aan mijn lieve, lieve Lize, tot belooning van haar vlijt!”
»Ja, waaraehtig” zei Eduard mismoedig. nJa, dat zal wel. Wat zal dat heerlijk geroken hebben!’’ vEn hoe heette dat verrukkelijk mengsel f” zuchtte Gerry, om niet afgetrokken te schijnen, »Extrait a la van Puffel, of weet jullie ’n beter naampje?” sPufïeliana,” zei Leo, die op eenigen afstand verdiept zat in Potgieters proza. »Goeje hemel! behoor je nog tot deze aarde?” vervolgde zijn verbaasde tweede zuster , want Leo sprak nooit als hij een boek had. »Ik dacht, datje zweefde in hoogere gewesten . . . .” »Wat lees je, kerel?” vroeg Eddy op beschermenden toon. Als student, en verloofde stond hij zooveel hooger dan Leo. jDe Zusters . . . .” «Vind je dat nu zóó mooi?” vroeg Gerry. »Die Leo dweept met Potgieter. Ik niet zoo erg .... k vind de Zusters zoo . . . .” sZusteracbtig P” veronderstelde Eduard, met een uitdrukkingsvol woord. j>Ja, dat zal wel zoowat zijn, waar mijn gevoelens te dien opzichte op neerkomen.” »Oeh, Gerry,” klonk mama’s stem , haal eens even een paar kogelfleschjes citroenlimonade, of liever drie .... twee is niet genoeg .... mevrouw heeft zóó’n dorst en we zijn met zoovelen ; ze staan in den kelder op ’t zijplankje.” Toen mevrouw van Puffel hoorde van limonade, wilde zij, evenals alle bezoekers in haar geval, volstrekt water hebben, omdat ze wist, dat men haar dit toch niet zou geven. «Gelukkig eenige verademing,” zuchtte Eduard, wanhopig omdat alle Nel’s denkvermogens zich schenen te vestigen op vuile traphoeken, het wasschen van gordijnen en het inleggen van snijboonen, terwijl ze nu voor hem geen oogen of ooren had. iKom jongen, die sZusters” kan je naderhand nog wel uitlezen; praat liever wat met me, je weet ik kan meidenpraatjes niet uitstaan; kijk ’t gezicht van oom Jan nu eens stralen, o hij geniet zoo, de goeie man. «Nu goed dan,” en de boekworm sloot zijn geliefd boek met een zucht die zeer diep was. «Wacht, laat ik mijn bladwijzer leggen bij ’t blad waar ik hou »Je hebt ook ’n garnalengeheugen, dat je dat zonder dat ding niet onthouden kunt.” »Nou .... maar zie je, ma heeft ’m voor me geborduurd, en nu moet ik toch laten zien, dat ik prijs stel op haar present, anders denkt ze, dat ik
er niet om geef, of ’t te min vind. Je begrijpt, heel kostbare cadeaus kunnen we elkander niet geven, maar dat is niets .... we meenen ’t misschien nog beter met elkaar dan ’n heeleboel rijke lui.” «Ik wou niet graag dat jullie rijk waart . . . .” «Ik wél, al was ’t alleen maar om te studeeren, en dat ma en de meisjes niet zoo hard behoefden te werken.” »Zóó meen ik ’t natuurlijk niet. Ik bedoel alleen maar, dat ik er Nel niets liever om zou hebben; en in geld zit hem de waarde van de mensehen toch niet.” En ’n massa mensehen worden toch alleen maar ter wille van ’t geld vereerd . . . . ’n massa lui, die anders nog minder dan niemendal zonden zijn.” «Nou,” sprak Eduard, sik drink m’n glas limonade uit op je gezondheid en hoop, dat je nog eens professor wordt.” sJa, in de nietweetkunde 1” was Leo’s bitter antwoord. sik zal mijn leven lang wel ’n arme klerk blijven, alleen zal m’n salaris, dat nu tweehonderd vijftig is, klimmen tot vierhonderd of zoo iets. Er is niets miserabelers dan ’nkerk.” sJe eigen schuld .... als je mijn hulp had aangenomen . . . .” sDat mag ik niet, want ik wil geen verplichting op me nemen, waaraan ik niet zal kunnen voldoen. De last van dat geleende geld zou altijd op m’n schouders drukken, want waarvan zou ik ’t terug moeten geven?” »Van ’tgeld, dat je verdient . . . .” «Heel goed .... maar dan moet ik toch zelf eerst ’n betrekking hebben, en leven; ’n dokter in de letteren is ’n heer .... dus, neen, dat zou nooit kunnen, en ik hou er niet van, aan iemand iets te danken te hebben.” «Trots schijnt ’n familiezwak van jullie te wezen.. sDat komt omdat we arm zijn; we kunnen niet anders handelen. Ma heeft ons altijd geleerd zooveel mogelijk zelf de handen uit de mouw te steken, en niemand lastig te vallen. Ik weet niet of jij dat nou trots noemt . . . .” sDaar heb je Nel bijv.,” hernam Eduard, dienu toch eens zijn grieven tegen de familie moest lucht geven, sAls ik voor dat kind ’n cadeautje meebreng, dan zegt ze altijd: dat had je niet moeten doen, want ik kan jou dat niet geven .... en m’n hemel, dat verlang ik immers niet! Ik ben blij, dat ik ’t haar geven kan, en zij wil altijd veel te weinig hebben.”
sDat moet je maar met haar uitmaken; ik kan me tusschen ’n aanstaande man en vrouw niet mengen. Als jullie getrouwd bent, geef je mij misschien nog de schuld.” Mevrouw van Puffel, de plechtige belofte afgelegd hebbend, Nel ’t recept van een amandelpudding te bezorgen, stond hier op en verwijderde zich met manlief, die behalve de be3sen-gelei-zin geen woord er had uitgebracht, doch van ganscher harte zijn gade had zitten te bewonderen. Op straat echter, had hij een gewichtige mededeeling te doen. «Vrouw .... wie .... raad ... je ... . dat .... van .... morgen .... om ... . half .... elf ... . ons .... huis .... voorbijkwam .... en brutaal inkeek?” «Nu?” vroeg zijn gade in de hoogste spanningen denkende aan een ontslagen inbreker of moordenaar .... men kon nooit weten. «Jan .... netje Huy zenberk. . . . onze oude.,.. naai .... ster die .... al.... tijd .... zoo’n kwaad .... sprak van .... haar .... eigen .... vader .... en .... moe .... der .... en schoon .... zuster . . . . en vrijer .... en oom , ... en .... en ... . van die ... . juffrouw .... Holtenaar waar .... ze naaide..... en die Eddy ’n aap noemde en blauwe japon stal.” »0 dat kanaljel? .... Wat had ze wel aan ?” vroeg mevrouw, »die lange slungel? Ze was zes en ’n halven voet lang, geloof ik, met ’r stompneus.” ’n Bruin .... kapothoedje . . . . ’n blauw .... manteltje .... ’n ge .... Ie ... . rok .... zwar . . . t e .... hand .... schoe .... nen .... en ’n bruine .... ne para .... sol .... in haar .... linkerhand .... ze .... had .... al ... . tijd .... ru .... zie ... . met .... haar . ... fa .... mi.... lie... . ’t was .... ’n el .... len .... dig .... schep .... sel .... ’n ad .... der; .... weet je Dog wel, .... ze .... had .... im .... mers .... ook .... verteld, .... dat .... ik .... . verliefd .... op .... haar .... en .... op .... de meid was ? Maar .... je wordt .... zelden door een rijtuig overreden .... altijd door een vuil .... vuilniskar . . . .” Den geheelen weg over, hielden mevronw en meneer van Puffel zich met dit gewichtig onderwerp bezig. [Wordt vervolgd,)
Advertentie
EERSTE BLAD
Zij, die zich met t JAN. a. s. op deze
COLRAIVT abonneeren, ontvangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis
Attentie!
In het nummer der Breaasche Courant, dat in den morgen van den lsten Januari 1905 zal verschijnen, wordt weder de gelegenheid opengesteld tot het plaatsen van Nieuwjaars-Advertentiën, tegen den prijs van 30 CENTS, mits de 6 regels niet te boven gaande — voor eiken regel meer wordt 5 CENTS berekend. Ieder, die eene dergelijke Advertentie plaatst, ontvangt een nummer der Courant GRATIS. Voor eene spoedige toezending houden zich aanbevolen, De Uitgevers, Naaml. Venn. Brei. Boeil ei Uitg.-Mij. Tl. BROESE & Co., te Breda, Tot en met VRIJDAG 30 DECEMBER ’s middags 13 uur, kunnen nog nieuwjaars Advertentiën aan ons bureau worden aangeboden. DE UITGEVERS.
Advertentie
Veranderingen in idvertentiën gelieve
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering Ban worden ingestaan. DE UITGEVERS.
BON. A an onze lezers! Ken succes boek! EEN DURE EED, DOOR VIRGINIE LOVELING. Bekroond met den Vijfjaarlijkschen Staatsprijz voor Nederlandsche letterkunde uitgeschreven door de Koninklijke Vlaamscbe Academie. De prijs van dit prachtige, uiterst boeiende boek is voor de geabonneerden op de Bredasche Courant slechts: Ingenaaid f ±,— Gebonden „ 1,40. Tevens nog tegen denzelfden prijs te bekomen : Cornelie Noordwal. KLEINE TREES, itl. GERALDINE. De ondergeteekende wenscht te ontvangen: Ex. Loveling EEN DURE EED. Geb. f 1,40. Ex. » » » » lng. „1,—. Ex. Cornelie Noordwal. KLEINE TREES. Ex. » » GERALDINE. WOONPLAATS: NAAM: