Zij, die zich met i Oct. a. s. op deze
COURANT abonneeren, ontvangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis Op herhaald verzoek hebben wij ook de gelegenheid geopend tot nemen van week-abonneinenten tegen 10 cent per week (bij vooruitbetaling).
Veranderingen in advertentiën gelieve
men steeds op den dag der uitgave vóór 9 uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kari worden ingestaan. DE UITGEVERS
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324151:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1905/09/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324151:mpeg21:p00001
ue JSisji Jxisji verneemt, aat cie troepen uie Mandsjoerije bezet houden, dit jaar nog niet teruggeroepen zullen worden. Voor dien maatregel zal meer dan 200,000,000 jen vereischt worden. Misschien blijven ze er wel. Dat zou althans niet zonder precedent zijn ! Oranofski en Foekoesjima, de commissarissen voor den wapenstilstand, kwamen gisteren om tien uur tesaam» in het station Sjaho-toe, 16 K.M. ten noorden van Tsjantoe-fou. Het zal waarschijnlijk verscheiden dagen duren voordat de bijzonderheden van den wapenstilstand vastgesteld zijn. De Standard verneemt uit Sjanghai: Het is uitgelekt dat maarschalk Jamagata twaalf dagen in Mantsjoerije heeft vertoefd, om na te gaan welke kansen er waren dat de Japanners de Russen zouden kunnen verpletteren. Jamagata moet tot de slotsom zijn gekomen dat het onuitvoerlijk was, althans binnenkort, zijn besluit moet bij hebben gedragen tot het sluiten van den vrede. De Tribuna van Rome verspreidt het geruchtmakende nieuws, dat het geheele gezin van baron Kornoera, zijn vrouw en een aantal kinderen, die in het gebouw van het ministerie van Buitenlandsche Zaken te Tokio woonden, vermoord is.
De Japansche gezant te Rome heeft verklaard, dat hij dit verschrikkelijke gerucht niet kon gelooven, maar niet instaat was , het pertinent tegen te spreken. Aan de Japansche legatie te Londen weigert men, het bericht te gelooven. Komoera ligt in New York met typhus. Een aantal burgemeesters uit de provincie zijn te Tokio aangekomen, om den Mikado een smeekschrift te overhandigen tegen het vredes-verdrag. Doch bij hun aankomst werd hun door gendarmen het bevel overgebracht, terstond naar huis terug te keeren, hetgeen zij zonder verzet deden.
"Na den vrede.". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324151:mpeg21:p00001
De burgemeester en verscheiden leden van den gemeenteraad van Tiflis, hebben hun ambt neergelegd, als protest tegen de bloedige onderdrukking der betooging van 11 dezer in het raadhuis door de troepen. Een deputatie van boeren uit het district Sangesoer heeft generaal Sjirinkin verzocht, maatregelen te nemen tegen de in opstand gekomen Tataren, die de dorpen verwoesten en de vrouwen wegvoeren. In ’t bijzonder wordt verzet aangeteekend tegen de politiebeambten, die zelf Tataren zijn en die door hun houding het herstel van de rust onmogelijk maken. De brandstichting en plundering in Balakhany en Bibtelbat schijnen nu gedaan, het is thans rustig op die plaatsen, maar te Bakoe duurt het schieten en brandstichten voort. De Hollanders schijnen tegenwoordig overal in te moeten zitten. Ook de Voorzitter van de vergadering van afgevaardigden der Russische sZemstvo’s,” op 19 Juli 1.1. te Moskou gehouden, om de noodzakelijkheid van binnenlandsche hervormingen te bespreken, namelijk de Graaf Van Heiden, is naar men ons mededeelt, een Nederlander van afkomst.
"RUSLAND.". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324151:mpeg21:p00001
Gisteren zijn te Karlstadt de Zweedsch-Noorweegsche scheid ings-ontler handelingen hervat. Men hoopt tot een resultaat te komen, maar wanneer dit uitblijven mocht, zal denkelijk de uitspraak van eenen scheidsrechter worden ingeroepen , waartoe Engeland zich reeds moet hebben aangeboden. Als men een pak Duitsche kranten voor zich legt is het wel een wonder, zoo men er niet
ten minste één proces wegens «SSeleidigung’’ in vindt. En wat voor soort van beleedigingen ? Een werkman, die in een bierhuis heeft zitten opsnijden, wordt aangeklaagd wegens majesteitschennis en veroordeeld tot zes weken gevangenis. Een jongen van veertien jaar, die zich een onvoorzichtige uitdrukking liet ontvallen, welke hij wellicht niet eens goed begreep, idem. Een achtenswaardige dame, die een aardigheid oververteld had — een vrij onschuldige aardigheid trouwens — kreeg wegens majesteitsbeleediging 300 Mark boete. Enzoovoort. Dit schijnt ons Nederlanders nog al kinderachtig toe. Ook doet zich de vraag voor: Of het aanzien, de majesteit der Kroon door zulke processen gediend wordt ? In Engeland bestaat, en zeer te recht de meening: dat de Koning te hoog staat, om beleedigd te kunnen worden, door woorden van een aangeschoten werkman, of van een kind, of door een aardigheid van wie dan ook. Het begrip «majesteit” sluit het begrip «beleediging” uit; majesteit-schennis” is een «contradictio in termis”. En daarom komen in Engeland geen processen wegens majesteit-schennis voor. Zij kunnen er niet voorkomen. liet gevolg er van is, dat in Engeland een blad als Punch, — dat in den loop der tijden heel wat grappen die op koningin Victoria had gemaakt, grappen die in Duitschland tot evenveel processen wegens majesteit-schennis zouden geleid hebben — op het diamanten jubileum aan de koningin een pracht-aibum kon aanbieden, waarin al die grappen vereenigd waren 1 Voor den krijgsraad van de 2de garde divisie heeft weer een «oldateobenl, de onderofficier Than, terecht gestaan, beschuldigd van 345 gevallen van mishandeling van ondergeschikten en 106 gevallen van machtsmisbruik in den dienst. Het is weer noodig geweest dat een recruut een poging tot zelfmoord deed, om Than’s praktijken aan het licht te brengen. De onderofficier verdedigde zich door te zeggen dat zijne zenuwen overprikkeld waren en hij altijd de eerzucht had gehad, om zijn korporaalschap tot het beste van de kompagnie te maken. Het ergste geval betrof het stukslaan van een talhout op het zitvlak van een van de recruten. De krijgsraad vonniste Than wegens voortgezette mishandeling en legde hem anderhalf jaar gevangenisstraf met degradatie op. Aan de Eoln. Zeit. wordt uit Paiijs geseind, dat, naar van verschillende zijden wordt bericht de Fransche regeering onmiddellijk na het
bijeenkomen van de Kamer een wetsontwerp zal indienen over de doorboring van de Kacille in de Jura. Daardoor zou een ly>rter verbinding tusschen Parijs, Genève en BovenIlalië in het leven worden geroepen. De kosten worden begroot op 115 millioen frcs., waaraan resp. de Fransche staat 55 mill., de spoorweg Parijs-Lyon-Middellandsche Zee en het kanton Genève ieder 30 millioen zullen bijdragen. De Éclair is sterk gekant tegen dit plan dat volgens dit blad bijna uitsluitend aan Genève ten goede komt. Officieel wordt uit Hamburg medegedeeld, dat geen verdere gevallen van cholera zijn voorgekomen. Uit Rome wordt bericht dat een persbureeï in bet Vatikaan zal ingerichl worden met het doel inlichtingen te verschaffen aan alle dagbladen, zonder onderscheid van partij. Pius X heeft die beslissing genomen ten gevolge van zoovele valsthe geruchten, die de pers van alle landen over Vatikaansche aangelegenheden heeft rondgestrooid. Te Zanzibar is de pestziekte uitgebroken. Dinsdag telde men 21 gevallen, waarvan 10 met doodelijken afloop. Dat China ontwaakt, is onwederlegbaar : zelfs de Chineesche vrouw begint zich te emancipeeren en aan de politiek te doen. Zoo meldt de North China Iletald, dat de Chineesche vrouwen te Shanghai — de oude zoowel als jonge — krachtig hebben deelgenomen aan de propaganda tegen het koopen van uit Amerika geïmporteerde koopmansgoederen. Onlangs werd door de dames in genoemde plaats een bijeenkomst gehouden, waar werd besloten, dat alle aanwezigen gebruik zouden maken van al haar invloed op haar mannelijke familieleden, om hen op te wekken, »pal te staan voor de goede zaak en zoodoende de boycot tot een goed einde te brengen.” Ook beloofden de dames, er bij haar vriendinnen op aan te dringen, dat dezen hetzelfde zouden doen. Tot dusver is de Chineesche vrouw altijd beschouwd geweest als quantité négligeable ; en zeer zeker zou een dergelijke politieke actie enkele jaren geleden eenvoudig onmogelijk zijn geweest.
"Algemeen Overzicht.". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324151:mpeg21:p00001
De Italiaansche bladen melden dat de hertog van Norfolk , een der grootste millionairs van tJiwri—a—1»1 imiim— * rf—mb—nu
Engeland en een der hoofden van de katholieke partij, aan den kardinaal Merry del Val een som van 25,000 Pd. St. (625,000 lire) heeft geschonken, met verzoek daarvoor nieuwe muziekinstrumenten te laten vervaardigen voor de Pauselijke Garde, Dat is een buitenkansje voor de Italiaansche muziek-instrumentmakers. Felix Philippi, de schrijver van Weldoeners der menschheid. Het vaderlijk erfdeel, Hetgroote licht enz., schreef een nieuw stuk Der Helfer, dat het eerst te Hannover zal worden gespeeld.
"Wetenschappen en kunst.". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324151:mpeg21:p00001
Naar het Duitsch van IDA BOY-ED DOOR ED. VAN DEN GHEYN. 22 Graaf Eberhard had al gevraagd: »Waar blijft Stephan toch f” Ursula had niet verstaan wat mevrouw Reinbeek antwoordde. Zij scheen hem verzocht te hebben, zich even met haar bagage te willen bemoeien. Daar stond hij in de deur — in civiel-reistenue, dat zijn slanke gestalte zeer goed deed uitkomen. Hij omarmde graaf Eberhard en kuste de beiden freules, zoomede barones Weinroth,—zijn drie tantes,—eerbiedig de hand. Nu stond hij voor Ursula. Ze stak hem de hand toe. Haar gezicht was vuurrood. Ze kon van opwinding geen woord uitbrengen. Over zijn fraai, mannelijk gelaat zweefde een vriendelijke glimlach. »Wie had dit gedacht, mejuffrouw Weber, toen we bij meneer uw vader ingekwartierd waren, dat we elkaar op Sommerhagen nog eens zouden ontmoeten 1 Het gaat meneer ... en bij u thuis — alles goed ? Het waren de conventioneele bewoordingen van het oogenblik. Ze klonken voor Ursula als muziek. De vriendelijke blik uit de goud-bruine oogen overweldigde haar. En hoe lachten zijn roode lippen niet onder den donkeren ! Gelukkig, dat Wolf met veel drukte en lawaai erop aankwam, Normann hartelijk op de schouders klopte en deed uitkomen dat ze hier nog meer tijd en gelegenheid zouden hebben, de oude vriendschap
te Hernieuwen ; destijds toch was de dienst vaak de spelbreker geweest van fideele uurtjes, jin eikaars gezelschap gesleten. «Waar blijft Anna ? Waar zit Karei P” vraagde ergens iemand. «Karei slaapt,” zei Ursula, die altijd wist waar Karei uithing en wat hij deed. Allen lachten. Daar ging de deur open, die van Anna’s salon leidde naar de hal, en de jeugdige Slotvrouwe verscheen in het gezelschap, een weinig bleek, met koelen glimlach, het hoofd fier opgeheven en langzaam voortschrijdend, statig als een koningin. Weer te veel vorm, te veel zelfbeheersehing voor twintig jaar, dacht Regina, en ze sloeg haar jonge schoonzuster scherp gade. Stephan Normann maakte een diepe en eerbiedige buiging. Inwendig gevoelde de officier zich door deze ontmoeting verlicht. En met reden , zooals blijken zal. De jonge gravin was verbazend nit de hoogte, moest hij toch bekennen, toen hij naar zijn kamer ging. Zoo koel, zoo afgemeten, zoo iets stijfs. En hij had voor deze ontmoeting een weinig — zij het ook in de verte — vrees gekoesterd, eene vrees, die hij niet waagde in gedachten te kleeden, minder nog onder woorden te brengen. Destijds, in den zomer, tijdens de manoeuvredagen was het hem vaak vóórgekomen, alsof in de blauwe oogen van de mooie Anna Lindenberg een gloed opflikkerde als hij tot haar bet woord richtte . . . En alsof er iets verlokkends lag in haren glimlach . . . een beving in haar stem . . . Bijna angstig, bijna ruw had hij zich destijds ongezelliger voorgedaan dan hij was. Want een misdaad achtte hij het met meisjesharten te spelen. Hij wilde ook niet den minsten schijn aannemen van verwachtingen op te wekken, die hij niet kon beantwoorden .... En toen hij zoo in de hem welbekende kamer zijn
koffer uitpakte schudde hij het hoofd. Na deze begroeting van Anna was hij volkomen geneigd, zijn toenmalige indrukken als inbeeldingen te be- , schouwen. Met een behoefte aan orde en gemak, die hem aangeboren was, rangschikte hij zijn have. Het zou nu weldra vijftien jaar zijn, dat hij dit vertrek op Sommerhagen als het zijne mocht beschouwen. Van den dag af, dat graaf Eberhard hem als het ware van het graf zijner ouders had weggenomen, was het huis van den goedigen man ook zijn thuis geworden. Van uit school, van de kadetten-akademie en vervolgens in de verlofdagen nam Stephan zijn intrek, hetzij op Sommerhagen, in Ostrau of Berlijn. Hij mocht altijd het bewustzijn koesteren, in graaf Eberhard den meest welwillenden pleegvader te bezitten, wiens goedheid hij te meer op prijs diende te stellen naardien een of andere verplichting voor den graaf, om aldus jegens hem te handelen, geheel ontbrak. De Wenderotbs waren hem in bloedverwantschap veel nader. Maar bij dezen was de gedachte nooit opgekomen zich zijn lot aan te trekken. Als voorwendsel deden ze daarbij gelden, dat ze het huwelijk van Stephanie Eberhard niet hadden vergeten noch konden vergeven, ten einde niet in de noodzakelijkheid te geraken geld te moeten besteden aan de opvoeding van haren zoon. Eerst nadat het hun bleek, dat graaf Eberhard voor goed de beschermer en verzorger van den jongen Stephan was geworden kwamen ze voor den dag met hun familiegevoelens, die bij de barones hoofdzakelijk bestonden in het verleenen van goeden raad. Bij ieder samentreffen met Stephan op Sommerhagen had ze, sedert hij een huwbaar jonkman was geworden een rijke partij voor hem in zicht, of wei ze zou binnen kort een goed woordje voor hem doen bij Z.Exc. den Minister van Oorlog of een andere autoriteit van bet militair departement. En dit alles liet Stephan de revue passeeren, toen bij zich aankkjedde voor het diner. De warme
dankbaarheid, die zijn hart vervulde voor graaf Eberhard, woog hem niet als lood was niet vernederend voor zijn gevoel. Hij zag met een gevoel van innige vereering op tegen dezen man. En hij had zich ook voorgenomen, ditmaal van Sommerhagen niet heen te gaan, zonder op een of andere wijs, zich den vaderlijken vriend toe te vertrouwen. Toen hij met een en ander gereed was, raadpleegde hij de pendule. Ze sloeg juist zes uur. Er bleef dus nog tijd over om een brief te schrijven , die hem op het hart lag. De schrijftafel een diplomaten-bureau, zonder stellingen op het blad, slond voor het raam, waardoor men het ruim vergezicht kon genieten over de golvende zee. De steil dalende kust was van hieruit niet zidhtbaar. De hoogste lijn van het geaccidenteerd terrein brak voor het oog al wat land was schijnbaar plotseling af. Achter deze lijn, die groen was getint, omdat ze liep langs een hoogte, waar het winterzaad was opgeschoten, strekte onmiddellijk de onafzienbare watervlakte zich uit. Staalblauw en dof was ditmaal de zee want zware wolkgevaarten hingen over den breeden plas en uit een grijze opeengepakte massa stroomde een dikke regen neer. In diep gepeins verloren, staarde Stephan een wijle het sombere schouwspel aan. Daarna greep hij naar de pen : »Mijn eenig beminde Sopkie ! Nu ben ik weer in je nabijheid. Mijn hart klopt van vurig verlangen naar het oogenblik, dat we elkaar zullen wederzien. Ik smeek je, lieve, kom morgenmiddag om drie uur op de bekende plek. Jjang zal het niet meer duren, dat we elkaar in het geheim zullen ontmoeten. [Wordt vervolgd.)
"Anna’s Huwelijk.". "Bredasche courant". Breda, 1905/09/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000324151:mpeg21:p00001