Zij die zich tegen 1 OCTOBER abonneeren, ontvangen de in September verschijnende nummers GRATIS.
Op herhaald verzoek zullen wij vanaf 4 September ook de gelegenheid openen tot nemen van week-abonnementen tegen tien cent per* week (bij vooruitbetaling.)
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324145:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1905/09/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324145:mpeg21:p00001
* Veranderingen in advertentiën gelieve
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering ban worden ingestaan. DE UITGEVERS.
BEKENDMAKING, AFLOSSING SCHULDBEKENTENISSEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Breda; Gelet op de bepaling van art. 4 van het plan tot vrijwillige conversie der stedelijke schuld, vastgesteld 16 October 1859; Noodigen alle houders van 3% geconverteerde schuldbekentenissen ten laste dezer gemeente uit, die tot aflossing eener schuldbekentenis mochten genegen zijn, daarvan vóór 1 October a.s, aan hen bij gesloten briefjes kennis te geven, waarvoor door hen beneden pari worden ingeschreven; zullen de laagste inschrijven de voorkeur genieten. Breda, 8 September 1905. Burgemeester en wethouders voornoemd: Ed. GULJE, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris. BEKENDMAKING. UITLOTING VAN SCHULDBRIEVEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Breda brengen ter openbare kennis, dat op Donderdag 14 September a.s., des middags te 12 uur, ten gemeentehuize in het openbaar de uitlotingen zullen plaats hebben van 20 aandeelen elk ad ƒ1000, van de 3'/s °/0 geldleening van 1886 , groot nominaal ƒ1.000,000, aflosbaar 1 Januari 1906, en van 2 aandeelen, elk ad ƒ1000, van de 4°/0 leening van 1900, groot nominaal ƒ140,000, aflosbaar 1 Nov. 1905, Breda, 8 September 1905. Burgemeester en wethouders voornoemd: ED. GULJÉ, burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.
VERKIEZING LEDEN KAMER VAN ARBEID. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Breda brengen bij deze ter kennis de volgende beschikking ïDe Minister van Binnenlandsehe Zaken. Gezien de wet op de Kamers van Arbeid, bet kiesreglement voor de Kamers van Arbeid en het Koninklijk besluit van 30 September 1899 , n°. 29, waarbij te Breda eene Kamer van Arbeid voor de bouwbedrijven is opgericbt voor de gemeenten Breda, Teteringen, Ginneken en Prinsenhage; Gelet op de beschikking van zijn ambtsvoorganger dd. 12 Augustus 1905, No. 2846, afd. A., waarbij de dagen zijn aangewezen, waarop de verkiezing en — zoo noodig — de herstemming zullen plaats hebben tot vervulling van de nog onbezet gebleven plaatsen van één lid-patroon en één lid-werkman, welke in genoemde Kamer van arbeid krachtens art. 13 der wet op de Kamers van Arbeid en art. 47 van het Kiesreglement voor de Kamers van Arbeid op 25 Augustus zullen zijn opengevallen. Overwegende, dat blijkens later ontvangen ambtsberichten in genoemde Kamer van Arbeid de plaatsen van één lid-patroon en twee leden-werklieden moeten worden vervuld; Heeft goedgevonden: met wijziging van de beschikking van zijn ambts. voorganger dd. 12 Augustus 1905, No. 2846, afdA., aan te wijzen als dag, waarop de verkiezing van één lid-patroon en twee leden-werklieden van bovengenoemde Kamer van Arbeid zal plaats hebben, Dinsdag 12 September 1905 en als dag, waarop — zoo noodig — de herstemming zal plaats hebben, Dinsdag 26 September 1905. ’s-Gravenhage, 24 Augustus 1905. Overeenkomstig de geparafeerde minuut, De Secretaris-Generaal, (get.) D1JCKMEESTER. Breda, 25 Augustus 1905 Burgemeester en wethouders voornoemd: A. P. SCHELTUS, loco-burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324145:mpeg21:p00001
Wat de Japanners doen dat doen ze niet ten halve. Als er oorlog komt zijn ze vol vader-
. landsiiefde en geestdrift, gaan Banzië roepend ! naar het gevechtsleven en vechten daar als hannekemaaiers. Maar als er opstand is doen ze ’t niet als in Rusland maar pakken ook dan t de zaken flink aan. t Gisteren kwam ’t eerste bericht uit Tokio , vermeldende het daad werkelijk toonen van onteï vredenheid met hun gesloten vredesverdrag. , ’t Klonk nog heel onschuldig er waren in Tokio wat oploopjes geweest enz. maar dadelijk onderj drukt enz. Wel volgde nog een verraderlijk i telegram dat van 2 dooden en 500 gewonden 1 sprak maar de indruk die deze berichten nemen * maakten nu dat ’t niet veel te beduiden had. Van ochtend blijkt echter de waarheid uit de volgende telegrammen: ' Na een aanval te hebben gedaan op het gebouw 1 van het orgaan der regeeriDg, de Kokoemia, begaf de volksmenigte te Tokio, zich naar de - ambtswoning van den minister Binnenlandsehe i Zaken waar de ter bewaking aanwezige politiei macht werd oveimand, waarna de ambtswoning van"den minister werd verbrand. Ook de woningen der verdere ministers werden door het grauw , bedreigd; maar de aanwezigheid der politie ■ voorkwam, dat verdere schade werd aangericht. > De menigte stak den brand in tien kerken 1 der christenen, en in een school, welke toe> behoort aan een zendingsgenootschap. Woensdagavond zijn geen personen verwond Dinsdagavond vernielde het gemeen twee groote politiebureau’s, en een vijftien kleine politiehuisjes. Het juiste cijfer van dooden en gekwetsten bij ■ de opstootjes bij de ambtswoning van den minister kan niet worden medegedeeld. Bekend is, dat een man werd gedood en viertien doodelijk : gewond. Iemand uit de volksmenigte verklaarde, dat het huis van den minister verbrand was met het oogmerk, de aandacht van den Keizer te vestigen op de heerschende ontevredenheid over de vredesvoorwaarden. i De stad is nog in oproer. De menigte deed een aanval op elt afgelegen politie-posthuizen.
Schreeuwende en gillende benden oproermakers vullen de voornaamste straten. Afdeelingen van de keizerlijke garde werden er op uitgestuurd. Het tramverkeer is onderbroken. De ónmogelijkste geruchten doen de ronde. Het is met mogelijk , de beteekenis van hetgeen heden voorvalt met juistheid te schatten. Sinds Dinsdagmiddag 12 uur zijn 200 personen in hechtenis genomen. Sommigen hunner werden Woensdagmorgen op vrije voeten gesield uit vrees dat anders pogingen zouden worden gedaan, hen met geweld te verlossen. De buitenlandsche gezantschappen worden door soldaten bewaakt. Na middernacht werd een nieuwe aanval beproefd op de bureau’s van de Kokoemia, maar de politie joeg de menigte uiteen. Troepenafdeelingen van het leger werden gedurende den nacht in het geweer geroepen. Een keizerlijk Decreet is verschenen, waarin voor Tokio de staat van beleg wordt afgekondigd. De troebelen zijn opnieuw uitgebroken.
"JAPAN.". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324145:mpeg21:p00001
De National Ztg. verneemt van welingelichte zijde, dat de Rijks-doema in den loop van den winter zal worden bijeengeroepen, wijl men in de hoogste Russische regeeringskringen tot de overtuiging is gekomen, dat dit zal bijdragen Lot het herstel der orde in het rijk. Ofschoon door tal van stedelijke besturen en zemstwo’s voortdurend aan den minister van binnenland-che zaken allerlei vragen worden gesteld, uit welke blijkt dat de bepalingen voor de Rijksdoema, vooral de reglementen op de verkiezingen, niet juist worden uitgelegd, hoopt men toch in de Russische leidende kringen, dat het met behulp van sden buitengewonen raad” van oet binnenkort te houden congres der adelsmaarschalken en dank zij de omvangrijke toeaereidselen der Russische ministeriën zal gelukken le verkiezingen ongeveer in November te doen o laats hebben.
"RUSLAND.". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324145:mpeg21:p00001
mar het Duitsch van IDA BOY-ED DOOR ED. VAN DEN GrHEYN. 17 Dat zij volstrekt niets van de dwaasheden in een zich nog vormend karakter deed uitkomen, beschouwde hij veeleer als een kenmerk harer harmonische natuur. Over haar intellectueel streven kon hij tevreden zijn. In haar vragen naar politieke personen en toestanden legde zij een recht op het doel afgaande weetgierigheid aan den dag. Het was haar blijkbaar erom te doen, een begrip te krijgen van zijn werkzaamheid en veel meer nog : den geest te doorgronden van de twintigste eeuw. Doch meermalen vraagde graaf Eberhard zich af, of zij de ware, de echte warmte bezat van een vrouwelijk gemoed. Hij kwam tot de wetenschap, dat in haar wezen, in haar hart geheime schuilhoeken waren, waarin hij nog niet had kunnen doordringen. Wellicht was hetgeen hij voor koelheid hield, alleen de dwang, die de omgang met drie zooveel oudere menschen op haar scheen uit te oefenen. En daarom verheugde hij zich in het vooruitzicht, dat zijue Anna weldra de kennissen harer jeugd, zoomede haar broer en zijn neef Stephan, om zich heen zou zien. In den omgang met jonge menschen zou zij zich vrijer ontwikkelen, en wat aan haar karakter nog koel en geheimzinnig scheen, zou tot openbaarheid geraken — het was alles misschien meer een on-
tewust aangedaan masker, dat ze i* haar nieuwe :n voorname positie meende te moeten dragen. Het dorp Niepmerow was in zicht. Kort vóór le eerste woningen kromde zich een straatweg rechts if. Uit de rossig bruine toppen der groene beuken tak de witgrijze trans van een toren uit, en tee;ende zich in zuiver regelmatige kanteelen af tegen le blauwe lucht. »Nu zijt ge op het gebied van uw koninkrijk,” ei graaf Eberhard schertsend Op tien schreden afstand welfde zich een eereboog iver den weg. Hij was met dennenguirlanden omvonden. Naast de beide pijlers stonden potten, P lage, drievoetaehtige, met dennegroen bedekte inderstellen. Niettegenstaande bet klaarlichte dag ras brandde een teervuur in deze vazen, die op ntieke offerschalen geleken. De wind dreef de ookzuilen terzijde af. Het was een sebilderachtig ezicht. Naast de eerepoort stonden veldarbeiders en rerklieden. En toen het rijtuig alsnu stapvoets onder den roenen boog doorreed, terwijl graaf Eberhard het oofd ontblootte en Anna glimlachend groette, om o hoera’s te beantwoorden, knalde plotseling een chot, driemaal herhaald. De koetsier was erop voorbereid geweest; van ijn hooge zitplaats had hij het oogenblik zien ankomen, dat de twee mannen die aan den oschrand stonden, de kleine mortieren wilden fschieten. Hij had een stevige vuist en de twee rossen leven kalm. Anna stiet toch een kreet uit. * En bij het voortrijden zei ze hartstochtelijk : sDat is een kwaad voorteeken !” »Maar Anna !” »Ja, sedert mijn huwelijksdag ben ik bijgeloovig.” »Mct je^ verlof, Anna! Dat was een ongeluk,
door Kareis onhandigheid veroorzaakt. Dat incident heeft niet de geringste gevolgen gehad . . . .” »Dat ligt nog niet binnen onzen gezichtskring. Wie kan het weten ! Een ongeluk schuilt in een hoekje. En nu weer deze schieterij 1” Graaf Eberhard zag haar ernstig misnoegen. Hijzelf had er zijn vroolijke en opgewekte stemming bij ingeschoten. Moesten ze op die wijs hun intocht honden op Sommerhagen ? »Kom, Anna, we zullen de laatste honderd passen te voet afleggen.” »Met pleizier,” zei ze. De weg liep langs den zoom van het woud. Graaf Eberhard geleidde haar aan zijn arm en legde haar uit, hoe het Slot met zijn omgeving op een soort Schiereiland zich verhief, dat zich uitstrekte tot in het bosoh. Daarom kon men het gebouw eerst goed zien, zoodra men aan dat punt was gekomen. Anna keek nieuwsgierig vooruit, of ze soms door het bosch muren kon zien schemeren. Maar de dikke witgrijze beukenstammen stonden in hun afzienbare rijen als ondoordringbare hinderpalen ervoor. Vlak voor hen uit bewoog zich eene gedaante. Deze kwam naderbij. Het smalle voetpad waarop ze scheen te loopen, liep op den weg bij den boschrand uit. ïEen jonge dame,” zei Anna. Daar het grafelijk paar en de wandelaarster elkander te gemoet liepen, terwijl ieder zijns weegs ging, kon Anna de dame opnemen, en zij deed zulks met groote belangstelling, omdat Leopold haar had ingefluisterd: ïNeem haar eens op, ik zeg je later wel wie ze is. Het jonge meisje was slank en van middelbare grootte. Ze droeg een eenvoudige, donkerblauwe blouse en een matelot hoedje van zwart stroo. In weerwil van den koelen Aprildag ging ze zonder mantel. In haar haDd hield ze een grooten ruiker
van Paasehbloemen en primeleveren. Haar gelaat was ovaal, fijn besneden, met bleeke tint. Donkerblauwe, min of meer melankolieke oogen staarden u aan, en een weelderige haartooi versierden haar hoofd. Graaf Eberhard groette. De jonge dame beantwoordde zijn groet en bloosde hevig. »Wat een pracht van een meisje,” fluisterde Anna, »maar hoe vreemd, om zoo te kleuren! En dat voor jou ! Wat beduidt dat P’( »Het bewijst niets,” zei graaf Eberhard, »dat mejuffrouw Sophie Schiller op een of andere wijs voor mij of voor wie ook verlegen behoeft te zijn. Haar vader evenwel is een man die in een bevangen levenspositie verkeert, iemand , die door de oogen sijner medemenseken in een verkeerd daglicht wordt beschouwd en bovendien het met zichzelf niet ééns. is. Ik geloof dat dit de oorzaak is waarom dat arave, mooie kind altijd bloost. Misschien is ze verlegen in tegenwoordigheid van alles wat mensck reet.” »Ha,” zei Anna met belangstelling, »een roman ? Levensstrijd ? Een schuldenlast ?” »Eigen schuld of ongeluk, hernam haar echtgenoot rp ernstigen toon, »is bij de meeste treurige verwikkelingen in het menschelijk leven een diepzinnig vraagstuk. In honderd gevallen is het niet op te lossen. Ik zou willen zeggen, bijna nooit volledig. Want wie is in staat alle zielkundige diepten te peilen , wie kan den invioed van erfelijkheid of aanleg ifmeten p Dat zijn geen tastbare dingen. Hoe likwerf gaat iemand met een ander om, in de neening, hem door en door te kennen en vermoedt n het minst niet hoeveel geheime drijfveeren tot iet kwade in hem sluimeren. Anna gevoelde zich door deze redeneeringen sonderling bewogen. Ze werd erdoor in de war ’ebracht en raakte ermee in verlegenheid. (Wordt vervolgd.')
"Anna’s Huwelijk.". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324145:mpeg21:p00001