"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/03/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324038:mpeg21:p00001
. Zij, die zich met 1 APBILa. s. op deze
G ö UIIA IV T abonneeren, onl vangen de nog in deze maam verschijnende nummers gratis
Behangerij. Bedden fabriek, - am. mem, Veemarkt 32. Interc. Teleph. 212. BREDA. Magazijn „De Vlinder 5. Aprickt voor ptole HMLMIG. GROOTE KEUZE VAN Tapijten, Gordijn- en Meubelstoffen, Behangselpapier, Meubelen. Eenigst adres voor gegarneerde Wiegen, Luiermanden, enz. Stoffeerder ij. Meubelfabriek.
BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda; Gezien het adres van: J. Schets te Prinsenhage, daarbij in huur verzoekende het jaarschippershuis nabij het Slikgat onder Prinsenhage met de bediening van het Trekpak ; Gelet op de aanschrijving van de gedeputeerde staten van Noord-Brabant van 13 October 1857 (prov. blad no, 18). Brengen voorschreven verzoekschrift ter algemeene kennis, met uitnoodiging aan een ieder, die vermeenen mocht door de inwilliging daarvan in zijne rechten te worden verkort, om zijne bezwaren daartegen binnen acht dagen na dagteekening dezer, aan hen "kenbaar te maken. Breda, 8 Maart 1905. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed, GULJE, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/03/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324038:mpeg21:p00001
EERSTE BLAD.
{Slot). Maar, vraagt Hans, heeft Dr. Kuyper dan een democratische politiek gevoerd? Heeft hij goede, sociale wetten gegeven ? Immers, is dit het geval, dan kunnen we over ’tfeit, dat er van ’n z g, specifiek Christelijke staatkunde die volgens ons toch niet bestaat, niets te zien is geweest,
gerust heenstappen en den ministerpresident de eer geven, die hem toe. komt. [ Democratisch! , Voor het volk, voor de kleine luyden! Is de Hoogeronderwijs-wet democra’ tisch? Neen? De Drankwet dan? Ook niet? Ja, anders heeft Kuijper niets gedaan. O ja! Een Eerste Kamer-ontbinding, een-twee-drie, daar gaat-ie! De sterke man van Nederland, de Goliath der Hollandsche politiek. Is dat tot heil der kleine luyden geweest? Of... het feit dat hij op 8 September 1904 aan H- M. de Koningin haar gevoelen vroeg over een Staten-vergadering, die, had Zij toegestemd, den 27en Augustus 1904 had moeten plaats hebben. Dit feit, waardoor de Calvinist Dr. Kuijper de Kroon maakte tot ’n ornament, een vliegwiel, was dat soms democratie? Z’n mooie redevoeringen dan, z’n schelden op tegenstanders, die de zonde van Sodom en Gomorrha verdedigden? Z’n verdeeling in Christenen en Heidenen? Heidenen, d. w. z. vrijzinnigen? Is dat alles géén democratie? Maar hij had ,’t toch beloofd, in vurige, wegsleepende taal ... ’t volk hing aan z’n lippen, ’t juichte hem toe, ’t aanbad hem, den Protestantschen Paus, Abraham, den Profeet... Zeven millioen voor snelvuur-kanonnen, ƒ100,000 aan de Vrije Universiteit, milde subsidie aan bijzondere scholen... is dat dan alles geen democratie? Waar is Kuijper’s Christelijke, waar is z’n democratische, waar is z’n Christelijk-democratische politiek? Die is er niet. Dr. Kuijper kan ons wel voor heidenen schelden, dat is ’t positieve, wat hij gedaan heeft. Voor of tegen den Christus! roept hij. Maar daarop antwoordt zelfs de christelijk-historische Nederlander, die ' nog wel eens heldere oogenblikken heeft: ■ »Ware de staatkundige tegenstelling zóó absoluut: vóór of tegen den Christus, dan zouden, onder welke omstandigheden } ook, de groepen der tegenwoordige rechterzijde nimmer en onder geen beding j zich mogen losrnaken van wat nu genoemd ] wordt «de coalitie.” j Wij voor ons echter achten ons geen- c szins gerechtigd alle groepen der linker- ] zijde onder de tegenstanders van den £ Christus te rekenen. Evenmin als wij 1
allen, die de rechterzijde steunen, houdei voor belijders van den Christus. Wij houden zulke tegenstellingen voo: hoogst gevaarlijk, omdat zij onwille keurig het volk leiden tot verkeerd* gevolgtrekkingen.” Een ander oordeel dus! Een voordeel is er voor ons, vrij zinnigen, toch wel verbonden geweest aar dien ..aam «paganisten”, door Dr. Kuijpei ons gegeven. Daar zijn verschillenden in den lande wakker geworden, trillend van verontwaardiging opgesprongen en zij hebben het gevoeld, hoe dien man op den ministerszetel bijna niets te veel is, om z’n kerk tot den alleen-zalige te proclameeren en hoe hij er toe meewerkl om een heillooze scheiding te brengen tusschen de zonen van éénzelfde land. Zij hebben het woord van Thorbecke begrepen, die in 1851 tot Groen van Prinsterer sprak: »Waart gij een stille partij, die enkel zocht God op haar wijze te dienen, men zou, al hield men uw meening voor dwaling, u eerbiedigen. Maar gij wilt met uw godsdienstige stellingen op het politiek gebied regeeren, en zietdaar waar het gebied van den strijd begint. Indien wij zullen gaan doen, waartoe ?ij zoo dikwijls aanleiding geeft, indien wij hier onze wetten en handelingen van besturen zullen beoordeeldh als tatholieken of protestanten, indien wij lier de publieke aangelegenheden zullen ?aan beschouwen ieder met een kerkelijk iog, het zal met de eenheid van den staat, met de gelijkheid van recht, het :al met de regeering zijn gedaan.” Trouwens, de Kuyper-propagandisten lebben het allang begrepen hoe die ïaarn «heidenen” velen van ons volk leeft te wapen geroepen! Ze worden d bang. Eén der «christelijke” woordvoerders zei in ’n plattelands-gemeente, lat Kuyper het niet zoo erg bedoeld ïad. En toen kwam dit prachtige argunent: «heidenen loopen immers naakt, velnu, de vrijzinnigen loopen toch niet laakt, dus heeft Kuyper ook niet de rijzinnigen bedoeld!” Zelfs de bekende )s. A. S. Talma, schildknaap no. 2 van )r. Kuyper en die z’n demokratisch verfden in de prullemand heeft gestopt m den meester welgevallig te zijn, zelfs is. Talma trachtte dien naam «heidenen” 1 wat te verzachten, maar hij maakte et direkt al bijna even erg, toen hij er
n bij voegde: «als men sommige vrijzinnigen hoort spreken, denk je soms wel, je r komt van de heide”. De Katholieke en - Calvinistische jongetjes, in wier vergadee ring hij sprak, zaten om deze prachtige woordspeling van hun dominé te schudden van de lach en roepen «hoera”!! ... Geuzen was ook een scheldnaam. En 1 de Geuzen hebben den Briel veroverd r ■ en de Heidenen zullen ons land redden ï van Kuyper’s Calvinistische politiek! 1 De schrijver besluit: i Daar gaat van Dr. Kuyper, en dat is ï juist het groote gevaar, op duizenden 1 en duizenden een magische invloed uit, 3 een invloed tot over de grenzen, Belgische t kranten prijzen hem, een Italiaansch i tijdschrift had onlangs ’n vleiend artikel, . en in een Indisch blad kon men het i volgende lezen, geschreven door den * Bataviaschen predikant Ds, B. J. Weijers: «Edeler hart klopte nimmer in een ! mannenborst dan een Kuyperhart. Hij voelt voor zijn volk en geeft zich aan zijn volk. Maar wee ook wie tegen zoo : edele regeering de hand opheft. Die hand wordt verpletterd. Rechtmatig ! Eer zullen de Amsterdamsche grachten rood zien van menschenbloed, dan dat Kuijper een haar deinst, nu het gaat om het handhaven van het door God opgelegd gezag.” Dat is taal van ’n dominé, die Christelijke liefde brengen moet aan de menschen ... Is het niet dringend noodig dien Indischen schrijver te herinneren aan het le gebod? Maar eigenaardig staat daartegenover de verklaring van een anderen dominé, de heer S. H. Buijtendijk, die zich pas ontpopte als voorstander van het zittend kabinet, maar niettegenstaande dat in een dezer dagen verschenen brochure «Rechts of Links” over Kuyper’s optreden voor het volk schreef: «Hij bezigde woorden en middelen, die gewogen op de weegschaal van godsvrucht, recht, billijkheid en medelijden zelfs van alledaagsch fatsoen, onvoegzaam waren, zoo niet erger.” In verband hiermede schijnt volkomen juist, wat, om nu ook nog een derden oud-collega van Dr. Kuijper het woord te geven, Dr. A. W. Bronsveld opmerkt in «Stemmen voor Waarheid en Vrede”: «Dr. Kuijper is wel een groot talent, ! maar geen groot karakter.”
Ja, die «bezieling” is het gevaarlijke geweest voor de kleine luyden. Naturen als de Savornin Lohman hebben er voor moeten bukken, is het dan wonder, dat de «eenvoudigen van ziel” het doen? O, Kuyper kent z’n Pappenheimers. Hij weet zoo precies wanneer er een leus, ’ninstructie, een pakkende feestrede, een paradepaard noodig is. Zelfs in de jongste begrootings-debatten heeft hij geprobeerd op z’n oud, verschimmeld democratisch paardje te klimmen, maar ’tbeestje kan niet voort, de knokken steken er door. Daarom maar weer gewerkt met den »anti-christ”, met den vrijzinnige. Daarom het roode spook uit de rommelkast gehaald, en de zweep van Troelstra en ’n paar leuzen die klinken.... En zóó de verkiezing tegemoet! ** * * * Op de vergadering van Christelijke onderwijzers, waar Dr. Kuyper het had over de zonden zijner tegenstanders, bad hij: «O, God, red ons arme vaderland.” Juist. Kiezers van Nederland, redt ons arme Vaderland. Dr. De Visser heeft het pas in de Tweede Kamer nog getuigd: »Ons volk is in meerderheid noch bewust geloovig, noch bewust ongeloovig.” Daarom kan dit Kuyper-kabinet niet de wil der volksmeerderheid zijn. Daarom moet de Calvinistische vlag gescheurd worden van ’t Regeerings-kasteel. Daarom moet Kuyper weg. Nu woedt de Godsdienstoorlog, maar hij zal honderdmaal sterker gaan woeden, indien deze regeering blijft. De kinderziel reeds wordt volgestopt met dogma’s, op de schoolbanken moet de scheiding in bokken en schapen reeds beginnen. Dat is Kuyper’s werk. Daarom dient de vrijzinnige actie : aan het volk te laten zien de Kuyperfiguur in al haar enorme tegenstrijdig- 1 heden. Daarom zullen allen het weten, 1 hoe democratisch de beloften waren, i maar hoe conservatief het werk is van dezen aanvoerder der Calvinisten, die eens z’n partij heeft toegeroepen: »Zeg uw vertrouwen op aan wie U door Rome ter overwinning wil leiden”, en die daarmee zedelijk z’n eigen vonnis teekende. Wij zullen het uitschallen, dat de landen ! ervan daveren; wij zullen het roepen ■ door de deuren der huizen, en gooit ; men die dicht, door de ramen, door de 1 schoorsteenen, door de sleutelgaten, wij zullen het schreeuwen in de ooren van het Nederlandsche volk, dat Kuyper het 1 groote gevaar is, Kuyper en de Calvinistische roofvogel, die daar zweeft en 1 loert boven de velden van Holland, ( boven de openbare school, boven de staatsbetrekkingen, boven Hoogeschool i en Rechtszaal, boven heel ons volksleven. 1 Wij zullen onze stemmen indreunen tegen de propagandisten der kerkelijken , die de tempels vullen met hun politieke reclame en de harten der eenvoudigen doen sidderen met hun leugen-leuzen. Wij zullen ze de «zweep van Troelstra” uit 'de hand rukken, en ze met onze eigen zweep kastijden. Want voor den eerlijken godsdienst hebben wij eerbied en tegenover het Almachtige Wezen, dat over alles regeert, stamelen ook wij onze woorden van schuld en vernedering, > maar we zullen onze verontwaardiging . slingeren gloeiend van felheid en onze woorden sissen als vurige taal naar hen, ; die met uitgestreken gezichten en psalmen op de lippen en draaiende oogen ons goede land overstroomen. Gij zult mis- j schien lachen, als ge dit lezen zult, vrome Nederlandsche Calvinisten, die danst om uw gouden kalf, dat Kuyper heet, gij zult misschien spotten en vroolijk zijn, maar ik zeg u, dat we u geeselen zullen, dat ge bukken zult voor ons, wanneer dan ook, dat we de Kuypervereering, die zweer die een groot deel \ van ons volksleven verpest, daaruit t zullen snijden, dat wij het logge beest
der Calvinistische politiek zullen prikkelen en striemen met onze actie, tot de conservatieve buffel brullend van pijn wegvlucht. Wij , vrijzinnigen, in wien thans beter en geestdriftiger dan ooit het besef van de hoogheid onzer beginselen is ontwaakt en die gloeiend van actie voor u staan, wij zullen u onze vuist duwen onder de bleeke neuzen . . . Gij kunt ons uitschelden in uw vergaderingen zonder debat, dappere helden; gij kunt het kiezersvolk bang maken voor ons, maar wij zullen u vinden! U vooral, Dr. Kuyper, minister-president van Nederland, Katholieken-hater, man van de oude plunje, aanbidder van het conservatisme, Protestantsche Paus, man der kleine luyden, neen, man der groote heeren Gij zijt de liefde van één dier kleine luyden niet waard. Yijf-en-twintig jaar lang hebt ge hen als journalist bezield, hebt ge de liefde van één groot deel hunner bezeten en verdiend. Nu zijt ge hun minister. Wat doet ge voor hen, wat hebt ge voor hen gedaan ? Ik ben maar een nietig schepsel, bij u vergeleken, maar ik roep u toch ter verantwoording, Dr. Kuyper, aan het eind van uw regeerings-periode. En als deze bladzijden er maar een heel, heel klein beetje toe bijgedragen hebben, om u aan het volk te laten zien in de dorheid van uw politiek, in het armzalige van uw Christelijkheid, indien er door deze woorden maar tien menschen, neen, maar één innig heeft gevoeld, dat gij de verloochening zijt van uw eigen verleden, dat het prachtig Christelijk-Democratische program, den kleinen luyden in de woestijn van hun leven voorgespiegeld, niets was dan een Fata Morgana, dan zal er blijdschap zijn in m’n hart, want dan heb ik bereikt, wat ik wilde. Men heeft u vergeleken bij Napoleon. Goed, fnen vergelijke u desnoods bij Alexander den Groote of bij Caesar, maar ge hebt toch niets gemeen met Christus, wiens dienaar ge zegt te zijn ..... Daar gaan duizend uitroepen over uw machtig redenaarstalent. Dat is juist de bedwelming, die kwam over de eenvoudige lezers van De Standaard , over de hoorders in uw kerken: uw bezielend woord. Daaraan hebben zich de kleine luyden gelaafd; dat was als opium, dat hen in zaligen droomtoestand bracht. Maar wij zullen hen wakker maken, wij, vrijzinnigen, die weten hoe onze goede zaak wordt ondermijnd door uw regeering van kerk en van domine’s. Onze beginselen zullen overwinnen! En als ge dan straks op uw democratischen rossinant met den Bijbel onder de arm voor het Nederlandsche kiezersvolk verschijnt, en ge vraagt het: «Wilt gij mij nog langer hebben ?” dan moge uit alle hoeken, vanwaar de wind waait, U toeklinken een donderend «Neen !”
"EEN ARSENAAL.". "Bredasche courant". Breda, 1905/03/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324038:mpeg21:p00001