Van 4 SEPTEMBER af verschijnt deze Courant DAGELIJKS.
zonder verhooging van den Abonnementsprijs. Zij die zich tegen 1 OCTOBER abonneeren, ontvangen de in September verschijnende nummers GRATIS.
Van 4 SEPTEMBER af verschijnt deze Courant DAGELIJKS.
zonder verhooging van den Abonnementsprijs. Zij die zich tegen 1 OCTOBER abonneeren, ontvangen de in September verschijnende nummers GRATIS.
EERSTE BLAD.
* Veranderingen in advertentiën gelieve
«Ki m. mr, «. • V_; bb B ■ V/ v v, men steeds op den dag der uitj;ave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering ban worden ingestaan. DE UITGEVERS.
Behangerij. Bedden fabriek. IMS. VERHOEVEN, Veemarkt 32. Interc. Teleph. 212. BREDA. Magazijn „De Vlinder ". jtpicM voor getale ME081LESRING. GROOTE KEUZE VAN Tapijten, Gordijn- en Meubelstoffen, Behangselpapier, Meubelen. Eenigst adres voor gegarneerde Wiegen, Luiermanden, enz. Stoffeerderij. Meubelfabriek.
BEKENDMAKING. INSCHRIJVING VOOR DE NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda, herinneren bij deze aan ouders en voogden, die mochten verzuimd hebben hun zoons of pupillen, geboren in den jare 1886, voor de nationale militie te doen inschrijven, dat daartoe — behoudens de bepalingen der Militie-wet — alsnog deze maand gelegenheid bestaat om aan de inschrijving te voldoen. Het register van inschrijving wordt den 31sten Augustus aanstaande gesloten. Breda, 1 Aug. 1905. Burgemeester en wethouders voornoemd: A. P. SCHELTUS, loco-burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris. VERKIEZING LEDEN KAMER VAN ARBEID. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda brengen bij deze ter kennis de volgende beschikking .• »De Minister van Binnenlandsche Zaken. Gezien de wet op de Kamers van Arbeid, het kiesreglement voor de Kamers van Arbeid en het Koninklijk besluit van 30 September 1899 , n°. 29, waarbij te Breda eene Kamer van Arbeid voor de bouwbedrijven is opgericht voor de gemeenten Breda, Teteringen, Ginneken en Prinsenhage; Overwegende, dat tot vervulling van de plaatsen in genoemde Kamer van Arbeid, die krachtens art, 13 der wet op de Kamers van arbeid en artikel 71 van het kiesreglement voor de Kamers van arbeid op 25 Augustus 1905 zullen zijn opengevallen , alsnog eene verkiezing moet plaats hebben van één lid-patroon en één lid-werkman. Heeft goedgevonden : aan te wijzen als dag waarop de verkiezing van één lid-patroon en één lid-werkman van bovenvermelde Kamer van arbeid zal plaats hebben Dinsdag 12
September 1905 en als dag, waarop — zoo noodig — de herstemming zal plaats hebben , Dinsdag 26 September 1905. ’s-Gravenhage, 12 Augustus 1905. Overeenkomstig de geparafeerde minuut, De Secretaris-Generaal , (get.) DlJCKMEESTER. Breda, 15 Augustus 1905 Burgemeester en wethouders voornoemd: A. P. SCHELTUS, loco burgemeester. A, R. VERMEULEN, secretaris. Sluiting Trambrug BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda brengen ïer kennis, dat de TBAMBBOG van Maandag 21 Augustus 1905 tot en met Vrijdag 25 Augustus 1905 zal gesloten zijn voor voertuigen met een breeder spoor dan 1 70 M. Voertuigen met eene spoorwijdte van 1.70 M. en minder, kunnen de brug passeeren, mits het paard aan de hand en stapvoets rijdende. Breda, 19 Augustus 1905. Burgemeester en wethouders voornoemd: A. P. SCHELTUS, loco - hargemeesler. A. R. VERMEULEN, secretaris.
Na veel heen en weer reizen van onderscheidene candidaat ministers naar ’t Loo om daar met de Koningin besprekingen te houden, is een kabinet geformeerd, waarvan in ons vorig nummer de namen zijn opgenomen. De leider der liberalen de beer Goeman Borgesius heeft, zooals hij reeds lang te voren gezegd had, geen portefeuille willen aannemen om redenen die te begrijpen en te billijken zijn De acht of eigenlijk negen mannen aan wie thans de verantwoordelijkheid der regeering is opgedragen zijn met de meeste zorg gekozen en indien het al wat langer dan gewoonlijk — een verschil van 12 dagen met 1901 — geduurd heeft voor de namen der bewinds mannen in de Staatscourant verschenen dan zal dit voor niemand stof voor verkeerdegissingen geven, als men zich herinnert, hoe uiterst moeilijk het was in de gegeven omstandigheden een kabinet saam te stellen. In het land waren door de gedurfde partij-regeering der vier laatste j aren heftige twisten ontstaan, de gemoederen waren verhit en in de eerste plaats moest de kabinets formeerder er zorg voor dragen de nieuwe titularissen zoo te kiezen dat Nederland niet weder aan zoo’n periode van strijd werd blootgesteld. De hoofden der departementen moesten daarom zijn mannen , die niet als partijleiders op den voorgrond waren getreden, terwijl zij in beginsel toch moesten overeenstemmen met de meerderheid der Kamer. Nu zal ook de hoog noodige samenwerking van ministers en Kamer gemakkelijker bereikt kunnen worden. Het ministerie Kunper, en vooral de
premier zelf, trad te veel als partij kabinet naar voor; behalve minister van Binnenlandsche Zaken was Kuyper vooral nog steeds de leider en agitator der verbonden partijen. Dit gevaar hebben wij nu niet te vreezen. Sommige bladen der rechterzijde hebben laatdunkend gevraagd wat sommige dezer ministers als politieke personen beteekend hebben, kennelijk niet willende begrijpen dat de politiek zooals wij die van 1901 tot 1905 hebben leeren kennen door ons volk 'niet geliefd is. En hoe zouden die zelfde bladen te keer gegaan zijn indien het ministerie bestaan had uit de voormannen der linkerzijde. Ne Jupiter quidem omnibus. Zal de rechterzijde voortgaan zich zoo kleingeestig te gedragen als zij gedaan heeft vanaf hare nederlaag in Juli tot op heden? Of zal zij inzien dat ’t belang van land en volk staan moet boven partijbelangen en kleinzielig gewurm ? Wij willen ’t wel hopen en zullen in September spoedig kunnen constateeren welk belang zij hooger stelt dat van Nederland of dat der coalitie partijen, ln het nieuwe kabinet zijn vertegenwoordigd de beide nuances der liberale partij : de oud- of vrij-liberalen door jhr. Van Tets, als minister van buitenlandsche zaken, de Unie-liberalen door de heeren mrs P. Rink en D. Fock ; en de vrijzinnig-democratische partij door den heer mr E. E. van RaalteAl weten wij omtrent de politieke gevoelens deff overige heeren geen bijzonderheden, stellig zijn zij de vooruitstrevende richting toegedaan. Het kabinet is dus eene afspiegeling van de voornaamste fracties der politieke partijen, waaruit de meerderheid in de Tweede Kamer in September zal bestaan. Over de personen der nieuwe ministers nog de volgende bijzonderheden. De heeren Van Raalte, Fock en Rink zijn bekende persoonlijkheden — leden der Tweede Kamer voor Rotterdam V en I en voor Arnhem. In die drie districten moet in elk geval eene verkiezing plaats hebben ; hetzij deze heeren ook als kamerlid willen blijven zitten of niet. Mr E. E. van Raalte, 30 April 1841 te ’s-Gravenhage geboren, is algemeen bekend als een scherpzinnig jurist. In 1864 te Leiden gepromoveerd, vestigde hij zich als advocaat te Rotterdam. In 1873 werd hij tot rijksadvocaat benoemd ; in 1877 werd hij lid van den raad ; sedert verleden jaar is hij wethouder van Rotterdam.
Sinds 1897 is hij lid der Tweede Kamer waarin hij herhaaldelijk blijk gaf van groote kennis op het gebied der rechtswetenschap. Op zijn initiatief kwam in de regeling van het getuigenveriioor in burgerlijke zaken een nuttige en noodige wijziging tot stand, waardoor sneller en goedkooper recht kan worden verkregen. Bij de bespreking der opleiding van consulaire ambtenaren toonde hij ook daarvan zeer goed op de hoogte te zijn. Van 1887—1893 was mr Van Raalte voorzitter der Liberale Unie. Later behoorde hij tot hen die zich daarvan afscheidden en den Vrijzinnig Democratische Bond oprichtten. Mr D. Fock is op koloniaal gebied een bekend man. Hij is een zoon van den oud-minister en Commissaris der Koningin in ZuidHolland. Hij was gedurende geruimen tijd — van 1880 tot 1898 — werkzaam als advokaat te Semarang en te Batavia. Te Batavia was hij ook lid der redactie van ’t Indisch Weekblad voor het Recht. Sedert 1899 is hij gerepatrieerd en te Rotterdam gevestigd , dat hem in 1900 tot lid der Staten van Zuid-Holland en in 1901 tot lid der Kamer koos. In het begin van dit jaar werd hij, in de plaats van den heer Goekoop, tot lid van Ged. Staten gekozen. Mr Rink, advokaat te Tiel, werd in 1883 lid van den raad aldaar en lid van de Provinciale Staten, in 1886 wethouder en 1891 lid der Tweede Kamer voor Arnhem, wat hij sinds dien bleef. De heer De Meester, die de moeilijke taak van minister van financiën zal vervullen, waarvoor hij reeds meermalen is genoemd, heeft op financieel gebied een zeer goede reputatie. Sedert zijne promotie te Utrecht was hij eenige jaren werkzaam als chef der afdeeling waterstaat aan ’t gouvernement in Overijssel. Later benoemd tot secretaris van Groningen, bleef hij daar tot hij werd aangewezen als administrateur, chef der generale thesaurie, aan ’t departement van financiën. In 1898 volgde zijn benoeming tot vice-president van den raad van Ned -Indië. Na aldaar zes jaar werkzaam te zijn geweest, dwong zijn gezondheidstoestand hem te repatrieeren. Na een jaar verlof bleek hij echter weer ! hersteld te zijn en hij werd onlangs op! nieuw als vice-president benoemd. Op het punt naar Indië terug te keeren is hij nu geroepen het gewichtig ambt ! van minister te aanvaarden.
Mogen zij met hunne, vrienden in de Kamer, in ons land weer brengen die rust en verdraagzaamheid welke wij sinds 1901 niet meer gekend hebben en moge deze regeering strekken tot welzijn van het volk en niet tot dat van een of meer partijen.