(Van onze correspondent te Batavia). In alle kranten van de wereld is geschreven over het communisme in de Republiek, een onderwerp waar geen sterveling eigenlijk veel van kon weten of begrijpen, want het speelde zich af achter het bamboescherm — we willen niet zeggen ijzeren gordijn — van de demarcatielijn. Het fijne kwam men zelfs te Batavia niet te weten, daar de Republikeinse voorlichters de zaak door een bril zagen met glazen van hun lievelingskleur. Nu we de gelegenheid hadden in Djokja zelf dit probleem te bestuderen, en personen te polsen, die de gebeurtenissen van nabij hebben gevolgd, komen we tot enigszins andere conclusies dan de tot dusverre gangbare. Deze conclusies zijn:
a. Dat het communisme in de Republiek zich in tal van vormen vertoont. b. Dat het onderdrukken van de Moeso-Sjarifoeddin-revolutie voor Hatta een dubbeltje op z'n kant is geweest. c. Dat Hatta alleen in staat is geweest deze revolutie te onderdrukken door steun te zoeken bij andere zuiver communistische groeperingen. d. Dat het communisme in de Republiek dus verschoven is, doch op geen enkele wijze onderdrukt. Het verschoof van de vroegere premier Amir Sjarifoeddin naar de kort geleden uit gevangenschap ontslagen communistische volksmenner Tan Malaka. Het is een bekend feit, dat hi.i onder geen omstandigheid geneigd was zijn plaats af te staan aan een ander, dat hij eerder de chaos zou willen zien dan zich van zijn plaats te laten drukken, maar dat hij, als er geen andere uit weg meer voor hem zou zijn, Tan Ma laka de bal zou toespelen. Dit was in Djokja zo algemeen be kend, dat niemand zich heden verbaast over de overneming van het leiderschap door Tan Malaka. Men wist dat dit in de bedoeling lag. Tan Mala ka is een man, die hier altijd veel aan hang heeft gehad. Zijn strijdorganisatie, de Persatoean Perdjoeangan was minder goed bewapend dan bijvoorbeeld Sjarifoeddins Pesindo, cn zo gebeurde 't, dat men hem na Sjahrirs ontvoering in de gevangenis kon zetten Toen Tan Malaka eenmaal uit de weg was geruimd, bleek de baan vrij voor SJarifoeddin, die de onthoofde strijdorganisatie van Tan Malaka samen met vele andere braakliggende communistische krachten wist te bundelen in het front Demokrasie Rakjat (democratisch volks front). Als minister van defensie en later a's üinister-president beschikte Sjarifoeddin bovendien nog over de TNI, hoewel deze uiteindelijk meer achter Soekarno stond, joriat deze machtsfactor hem weer ontTiel. toen hij minister-af was. Achter Soekarno stonden voorts de Islamitische Hizboella's en Sabillila's. Dit zijn de Vrachten waar ook Hatta op steunde. Amir Sjarifoeddin bleek een zeer eerzuchtig communist. Toen hij eenmaal doo<- Hatta van zijn hoge zetel was weg
gedrukt, en deze laatste, behalve als vlcepresident van de Republiek ook nog als premier optrad, kon een kind voorspellen dat er van de kant van Amir een gepeperde tegenwerking in het vat zat. Deze tegenwerking werd zo groot, dat zij Hatta het regeren vrijwel onmogelijk maakte. Hatta kon tegen Amir weinig doen, want deze steunde op een machtige strijdorganisatie en Hatta had geen enkele zeker heid. Dat de TNI als één lichaam achter hem zou staan in een strijd tegsn Sjari foeddin, die altijd nog op een grote populariteit kon bogen, ook in de TNI gelederen. HATTA'S KANS. Op een goede dag echter kwam Hatta's kans. Er kwam een andere vijand opdagen uit Moskou, de zozeer beruchte Mueso. Moeso was geen nationale figuur als Sjarifoeddin of de toen nog steeds gevangen Tan Malaka. Moeso was een afgezant van Moskou en daar Hatta — die overigens in het minst niet afkerig was van een beetje communisme, — het om allerlei redenen op dat ogenblik beter vond in de kaart van Amerika te spelen, greep hij de eerste de beste kans aan om Moeso naar de keel te vliegen en met Moeso zijn eigenlijke vijand Sjarifoeddin. Om een zc groot mogelijk aantal communistische krachten aan zich te binden, werd Tan Malaka uit de gevangenis gehaald, teneinde diens populariteit uit te spelen tegen die van Sjarifoeddin. Moeso :e:f was geen tegenspeler van formaat. Hij was een vreemd element, die uitsluitend d.'or de samenwerking met Sjarifoeddin zijn revolutie kon ontketenen. Maar Hatta had heel goed begrepen, dat hij tegen deze afgezant ,van Moskou gemakkelijk de gemoederen kon opzwepen, wat hem tegen Sjarifoeddin zelf niet zou zijn gelukt. Met Tan Malaka achter zich durfde hil de strijd aan, omdat hij hoopte, dat de figuur van deze oude communistische voorvechter voldoende krachten uit de gelederen van Sjarifoeddin zou aantrekken, en onder zijn banier zou verzamelen. Het is echter een dubbeltje op z'n kant geweest. Bijna was het mis gelopen, en het is uitsluitend aan het ingrijpen van dat deel der Siliwangi divisie, dat nog niet federaal geïnfiltreerd was, te danken geweest, dat men de opstand de kop heeft kunnen afbijten. Degenen, die de schaal deden overhellen naar Hatta's kant, waren de jongelui van het zogenaamde studentenbataljon onder Achmad Wiranata Koesoema, de jongste zoon van de Wali Negara van Pasoendan. Inmiddels zijn we, wat het communisme in de Republiek bereft, van de regen in de drup gekomen. Of het nu Sjarifoeddin is of Tan Malaka, of dat ze het tezamen zijn, dat alles maakt niet veel verschil zolang de voedingsbodem voor hun communisme blijft bestaan. En dat is als overal elders de schrijnende armoede, die we niet met wapens en evenmin met politieke leuzen kunnen overwinnen, doch alleen met economische wederopbouw. Daartoe was de republiek niet bij machte, en daarom moesten wij de wapenen opnemen omdat alleen die wapenen de condities kunnen scheppen, waarin deze opbouw van de welvaart wel mogelijk wordt.
De „Grote beer" morgen in Amsterdam verwacht. Het troepenschip „Grote Beer" met enige contingenten zieken en afgekeurde militairen van het K.N.I.L., de Koninklijke Marine en de Koninklijke Landmacht aan boord, wordt in de loop van morgen uit Indonesie in de haven van Amsterdam verwacht. De ontscheping zu.1 — onvoorziene omstandigheden voorbehouden — aanvangen op Donderdag 6 Januari des morgens te 9 uur
"COMMUNISME IN DE REPUBLIEK GEENSZINS VERDREVEN Tan Malaka weer op de voorgrond". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057164:mpeg21:p001
"Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057164:mpeg21:p001
— In verband met zijn 25-jarig directoraat van de bibliotheek van het Vredespaleis te Den Haag, werd dr. J. ter Meulen gisteren in de zaal. waarin het Hof van Arbitrage samenkomt, gehuldigd. — Gistermiddag is tijdens een kort doch hevig onweer de bliksem ingeslagen in de 20 meter hoge schoorsteen van de N.V. Corodex te Zandvoort, alwaar bakeliet artikelen worden vervaardigd De schoorsteen vertoonde zoveel gaten en scheuren, dat de brandweer besloot de schoorsteen om te trekken. — In November j.1. legden de tuchtrechters voor de voedselvoorziening in totaal voor f 240.526.— aan boeten op en voor f15.265.— aan waarborgsommen Aan schikkingen werd betaald f 44.820.—. Voorts werd de sluiting van 10 bedrijven (waarvan 7 voorwaardelijk) bevolen, werden 20 vergunningen ingetrokken (waarvan 12 voorwaardelijk) en 17 bedrijven (waarvan 12 voorwaardelijk) uitgesloten van toewijzingen. — De distributievoorschriften voor wandtegels, tuindersglas, draadglas en asbest zijn vervallen. Het kopen verkopen en afleveren van wandtegels, tuindersglas en draadglas is dus niet langer aan bonnen of machtigingen gebonden — Lord Pakenham, de Engelse minister van burgerluchtvaart, is door de Nederlandse regering voor een bezoek aan ons land uitgenodigd. Hij zal heden arriveren en Donderdag weer vertrekken. — Pas gistermiddag om 16.30 uur Bataviatijd is de Commissie voor Goede Diensten officieel op de hoogte gesteld van de afkondiging van de order tot staken van vuren op Java. — Generaal Spoor is met een aantal staatssecretarissen per vliegtuig naar Djokja en Solo vertrokken om zich persoonlijk op de hoogte te stellen van de toestand en na te gaan hoe de rehabilitatie versneld kan worden. Buitenland. — Volgens een gisteren uitgegeven medisch bulletin gaat de toestand van koning George van Engeland steeds vooruit. Zijn algemene gezondheidstoestand is „geheel bevredigend".
"KORT NIEUWS. Binnenland.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057164:mpeg21:p001
Weersverwachting, medegedeeld door het K.N.M.I. te De Bilt, geldig van Dinsdagavond tot Woensdagavond. Veranderlijk weer. Meest zwaar bewolkt met tijdelijk enige sneeuw of regen. Aanvankelijk matige tot krachtige wind tussen Zuid en Oost, later afnemende en veranderlijke wind. Iets zachter. Woensdag 5 Januari: Zon op 8.48 — onder 16.43 k Maan op 11.50 — onder 23.22
"Weerbericht". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057164:mpeg21:p001
Engeland's militaire verplichtingen jegens Egypte. DE POGINGEN VAN ENGELAND om een dreigende Israelische invasie in Egypte te voorkomen schijnen enig succes te hebben gehad. Op de stappen, welke door de Britse ambassadeur te Washington zijn genomen is het terugtrekken gevolgd van een kleine Israelische strijdmacht die de Egyptische grens had overschreden. Van Britse zijde is men van oordeel. dat de regering van Israël de jongste bestandsperiode heeft gebruikt om een grote wapenvoorraad aan te leggen die grotendeels afkomstig heet te zijn uit Tsjecho-Slowakije en Centraal-Europa. De overschrijding van de _ Egyptische' grens door Joodse strijdkrachten zou de mogelijkheid van een Engelse interventie in zich dragen. Engeland is niet alleen met Transjordanie. doch ook met Egypte verbonden door een verklaring van wederzijdse bijstand. Hoewel noch Engeland, noch Egypte in dit stadium voornemens zijn zich te beroepen op de desbetreffende bemalingen van het verdrag van 1936 zijn Britse hoge kringen van eordeel dat, mocht geen opheldering worden verkregen over de toestand aan de Egyptisch-Israelische grens, daar zich binnenkort „zeer verrassende ontwikkelingen" kunnen voordoen De Verenigde Staten heeft naar verluidt in een scherp gestelde nota de Israëlische regerine verzocht de militaire aanvallen op de Arabieren in Palestina te staken. In de nota zou geen melding zijn gemaakt van maatregelen, die eventueel zouden
kunnen worden getroffen in geval Israël het als waarschuwing bedoelde verzoek in de wind zou slaan. Uit betrouwbare bron wordt vernomen dat de V.S. evenmin heeft gedreigd met intrekking van de erkenning van Israël als onafhankelijke staat. De Amerikaanse nota volgde kort na de veelzeggende waarschuwing van Engeland aan de V.S., dat het voortduren van de Israëlische agressie zou kunnen resulteren in het ontstaan van een formele staat van oorlog tussen Engeland en Israël op grond van verdragen tussen Engeland en Egypte. De Engelse -egering maakt zich in het bijzonder bezorgd over de gerapporteerde grensoverschrijdingen van Joodse militaire eenheden ten koste van Egypte en over de mogelijkheid dat ook de grens van Transjordanle door Joodse troepen zal worden overschreden. Volgens de Joodse pers te Tel Aviv kwam Zondagavond de mogelijkheid van gewapende Britse interventie op de agenda van de Israëlische kabinetsvergadering voor. Het blad „Haaretz" verklaart, dat Britse commando's en gepantserde Britse eenheden order gekregen hebben zich in het gebied van het Suez-kanaal gereed te houden om de Israëlische grens over te trekken en in de Negef door te stoten. Vliegtuigen van de Britse luchtmacht zouden voortaaan met het maken van verkenninesvluchten boven het Israëlische leger in het zuiden. Een woordvoerder van het Israëlische ministerie van buitenlandse zaken heeft Engeland ervan beschuldigd openlijk „een belanghebbende partij" in het Palestijnse conflict te
zijn. Hij zeide te hopen, dat de veiligheidsraad dit in overweging zou nemen als de Palestijnse kwestie in New York besproken zou worden. Naar Reuters diplomatieke correspondent vernomen heeft, hebben de Britse minister van buitenlandse zaken, Bevin, en de opperbevelhebbers van de Britse strijdkrachten in Londen de militaire implicaties van de aanwezigheid van Joodse troepen op Egyptisch gebied onder ogen gezien. De Britse regering, die krachtens de bepalingen van het Brits-Egyptisch verdrag van 1936 militaire verplichtingen heeft t.o.v. Egypte, doet al het mogelijke om een situatie te voorkomen, die haar zou dwingen betrokken te worden in militaire operaties aan de Palestijnse grenzen, aldus Reuters correspondent. In Londen hecht men in het geheel geen waarde aan de geruchten, dat Britse troepen reeds paraat zouden staan in de zone van het Suez-kanaal of dat reeds besloten zou zijn deze troepen te versterken. Kommandantura (zonder de Russen) weer bijeen Het geallieerd militair bestuursbureau (Kommandantura) dat 16 Juni zijn werkzaamheden staakte, nadat de Sovjet-Russische vertegenwoordiger zich teruggetrokken had, doch 21 December door de drie Westelijke bevelhebbers weer werd opgericht, komt vandaag weer voor het eerst bijeen. Hoewel de agenda alleen onderwerpen bevat, die op de drie Westelijke sectoren van Berlijn betrekking hebben, wordt de vierde plaats aan de conferentietafe' voor Kotikof opengehouden, wiens afbeelding nog in het hoofdkwartier van het bestuursbureau hangt. Hoewel men niet verwacht, dat Kotikof de zitting zal bijwonen, wordt de gelegenheid daartoe voor hem opengehouden overeenkomstig de officiële bekendmaking van 21 December.
"Britse stappen te Washington Joodse strijdmacht teruggetrokken van Egyptische grens". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057164:mpeg21:p001
VANMORGEN IS DE MINISTER-PRESIDENT DR. W. DREES per vliegtuig naar Indonesië vertrokken. Temidden van andere leden van het kabinet en autoriteiten, legde Dr. Drees op Schiphol een verklaring over zijn reis af.
"VANMORGEN IS DE MINISTER-PRESIDENT DR. W. DREES per vliegtuig". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057164:mpeg21:p001
Vanwege het slechte weer, boven de Middellandse Zee, is de reis, die minister-president W. Drees gisteren naar Batavia zou aanvangen, niet doorgegaan Hedenmorgen om 8.28 uur is dr. Drees echter naar Indonesië vertrokken. Practlsch alle ministers hadden zich gistermiddag tegen zes uur naar het vliegveld Schiphol begeven om dr. Drees uitgeleide te doen. Ook de Canadese, Belgische en Franse ambassadeurs waren aanwezig, evenals de heer Neher, prof. Kranenburg en mej. mr. M. A. Tellegen, die als vertegenwoordiger v van H.M. de Koningin kwam. Het nieuwe restaurant van Schiphol was bijna nog te klein om alle ministers, journalisten, fotografen en filmoperateurs te bevatten. Omstreeks 7 uur begaven dr. Drees en de overige ministers en aanwezigen zich weer huiswaarts. De vlucht zal doorgang vinden, zodra de weersomstandigheden hiertoe geschikt zijn. De regering van India besloot doortocht te verlenen aan het Nederlandse vliegtuig, waarmede dr. Drees zich naar Indonesië zal begeven. Naar wij vernemen zijn, daar minister Drees de laatste tijd spannende weken heeft doorgemaakt en wijl hij een delicatie gezondheid geniet — destijds werd hij wegens een maagkwaal uit Buchenwalde ontslagen — bijzondere maatregelen getroffen om dé minister-president op zijn vliegtocht veel gelegenheid tot rusten te geven. Van de zijde der autoriteiten is er bij de K.L.M. op aangedrongen alles te doen om minister Drees de vermoeiende tocht zoveel mogelijk te verlichten. VERKLARING DR. DREES. Alvorens naar Batavia te vertrekken heeft de minister-president op Schiphol een verklaring afgelegd.
„Het ligt niet in mijn bedoeling lang weg te blijven, omdat belangrijke beslissingen in Nederland genomen zullen moeten worden, zodat ik zal trachten zo spoedig mogelijk terug te komen." Aldus dr. Drees. De minister-president zeide, dat het eerste doel van de reis is in Batavia de gehele situatie onder de huidige moeilijke omstandigheden te bespreken. „In kritieke ogenblikken tijdens de ontwikkelingen in Indonesië hebben we altijd getracht door persoonlijk contact een goed begrip tussen Den Haag en Batavia te beuprderen. Er gingen ministers naar Batavia of de Gouverneur-Generaal, nu de hoge vertegenwoordiger van de Kroon kwam hierheen. Op dit ogenblik zou het veel moeilijker zijn voor de hoge vertegenwoordiger van de Kroon om Indonesië te verlaten dan voor mij Den Haag te verlaten." Dr. Drees zeide, dat naar zijn mening de belangrijkste doelen, die voor ogen moeten worden gehouden, zijn ten eerste de vorming van een volledige Indonesische interimregering, die waarlijk representatief is voor heel Indonesië en ten tweede de voorbereding voor de zo spoedig mogelijke vorming van de Verenigde Staten van Indonesië, waaraan we onze souvereiniteit kunnen overdragen. Hiertoe zullen vrije verkiezingen moeten worden gehouden, welke voor verschillende punten beslissend zullen zijn.
De heren Van Royen en Palar te New York. De heer Palar, die gisteren per vliegtuig uit Parijs te New York is aangekomen, verklaarde, teleurgesteld te zijn over de resoluties van de Veiligheidsraad waardoor, naar hij zeide, de Indonesische kwestie door de grote mogendheden is behandeld als een politiek voetbalspel. De republiek, zeide hij, heeft in 1948 de bestandsovereenkomst aanvaard in het geloof, de daarbij gestipuleerde verkiezingen te kunnen winnen, doch deze zijn door de Nederlanders gesaboteerd. Hij besloot met de opmerking: „Door de thans ondernomen militaire actie zijn de Nederlanders erin geslaagd, de Republiek een vruchtbaar terrein te maken voor elke radicale oplossin"". De heer Van Royen, die 2'/ 2 uur na Palar uit Amsterdam arriveerde, brandmerkte Palar's verklaring als belachelijk en vergeleek de republiek met de staat Pruisen in het voormalige Duitsland, waarin een minderheid der bevolking woonde, die het gehele land door geweld en militair optreden wilde beheersen. De Republiek is in Indonesie het enige gebied, waar geen verkiezingen hebben plaats gehad, zeide d* heer Van Royen.
"Min. Drees naar Batavia vertrokken Slecht weer verhinderde gisteren vertrek". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057164:mpeg21:p001
Het bestuur van de Partij van de Arbeid heeft besloten een buitengewoon congres te beleggen op 17 Januari te Amsterdam ter behandeling van de Indonesische kwestie. Het partijbestuur heeft een resolutie aangenomen. waarin het, mede met het oog op het buitengewoon congres der partij, zijn standpunt in het Indonesische vraagstuk in het kort wil formuleren. In de resolutie wordt er aan herinnerd, dat de Partij het tot stand komen van de Renviile-overeenkomst an 17 Jan. 1948 met vreugde begroet, nadat het Lingadjatti-accoord mislukt was.
Daarna is het een diepe teleurstelling geweest dat ook het Renvilleaccoord niet is kunnen worden verwezenlijkt. Met gro'e bezorgdheid is in de loop van 1948 het steeds toenemend aantal bestandschendingen, infiltraties en terreurdaden, geconstateerd. bezorgdheid vooral, omdat deze schendingen duidelijk met een politiek doei en volgens een uit Djokja geieid systeem werden uitgevoerd. Toen in September van het vorig jaar bij anderen de neiging opkwam met de federalistische deelstaten tot een staatkundige opbouw te komen met terzijde stelling van de Republiek hebben de organen van de Partij er op aan gedrongen een laatste poging te doen de Republiek tot samenwerking te bewegen. De Partij heeft de reis van de minister van Buitenlandse Zaken en van de delegatie van drie onderhandelaars op het hoogste plan met parlementaire waarnemers, dan ook toegejuicht. De resolutie herinnert vervolgens aan het verdere verloop der gebeurtenissen. Het Partijbestuur heeft, met grote bezorgdheid voor de nationale en internationale weerslag en voor de directe gevolgen van de gevechtshandelingen, geen andere weg gezien dan die, welke door de regering is ingeslagen Het is daarom van mening. dat het standpunt der Kamerfractie om critisch-constructief het kabinet-Drees te blijven steunen, juist Is. Het Partijbestuur is van oordeel, dat de actie haai verdere rechtvaardiging zal moeten vinden in wat nu gaat gebeuren en verwacht: 1. Vrije staatkundige vorming aan het republikeinse gebied in het federaal geheel, met bescherming tegen geweld en vreesaanjaging. 2. Vrijlating van de te Djokja geinterneerde leiders van de Republiek. 3. Onverwijlde Instelling van een interim-regering die door de Indonesiërs als een werkelijk nationale regering wordt aanvaard. 4. Snelle verwezenlijking van de regeling bewindvoering Indonesie in overgangstijd en daarna een spoedige bijeenroeping door middel van vrije en geheime verkiezingen van een grondwetgevende vergadering. Vooral met het oog op deze punten juicht het Partijbestuur het toe, dat naast de heer Michiels van Verduynen. Minister-president Drees zich persoonlijk naar Indonesië heeft begeven om in deze geest werkzaam te zijn.
"P.v.d.A. gaat Indonesische kwestie behandelen Partijbestuur formuleert zijn standpunt.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057164:mpeg21:p001
Te Parijs is bekenj gemaakt, dat de Franse, Britse en Amerikaanse ambassades te Moskou de Sovjetregering heDben medegedeeld, dat alle Duitse krijgsgevangenen, die door de regering van Frankrijk, Engeland en Amerika tegen het eind van 1948 zouden moeten worden gerepatrieerd, thans naar huis gezonden waren. Aan de Sovjet-regering werd tevens de vraag gesteld, of de Sovjet-Unie haar verplichtingen volgens de repatrieringsovereenkomst. die in April 1947 door de ministerraad werd opgesteld was nagekomen. Volgens recente Russische verklaringen zouden er nog 250.000 Duitse krijgsgevangenen wachten op repatriëring. Er moeten echter nog lVt millioen voormalige Duitse soldaten in de Sovjet-Unie verblijven, omtrent wie de grootste geheimzinnigheid wordt betracht. Tass, het officiële Sovjet-Nieuwsbureau heeft enkele uren nadat de Sovjet-regering terzake nota's van de
ambassades van Engeland, Frankrijk en de V.S. had ontvangen, een verklaring uitgegeven over de Duitse krijgsgevangenen. „Wat de repatriëring van Duitse krijsgevangenen uit de Sovjet-Unie betreft: de overgrote meerderheid hunner is reeds naai nuis gezonden. De repatriëring van de rest wordt volgens het Sovjet-plan uitgevoerd, dat in 1949 zal zijn voltooid". ,,De berichten in de Brits-Amerikaanse pers, als zou de Sovjet-Unie het desbetreffende besluit niet uitvoeren, zijn daarom leugenachtig en lasterlijk en bedoeld om het voor onbepaalde tijd vasthouden van grote aantallen Duitse krijgsgevangenen door de Britse en Franse autoriteiten te bedekken" „Een 250 000 burgers, die tijdens de oorlog naar Duitsland werden gedeporteerd worden ook onder diverse voorwendsels vastgehouden in kampen in de Amerikaanse-, Britse- en Franse bezettingszones van Duitsland en Oostenrijk", aldus de verklaring van Tass. (Met deze 250000 burgers bedoelt Tass personen uit de randstaten en Oost-Europese landen die wegens politieke of godsdienstige redenen weigeren naai - hun geboortegrond terug te keren). Amerikaanse ambassadeur te Moskou vraagt ontslag Scheuring in Polit-bureau niet mogelijk geacht Walter Bedell Smlth heeft president Truman verzocht hem te ontheffen van de functie van ambassadeur der V.S. te Moskou. Smith diende zijn verzoek in tijdens een conferentie met president Truman. Er is nog geen beslissing genomen. Na afloop van het onderhoud gaf Smith te kennen, dat indien de president er op zou staan, dat hij zijn functie zou blijven waarnemen, hem geen andere keuze over zou blijven dan naar Moskou terug te keren. Smith verklaarde, dat hij aanvankelijk voor etn verblijf van tvvee jaar naar Moskou was gegaan. Hij was daar nu al drie jaar geweest. Op de vraag of hij „sommige leiders" in de Sovjet nader kon aanduiden, die zoals president Truman onlangs verklaarde, „zeer verlangend waren" om tot een overeenkomst met de V.S. te komen, antwoordde Smith „neen", er aan toevoegend: „ik stel me zo voor, dat er zekere leiders in de Sovjet-Unie zijn, die er meer naar verlangen een verzoenende houding aan te nemen dan de stugge politiek te volgen, die wij hebben ondervonden, doch het is moeilijk te zeggen, wie die leiders zijn". Tenslotte zeide Smith in antwoord op een desbetreffende vraag, dat er nooit een scheuring in het Politbureau was. „Er zijn zekere meningsverschillen voordat men een politieke gedragslijn uitstippelt en goedkeurt. Maar ik kan mij niet voorstellen dat een scheuring mogelgk is in een organisatie als de hunne. Bedell Smith heeft op een persconferentie te Pittsburgh verklaard, dat de verhouding tussen de V.S. en de Sovjet-Unie waarschijnlijk jarenlang zal blijven zoals zij is. „Het zou zeer verkeerd zijn, aldus zeide hjtj, de mening aan te nemen, dat de huidige gespannen toestand vandaag of morgen automatisch tot een oorlog zal uitbarsten".
"Repatriëring van Duitse krijgsgevangenen Het Westen vraagt Moskou of overeenkomst is nagekomen Nog 1½ millioen Duitsers in de Sovjet-Unie.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057164:mpeg21:p001
500.000 K.G. rijst worden vandaag of morgen ingescheept in Suriname om via Curacao per „stuyvesant" van de K.N.S.M. naar ons land te worden verzonden en daar te worden verdeeld onder allen, die met de aankoop van die rijst (ad f 1.— per K.G. vermeerderd met f 1— toeslag) een bijdrage willen leveren In de zo noodzakelijke bestrijding van de t.b.c. in het Zuid-Amerikaanse deel van ons rijk. Per gezin wordt maximum 1000 gram keurig verpakte Surinaamse rijst van poede kwaliteit ter beschikking gesteld Iedere sociale afdeling, personeelsafdeling, personeelsorganisatie, vakgroep of andere vertegenwoordiging van werknemersgroepen. die voor haar leden van deze rijst wenst te betrekken — en daarmee het beoogde doel van het verlenen van financiele steun voor de bestrijding der t.b.c. in Suriname te bevorderen — kan hiervan schriftelijk kennis geven aan het adres van het Wilhelmin^fonds: G. Wijsmuller-Meijer, Nassaukade 125, Amsterdam, en ontvangt dan nadere berichten omtrent de distributie en wijze van betalen. Bijeenkomst Veiligheids* raad uitgesteld Volgens een Canadese woordvoerder is door het uitgestelde vertrek van de Queen Mary. die Zaterdag ter hoogte van Cherbourg op een zandbank liep en averij kreeg, het voorlooige plan om de Veiligheidsraad te Lake Success op 7 Januari bijeen te laten komen in de war gestuurd. Aan boord van de Queen Mary bevinden zich o.a. de Britse afgevaardigde Alexander Cadogan, de Egyptische afgevaardigde Ahmed Mohammed Farrag en ongeveer 80 leden van het secretariaat van de V.N. generaal McNaughton. die deze maand voorzitter is van de Veiligheidsraad, en Trvgve Lie. secretaris-generaal der V.N., zulen Dinsdag bijeenkomen om een latere datum voor de bijeenkomst van de raad vast te stellen.
"RIJST en T.B.C.-bestrijding". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant". Enschede, 1949/01/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000057164:mpeg21:p001