Reclames ueireueiiue uc bezorging dezer Courant,
jjcitcvc w jiv aan ons bureau, Groote- Markt 33.
Veranderingen in advertentiën gelieve
men sieeus up uch «“m, wv' gave vóór 1) uur in te zenden, daar anders niet voor de uitvoering der verandering kan inm.'.ipn innrpstann.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1907/11/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327112:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1907/11/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327112:mpeg21:p00001
Cil Uusland Het is thans vaststaande, dat de derde Doema een overwegend reactionnaire tint zal hebben, en dat daarin een sterke recbtsche meerderheid zal aanwezig zijn. Is dit eens vastgesteld, dan komen de andere eigenschappen van deze Doema aan den dag. En dan is de eerste daarvan, die deze Doema gunstig onderscheidt van haar voorgangsters, de hooge graad van ontwikkeling der leden. Van de 330 afgevaardigden, die thans gekozen zijn, heeft ongeveer een derde een aeademischeu graad, evenveel leden hebben de middelbare scholen doorloopen. De tweede eigenschap is het bureaucratisch karakter van deze Doema. Onder haar leden telt zij 30 adelsmaarschalken, 7 gouvernemenls-ambtenaren, 3 landvoogden, 4 kamerheeren, 3 ambtenaren van het ministerie van binnenlandsche zaken, 1 ambtenaar van het O. M., 1 senator, 1 oud-gouverceur, en 1 generaal der gendarmerie. De oppositie komt slecht weg: zij heelt tot nog toe slechts een vierde der zetels verkregen. De regeering schijnt echter niet tevreden; volgens berichten uit Petersburg ziet zij met be zorgdheid de sterke reactionnaire meerderheid van deze Doema, want zij vreest daarvan belemmering van dezen wetgevenden arbeid, wijl zij verwacht dat deze meerderheid de wetsontwerpen, sedert de ontbinding van de tweede Doema opgesteld, als te vrijzinnig zal verwerpen of in reactionnairen geest zal wijzigen. Onder de candidaten voor het presidentschap worden genoemd: de Octobrist Chomjakof; de kadet Golowin, president van de tweede Doema; de monarchisten Bobrinski en Rodsjanko. Het Tageblatt wijst erop, dat de Russische rente een punt teruggegaan is en ziet daarin het bewijs, dat ook van deze Doema geen pacificatie, geen herstel van rust en orde verwacht wordt. De reactionaire Russische schrijver Tichomiroll, die vroeger revolutionair en terrorist was, heelt een gedenkschrift tot den Tsaar gericht, waarin hij dezen den raad geeft de volkomen autocratie te herstellen. Hij voert daarvoor als beweegredenen aan dat de eerste grondwet van 30 Oct.jl905 den conservatieven niet leek en de tweede van 16 Juni 1907 niet naar den smaak der liberalen was. Of de (out misschien ook in de grondwet zelt kan schuilen heelt de heer Tichomirofl
afschaffen, doch haar «alleen» de wetgevende hi bevoegdheid ontnemen. Wat haar dan nog blijft, zegt hij niet. Ie Overigens schijnt zijn plan eenvoudig de uiting di te zijn van de in reactionaire kringen geuite h> wenschen. Men overweegt daar echter of het, nu de verkiezingen zoo gunstig zijn uitgevallen, Vl niet beter ware het initiatief totr zulk een ]c denkbeeld te doen- uitgaan van de Doemameerderheid zelf. j Ken overeenkomst? r De Manchester Dispatch meent, op grond E van vertrouwbare berichten, mededeeling te s' mogen doen van een tusschee Rusland en g Bulgarije gesloten geheime conventie, die s' volgens het Erigelsche blad een gevaarlijke si coup van Rusland is, over welks beteekenis z de politie kringen thans eerst eenige zekerheid 1 hebben gekregen. g Het doel van de conventie is, Rusland’s ** hulp te verzekeren aan Bulgarije bij een a oorlog tusschen dit land en Turkije; in dat geval verplicht Rusland zich achttien regi- a menten cavalerie en artillerie ter beschikking (l van Bulgarije te stellen; Bulgarije daarentegen- t verbindt zich bij een Ru-sisch-Turkschen oorlog zijn torpedo-vloot ter beschikking van v Rusland te stellen. P De. Manch. Dispatch brengt deze overeen v komst in verband met de tusschen Rusland ' en Engeland gesloten traetaten betreffende c de verdeeling van Perzië, Door dit tractaat is Rusland in staat de oproerige stammen s van Urmia te bewapenen en zoo elke be- 1 lemmering voor een flankmarsch Russische i troepen uit Kars weg te nemen. £ Brengt men nu velband tusschen de beide ^ overeenkomsten, dan is het doel van de ë Russische positie in Klein- Azië en de ge- " meenschappelijke Bulgaarsch-Russische actie v in Europa de omsingeling van Turkije en de v val van Konstantinopel. Tegen deze — in ieder geval nog zeer problematische — plannen van Rusland tegen Turkije, meent het Engelsche blad de Éngelsche regeering en de Europeesche diplomatie te moeten waarschuwen. s 1 Een eigenaardig verhaal. \ De Petit Journal deelt het volgende wonder- ' baarlijke verhaal mede. In de maand Mei t van dit jaar is bij Sjanghai het Fransche oor- g logssehip Chanzy vergaan. Eenige dagen na 2 het bericht van de schipbreuk kwam het bericht, e dat de gezagvoerder van de Chanzy, kapitein r Mauger, bij een automobielongeluk om het 8 leven was gekomen. f De zus'er van den overleden kapitein kreeg een ambtelijke Kennisgeving van het overlijden I van haren broeder. Zij deed dadelijk moeite ' om te zorgen, dat het lijk van haar broer < ^ou worden begraven, maar haar moeite was * vergeefscli, Zij kon niet gewaar worden, waar t het lijk van kapitein Mauger bleven was. t Men kan zich voorstellen, dat de secretaris- I generaal van het ministerie van marine ver- i baasd was, toen z oh in de eerste dagen van £ October een heer bij hem liet aandienen, die een kaartje vooruit zond, waarop de naam ' van kapitein Mauger te lezen stond, en dat . die verbazing klom toen daar opeens de ver- j ongelukte kapitein Mauger gezond en wel voor | hem stond. Mauger legde uit, dat hij gewond < ——————■——m—^—tmmm
was bij het automobielongeluk en lang in een t hospitaal had gelegen. t Kapitein Mauger, in het maatschappelijk leven teruggekeerd, moet meteen ondervinden, 1 dat het leven zijn moeilijkheden en bezwaren 1 heeft. | Hij zal zich voor den krijgsraad hebben te verantwoorden over het vergaan van het oorlogssehip dat hem was toevertrouwd. De watersnood in Italië en Tyrol. ( Uit Milaan wordt gemeld, dat de toestand in de overstroomde streken troosteloos is. De Po wast weer voortdurend, nadat er gis- | steren eene daling van een paar c.M. was geconstateerd. Waren tot nu toe alleen de , streken aan den rechteroever van de Po over- , stroomt, thans heeft de rivier de dijken aan zijn linkeroever doorgebroken. De provinciën Pavia en Cremona hebben daarvan het meest geleden De menschen moesten op de daken klimmen voor het aanstormende water. Een aantal huizen zijn ingestort waardoor vele menschen die er op gevlucht waren, zijn verdronken. De overstroom i ng heeft ook veel vee doen omkomen. Het groote dorp Sanroco staat . tot aan de daken onder water. In de provincie Piacenza zijn 20 K.M.2 van het beste akkerland bedolven. Vele dorpen en de stad Piacenza staan 2 M. onder water. Het voor den winter gezaaide is verloren. De spoorweg tusschen Milaan en Piacenza is zwaar beschadigd. Uit Tirol komen eveneens berichten van watersnood. Het grensdistrict Caprile in ZutdTirol staat gedeeltelijk onder water, een huis is ir.gestort De Brenta en de Noce richten groote schade in de wijngaarden aan. De Tersen-beek is zoodanig gezwollen, dat een groote streek daardoor is overstroomt. Twee knapen, dit bezig waren hout op te visschen werden door de golven medegesleurd. Zoo worden nog meer dcrgelijke ongelukken vermeld. De locaal-spoor tusschen Trient en Malé heeft veel van de overstrooming geleden. De geheimzinnige geschiedenis. De Loudensche berichtgever van het Hdbl. schrijft: »Over de geheimzinnige verdwijning van de 18-jarige Russische dame^Barbara Lopouchkine, waarover ik gisteren schreet, is sedert niet veel licht opgegaan. Alleen wordt het erg twijfelachtig of het meisje wel in een kelder gevangen zit of in een goed-ingericht vertrek 2>in een huis dat op een fort gelijkt”. Immers er zijn er velen, die beweerd hebben een jong meisje te hebben gezien, geheel beantwoordende aan het portret en het signalement dat in alle kranten is opgenomen. Een bewoonster van een boarding-house in Manchester Street, een straat in het West-End, verhaalt dat Vrijdagmiddag een jonge dame en een heer, blijkbaar vreemdelingen, want zij spraken EngelsCh met een eigenaardig accent, zich bij haar aanmeldden om kamers te huren. Zij had echter geen kamers ter beschikking en het paar vertrok; later had zij in het portret en signalement beslist de geheimzinnig verdwenen Russin herkend. Verder beweren twee kruiers van de stations Westcombe Park en Maze Hill, in de buurt van Greenwich beslist dat zij de gesignaleerde jonge dame Maandagmiddag daar op het perron hadden gezien ; zij had de aandacht getrokken doordat zii blijkbaar niet precies wist hoe de
Li ciucu'iuup uaai vvao cx» ujdi viccuju uugciowi accent inlichtingen gevraagd. Een derde, die haar gezien zou hebben is de koetsier van een hansom, die een jonge dame, precies met het signalement overeenkomende, gisteren had gereden van Moorgate Street, een straat in de City, naar een huis in Hanover Road, Totlenham, in het Noorden van Londen, waar zij was verdwenen in dat huis, nadat haar door een als vreemdeling uitziend heer de deur was geopend. Ook is gebleken dat de in Holborn verpande broche niet aan de Russin heeft toebehoord. Miss Russell, de gouvernante, houdt vol dat haar beschermelinge noch in Rusland, noch in Londen eenig liefdes avontuur had gehad, doch de Russische gezant is van andere meening en denkt dat er wel zoo iets achter zit en de vermiste spoedig voor den dag zal komen. Hoe het zij, de geschiedenis is er met helder’ der op geworden en zij geeft den detectives van Scotland Yard heel wat te doen en dat 1 in dagen nu dezen hun handen vol genoeg hebben met het beschermen van deD Koning ' en Koningin van Spanje, die met hun eer1 stelling gisteravond hier zijn aangekomen onder ■ stortregens en nu voorlooptg op Kensington de gasten zijn, van de prinses van Battenberg.” Juist even nadat ik mijn brief had gepost, is bekend geworden dat het geheimzinnig geval is opgelost. De Russische jonge dame ■ is uit eigen beweging naar het boarding-house ■ in Woburn Place tei uggekeerd. Zij was met eigen zin «verdwenen” ea de Russische gezant i schijnt goed gezien te hebben, toen hij er een . liefdesgeschiedenis achter zocht. Als het er s haar om te doen is geweest besproken te , worden, is het haat' gelukt; niet ieder sterve, hng zet eenige dagen achtereen de geheele , wereld van Londensehe detectives in beweging. , Kaar de Zuidpool. > De Tribune geeft eenige bijzonderheden - omtrent een nieuw voorgenomen Zuidpooltocht ê van luit. Schackleton. Deze wil met zijn tochtgenoten naar Nieuw-Zeeland reizen, en vandaar de Endurance naar het Zuidpolland oversteken. Voor den tocht over het poolijs worden sleden met Mandsjoerijsche ponies en automobielen medegenomen. Zij rekenen den len B Januari 1908 hun tocht te beginnen. Het schip dat hen daar gebracht heeft, keert in [ Januari 1909 terug om hen af te halen. Hun y doel is zooveel mogelijk ontdekkingen en ’ onderzoekingen te doen, waarvoor meer dan l genoeg gelegenheid is, want tot nu toe is s aan de Zuidpoolstreken nog zeer veel onbey kend. Zoo moet o.a. de magnetische Zuidl pool nog ontdekt worden, en zijn de door g kapitein Scott gevonden reeks ijsbergen nog niet onderzocht.
"Buitenland.". "Bredasche courant". Breda, 1907/11/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327112:mpeg21:p00001
Blijkens van den gouverneur van Ceiebes 1 en ondsrhoorigheden ontvangen telegraphische berichten zijn bij de krijgsverrichtingen aldaar: 1 zwaar gewond, de sergeant J. van Leijen- 1 horst, en : licht gewond, de geniesoldaat Ch. H. van 1 Egmond en de fuselier F. H. de Lange. (Std.) Kolfieoogst op Java. Blijkens een telegram van den gouverneurgeneraal van Nederlandech Indië, van 31
October, wordt de gouvernementskoffie-oogst op Java voor dit jaar thans weder geraamd op i 33 000 pikjIs. (St.-Ct.) Haart van state. Openbare vergadering van den Raad van State, atdeeling voor de geschillen van bestuur, 1 cp Woensdag 6 November; des voormiddags * te 11 uur. (St.-Ct.) [ Het bezoek van het Dnitsclie Keizerlijke paar aan Amsterdam. ; Omtrent dit bezoek verneemt de Deutsche [ Wochenzeitung in den Niederlanden nog, dat de i keizer, tijdens zijn ééndaagsch verblijf in de , hooldstad, ’s middags de ministers en eenige i hoogwaardigheidbekleeders ontvangen zal. Daarna zal het Rijksmuseum bezocht worden. . Na het gala diner, dat ’s avonds om zes uur 3 begint, zullen de keizer en de keizerin cercle t houden, ’s Avonds om half elf vertrekt het r keizerlijke paar weer naar Potsdam, met den r uit elf rijtuigen bestaanden hoftrein, die den 1 volgendenochtend om acht uur aan het Wildr parkstation zal aankomen, ï De Sleipner, die dee! uit maakt van het ’. Duitsehe eskader, dat de llohenzollern van , Engeland naar Amsterdam vergezelt, is niet, y als wij aan het Hbld. ontleenden, een van de e nieuwste kruisers, die in dit jaar aan de 3 Duitsehe marine werd toegevoegd. Het is een t snelle torpedojager, die den keizer op al zijn t zeereizen vergezelt. [i Nationaal burean van vrouwenarbeid. 0 Het Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid e te ’s Grave ihage deelt mede, dat gereed is , en tegen een kleine vergoeding verkrijgbaar: het Supplement 1906—1907 op de Lijst van Instellingen, Vereenigingen en Gestichten, wier werkzaamheid verband houdt met de D toepassing der Kinderwetten van Februari I 1906; voorts een Lijst van Tehuizen voor Ouden van Dagen (vrouwen) in Nederland, en eindelijk met het oog op een vermoedelijk te verwachten Grondwetsherziening en de daarmee verband Q houdende kiesrechtquaestie, een Lijst van naar Tijd geordende Gegevens uit het Buitenland ” aangaande ontwikkeling en toe! enning van II Vrouwenkiesrecht, ter vergemakkelijking van (1 nadere studie van dit onderwerp.
"Binnenland.". "Bredasche courant". Breda, 1907/11/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327112:mpeg21:p00001
Brutale inbraak te iinsterdam. Gisternacht, meldt het N. v. d D., is een zeer irutale inbraak gepleegd ten kantore van de ïaamlooze vennootschap «Steenkolenhandel 'oorlieen B. Hagendoorn, aan de Van Diemenitraat bij den Westerdoksdijk. Dit kantoor is gevestigd in een groot vierkant ;ebouw, dat geheel vrij op een open terrein staat n deze afgelegen buurt. Toen gisterochtend te zes uur het personeel >p het kantoor kwam werd dadelijk ontdekt iat er ingebioken was. De groote deur aan de ichterzijde van het pakhuis stond open. Zeker net behulp van valsche sleutels wareu de dieven )innengekomen. Ze forceerden blijkbaar de deur /an het bediendenkantoor, gingen hier binnen, ia eerst zorgvuldig deze deur dichtgetrokken ,e hebben. Tegen het loket spijkerde zij zwart ioek, zoodat van buiten niet te zien was, dat er linnen licht brandde.
Door het kantoorvertrek van de bedienden konden de inbrekers de kamer van den directeur bereiken. Ook daarvan hadden zij spoedig de deur open en eveneens werd hier liet loketje van de deur gemaskeerd met doek. De luiken waren voor de ramen, zoodat geen straaltje licht buiten zichtbaar kon worden. De inbrekers zijn daarop aan het werk getogen. Verschillende kasten kwamen het eerst aan de beurt, waarin zij echter niets van hun gading vonden. Evenmin is een cylinderbureau. Pogingen om de groote brandkast te forceeren, mislukten. In het kantoor der bedienden stond een kleinere brandkast, waarin het geld geborgen wordt dat de karrijders dagelijks meedebrengen. De instrumenten van de dieven bleken ook ’ niet geschikt om dit brandkastje te openen. Na gemeenschappelijk overleg schijnen de inbrekers toen maar een handkar voor den dag gehaald te hebben, waarop ze met vereende krachten de brandkast laadden. Nog even keerden ze terug in het kantoor van den directeur waar zij in een hoek bij den schoorsteen, gelijk de meeste beroepsinbrekers altijd uit bijgeloof doen, een souvenir achtei lietenl Daarop zijn de dieven met de brandkast, waarin ongeveer f 250 was, weggereden. De deur lieten zij maar open staan. Vermoed wordt, dat de inbrekers de kast op een schuitje geladen hebben en den buit zoo over het water in veiligheid gebracht hebben. De politie heeft tot dusverre nog geen spoor ontdekt. De bestolen firma was tegen inbraak verzekerd. De eerste lijboven in Nederland. In de algem. verg. der «Vereeniging voor facultatieve Lijkverbranding», gehouden te Nijmegen op 28 Sept. 1.1., werd besloten over te gaan tot den bouw van een crematorium volgens plannen van den arch. Marius A. Poel. (Hilversum). Door den steun van het bestuur van sWesterveld» werd voor dit deel een zeer geschikt terrein op deze begraafplaats, gelegen tusschen Santpoort en Velsen, afgestaan. Binnen korten tijd zal ons land dus ook een crematorium rijk zijn. Over de inrichting van het crematorium vertelt »De Bouwwereld» het volgerde: Langs een breede steenen trap komt men in een voorhal, waarin links een trap naar een galerij waar een orgel geplaatst wordt. Uit de voorhal komt men in de groote ha), waar de lijkstoet samenkomst. Aan deze hal sluit een tweede zaal aan, waarin, eenigszins verhoogd, de katafalk is geplaatst en zoo noodig een kansel of altaar kan worden aangebracht. Ter linkerzijde van deze zaal liggen: a. een lijkenkamer en b. een kamer voor den redenaar of geestelijke; ter rechterzijde bevindt zich de rouwkamer, bestemd voor de allernaaste tamilieleden, die een crematie bijwonen. Aan de achterzijde van het gebouw, in de nabijheid der rouwkamer voert een trap naar de ondergelegen crematie-ruimte, welke uit twee verdiepingen , of kelders bestaat. In den eersten kelder vindt men den inbreng van den oven, de lift, een urnen-bergplaats, een paar vertrekken voor den machinist en den stoker. In den tweeden kelder bevinden z ch de stookplaatsen, benevens de brandstoffenbergplaats. Het gebouw wordt hoofdzakelijk opgetrokken uit baksteen met graniet voor de buitenversieringen en zandsteen voor de binnenversieringen, de koepel wordt met koper bekleed; terwijl voor de gewelven, vloeren, enz, gebruik zal worden gemaakt van gewapend beton. De bouwkosten zullen ƒ70 000 bebedragen.
Staking wegens te liooge loonen. Het bestuur van de Daimerler-fabrieken te Coventry (Engeland) had besloten aan hare arbeiders een aandeel in de winst te geven. De beginselen der Trade-Union schijnen dat echter niet toe te staan. De werklieden mochten dat geld dus niet aannemen. De fabrikanten lieten door een bank aan elk der werklieden hun aandeel als een persoonlijke gift uitreiken. Velen lieten toen hunne beginselen varen en namen het geld aan. Tot straf werden zij daarop door de Trade-Union uit de vereeniging geworpen. Zij vormden echter spoedig een nieuwe, De getrouw-geblevenen staakten. Het bestuur der fabrieken ontsloeg hen op hare beurt en nam dadelijk nieuwe werklieden in hunne plaats aan. Met «te snelste boot «>verl Een oud-Amsterdammer, die thans leNewYork woont, kwam dezer dagen te Amsterdam terug. Hij had den overtocht gemaakt met de «Lusitania», de nieuwe boot van de Cunardlijn. Zaterdag 19 October uit New-York vertrokken, was hij Donderdag 24 October aan de Iersche kust. De reis van werelddeel tot werelddeel, dat wil zeggen van Sandy Hook (Amerika) naar Daunts Rock (Ierland) werd gemaakt in 4 dagen, 22 uren, dat is 23,61 knoop per uur als gemiddelde snelheid. Voor wie geen technicus is, valt het moeilijk zich in te denken welk een overwinning dit is op de materie: een reuzenschip van 45,000 ton of 45 millioen K.G. met zulk een snelheid door het waier te bewegen. Niet minder dan 25 ketels en machines, die 68,000 P.K. kunnen ontwikkelen, zijn daartoe noodig. Een Amsterdamseh blad vroeg onzen landgenoot naar zijn indruk van de reis. Hij was er niet enthousiast over. »Het mooie van de zeereis gaat er af”, zeide hij. »Men voelt zich niet meer aan boord van een schip, maar in een groot hotel. Men wandelt door corridors, halls en zalen, grooter dan in de meeste hotels, men stijgt en daalt per electrische lift, vijf verdiepingen, zit voor open haarden, waarin houtblokken knetteren, telephoneert uit zijn hut met de heele wereld — precies als in een groot hotel van den eersten rang. »Óp dagen met slecht weer, zooals wij ze troffen, merkt men van de zee niets. Alleen
wat schommeling en scheepsgeluiden herinneren er aan, dat men drijft op den grooten oceaan tusschen twee werelddeelen. »En aan den anderen kant merkt men van die twee werelddeelen te veel. Het zorgelooze rust-gevende gevoel, dat men vroeger op de zeereizen had, doordien geen bericht van land ons kon bereiken, is nu ook weg door de Marconi telegrammen. «Ziehier, hoe het slechte nieuws van Wallstreet op de boot als extra tijding werd meegedeeld. Two special messages. First. t Knickerbocker Trust has susperided payment Second. Trust Company conditions are serious, but strongest interests will stand together. Closing Prices. enz. »De stemming leed er onder. Wie niet zeeziek was door de zee, kreeg een gelijksoortig gevoel door de Mirconi-telegrammen — »Was de boot vol?” — »Ik hoorde, zoo goed als geheel op een 40 plaatsen na; er kunnen 500 le klasse; 500 2e klasse; 1400 3e klasse meegenomen worden, Voeg daarbij 800 kop bemanning, dan hebt ge een zielental van 3200; een kleine gemeente op zichzelf. »Ge kunt begrijpen wat een verantwoordelijke positie de kapitein van zoo’n schip heeft en wat de hofmeester heeft te doen, die voor al de papieren moet zorg dragen, en dit nu binnen de vijf dagen moet klaarspelen. In de bureelen van het schip wordt dikwijls ’s nachts overgewerkt, evengoed als op het land.” — »Wat betaalde u voor den overtocht?” — »Enkele reis le kl. ƒ181. Die prijs varieert echter met het seizoen en de hut. Trouwens op de boot gaat het als in den schouwburg; elke plaats heeft zijn eigen prijs; in de advertenties wordt echter alleen van de laagste prijzen gesproken en vaB deze zijn er gewoonlijk slechts een zeer beperkt getal. »Het is dan ook niet aan te nemen, dat zulk een boot rendeert. Denk eens: de ketels alleen verslinden 1000 Eng. ton (de ton = 540 K. G.) kolen per dag. »Zulk een schip is alleen mogelijk als de stoombootmaatschappij door den staat geholpen wordt met goedkoop geld ,(2‘/2 °/0) en een jaarlijksche subsidie. »De maatschappij zal dit ontvangen, zoodra zij er in slaagt een heen- en terugrugreis te maken met een gemiddelde snelheid van 25 knoopen. Daar het op zijn proeftocht, over 1200 mijlen 25*/a knoopen maakte, verwacht men, dat als de bemanning geheel gewend en de machinerieën ingeloopen zijn, aan den bovengestelden eisch gemakkelijk zal worden voldaan. De reis van Queenstown naar New-York zal dan 41/, dag duren. »De Zaterdagsche Engelsche mail zou dan op Donderdagavond te New-York kunnen binnen zijn en één dag vroeger dan thans het geval, worden uitgedeeld. Dit is zeker wel een offer uit de schatkist waard; doch de beweegreden van het kolossale subsidie moet toch meer daarin worden gezocht dat de Engelsche regeering in tijd van nood dit snelvarende schip bij hare marine zal kunnen voegeD. Bij den bouw is daarop gerekend”. Het is reeds in herinnering gebracht, dat het dezer dagen 100 jaar geleden is dat het eerste stoomschip de wereld verbaasde. Niet onaardig is het, nog eens na te gaan hoe de snelheid in de jongste 50 jaren geleidelijk vermeerderde : In 1856 maakte de »Persia” een record door den overtocht van Engeland naar de Ver. Staten te doen in 9 dagen, 1 uur en 45 minuten. In 1866 bracht de «Scottia” het record op 8 dagen, 2 uur en 48 minuten* In 1869 maakte de »City of Brussels” de reis in 7 dagen, 22 uur en 3 minuten. Het duurde 11 jaren voor het record onder de 7 werd gebracht. Dit deed de »A!aska” in 1882, toen zij in 6 dagen 18 uur en 37 minuten overging. Zeven jaren later, in 1889, bracht de «City of Paris* het record op 5 dagen, 19 uur en 18 minuten. Achttienjaren zijn noodig geweest om van het 5-dagen-record op het 4-dagen-record te komen. Men ziet daaruit reeds, welke technische moeilijkheden bij het vergrooten der snelheid le overwinnen zijn. Waarschijnlijk is deze jongste overwinning daaraan te danken, dat de sLusitania" met stoomturbines werkt, een wijze van voortbewegen, welke bovendien het voordeel heeft, van het schip minder te doen trillen. Engeland is nu weer in het bezit van het blauwe lint, het denkbeeldige zegeteeken van de stoombootmaatschappij dia het transatlantisch record heeft gemaakt. Weet u, wat wel een heel grootsch gezicht is«, zeide onze zegsman, bij het afscheidnemen: »de klik in de haven van Liverpool, toen daar de drie grootste schepen der wereld de Lusitania, de Mauretenia en de Tucania bij elkaar lagen. Dat zijn toch van die over tuigende en tastbare bewijsstukken van nationale kracht, waarvoor men zijn hoed afneemt. «Maar.... als u dat nu in het Ilsbl. gaat plaatsen, moet u toch tevens onzen landgenooten ook een veer op de muts steken, door er eens bij te vertellen, dat de New Rotterdam, die de Holland Amerikalijn op stapel heeft gezet om in het voorjaar van 1908 in de vaart te komen, slechts 7000 ton kleiner wordt dan de Lusitania en dat dit schip niet wordt gebouwd met regeeringssubsidie, maar uit de winst der onderneming. »Dat vind ik nog veel kraniger dan de praestatie der Engelscheo. En hiermede bastal”
"Gemengd Nieuws.". "Bredasche courant". Breda, 1907/11/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327112:mpeg21:p00001
oistonscne roman uil aen uja van ae verwonsuug van Jeruzalem. DOOS Dr. A. HALBERSTADT. 52 Kwamen zij echter aan groote ruime pleinen, omringd door reusachtig hooge bouwwerken met torens en tinnen, dan blonk er vuur in Debora’s oogen en zij werd niet moede om den onwetenden jongeling op de werken te wijzen, die door Koning Agrippa werden aangelegd ; dan schilderde zij hem met levendige kleuren voor, hoe hij de stad dacht uit te breiden en hoe daar geheele dagen lang de arbeiders werkten en zwoegden. Wanneer zij hem hier de grondslagen liet zien, daar met opgewektheid, met geestdrift op de zuilen en steenblokken wees, die der voltooiing nabij zich verhieven of elders hem bet plan zoo duidelijk voorstelde, dat hij zichzelf het schoone bouwwerk goed kon voorstellen, dan was hij verwonderd over haar zeldzame kennis. Maar met haar lachen bracht zij hem spoedig tot andere gedachten, deed zij zijn verwondering verdwijnen evenzeer als zijn kwaadheid, wanneer hij zich ergerde, dat Agrippa uit verregaande vleierij de stad naar den Keizer «Neronias” had genoemd. Wanneer zij de poorten der stad verlieten, wandelden zij langs de ruischende Jordaanbeek naar de niet ver afgelegen spelonk van Panion, waarin onder bedekking van een vooruitstekende rotsplaat een sieilijke tempel stond, dien Herodes eens ter eere van Augustus daar had gewijd. Daar traden zij echter eerst in, wanneer de eerste zonnestralen de wijkende duisternis geheel hadden Verdreven en door een scheur in het gewelf de
stille ruimte kleurden. Hier had de zoon van de Nabataëische Kypros, Herodes de Groote, uit de verborgen schatten der zee van Tyros en Akko, den zegen van den stam God, een kunstige kostbare blauwe glazen plaat laten aanbrengen, zoodat het doorschijnende licht de geheele grot met het blauw van den hemel op wonderschoone wijze vulde. In die prachtige ruimte traden Debora en Reguel niet zonder eerbiedigen schroom. Aan den achtermuur droop met eentonig geluid onophoudelijk het water door den rotssteen en viel er in een marmeren bekken, dat de bron was van den heiligen stroom, die uit een onzichtbare kloof in de aaide met gorgelend geluid opwelde en met zijn steeds voortstuwend, ijskoud, helder water de Jordaan voedde, de rivier der belofte. Over een kunstig aangelegde bedding vloeide hij dan dwars door het midden van den tempel onder een Jonisehe zuilenrij aan den ingang naar buiten, verder dan het oog kan reiken. Waar hij vandaan kwam en wat hem het krachtige leven gaf, wie zou het zeggen P Debora boog zich over het bruisende hekken en stak haar hand in den helderen stroom, leunde dan tegen de nis aan den muur, zoodat het water tegen haar voeten opspatte, bevochtigde Reguels hoofd en wiesch hem het voorhoofd met haar zachte vingers. Hij sloot de oogen onder de aanraking harer hand. Het ver onder de aarde, met gedruisch opwellend water aan den voet van den berg vereenigde zich met het gemurmel der beek en begeleidde met tooveraeütige. vreemde melodie het stille gezang, dat uit Debora’s hart kwam. «Eens waren hier geen berg of dal in den ganschen omtrek te zien ; alles was een weelderige tuin. Pan en Phiale woonden alleen in zalige eenzaamheid daarin, twee godenkinderen. Maar in de diepte der aarde had de God van het vuur I afgunst op hun onbewolkt geluk. Toen nu Pan op
een dag was uitgegaau om schoven te maken op het veld en Phiala aan het spinrokken zat, dreunde en sidderde de aarde onverwachts, uit de gapende kloof rees een vreeswekkende vuurkolom en droeg op baar vleugels een reusachtigen berg, welke Pan neersloeg. Sedert dwaalt Phiala overal rond, zoekt haar beminde, weeklaagt en bevochtigt de aarde met haar tranen. Maar de nieuwe berg was te steil en te donker; Phiala kon er niet over heen of in de grot komen, die het lijk van haar beminde bevatte. Toen trok zij haar haren uit, wierp zij zich in het zachte gras en verdronk zij in haar eigen tranen. Sedert noemen de menschen de plek, waar zij verloren ging, het Phiala meer, het wa’er der tranen. Elk haar echter, waarop droppels uit haar oogen vielen, kreeg wortels in den grond, werd groen, bloeide en droeg rijpe vruchten, den alruin, in den volksmond Dudaïm geheeten. Wie er van eet, diens hart wordt vol van liefde. In de bloeimaand Siwan, in den zoelen nacht bij lichte maan, wanneer de eerste vruchten rijp zijn op den spiegel van het meer, hoort men in de diepte een ruischend geluid; met uitgestrekte armen komt een verschijning naar boven en grijpt naar de kostelijke spija. De Dudaïm dalen neer naar den duisteren bodem, waar het water borrelt en dwarrelt en aanhoudend tegen den zwarten berg stootend en teruggeslagen diens wortels doorwoelt en zich een onderaardschen weg baant. Wanneer dan des morgens de eerste zonnestraal in de grot van Panion sch jnt, dan duiken Phiala’s Dudaïm in de bron van den heiligen stroom op. Phiala groet den doode, die uit liefde tot haar den dood onderging ” Debora’s hart werd angstig bij die gedachte en zij drukte Reguels hoofd vaster aan haar kloppenden boezem. Reguel meende een trek van weemoed om baar lippen te ontdekken. Zij dacht aan den tijd, waarop ook hem de berg zou overstelpen en neerslaan en men hem onder de lijken zou zoeken.
zooals Phiala Pan gezocht had. JSu nog was de Dudaïm appel eerst aan het rijpen, nog woei de lauwe lentewind bij helderen maneschijn. Met een zoeten lach liet Debora een alruin uit de plooi van haar kleed in de bron van de heilige Jordaan vallen. Het water deed de Dudaïm vroolijk heen en weer gaan en droeg ze huppelend en jagend 3!.el mee weg. Dan sprongen beiden op en vervolgden ze stoeiend en jagend, en wie de vrucht het eerst ving, stak ze den ander in den mond. Onder lachen en jubelen en nauw aan elkaar gesloten deelden zij de betooverende vrucht der liefde. Maar achter hen door het voorportaal van den tempel onzichtbaar leunde Stephanus, de slaaf, tegen een konden steen en staarde de gelukkige speelnooten met nijdige oogen na. Zij deden als kinderen. Wanneer ’s avonds de zon was weggedoken en de eerste stralen der maan door de struiken trilden, de blinkende dauwdroppels van den Hermon op blad en halm lagen, het gekweel der vogelen verstomde en slechts hier en daar nog het lieflijk gekir van wilde duiven uit het nabijgelegen bosch weerklonk, dan wandelden Debora en Reguel gearmd, met stil genoegen door den tuin van Beth-Eden, het geheime, buitenverblijf van Debora bij Cae^area Philippi. De hooge toppen der boomen neigden onder den zacbten avondwind, bladeren en planten schenen een fluisterend gesprek te voeren, en de spiegel van den met rozen omgeven vijver glinsterde als gepolijst metaal in den zacbten glans van de nachtster terug. Dan maakte Reguel stil den ketting van het anker los, waarmee de kleine boot aan den kant vastlag, zoo stil, dat geen schakel tegen de andere knarste, om de plechtige stilte niet te verbreken. Weldra gleden zij dan over de gladde oppervlakte, vingen zij zonder iets te zeggen de door de roeispanen opgejaagde zilveren paarlen op, of volgden
de lichtblauwe strepen in het spoor der kiel. Midden in den vijver trek Reguel dan de riemen op, wierp zich met ingehouden vreugde aan Debora’s voeten en zag haar onbeschroomd in het schoone gelaat. Hoe schoon zijt gij P mompellê hij dan en hij dacht dan aan niets anders. Debora legde dan hare wang op de zijne, en wanneer zij dan haar hoofd boog, fonkelde de eenige diamant, die baar golvende lokken sierde, in schitterenden kleuren» tooi. «Hoe edel de Koning der steenen ook zij, hoe schoon zijn glans ook uitkomt,” fluisterde Reguel, «hij is bleek tegenover het licht uwer oogen F” «Weet gij wat ervan gezegd wordt P” vroeg zij hem in de oogen ziende. «Hij is ouder dan Hermon en Jordan, en heet Johalom, traan der smarte, die de gevallen engel stortte.” «In zonden brachten in den grijzen voortijd de menschen het leven door ; zij zondigden tegen de geboden des Heeren, zoodat God besloot hen te straffen. Hij zond Johalom, zijn lieveling onder de engelen, om ben met hunne kinderen en kindskinderen door de zengende straal van zijn oog te verdelgen. Johalom maakte zich op in den nacht en kwam aan het huis van een rijke, dat helder verlicht was, en toen hij er even luisterde drongen bet gejuich en geraas van dronken gasten tot zijn oor door. Johalom ging met gerimpeld voorhoofd en gefronste wenkbrauwen naar binnen, en reeds wilde hij een straal van verderf over de slempers laten gaan, toen hij zich nog plotseling bedacht. Want een bediende kwam tot den heer des huizes om hem iels In te fluisteren. Daarop was de rijke• man bleek als asch opgesprongen, en ia allerijl naar buiten gestormd, door de lange reeks van prachtige vertrekken naar een zwak verlicht vertrek, waar een bleeke vrouw voor een kleine legerstede op de knieën lag. (Wordt vervolgd).
"BERENICE.". "Bredasche courant". Breda, 1907/11/01 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327112:mpeg21:p00001