ATTENTIE!
In het nummer der öreaascne courant, u
ATTENTIE!
In het nummer der öreaascne courant, u
Het Ministerie lieetl Dinsdagavond aan Hare Majesteit de Koningin coliectiel ontslag gevraagd. Daartoe is blijkbaar besloten in den Dinsdag gehouden ministerraad, nadat die van Maandagmiddag, na drie uur beraadslagens, niet tot een definitieve beslissing was gekomen. Hoewel met de motiveering dezer ontslagaanvraag in bijzonderheden niet bekend, behoeft men naar de overwegingen die het miuisterie tot zijn besluit geleid hebben, niet lang te .raden, De rechtstreeksche aanleiding is de verwer ping der Oorlogsbegrooting door de Tweede Kamer met 53 tegen 38 stemmen op Zaterd8Naar aanleiding der ontslag aanvrage schrijft de N. Grt. o. m.: Mogelijk is thans slechts een ministerie met perspectief. En dan ligt voor de hand de formatie van pon rechterziide, dat aanstonds met een duide-
een spe regeeringsprogram voor de Tweede Kamer grjedt en bereid is het op een ontbinding te teen aankomen bij het eerste conflict. Dari geipt bij de eerstvolgende verkiezingen de strijd zoor dat ministerie en dat program en de kieheis weten waar het om gaat. miQoch ook een andere oplossing is denkbaar, hij aan de gestelde voorwaarde voldoet. Een 1 m e n g d Kabinet van gematigde mannen zeg verschillende partijen, dat voor de Kamers nieierü met een kort. vast omlijmd, regeeringsheitgram, beperkt tot weinige voorname wetbraipnde maatregelen, juist zooveel al«, kraChplars ervaring, de Staten-Generaa! geacht mogen en pden iu vier jaar tijds te kunnen afdoen. Opt e ts uper — een moeilijke, maar niet vermogehjke keus, die desgewenscht als slot- j b ljik een Grondwetsherziening, mits niet uiter litend ol hoofdzakelijk electoraal, zou kunnen hvatten. En ook zulk een Kabinet zou, bij it eerste conflict, een Kamer-ontbindmg —meten aandurven en de vraag welke dan aan iie kiezers zou worden voorgelegd, zou deze zijn : wilt gij dat d i t program, door vruchtbare samenwerking van regeenng en parlement, naar mensehelijke berekening geheel zal wor den uitgevoerd, dan wel : zijt gij op antithese op stembusbeloiten, op impotente, op steeds klimmende stapels onafgedaan wetgevend werk belust ? Een stel mannen dat zoo iets aandurfde, zou eveneens zijn : een ministerie met perspectief. Wellicht niet zonder goeden uitslag zou het bouwen op de verwachting dat de kiezers, kunstmatig onderhouden veelen, onna tuurlijke bondgenootschappen en opgeblazen troonreden moede, zouden antwoorden: wij vertrouwen u omdat wij zien dat gij niet meer beloven wilt dan gij houden kunt. Voert het uit, uw program !
Het geding tegen Harden De Berlijnsche correspondent van de N. R. Grt. schrijft: Wanneer niet alle aanwijzingen bedriegen, staat de zaak van Harden s'echt. Daar de deuren meestentijds gesloten zi'n gebleven, kan men enkel op uiterlijkheden en geruchten afgaan. Deze zijn niet gunstig voor hem. Het is ook een kwaad teeken voor Harden’s zaak, dat de eerst zoo tegensporrelige justitie nu het verzoek van prins Philipp Eulenburg heeft ingewilligd, om een vervolgmg tegen HardeD en zijn' advokaat in te stellen, wegens de beleedigende termpn, die zij in het eerste gedmg te zijnen aanzien gebruikt |hebben. Zijne ° vrienden hebben zich weer moeite gegeven, om een schikking tot stand te brengen, maar Moitke en zijn verdediger Sello blijven weigeren. De behandeling van de zaak met gesloten deuren verschaft hem geen voldoende genoegdoening voor de vroeger in het openbaar ingebrachte beschuldigingen, al fluisti rt men nu ook van alle kanten, dat mevrouw v. Elbe bij het geheime getuigenverhoor, onder het kruisverhoor van Sello en den procureurge> eraal, omgedraaid is en haren vroegeren heer gemaal gereinigd heeft. Zij, de voornaamste getuige è, charge, zou nu een hysterische vrouw gebleken zijn, aan wier uitlatmgen men nooit onvoorwaardelijk geloof had mogen schenken. Harden en zijn verdediger moeten het omdraaien van deze getuige ais een ongehoord
iets gekenschetst hebben. Hun taktiek bepaalt er zich nu toe, te bewijzen, dat Harden met zijne aanvallen te goeder trouw heeft gehandeld. Te dien einde zal, naar men zegt, ook de erfprinses van Meiningen als getuige gedagvaard worden. Zij moet zich ten huize van Schweninger ongunstig hebben uitgelaten over graaf Moitke, die te Breslau bij de kurass;ers diende, toen de Meiniogsche erfprins daar bevel voerde Nu heeft de erfprins van Meiningen echter reeds een brief ten gunste van Moitke geschreven, en het hof aarzelt met de dagvaarding van de prinses, die als zuster van den Keizer waarschijnlijk het recht kan laten gelden, om alleen in haar huis gehoord te worden. Vermeldt men nog, dat Harden onder de inspanning van het heimelijk verhoor in onmacht is gevallen en door zijn tegenstander Moitke met diens lodereindoosje bij geholpen is, dan heeft men almede zoo wat alles gezegd, wat over het beloop van het geding uitgelekt is. De voorzitter van het hof heeft de deelnemers tot strikte geheimhouding vermaand. Van sociaal democratische zijde stelt men in het licht, dat hij daar het recht niet toe heeft. Het rechterlijk bevel om het stilzwijgen te bewaren, is alleen bij processen wegens hoogverraad en als de veiliaheid van het land op het spel staat, geoorloofd. In het geding tegen Harden zijn echter alleen dingen aan de orde, die de eerbaarheid raken, Misschien is achter de gesloten deuren ook over de verhouding van EuleDburg tot den Keizer en andere politici onderhandeld. Men verwacht, dat de deuren op het einde van het proce§, bij de pleidooien en de verkondiging van het vonnis, heropend zullen worden.
1 UUI1 4.UI 11C b lliutl'ljtv publiek den indruk weg te nemen, dat de uit- 1 sluiting van de openbaarheid niet alleen op alkoofgeheimen is toegepast. Na de ernstige openlijke beschuldigingen, aan welke Eulenburg en Moitke bij het eerste geding hebben blootgestaan; hadden zij stellig het recht gehad, zich even openlijk te reinigen; eveneens zou het voor Harden wel beter zijn, indien openlijk getoond werd, hoe het gekomen is, dat hij zich vergiste. Want dat hij zich op goed geluk lichtvaardig in dit gevecht zou hebben begeven, isbillijker wijze niet aan te nemen Juist wegens de heimelijkheid waarmee het geding bei andeld is, zal bij velen de overtuiging blijven bestaan, dat er met zooveel rook zonder vuur kan geweest zijn, Wanneer Moitke en Eulenburg nu door het voums dat aanstaande is, — gelijk het zich laat aaD nen — uit den vurigen oven van het proces gelouterd te voorse ijn komen, welk een terugslag zal deze afloop van de zaak dan op het hol hebbeD? Zullen wij dan een plechtig herstel in genade gebleven, een soort tegenhanger van dezaakKotze? Zullen zy, die eerst verpletterd waren, onder nieuwe genadebewijzen ten hove weer opleven en andere meDsehen daarentegen in ongenadige duisternis verzinken? Is alles, wat er over een camarilla, spiritistische zittingen en verkeer met bovenaardsche werelden in vroeger tijd en onlangs gemompeld is, nu als boosaardige praat grondig weerlegd ? Heeft de Kroonprins zijn keizerlijken vader onnoodig in beweging gezet en zijn de aanduidingen over het misbruiken van soldaten te Potsdam verhaaltjes voor den vaak ? Men zou het haast denken, als men in de laatste dagen rechts en links onze kranten las. Rozen en lavendel geuren, waar het eerst
naar bederf rook. De kracht van den Pruisischen n procureur generaal Isenbiel heeft de onaange- v name toovermacht van Harden gebroken; I Harden, die met zijne Zukunft zulk eeu groote a suggestieve klacht oefende, dat hij het Duitsche t volk een moeras liet zien, waar een bed viool- I tjes opsproot. Jammer maar, dat de heer Isen- r biel die toovermacht niet dadelijk gefnuikt heeft, 1 toen het schandaal begon en I ij zich — door t wien en door wat? — wonderbaarlijkerwijze ï liet weerhouden, ofn ten gunste van Eulenburg i of Moitke een vin te roeren. i He Köpenfekiade in Woenen. Het bericht, dat de Ween che kapitein van Köpenick reeds gevat is, wordt tegengesproken. ! Wel weet de politie, dat de daad inoet zijn gepleegd door Goldschmidt, maar men heeft hem nog niet gearresteerd. Goldschmidt is oud officier. Hij was echter wegens verduistering van gelden ontslagen, naar Duitschland gevlucht en daar wegens landlooperij veroordeeld en na afloop van de straf over de grenzen gebracht. Naar Weenen teruggekeerd heeft hij daar het plan opgevat de kas van het arsenaal te bestelen. Hij heeft zich in de uniform van een luitenant van administratie in het artillerie depót aan de beide officieren van dienst voorgesteld als lid der commissie van kas-contióle; zijn beide collega’s zouden volgen. De pseudo officier kreeg aldus den sleutel in banden van de kluis en zijn kennis van het terrein maakte het hem gemakkelijk de daad te plegen. Een onderzoek in de woning van Goldschmidt ingesteld bracht aan het licht, dat hij verdwenen was en bevestigde aldus het vermoeden, dat Goldschmidt de pleger was van den diefstal. Volgens een ander bericht zou de man ongeveer 90,000 kronen hebben buitgemaakt.
He strijd tegen de Polen. d Men weet; dat de maatregelen door de Pruisische regeering tegen de Polen genomen tebben geleid tot besluiten van Poolsche I iiereenigingen in Galicië en Rusland om t Duitsche waren te boycotten. Duitsche handelaars in Kattowitz die van deze besluiten ernstig nadeel verwachten, hebben thans een ver- { nadering gehouden en een motie aangenomen ; die zegt: dat zij de door de regeering voor , gestelde maatregelen tegen de Polen niet s goedkeuren. Waar echter hun invloedinden , lande niets vermag tegen de plannen der regeering doen zij een beroep op het rechtvaardigheidsgevoel der bevolking van Russisch | Poien en Galicië in de hoop, dat die hen ( met zullen laten ontgelden, wat de regeering , tegen hun wensch in doet. He ond-gonvernenr Hom. Het disciplinaire gerechtshof te Berlijn heeft in tweeden aanleg uitspraak gedaan in de disciplinaire zaak tegen Horn. den vroegeren gouverneur van Togo. In eersten aanleg was Horn tot ontslag uit den dienst met twee derden van het hem wettelijk komende pensioen veroordeeld. Hefj hof heett dat vonnis veranderd in overplaatsing voor straf en een boete van 300 mark. Het hof neemt aan dat de beklaagde de inboorlingen in den régel vriéndelijk en zacht behandelde en voert de door den strafrechter uitgesproken opvatting aan, dat de bedoeling van Horn, om den neger Tsedoe een bekentenis te ontpersen, niet be wezen is, en evenmin dat de dood van Tsedoe door toedoen van den beklaagde veroorzaakt
s. Men heeft dus alleen met het toebrengen van lichamelijk letsel te doen. De beklaagde is tegenover Tsedoe in de vervulling van zijn imbtsplicht te kort gescholen; o.a. door hem niet bij zijne tepror.kstelling sp'ys en drank te iaten toenemen en door hem niet los te laten maken, toen hij den volgenden morgen zag, hoe uitgeput Tsedoe was. Het hof gelooft de verzekering van den beklaagde, dat hij den neger bij zijn vertrek aan den commandant van den post had overgegeven, om naar goedvinden met hem te handelen. Maar dat was niet voldoende. Hij had onverwijld moeten zorgeD, dat Tsedoe geholpen werd. Als verzwarende omstandigheid liet het hof gelden, dat Horn de hoogste ambtenaar in de kolonie was en dat het daarom zijn plicht was, zelfbeheersching te betrachten, als verzachtende omstandigheid, dat anders Dooit klachten over wreedheid van Horn vernomen zijn en zijn dienststaat onberispelijk was.
Koning vittore rtmanueie iu is, uaai raulois mededeelt, voornemens in het aautaand voorjaar een bezoek te brengen aan len Sultan van Turkije. De Russische generale staf heeft, naar iuitsch voorbeeld, besloten een vrijwillig nililair automobilistenkorps op te richten. Te Washington is bericht ontvangen dat le stakingsonlustcn in Chili veel ernstiger -ijn geweest dan de eerste telegrammen deden eerwachten. De Mexieaansche consul te Iquique spreekt van twee honderd dooden, in plaats van zeven. De Morning Post verneemt uit inlandsche bron, dat Moulay Hafid aan het hoofd van Ben vliegende colonne met den meesten spoed naar het Noorden trekt, De Koning van Siam gaat een boek uitgeven over zijn jongste reis in Europa. Het zal heeten: «Brieven aan mijn dochter.” Het lijk, dat met een dolk in het oog in een eerste klas-coupé in den trein bij Foligna gevonden is, is herkend als dat van den ingenieur Arvedi uit Verona. De verslagene had een som van drie honderd en vijftig duizend lire bij zich. De dochter van Bryan, mevr. Leavitt, is gekozen als gedelegeerde voor de Democratische Conventie in den staat Colorado, Men acht het niet onmogelijk dat zijzelf daar Bryan zal candidaatstellen als candidaat der democraten voor het Presidentschap.
Ook de Spaansche senaat heeft het wetsontwerp tot herbouw der vloot aangenomen. In Tarnowitz zijn een vijftal gevallen van zwarte pokken voorgekomen, waarvan vier met doodelijken afloop. De politie nam maatregelen om het kwaad te beperken.
Historische roman uit den tijd van de verwoesting van Jeruzalem dook . Dr. A. HALBERSTADT. 95 Wie heeft de middelen verschaft om de tweedracht tot zulk een hoogte op te voeren, dat uw pogingen konden slagen? Wie heeft de bondgenooten der Aziatische Vorsten, de Romeinsche Stadhouders, de legioenen, ja zelfs de mededingers naar den keizerlijnen troon voor u gewonnen? Wie heeft zoovele duizenden handen gewapend, de harten van den Senaat en het volk in Rome voor u geopend? Wie heeft den Flaviër op den troon gebracht?® Vespasianus trok zijn mond tot een spottenden glimlach samen. «Wie? ik geef toe, datBerenice een groot deel daaraan heeft !» .. Bij die bedaardheid van Vespasianus werd zij nog toorniger. «En nu bet doel bereikt is, werpt de Flaviër de middelen, die hem gediend hebben, terzij ?® , _ , »Ik herhaal u, niet de Flaviër, maar de Caesar . Had Vespasianus, de eenvoudige veldheer van Nero, destijds uw hulp van de hand gewezen, dan zou hij zich aan den Staat vergrepen hebben. Zou Vespasianus, de Caesar van het oogenblik, een Judaeïsche tot Augusta verbeffen, hij zou hetzelfde doen. Fn Vespasianus beeft op zich genomen zich met aan den Staat te vergrijpen.» «Gij wilt dus niet?® «Berenice kan de beminde van Titus, nooit zijn gemalin zijnl® . . «Nooit zijn gemalin,® schreeuwde zij in woede. «En Titns zal u toch wel reeds sedert langen tijd verteld hebben, dat Berenice reeds zijn echtgenoot
s ! Meen niet, dat ik mij zonder tegenstand te rieden in de schaduw laat zetten I Er bestaan Dog wetten in Rome, de Senaat is er ook nog. Ik zal met stukken, waarop Titns zelf zijn hand gezet beeft, mijn rechten geldig maken « Vespasianus lachte nogmaals en stond op. «Zeker heeft Rome wetten, de Senaat leeft ook nog. Dat was ook tijdens Nero zoo, entoch werd diens gade Octavia, uit een der voornaamste geslachten gesproten, zelf de dochter van een Caesar, door dien zeilden Senaat en volgens diezelfde wetten aan echtbreuk schuldig verklaard, hoewel zij zoon on schuldig was als een pasgeboren kind ® »Maar ik ben geen domme Octavia,® stiet zij met een heesche stem uit. «Mij verstoot men niet als een Mareia. Vespasianus kan een Berenice laten vermoorden, zooals Nero Octavia liet vermoorden; maar dan zal Rome eerst vernemen, wat opvatting zijn nieuwe Caesars hebben van gerechtigheid. Want ik heb de bewijzen in banden « «Bewijzen?« vroeg Vespasianus verbaasd. «De onderteekening van Titus zelf.® zeide zij lachende. «Onder het contract, dat Justus Pistoszoon, de geheimschrijver van Agrippa, kort na uw komst in Cae-area Philippi heeft opgesteld en waarbij Titns verklaart de wettige echtgenoot te zijn van Berenice, Vorstin van Chalkis en Koningin van Pontus.” »Wat?« riep Vespasianus met nog meer nadruk. «Bezit gij dat?” Vergist ge u ook so ■ s ?” Berenice schrikte op, staarde hem aan en snelde naar een ijzeren kistje, .waarin het stuk geborgen was en dat zij steeds meevoerde. Met bevende band drukte zij op een geheime veer, het deksel sprong open ; maar het kistje was leeg. Berenice gaf een gil en Viel achterover «Welnu,” vroeg Vespasianus bedaard, «waar is het bewijsstuk ?” «Gestolen,” schreeuwde zij. «Gij hebt het ge1 stolen ? ”
«Een Caesar steelt met, antwoordde bij. «tiem behoort alles. Ik wil bekennen,” ging hij op ironische toon voort, dat ik ook wel eens het gerucht heb geboord van een huwelijk tusschen Berenice en Titus, maar ik sloeg er geen geloof aan. Tilus is te verstandig om zich onbedachtzaam aan banden te leggen. Daarom zeide ik ook terstond, dat het bewuste stuk, toen het mij voorgelegd werd, een valsch stuk was, al waren de handteekeningen ook bedriegelijk nagebootst. Het zou mij leed doen, indien Berenice, onze onbaatzuchtige vriendin, zich tot een daal liet verleiden, die volgens de wet zeer strafbaar is. Op dien grond heb ik afgezien van een onderzoek, besloot ik van mijn recht tot het verleenen van gratie gebruik te maken en heb ik eenvoudig het vervalscbte stuk vernietigd I” Onder het spreken was hij naar een open venster gegaan nam kalm een schriftrol uit zijn toga, verscheurde die tot snippers en wierp die naar buiten, zoodat zij naar alle kanten verspreid werden. Berenice viel van schrik in de kussens terug en was eenigen tijd lang niet bij kennis. Toen zij hersteld was, begreep zij "zelf niet, dat zij den Romeinschen roover niet naar de keel was gevlogen en zij hem niet geworgd had, zooals den Judaeër bij den tempelbrand. Na de eerste drift volgde een geregelder denken en deed zich aan hsar geest ook de herinnering aan haar verleden voor. Daarvan zag zij in de jongste gebeurtenis de vergelding. Zij had haar vaderland en God verraden om over anderen te heerschen; i nu zij aan den drempel stond dier heerschappij werd zij ternggestooten, had bet veraad zich tegen baar I gewend. Uog om oog, tand om tand. Toch meende ; zij den strijd tot het einde te moeten volhouden; i al ging daarmee ook alles te gronde. Plotseling lief zij een schellen lach hooren «Trots al uw voor3 zorgen en maatregelen bebt gij één ding vergeten Caesar,” spotte zij ; «het getuigenis van hen, dit - het door u vernietigde stuk mee onderteekenc hebben 1”
«Het getuigenis ! herhaalde Vespasianus bedaard. «Dat is op zijn minst genomen twijfelachtig. Ik heb oplettend de namen gelezen. Wie waren het ook weer?-.. Agrippa; Koning van Judaea! Diezelfde Agrippa evenwel beweerde, toen ik hem in tegenwoordigheid van anderen er naar vroeg, dat hij nooit zulk een onuitvoerbare overeenkomst ondeteekend heeft. Ik weet niet, of gij hem door een ot ander tegen U hebt ingenomen, Berenice, dat bij uw belangen zoo tegenwerkt. Zij zakte in elkaar. «Dat is zijn wraak !” sprak zij binnensmonds, en de lafaard wil nu ai zijn schuld op mij schuiven I «Ik ben in die bijzonderheden niet zoo ingewijd” zeide Vespasianus onverschillig, «om u te kun en tegenspreken. Maar ook de andere onderteekenaren verloochenen hunne hand. Bij voorbeeld Joseph Matthiaezoon . . .” «De vriend der Flaviërs” riep zij met minachting wien gij hef door n vroeger bewoond paleis ten geschenke gegeven hebt, die verrader, die nu naar zijn beschermers den naam van Flavius Josepbus beeft aangenomen !” «Hij kon zich niet herinneren,” ging Vespasianus onveranderlijk voort, «dat hij ooit den zegen van zijn God heeft afgesmeekt op een echtverbintenis tussehen een Judaeïsche en een heiden. De anderen uw lijfarts, Andromachos is dood ; Jusfus Pisfoszoon die, zooals ge zegt, het stuk opgesteld heeft, is naar Tiberias verbannen, dat bij niet verlaten mag wil hij zijn leven niet verbeuren, en Thaumastus, uw opzichter, dien gij in Caesarea Philippi voor de regeling uwer zaken bebt achtergelaten, is oud, en de lange moeilijke reis van daar hierheen zou hem te veel inspannen, ongerekend de gevaren, die bij als privaat persoon in deze omstandigheid loopt.” Vespasianus zweeg en keek oplettend naar een klein, kostbaar met parelen bezet doosje, waarop
Amor op een leeuw rijdende was voorgesteld, dat bij in de hand had, en zeide niets. «En Titus?® begon Berenice wederom. «Ja, Titus,” antwoordde Vespasianus, beweert hetzelfde als gij. Maar vergeet niet, dat bij de tegenwoordige verdorvenheid niemand licht getuigenis aflegt tegen den Caesar. Dat is nu wel een ongelukkig verschijnsel, vooral voor de toekomst van den Staat, en tot uw geruststelling wil ik u wel zeggen, dat ik alles zal in het werk stellen om bet reebt, niet den schijn van het recht, weer in eere te brengen! Maar stel dat Titus door zijn onmiskenbare liefde voor u gedreven den moed om eon valsch en nu verdwenen document als echt te erkennen, dan baatte u dat nog niet. In Rome kan men gemakkelijk scheiden, zelfs indien aan geen van beide partijen iets te verwijten is. Niets zou bij voorbeeld Vespasianus beletten om Berenice, de Vorstin van een onderworpen volk, tot krijgsgevangene te verklaren en als slavin aan Titustoe te wijzen. Over die slavin kan Titus naar willekeur beschikken. Hij kan haar wegschenken, verkoopen, lot zijn bezit maken en dat laatste deed bij misschien bet iiefst. Alleen mag bij baar niet, tenzij bij van alle waardigheden, eereposten en aan-praken afstand doet, volgens de wet tot vrouw nemen. Vergeet ook niet dat de vrienden van Rome tevens slaven van Rome zijn. Maar ronduit gezegd, ik geloof niet dat Titus tot die opoffering geneigd is. Ten minste voor een uur geleden gaf hij mij dit kleinood, waarschijnlijk als een blijk van zijn liefde om u ter hand te stellen.” Hij opende bet en een verwelkt blaadje viel er uit, het laurierblad van den Karmel. Berenice smeet een en ander ver van zich af door het vertrek been. (Wordt veroolgï).
ONTVANGEN: een prachtige collectie Christus- en New Years Cards. BROESEs Boekhandel, Groote Markt 33.